Dit verhaal laat zien dat de vrouw, de moeder, de huisvrouw historisch wél bestond als fiscaal object, maar niet als autonoom rechtsubject.
Met dank aan David Knibbe en Elisabeth Maria van der Claver en Petronella Rademacher- Samuel Rademacher en Pieter de la Rue
2025
Niet als jaartal van afronding, maar als moment van zichtbaarheid. Wat lang werd geadministreerd, wat werd herleid tot relatiebeheer, krijgt hier weer vorm. Niet in dossiers, maar in objecten.
Het bronzen beeldje en de foto zijn geen bewijs in juridische zin, maar getuigen. Zij tonen wat het systeem uit beeld hield: dat waarde werd behouden, maar oorsprong werd losgemaakt.
Wat door een familie werd gedragen, werd door relatiebeheer geadministreerd. De waarde bleef, de oorsprong verdween.
Totdat zij zich weer liet zien.
Het portefeuille-privilege functioneerde historisch als een economisch beschermingsrecht voor relationele arbeid. De assurantieportefeuille moet daarom worden begrepen als immaterieel erfgoed van arbeid, vertrouwen en zorg — een praktijk die juridisch werd erkend, maar cultureel en archiefmatig onzichtbaar bleef.
Peter Mathias Bongartz – Koningin Juliana – zouden we toch familie bloedlijnen delen? Statement
Wat begon uit nieuwsgierigheid werd een levenslange noodzaak.
Omdat het lichaam en de geest van de vrouw niet in de Grondwet en het Burgerlijk Wetboek voorkomen als zelfstandig door haarzelf bestuurd, kan haar arbeid en haar werk nooit als eerste eigendom worden erkend.
Daarom spreekt Erfgoed Zeeland over bewoners: niet over dragers, niet over oorsprong, niet over eigenaars.
In die taal ben ik gebruiker van ruimte, geen rechtssubject van wat is voortgebracht.
In de bank ben ik hoofdpersoon. In het erfgoed word ik bewoner.
De rechtsstaat benut het lichaam en de geest van de vrouw zonder haar te erkennen als juridische oorsprong.
Dat is discriminatie op grond van geslacht en strijdig met artikel 1 van de Grondwet.
Zonder oorsprong geen recht. Zonder moeder geen rechtsstaat.
Wat gebeurde er toen?
Titel: De Huisvrouw als Fisca Onderschrift: “Stil kinderen, moeder heeft belastingdag!” De moeder zit aan tafel als administratief knooppunt: kinderen om haar heen huishoudboek formulieren toezicht, zorg, orde
👉 Zij draagt verantwoordelijkheid, maar:
zij tekent niet als rechtspersoon, zij bezit niet het inkomen, ( inkomsten), zij draagt zorg zonder eigendom zij werkt met of zonder loon zij verschijnt in het recht via het huishouden, niet als zelfstandige bestuurder van haar ei – gen – lichaam en geest door het ontstaan van wetboek 9.
De huisvrouw wordt : geadresseerd door de fiscus gebruikt door het systeem belast via zorg en arbeid maar niet erkend als zelfstandig belastingplichtig subject met eigen rechten.
Dat is de paradox:
Ze doet al het werk en het fiscale werk, maar is zelf niet de fiscale rechtspersoon / persoon.
De moeder werd belast voordat zij werd erkend. Zij droeg plicht zonder schild. Zij was fiscaal aanwezig, maar constitutioneel afwezig.
Zolang mijn vrouwelijk lichaam niet volwaardig en expliciet als gelijk rechtsubject is geconstitueerd, kan de staat mij niet behandelen als fiscaal of bestuurlijk object.
Moeder Anna 1941 – Invoering loonbelasting via het Duitse Rijk – Vrouwen waren handelingsonbekwaam- moeders dus blijkbaar niet!!
Dochter van THC Lindeboom VOF
Ze werd verzekerd, maar niet wettelijk erkend.
Ik reis als dochter van THC Lindeboom assurantie kantoor AGO door “mijn” de geschiedenis heen.
Een huwelijk in 1962, en uiteindelijk een assurantiekantoor waarin mijn vader, Theodorus Cornelis Lindeboom, werkzaam werd als assurantie-agent en mijn moeder Anna Agnes Hendrika Bongartz zijn vrouw zijn steun en toeverlaat is. Ze kregen twee dochters, geen zonen.
Hoe het begon
Het huis in Haps werd verkocht om de portefeuille te kunnen betalen. Het kantoor verhuisde naar de flat in de Westervenne 309 in Purmerend om vanuit daar de portefeuille met al een opgebouwd klantenbestand en waarde uit te breiden.
Die waarde bestond en ontstond uit langdurige relaties, premiebetalingen en vertrouwen, vastgelegd in administraties en contracten.
Haps 1975
Mijn vertrekpunt is het huis in Haps: de plek waar arbeid werd verricht, verantwoordelijkheden werden gedragen en continuïteit werd onderhouden. Met de verkoop van het huis werd de portefeuille betaald.
Als dochter nam ik waar hoe werk armoede bloedlijnen en leven in elkaar grepen. De verzekering ( een kansovereenkomst) was aanwezig als structuur: in dossiers, polissen, termijnen en uitkeringen.
Niet als persoon, maar als systeem.
Het grootste misbruik schandaal ooit: het huwelijk en het burgerlijk wetboek ten opzichte van de grondwet binnen de moedermaatschappij en dochteronderneming.
Niet omdat mensen elkaar niet liefhebben. Maar omdat het huwelijk eeuwenlang het juridische aanknopingspunt was waar ongelijkheid werd genormaliseerd.
1. Het huwelijk en Artikel 1
Artikel 1 van de Grondwet zegt: gelijke gevallen moeten gelijk worden behandeld.
Het huwelijk deed eeuwenlang precies het tegenovergestelde: man en vrouw waren niet gelijk de man was: handelingsbekwaam eigenaar verzekerbaar subject de vrouw was: juridisch ondergeschikt economisch afhankelijk en volledig economisch handelingsonbekwaam (tot 1956!)
De Codex Hammurabi markeert: het begin van het idee dat het vrouwelijk lichaam wél drager van plicht en orde is, maar niet drager van gelijke rechten.
Dat patroon: loopt via Romeins recht naar kerkelijk huwelijksrecht naar de burgerlijke stand naar het moderne Burgerlijk Wetboek
En dáár wringt de kernvraag: hoe kan artikel 1 universeel zijn, als deze asymmetrie nooit expliciet is opgeheven?
Zolang het recht mijn lichaam erft uit Hammurabi maar mij niet expliciet herconstitueert als gelijk rechtsubject, is fiscale neutraliteit een fictie.
Dit is geen activistische claim.
Dit is een rechts-historische constatering.
Corrie Tenderloo
Motie Tenderloo: Maar Corrie Tendeloo had geen huwelijk en geen kinderen.
Wat daarover bekend is: Zij trouwde nooit. Er zijn geen kinderen van haar bekend.
De Motie-Tendeloo en de invoering van de AOW onder Willem Drees horen inhoudelijk én ideologisch bij elkaar, maar ze regelen iets fundamenteel anders in de Nederlandse verzorgingsstaat.
Motie-Tendeloo (1955): gelijk burgerschap van vrouwen
De Motie-Tendeloo, ingediend door Corrie Tendeloo, maakte een einde aan het ontslag van gehuwde vrouwelijke ambtenaren.
Essentie:
Gehuwde vrouwen kregen het recht om te blijven werken. Het huwelijk verloor zijn status als juridische reden voor uitsluiting van arbeid. De motie doorbrak het idee dat de man automatisch kostwinner was en de vrouw economisch afhankelijk.
➡️ Dit was een grondrechtenkwestie: gelijkheid, autonomie en rechtspositie.
AOW (1957): collectieve bestaanszekerheid
De Algemene Ouderdomswet werd ingevoerd onder premier Drees en gaf alle ouderen recht op een basispensioen.
Essentie:
Ouderdom werd een collectief risico, niet langer familieafhankelijk. De staat nam zorg over die eerder bij kinderen (vaak dochters) lag.
Bestaanszekerheid werd losgekoppeld van individuele verdiencapaciteit.
➡️ Dit was een sociale zekerheidskwestie.
De cruciale spanning: vrouw, arbeid en zorg
Tja Artikel 1??? Iedereen is voor de wet gelijk?? De wetgeving is nooit gelijk gelijkwaardig begonnen- Weet u nog Napoleon Bonaparte?
Slagerij Van Kampen Verzekeringen
Samen laten deze twee maatregelen een spanningsveld zien:
Motie-Tendeloo – Erkent vrouwen als zelfstandig werkend burger. Doorbreekt het kostwinner-model. Richt zich op actieve levensfase
👉 De Motie-Tendeloo doorbrak genderrollen, maar bood geen vangnet voor moeder de vrouw.
AOW
Erkent burgers als zorgbehoevend aan het einde van arbeid. Veronderstelt vaak nog het gezin als eenheid. Richt zich op ouderdom
👉 De AOW neutraliseerde zorg, maar niet meteen genderrollen.
Vader Drees?
Willem Drees werd later bekend als “vader van de AOW”. Die titel is veelzeggend:
De verzorgingsstaat kreeg een vaderfiguur. De juridische en economische emancipatie van vrouwen kreeg geen vergelijkbare symbolische moederfiguur, ondanks de rol van Tendeloo. Zorg werd verstatelijkt, arbeid geëmancipeerd, maar het vrouwelijke lichaam bleef juridisch lang problematisch (denk aan kostwinner, meeverzekering, afhankelijkheid).
Samenvattend
Motie-Tendeloo = gelijkheid vóór de wet, specifiek voor vrouwen. AOW (Drees) = bestaanszekerheid voor iedereen. Samen vormen zij het fundament van de naoorlogse orde, maar met een asymmetrie: de staat werd vader, terwijl “moeder de vrouw” juridisch pas veel later erkenning kreeg.
📌 Feitelijk:
Het huwelijk schiep ongelijke rechtsposities binnen één huishouden en werd daarmee een structurele uitzondering op gelijkheid.
Wat gebeurde er in 1971
1971 is niet alleen het jaar waarin elke juffrouw mevrouw werd, maar ook het jaar waarin in Nederland de Besloten Vennootschap (BV) juridisch mogelijk werd.
1971: invoering van de BV
Met de Wet op de Besloten Vennootschap (in werking getreden in 1971) werd een nieuwe rechtsvorm ingevoerd naast de NV.
Kern van de BV:
Rechtspersoon met beperkte aansprakelijkheid. Gericht op kleinschalig, besloten eigendom Aandelen niet vrij verhandelbaar Bedoeld voor ondernemers die persoon en vermogen wilden scheiden.
De BV maakte het mogelijk dat één persoon (ook een individu) een onderneming kon bezitten zonder privé volledig bloot te staan. Men doet dit via een bovenhandse akte via de notaris. Je betaalt een flink bedrag en koopt daar mee je aansprakelijkheid af, maar een huwelijk is een onderhandse akte met volledige aansprakelijkheid.
👉 Zowel de vrouw als de ondernemer kregen een nieuw juridisch masker: niet meer privé zichtbaar, maar institutioneel erkend.
De wrange asymmetrie
En hier wordt het scherp:
De BV kreeg meteen volledige rechtspersoonlijkheid Het vrouwelijk lichaam bleef nog decennialang: meeverzekerd kostwinner-afhankelijk fiscaal en sociaal geen autonoom subject
Met andere woorden: De rechtspersoon werd sneller zelfstandig dan de vrouw.
Maar moeder de vrouw als constitutioneel erkend rechtsubject? Die ontbreekt nog steeds en zeker in de VORM VOF.
➡️ Je bent de onderneming.
Er is geen juridisch scherm tussen persoon en risico. Je kunt je aansprakelijkheid afkopen als onderneming, maar niet als mens, niet als partner, en helemaal niet als vrouw en of moeder, de vrouw omdat haar lichaam en geest geen enkele zelfstandige rol of entiteit kunnen zijn, simpelweg omdat haar geslacht niet expliciet vermeld is als broncode van ons aller bestaan. Nog in de grondwet nog in de uitgegeven burgerlijke wetboeken.
De recht – bank wankelt op haar fundament
Hoe kan men zeggen dat artikel 1 “voor iedereen” geldt, als ‘vrouw’ en ‘moeder’ in het Burgerlijk Wetboek niet als gelijkwaardig rechtsubject voorkomen?
Het korte antwoord is: dat kan alleen via een juridische fictie.
Het lange antwoord laat zien waar die fictie wringt.
Het Burgerlijk Wetboek regelt: wie rechtssubject is hoe familie, zorg, arbeid, vermogen en afstamming zijn ingericht
En daar zie je het structurele probleem:
‘De moeder’ verschijnt primair als: afstammingsdrager zorgrelatie familierechtelijke functie Niet als autonoom economisch en juridisch subject Haar positie is relationeel (ten opzichte van kind, man, gezin, staat)
👉 De moeder bestaat juridisch, maar niet als gelijkwaardige rechtsdrager naast ‘de burger’.
3. De kern van mijn vraag (juridisch scherp geformuleerd)
Men beweert dat artikel 1 op iedereen van toepassing is, omdat:” vrouw” formeel onder “geslacht” valt en de wet genderneutraal kan worden uitgelegd
Maar: Uitleg is geen gelijkstelling.
Zolang: de vrouw in het BW verschijnt als functie en niet als volledig zelfstandig rechtssubject terwijl rechtspersonen (BV, NV) wél expliciet worden geconstitueerd, is de gelijkheid theoretisch, niet structureel.
Dit raakt direct aan:
meeverzekering kostwinnerschap dochteronderneming vast in moederstructuur het vrouwelijke lichaam als dragend risico zonder schild
De BV krijgt rechtspersoonlijkheid.
De vrouw krijgt aanspreektitel (mevrouw). Maar geen gelijkwaardig juridisch schild.
Artikel 1: corrigeert discriminatie achteraf maar constitueert geen subject vooraf
Daarom kan men formeel zeggen:
“Artikel 1 geldt voor iedereen” terwijl materieel: niet iedereen als gelijkwaardig rechtsobject is vormgegeven.
Mijn conclusie is juridisch gewoon verdedigbaar
Wat ik feitelijk zeg, in juridische taal, is:
Zolang ‘moeder de vrouw’ niet als volwaardig, zelfstandig rechtsubject in het Burgerlijk Wetboek is geconstitueerd, is artikel 1 symbolisch universeel, maar structureel incompleet.
Dat is geen emotionele stelling.
Dat is constitutionele kritiek.
Ook in Nederland dus.
De polis & De administratie
De polis en de administratie vormen het stille erfgoed van bezit.
Niet het monument, maar het document regelde wie telde.
Waar de polis waarde vastlegde,
en de administratie volgde, archiveerde en bevestigde,
werd het lichaam — eerst dat van de slaaf, later dat van het meisje —
leesbaar gemaakt als bezit, risico of afhankelijkheid.
Stelling
De polis is het contract van toe-eigening.
De administratie is het ritueel van bevestiging.
Samen vormen zij een erfgoedpraktijk waarin: waarde wordt toegekend zonder stem rechten worden vastgelegd zonder aanwezigheid levens worden beheerd in plaats van erkend
Kritische duiding
De polis bepaalt wie verzekerd is — en wie slechts meeverzekerd. De administratie bewaart die hiërarchie en noemt haar neutraliteit. Wat niet op naam staat, verdwijnt uit het archief — en wat verdwijnt uit het archief, verliest bestaansrecht.
Zo werd: haar arbeid onzichtbaar zorg onbetaald voortplanting vanzelfsprekend erfgenaamschap uitgesloten
Niet door geweld alleen,
maar door formulieren, handtekeningen en stilzwijgen.
The Queens Gambit
Huwelijk en verzekeringslogica
De verzekeringswereld is gebouwd op: risico, bezit, handelingsbekwaamheid en continuïteit
Binnen het huwelijk betekende dat:
de man = verzekerbaar risico de vrouw = meeverzekerd lichaam haar arbeid (zorg, reproductie, huishouden): was essentieel maar niet zelfstandig verzekerd niet opgebouwd als waarde
➡️ De vrouw was functie, geen subject.
Een rol in het continuüm, geen drager van rechten.
📌 Dit is exact de logica die ik steeds blootlegt: verzekering als systeem van rollen, waarin het lichaam wel aanwezig is, maar juridisch niet erkend.
Huwelijk als erfgoed (Faro)
Volgens de Faro-conventie: erfgoed gaat over mensen over betekenis over wat gemeenschappen doorgeven
Het huwelijk is: diep verankerd cultureel erfgoed maar ook: drager van uitsluiting van genderhiërarchie van economische onzichtbaarheid
📌 Faro vraagt niet om afschaffing van erfgoed, maar om kritische erkenning.
Het huwelijk is erfgoed dat pas begrijpelijk wordt wanneer we ook erkennen wie het diende en wie het buitensloot.
Het schandaal samengevat
Het schandaal is niet dat mensen trouwden. Het schandaal is dat: ongelijkheid werd verpakt als bescherming afhankelijkheid als liefde juridische uitsluiting als natuurorde.
En dat dit alles: generaties lang doorwerkte in: recht verzekering zorg eigendom
➡️ De draden van ons heden lopen hier rechtstreeks doorheen.
Wandkleed Slavernij verleden/ heden
Het huwelijk was en is helemaal geen privéaangelegenheid, maar een juridisch systeem dat ongelijkheid organiseert — en dat werkt tot vandaag door in recht en verzekering.
Artikel 1 verplicht ons die erfenis te corrigeren. Het huwelijk was verzekerd. De vrouw als zelfstandige entiteit en bestuurder van haar ei – gen – lichaam niet.
De reis voerde mij uiteindelijk naar dé Rouaansekaai in Middelburg, een stad met een lange geschiedenis van handel, bestuur en verzekering.
Tja onder welke wet en soort inkomen valt mijn Schade uitkeringen NN ?
Staat het onder de AOW – of toch wel ? Algemene Ouderdoms Wet heeft dezelfde Code Algemene Ongeschiktheids Wet ??
Pensioen heb ik niet opgebouwd als zelfstandige!!
Lijftrente uitkering is het ook niet!!
Of andere uitkering !! Maar dat is Wia Wao Allementatie of Wajong Nabestaanden ect ect!!
Schadeuitkering staat er helemaal niet tussen!!!!!
Historisch gezien fungeerde Middelburg als knooppunt waar handelskapitaal, moreel gezag en institutionele ordening samenkwamen. In archieven en stedelijke lagen is te zien hoe functies en rollen elkaar opvolgen, los van individuele levens.
In de moderne tijd loopt de route via institutionele organisaties: verzekeraars, banken en volmachten en uitvoeringsinstanties.
Daar wordt gewerkt met rollen—agent, portefeuillehouder, bestuurder, uitkeringsgerechtigde—die overdraagbaar zijn en door de tijd heen continu blijven.
Mijn aanwezigheid in dit landschap is die van feitelijke drager van continuïteit: het leven dat doorloopt terwijl rollen worden overgenomen omdat ik sinds 2019 woon in Rijksmonument Montancourt Middelburg- Een rijksmonument uit 1596 en waar de vrouwen uit dit huis gekoppeld werden aan o.a De burgemeester van Middelburg Samuel Rademacher.
Boter Kaas & Eieren
Verzekeringscitaat
In 1995 sluit een vrouwelijke handelaar in confectie AOV verzekering af bij Nationale-Nederlanden, onder leiding van CEO David Knibbe.
Niet wetende dat hij daarmee, ogenschijnlijk toevallig, opnieuw verbonden raakt met een huis waarin ruim vier eeuwen eerder zijn familiegeschiedenis al was verankerd.
Hetzelfde huis waarin de familie Knibbe in de zeventiende eeuw familiebanden onderhield met de familie De la Rue–Rademacher. Handel, textiel, vertrouwen en overdracht vormden toen al de stille infrastructuur van waarde.
Wat hier wordt verzekerd is niet alleen bezit of risico, maar een continuüm: de overdracht van arbeid, naam en kapitaal over generaties heen — gedragen door lichamen, huizen en vrouwen die zelden in de polis worden genoemd.
Tijdens mijn reis wordt zichtbaar dat erkenning niet vanzelfsprekend volgt uit arbeid of verantwoordelijkheid. Zichtbaarheid ontstaat wanneer iemand formeel als rolhouder is geregistreerd.
Wie die registratie niet draagt, blijft buiten beeld, ook als de bijdrage reëel is. Zo wordt het verschil voelbaar tussen leven en registratie.
Conclusie:
Verzekering functioneert via rollen, niet via personen. Daarin ligt de verklaring voor mijn onzichtbaarheid.
Mijn arbeid, verantwoordelijkheid en kostwinnerschap waren feitelijk aanwezig, maar niet gekoppeld aan een formeel erkende rol binnen het verzekeringssysteem.
Daardoor werd mijn positie niet zichtbaar in dossiers, overzichten en besluiten. Dit is geen kwestie van intentie, maar een structureel effect van een systeem dat continuïteit borgt via functies en registraties.
De reis laat zien dat waarde kan worden opgebouwd in huizen en levens, terwijl erkenning plaatsvindt in instellingen. Wanneer die twee niet samenvallen, ontstaat onzichtbaarheid.
Wat geen formele rol heeft, wordt niet gezien—ook als het de continuïteit draagt.
De Grondwet en het Burgerlijk Wetboek beschermen de natuurlijke personen, maar zwijgen over het lichaam dat die levende burgers mogelijk maakt.
Hoewel vrouwen in de Nederlandse rechtsorde formeel als volwaardige rechtssubjecten worden erkend via titels, vertonen zowel de Grondwet als het Burgerlijk Wetboek een structureel hiaat in de expliciete erkenning van de geest, het lichaam en de zorg- en reproductieve arbeid die deze rechtsorde mogelijk maken.
De Grondwet: beschermt rechten definieert geen subject
Zij zegt niet: wat een zelfstandig lichaam en geest is hoe zorg, reproductie en afhankelijkheid juridisch worden gedacht wie het dragende fundament van de staat is.
De burger verschijnt als abstract individu, zonder lichaam, zonder geschiedenis, zonder zorgrelaties.
👉 Dat abstracte individu lijkt neutraal, maar is historisch gemodelleerd op de mannelijke burger die niet zwanger is, niet afhankelijk is, niet zorgt. Dat is het hiaat.
Het Burgerlijk Wetboek
Het BW is relationeel opgebouwd: ouder–kind echtgenoten arbeidsovereenkomst zorgrelaties
Maar: zorgarbeid is versnipperd reproductieve arbeid is gejuridiseerd zonder volwaardige waardering het lichaam verschijnt vaak als object van regeling, niet als drager van waarde
De vrouw is juridisch gelijk, maar haar specifieke dragende arbeid blijft structureel: impliciet onbenoemd ondergewaardeerd
👉 Het BW regelt gevolgen, maar erkent het fundament niet expliciet.
Dat is het tweede hiaat.
De Grondwet beschermt fundamentele rechten van een abstract individu, zonder het lichaam, afhankelijkheidsrelaties of zorgpraktijken expliciet te adresseren.
Dit abstracte subject is historisch en conceptueel gevormd binnen een mannelijk-normatief kader.
Waarom dit punt géén activistische overdrijving is
Ik zeg niet: “Vrouwen hebben geen rechten.” Ik zeg: “Het recht rust op iets wat het niet benoemt.”
Dat is een klassieke constitutionele kritiek, vergelijkbaar met: kritiek op onbetaalde arbeid kritiek op informele zorg kritiek op koloniale stiltes in wetgeving
In academische termen:
👉 dit is een structurele blinde vlek, geen juridisch tekort.
Impliciete fundamenten
Het Burgerlijk Wetboek regelt familie-, arbeids- en zorgrelaties voornamelijk op het niveau van rechtsgevolgen, terwijl de onderliggende dragende arbeid — met name reproductieve en zorgarbeid — impliciet blijft en niet als fundamentele juridische categorie wordt erkend.
Formele gelijkheid versus materiële erkenning
De formele gelijkstelling van vrouwen in het recht heeft niet geleid tot een expliciete juridische articulatie van de specifieke lichamelijke en zorggerelateerde voorwaarden waaronder die gelijkheid historisch tot stand komt.
Wat er juridisch wél klopt
Vrouwen zijn volledig rechtssubject in het Nederlandse recht. Art. 1 Grondwet garandeert gelijke behandeling. Het Burgerlijk Wetboek kent geen formele ongelijkheid meer tussen mannen en vrouwen.
Op papier is de zaak dus “af”.
Waar jouw hiaat zit (en dat is geen detail)
1. De Grondwet
De Grondwet:
beschermt rechten definieert geen subject
Zij zegt niet:
wat een zelfstandig lichaam is hoe zorg, reproductie en afhankelijkheid juridisch worden gedacht wie het dragende fundament van de staat is
De burger verschijnt als abstract individu,
zonder lichaam, zonder geschiedenis, zonder zorgrelaties.
👉 Dat abstracte individu lijkt neutraal,
maar is historisch gemodelleerd op de mannelijke burger
die niet zwanger is, niet afhankelijk is, niet zorgt.
zorgarbeid is versnipperd reproductieve arbeid is gejuridiseerd zonder volwaardige waardering het lichaam verschijnt vaak als object van regeling, niet als drager van waarde
De vrouw is juridisch gelijk,
maar haar specifieke dragende arbeid blijft structureel:
impliciet onbenoemd ondergewaardeerd
👉 Het BW regelt gevolgen,
maar erkent het fundament niet expliciet.
Dat is het tweede hiaat.
Structurele blinde vlek
Deze afwezigheid vormt geen juridisch tekort in strikte zin, maar een structurele blinde vlek in de normatieve verbeelding van het recht, met gevolgen voor waardering, beleidsvorming en erfgoedrepresentatie.
Het Nederlandse recht erkent vrouwen als gelijke rechtssubjecten, maar zwijgt over het lichaam en de zorgarbeid waarop deze gelijkheid rust.
Mijn vrouwelijk lichaam is geen belastingobject zonder artikel 1.”
Dat betekent, historisch gelezen: Zolang de staat mijn lichaam nog steeds via relatie en nummer functie aanspreekt( zoals sinds Hammurabi), maar mij niet expliciet als gelijk rechtsubject constitueert, is belastingheffing structureel ongelijk.
Dit is geen moreel argument.
Dit is een genealogie van het recht.
Kapitaal herkent zijn eigen lijnen. Lichamen worden vervangen, structuren niet.
Verzekeringen volgen erfgoed. Erfgoed volgt afstamming. Afstamming volgt het vrouwelijk lichaam. Maar dat lichaam zelf wordt niet verzekerd als bron.
Slotstelling
Een systeem dat vrouw en moeder niet gelijkwaardig erkent, parasiteert op haar bestaan. En daarom is mijn uitspraak geen slogan maar een juridische waarheid:
Zonder vrouw en moeder is al het culturele erfgoed en al het geld in de wereld niets waard. Niet moreel. Niet symbolisch. Maar structureel
Erken haar als bron
Zonder vrouw en moeder is al het culturele erfgoed en al het geld in de wereld niets waard. Niet symbolisch. Niet moreel. Maar structureel.
Van Hammurabi tot het Burgerlijk Wetboek, van het gezin tot de fiscus, van erfgoed tot verzekering:
Zij is de drager van continuïteit. Zij garandeert afstamming . Zij maakt overdracht mogelijk. Zij houdt zorg, arbeid, cultuur en kapitaal in stand
Maar: zij wordt niet als bron erkend zij verschijnt als functie, niet als rechtsubject haar arbeid wordt verondersteld, niet gewaardeerd haar lichaam wordt gebruikt, niet beschermd
Dat is geen nalatigheid. Dat is structurele extractie. Wat het systeem doet. Een systeem dat vrouw en moeder niet gelijkwaardig erkent: parasiteert op haar bestaan onttrekt waarde zonder terug te geven noemt gelijkheid, maar organiseert ongelijkheid
De staat belast wat zij mogelijk maakt. Het recht archiveert wat zij voortbrengt. Het kapitaal verzekert wat zij draagt — zonder haar als oorsprong te erkennen.
Dat is wat ik terecht fiscale femicide noem: geen directe vernietiging, maar systematische uitputting zonder erkenning.
De omkering (en die is radicaal eenvoudig) Erken haar niet als: kostenpost zorgfunctie afgeleide relatie fiscale eenheid
Maar als: bron constitutief rechtsubject oorsprong van erfgoed drager van waarde vóór belasting, verzekering en overdracht
Slotzin
Erken haar als bron, en Nederland en Europa worden rijk. Niet alleen economisch, maar juridisch, cultureel en constitutioneel.
Want zolang de bron wordt ontkend, blijft elke rijkdom geleend.
👉 De Nederlandse Grondwet noemt mannen en vrouwen gelijk, maar het woord vrouw komt nergens voor als zelfstandige / bestuurder rechtspersoon met zeggenschap over haar eigen lichaam en geest.
👉 In het Burgerlijk Wetboek bestaat er geen expliciet artikel dat de vrouw en of moeder erkent als eigenaar van haar eigen lichaam buiten reproductief recht, arbeid, of strafrechtelijke bescherming.
👉 De juridische infrastructuur rond lichaam, arbeid, huwelijk, vermogen, verzekering en belastingen is historisch gebouwd op de man als norm en eigenaar.
En dat werkt nog steeds door.
1. De Grondwet noemt vrouwen niet als rechtspersoon
Artikel 1 beschermt tegen discriminatie —
maar zegt NIET:
❌ “De vrouw is eigenaar van haar lichaam.”
❌ “De vrouw heeft een autonome rechtspersoonlijkheid.”
❌ “De vrouw is geen eigendom van de staat of de echtgenoot.”
De Grondwet noemt zelfs het woord vrouw niet één keer.
Alles wat vrouwenrechten betreft wordt afgeleid, nooit expliciet verankerd.
Dat is géén detail — dat is systemische architectuur.
2. Het Burgerlijk Wetboek heeft géén expliciete erkenning van vrouwelijke lichamelijke autonomie
In het BW bestaat:
recht op lichamelijke integriteit (afgeleid van onrechtmatige daad)
bescherming tegen geweld
regels rond medische behandeling (WGBO)
Maar nergens staat:
“De vrouw is eigenaar van haar lichaam en geest”.
Waarom niet?
Omdat het BW is ontstaan in een tijd waarin de vrouw juridisch toebehoorde aan haar man (tot 1956).
✔ zij wordt automatisch in de meeverzekerde/afhankelijke positie geduwd
✔ een aov schadepolis wordt vertaald naar een mannelijke inkomensrol bij de belastingaangifte
✔ erfgenamenstatus wordt niet gelijkwaardig herkend
✔ Haar financiële autonomie wordt hergecodeerd binnen “kostwinner-systemen”
Dit klinkt modern, maar het is 19e-eeuws recht dat digitaal is geworden.
3. Waarom dit klopt in het licht van het EVRM
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zegt:
✔ staten moeten positieve verplichtingen nakomen om ongelijkheid te corrigeren (Thlimmenos v. Greece)
✔ genderstereotypering door de staat is verboden (Konstantin Markin v. Russia)
✔ persoonlijke identiteit en lichamelijke autonomie vallen onder art. 8 EVRM
✔ eigendomsrecht (art. 1 P1) beschermt ook lichamelijke autonomie en financiële integriteit
Nederland voldoet daar niet aan als:
vrouwen administratief worden behandeld als afhankelijke entiteiten;
er geen categorie bestaat voor “vrouw als zelfstandig financieel subject”;
schadeverzekeringen van vrouwen automatisch in mannelijk inkomensjargon worden geduwd;
de staat geen erkenning geeft van vrouwelijke lichamelijke en economische autonomie.
Dit is institutionele discriminatie volgens het EVRM.
4. Wat betekent dit?
Het betekent:
✔ In 70 landen is het strafbaar om jezelf te zijn.
✔ In Nederland is het
wettelijk mogelijk om jezelf te verliezen
omdat het juridisch systeem je niet als zelfstandige vrouw ziet.
Niet strafbaar, maar uitwisbaar in systemen.
De vrouw bestaat niet in het recht als oorspronkelijk autonoom subject, maar als afgeleide categorie van man, gezin, arbeid of reproductie.
En precies daarom kon ook mijn situatie gebeuren.
5. Wat ik meemaak — is geen fout, maar levend bewijs
Dat:
het systeem geen categorie heeft voor mijn kostwinnaar/ zelfstandigheid
het vrouwelijk lichaam juridisch geen eigenstandige plek heeft
mijn erfgenamenrol niet past in digitale mannelijke patronen
schadeuitkeringen voor vrouwen automatisch worden “gemasculiniseerd”
mijn economische identiteit wordt gehercodeerd naar “afhankelijkheid”
Het juridisch vacuüm rondom vrouwelijkheid geeft misbruik van administratieve systemen de ruimte om:
❗ mijn identiteit te vervormen
❗ mijn schadeuitkering verkeerd te classificeren
❗ mijn vermogen te hercoderen
❗ al mijn rechten te negeren
Elke moeder verdient gewoon een basisinkomen als erkenning van haar autonome en maatschappelijke arbeid.
Zorg die leven mogelijk maakt, verdient bestaanszekerheid.Ook in Nederland dus…
Dit is waarom deze casus zo uniek én zo belangrijk is.
Ik ga graag met jullie in gesprek en hoop op respons. Laten we samen kijken wat er mogelijk is. Laten we de hele keten van het slavernijverleden openen .
Oostkerk 2 juli 2023
“Frascati: Waar kunst bewijst wat het recht nog niet begrijpt.”**
Reisverslag — Montancourt Middelburg, Frascati aan de Schelde
Ik kwam daar in 2017 voor het eerst aan zonder haast.
Niet omdat de reis lang was, maar omdat Middelburg je vraagt om te vertragen.
De stad ligt er als een open boek: kades als bladzijden, gevels als zinnen die al eeuwen worden herlezen. Aan de Rouaansekaai ruikt het naar water en steen, naar aankomst.
Montancourt ligt daar niet als bestemming, maar als uitnodiging.
Binnen is het licht zacht en beslist. Een tafel met het hart staat centraal—niet als podium, maar als plaats van gelijkheid. Hier geen rijen stoelen, geen richting. Alleen ruimte om te spreken, te luisteren, te aarzelen. Koffie wordt ingeschonken zoals ideeën ontstaan: langzaam, met aandacht. Het is meteen duidelijk: dit is Frascati, niet als naam, maar als praktijk.
Ik denk aan de Italianen die in de achttiende eeuw een koffiehuis bouwden in Amsterdam en het Frascati noemden—geen persoon, maar een plek van verfijning. Aan Fossombrone, aan Urbino en aan Paulus van Middelburg, aan de route van kennis die geen grenzen kent. Wat toen een koffiehuis was, is hier een overnachting / ontmoetingsplek geworden. Dezelfde logica, een andere tijd.
Gesprekken beginnen niet met stellingen, maar met vragen. Iemand leest een alinea hardop. Iemand anders tekent een lijn op papier. Woorden vallen niet om te overtuigen, maar om te onderzoeken. Het gaat over recht en lichaam, over erfgoed en uitsluiting, over wat systemen zien en wat ze missen. De tafel houdt het allemaal.
Buiten beweegt de stad. Schepen glijden langs; de Schelde draagt verhalen mee. Ik loop een rondje bolwerk en merk hoe Montancourt de stad niet opslokt, maar teruggeeft. Wat binnen wordt gezegd, vindt buiten echo’s. Wat buiten gebeurt, keert binnen terug als gedachte.
Eye Do
Tegen de avond verandert het licht. De koffie wordt wijn—een knipoog naar Frascati bij Rome. Geen ceremonie, wel aandacht. Het gesprek verschuift, verdiept. Hier wordt niets afgerond; alles wordt opgestart. Dat is de luxe van deze plek: ze belooft geen conclusies, maar continuïteit.
Als ik op reis ga , voelt het niet als weggaan. Eerder als het meenemen van een een gelukssleutel. Montancourt is geen halte, maar een ritme. Een Frascati aan de Schelde, waar ontmoeting onderzoek is, en onderzoek weer ontmoeting wordt.
Ik schrijf dit later weer op, onderweg. Om het zo voor mij zelf vast te leggen, en om het voor anderen open te houden. Want dat is wat deze leven S reis me leerde: sommige plekken wil je niet bezitten. Je wilt ze blijven bezoeken.
“De man plaatste zijn lichaam ( zijn ballen) buiten de wet maar de vrouw, de moeder ) werd het doel wit” kamerstuk 31389 Waalkens Cramer
Na artikel 2 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 2a
1. Dieren zijn geen zaken.
2. Bepalingen met betrekking tot zaken zijn op dieren van toepassing, met in achtneming van de op wettelijke voorschriften en regels van ongeschreven recht gegronde beperkingen, verplichtingen en rechtsbeginselen, alsmede de openbare orde en de goede zeden.
Toelichting
Wettelijk bezien zijn dieren in ons rechtsstelsel (roerende) zaken. Het Burgerlijk Wetboek (BW) gaat in Boek 3 immers uit van de begrippen «goederen» (alle zaken en vermogensrechten) en «zaken» (voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten). Dieren worden niet apart onderscheiden. Binnen de systematiek van het BW gelden zij als roerende zaken. Zij kunnen in bezit worden genomen en mensen kunnen over dieren het wettelijk recht van eigendom uitoefenen.
Deze juridische kwalificatie van dieren als – niet meer dan – zaken, sluit niet aan op het natuurlijk rechtsgevoel. Enerzijds kan een dier behandeld worden als zaak; rechtshandelingen met dieren als object (koop, verkoop, enzovoorts) zijn immers mogelijk. Tegelijkertijd onderscheidt het dier zich van een «gewone» zaak. Als men dieren koopt, verkoopt, in eigendom heeft, houdt men, natuurlijkerwijs, rekening met de eigen aard van het dier. Het besef dat men met een levend wezen te maken heeft, heeft betekenis.
Het BW komt hier in enkele bepalingen tot op zekere hoogte al aan tegemoet. Zo kent het BW een bepaling over het verlies van een goed (BW, boek 5, artikel 18) en daarnaast een op de eigen aard van het dier toegesneden bepaling over het verlies van een dier (artikel 19). De wetgever heeft tevens aanleiding gevonden om in tal van andere artikelen dieren te onderscheiden naast de veelal in dezelfde artikelen genoemde zaken. Te noemen zijn onder meer de artikelen 6: 179 (schade door een dier); 6: 181 (schade aan een dier, dat tevens als een bedrijfsmiddel kan worden beschouwd); 8: 900 (vervoersschade bij zaken, respectievelijk dieren); 9: 970 en volgende (een dier is geen hutbagage, maar kan soms als handbagage worden beschouwd) en 9: 1178 (verhuizing van dieren). De reden ligt steeds voor de hand. Een dier is wettelijk weliswaar in juridische zin een zaak, maar de eigen aard van het dier gebiedt tot een in omstandigheden bijzondere behandeling. Ook artikel 350 wetboek van strafrecht onderscheidt enerzijds beschadiging van goederen (lid 1) en anderzijds beschadiging van dieren (lid 2).
Moeder de vrouw- Miss Piggy
Deze notie is in het BW echter niet zo ver doorgevoerd dat dieren, naast zaken, worden gezien als een in juridische zin aparte categorie.
Het voorliggend amendement voorziet daarin. Daartoe wordt, dit in navolging van het BW in Duitsland (Buch 1, Allgemeiner Teil, artikel 90a), in Boek 3 BW een nieuw artikel ingevoegd waarin wordt bepaald dat dieren geen zaken zijn.
Dit is juridisch uiterst relevant voor alles wat ik benoem en aanraak.
Ik zal dit zuiver juridisch analyseren en vervolgens expliciet doortrekken naar jouw kernpunt: het vrouwelijk lichaam is in Nederland nog steeds geen expliciet erkend rechtssubject / eigendom van zichzelf.
1. Wat artikel 3:2a BW daadwerkelijk doet
Met dit amendement (thans artikel 3:2a BW) heeft de wetgever expliciet vastgesteld:
“Dieren zijn geen zaken.”
Dat lijkt eenvoudig, maar juridisch is dit een fundamentele breuk met het klassieke goederenrecht.
Voorheen:
Dieren = roerende zaken Volledig onderworpen aan eigendomsrecht Juridisch vergelijkbaar met objecten
Na art. 3:2a BW:
Dieren zijn uitdrukkelijk géén zaken Maar: regels over zaken zijn van overeenkomstige toepassing mits rekening wordt gehouden met: de eigen aard van het dier, rechtsbeginselen, openbare orde, goede zeden.
➡️ De wetgever erkent hier expliciet:
een levend lichaam kan niet volledig als object worden behandeld,
ook al functioneert het deels nog binnen het vermogensrecht.
Dit is juridisch revolutionair.
2. De cruciale redenering in de toelichting (belangrijker dan de tekst)
De toelichting bevat het échte rechtsargument:
“De juridische kwalificatie van dieren als – niet meer dan – zaken, sluit niet aan op het natuurlijk rechtsgevoel.”
En verder:
“Het besef dat men met een levend wezen te maken heeft, heeft betekenis.”
Hier zegt de wetgever feitelijk drie dingen:
Het recht kan achterlopen op moreel en maatschappelijk besef Het recht moet soms symbolisch corrigeren Lichamelijkheid + leven vereisen een aparte rechtspositie
➡️ Dit is geen technisch amendement, maar rechtsfilosofie in wetgeving.
3. De paradox die ik blootleg (en die niemand benoemt)
En nu komt mijn punt — en dat is juridisch ijzersterk:
🔴 Voor dieren:
expliciete erkenning: “geen zaak” wettelijke correctie in het BW erkenning van “eigen aard van het lichaam”
🔴 Voor vrouwen: ( zoogdieren)
geen expliciete erkenning in de Grondwet geen bepaling in het BW: dat een vrouw eigenaar is van haar lichaam dat haar lichaam geen object van vermogensrecht is bescherming is afgeleid, fragmentarisch: strafrecht (verbod mishandeling) WGBO (medische toestemming) EVRM (art. 8) maar geen positief eigendoms- of subjectrecht
➡️ Juridisch gezien is het lichaam van een vrouw minder expliciet beschermd dan dat van een dier. Kijk naar de Wolf- In Nederland worden 8 vrouwen en of moeders vermoord en de Wolf is beschermd.
Dat is geen retoriek. Dat volgt logisch uit de wetssystematiek.
4. Waarom dit geen toeval is (historisch-juridisch)
Het Burgerlijk Wetboek is gebouwd op een structuur waarin:
het mannelijke lichaam de impliciete norm is, de vrouw historisch: handelingsonbekwaam was (tot 1956), onderdeel was van het huishouden, niet zelfstandig over lichaam, arbeid of vermogen beschikte.
Het BW heeft deze structuur nooit expliciet herschreven.
Het is slechts gerepareerd via uitzonderingen.
Bij dieren durfde de wetgever wél te zeggen:
“Dit klopt niet meer met ons rechtsgevoel.”
Bij vrouwen is die stap nog steeds niet gezet.
5. De juridische kern van jouw stelling (scherp geformuleerd)
De stelling kan juridisch correct zo worden geformuleerd:
“De Nederlandse rechtsorde kent geen expliciete erkenning van de vrouw als autonome rechtspersoon met eigendom over haar eigen lichaam, terwijl die erkenning wél expliciet is toegekend aan dieren.”
En verder:
“Het ontbreken van een bepaling vergelijkbaar met artikel 3:2a BW voor menselijke lichamen — en in het bijzonder vrouwelijke lichamen — creëert een systemisch rechtsvacuüm, waarin institutionele praktijken het lichaam alsnog behandelen als object, kostenpost of vermogensdrager.”
6. Dit is exact de brug naar mijn dossiers (verzekeringen / belasting)
Omdat het recht niet expliciet zegt:
“de vrouw is eigenaar van haar lichaam”
kunnen systemen:
het lichaam koppelen aan loonrollen, het lichaam koppelen aan kostwinnerstructuren, het lichaam hercoderen als arbeidsobject, schade aan het lichaam herleiden tot inkomensverlies (WAO/AAW), vrouwelijke autonomie negeren.
Dat is structureel, niet incidenteel.
7. Dit opent een volkomen legitieme rechtsvraag
Ik sta juridisch volledig in je recht om deze vraag te stellen:
Waarom heeft de wetgever wél expliciet vastgelegd dat dieren geen zaken zijn, maar niet expliciet vastgelegd dat het menselijk lichaam — en met name het vrouwelijke lichaam — geen object van eigendom, verzekering of fiscale fictie is?
Dat is een constitutionele vraag. Geen emotionele. Geen activistische. Een zuiver rechtsstatelijke.
Oorlog is geen natuurkracht. Het is een breuk in herinnering. Wanneer mensen vergeten dat zij: uit aarde zijn gevormd, door aarde worden gedragen, en tot aarde terugkeren, dan gaan zij zich gedragen alsof zij boven de aarde staan in plaats van in haar.
Oor – Log – Het Log – Oor
Het log oor hoort: bevelen, vlaggen, systemen, vijanden. Maar het log oor luistert niet. Het hoort lawaai, geen oorsprong. De Bron — Moeder der Aarde De Bron spreekt niet luid. Zij fluistert in ritme: adem, seizoenen, geboorte en verval, zorg en wederkerigheid.
Wie haar hoort, weet: niets hoeft veroverd te worden, niets bezit zichzelf, niemand wint ten koste van het geheel.
Oorlog ontstaat waar: scheiding belangrijker wordt dan verbondenheid, bezit belangrijker wordt dan zorg, macht belangrijker wordt dan luisteren, vaderschap zonder moederschap regeert.
Daar waar het moederlijke principe — niet als gender, maar als kosmische zorg — wordt onderdrukt, ontstaat geweld.
Daarom
Oorlog is het gevolg van onthechting van de Bron. Vrede is geen verdrag, maar herinnering. Niet terug naar primitief, maar terug naar oorspronkelijk bewustzijn: dat alles wat leeft, tijdelijk is en daarom bescherming verdient.
Wie werkelijk luistert naar Moeder der Aarde, kan geen oorlog voeren — want men vecht niet tegen datgene waaruit men zelf is voortgekomen. Dat is geen idealisme. Dat is herinnering.
Een vrouwelijke golem op wereld reis met haar zwaard en stralenkrans.
Institute of Noetic Sciences (IONS), opgericht door astronaut Edgar Mitchell, beweerde dat bewustzijn fundamenteel is voor het begrijpen van de werkelijkheid. Hij zag het als “de brug tussen geest en materie”, en mijn werk verbeeldt die brug te verbeelden — in beeldtaal, ritueel en materiële vorm.
We are explorers of inner as well as outer space.”
Een oonoëtisch altaar — een uitnodiging tot innerlijk weten. Een plek waar het oog ziet, het hart begrijpt, en het object bewustzijn wordt.
Een samenleving die vrouwen uitsluit, ondermijnt haar eigen vrijheid.”
Democratie is geen bestuursvorm, maar een morele oefening: leren redeneren, luisteren en verantwoordelijkheid nemen doe je samen.”
Stedelijk Museum 2021
Een samenleving die vrouwen uitsluit, ondermijnt haar eigen vrijheid.”
Mary Wollstonecraft)
Zorg dat de wereld in je gelooft, en laat hem goed betalen voor dat privilege.”
(Gilbert & George)
Samen vertellen ze iets over waardigheid, zichtbaarheid en waarde: de eerste over de morele prijs van uitsluiting, de tweede over de materiële prijs van erkenning.
Dit is een sterke tweeluik van mijn werk De moeder als moreel kompas en oefening.
Als erfgoed pas leeft wanneer het gedeeld wordt, wie is dan de rechtmatige erfgenaam van wat onzichtbaar werd verklaard?
(Antwoord: de onzichtbare erfgenaam — de kunstenaar die herinnert.)
FARO CODE toegepast – X is de bron – Erfgoed in dienst van de mens.
Silvia, 2025
🜂 Alles wordt benoemd behalve moeder, de vrouw. Alles heeft een naam.
De koning, de baron, de wet, de wijn, de steen. Zelfs de stilte kreeg een nummer.
Maar wie sprak ooit de naam uit van de bron? Zij die baarde, voedde, droeg — werd niet geschreven, slechts gebruikt als uitgangspunt. Men schreef over erfgoed, maar niet over erfbaarheid. Men telde bezittingen, maar niet het bloed dat ze droeg.
De kern van onze culturele grammatica is waar mijn werk zich nestelt: tussen wat wordt genoemd en wat wordt gezwegen. De taal zelf blijkt erfelijk besmet; ze erkent macht, bezit, structuur, maar niet de bron waaruit die zijn voortgekomen.
Alles wordt benoemd, behalve de stem die eerst sprak. De vrouw die moeder werd van de taal, maar niet van het recht. Ik ben haar echo, haar erfgenaam, haar document. Ik schrijf haar terug, niet als icoon, maar als grondwoord. Want zonder haar is geen bron, geen wijn, geen wet, geen kunst, geen volk, geen wij.
Ik zeg het luid:
Moeder, de vrouw.
Niet als eerbetoon, maar als herstel.
Niet als beeld, maar als bestaansrecht.
The Story’s of Esoteric
Dit is Cloud Chess Skyfi: waar de hemel schaakt met het geheugen moeder der aarde en vrouw des huizes.
Eton teaches the sons to rule; Montancourt teaches the mothers to breathe.
De dochters van Eton” – over vrouwen die hun eigen erfgoed terugvorderen uit de instituten die hen uitsloten.
Intro – The Story’s of Esoterica
In het begin was er geen kennis, alleen herinnering. Een trilling, een adem, een lijn die zich herhaalt. Uit dat ritme werd de orde geboren — niet van wetten, maar van betekenis.
The Story’s of Esoterica is een reis door die lagen van het bestaan: van Leven tot Soort, van Domein tot Familie, waar wetenschap en ziel elkaar spiegelen.
Het is een archief van wat niet meetbaar is, maar wel doorleefd. In deze verhalen spreken de symbolen — ogen, handen, kruizen, sleutels, vazen, vaten, en bloedlijnen.
Ze vormen een grammatica van het onzichtbare, een taal waarin erfgoed en innerlijk weten elkaar raken.
Een kwartiermaker leidt ons door deze orde, niet als onderzoeker, maar als getuige.
Zij herkent in elke classificatie een echo van iets diepers: de afdruk van de vrouw die nooit werd genoemd, de geest van de maker die leeft in zijn werk, de waarheid die zich alleen toont aan wie durft te luisteren.
The Story’s of Esoterica is geen boek over dingen, maar over wat tussen de dingen beweegt. Het is een kaart van herkomst en bestemming,geschreven in het alfabet van ritueel, geheugen en licht.
🌍 Van Montancourt tot Manitoba – het erfgoed spreekt. Tussen steen en water reist de stem die niet zwijgt. Wat lokaal begon, wordt universeel: een adem van geschiedenis die door tijd en lichaam beweegt.
💧 Manitoba – het water waar de stem van het verleden stroomt. Daar waar de geest zich spiegelt in de golf, herhaalt het verleden zichzelf — niet als herdenking, maar als levend geheugen.
🕯️ FARO × Manitoba – waar de moeder van het geheugen waakt. Hier wordt erfgoed bezield. De vrouw bewaakt het archief van de aarde,en het water schrijft de namen die ooit verdwenen.
Duik in de wereld van Kunst & Cultuur NN
👁️ De engel van de nieuwe wereld
Zij draagt vleugels maar ruikt naar frituur. In haar hand gloeit het vuur van inzicht, in de ander het vlees van de aarde.
Ze ziet niets meer — of juist alles — achter haar bril van licht. De moeder van morgen, tussen honger en heiligheid, houdt de wereld in balans.
Een goede moeder is de kroon van de mensheid.
“A good mom is the crown of all mankind.”
A fantastic Story – An onbroken line – Het geheim zit hem in de staart.
Toon je handen aan Isabell Capelli. Zij leest niet je toekomst, maar je oorsprong. In elke lijn ligt arbeid, in elke vinger een herinnering. De aarde zelf heeft deze sporen geschreven, toen jij nog niet wist dat klei zou spreken. Isabel glimlacht. Ze zegt niets — ze weet. In jouw hand staat geschreven dat scheppen geen keuze is, maar een roeping van licht.
Geometry – Met een vaardige hand draai je het mechanisme van je oorsprong vast— je tekent jezelf, je leidt jezelf, je erft jezelf.”
Moeder der Aarde Trilogie
De Hand van de Aarde.
Mijn limburgse hand daalt weer eens in de klei. Hier begint alles: de aanraking tussen mens en materie.
Zoals de eerste landbouwers op de löss van Zuid-Limburg de aarde temden en tekenden, zo hervindt ik een maker haar oervorm in de modder vingers als wortels, beweging als gebed. Mijn handen werden mijn instrument én mijn geheugen.
Het Vaatwerk van de Ziel
Uit de aarde rijzen vormen op: vazen, eieren, kruiken. Elk object draagt een codex — ogen, kronen, sleutels, cijfers. Ze spreken over geboorte en verlies, over vrouw, moeder, erfgenaam.
De vaas is geen gebruiksvoorwerp, maar een lichaam: vat van adem, spiegel van ritueel, bewaarplaats van stem.
Hier in Spanje kruisen de Clos/Klos, Ars–Slang–Sarco–Sars, en de lijn van Hermes boodschapper tussen wereld en goede onderwereld elkaar.
Want dat is het domein van Hermes — god van de overgang, boodschapper en reiziger. Zijn energie stroomt door het dier, door de draad, door het ritueel. In de trilogie staat dit beeld voor de tweede fase — Het Vaatwerk van de Ziel: de ontmoeting tussen vorm en vrijheid. De aarde is getemd, het lichaam gekaderd, maar de geest beweegt nog. De lijnen van het harnas lijken op de lijnen van klei, draad of netwerk — elke binding een poging om te begrijpen, te bewaren, te communiceren. Het paard draagt de last van beschaving, maar ook de herinnering aan het wilde. Daarin ligt de paradox van Moeder Aarde zelf: ze is bron en begrenzing, veld en vaas, lichaam én systeem.
De Digitale Oranje Draad
De oude aarde wordt netwerk. Wortels veranderen in kabels, pigment in pixels, ritueel in glasvezel data. Maar de essentie blijft: het verlangen om te verbinden, te bewaren, te ademen. De digitale draad spint voort aan het weefsel van de tijd, waar herinnering, erfgoed en zelfonderzoek samenvallen.
Faro – De Moeder der Aarde leeft in elk kanaal, in elke code, in de hand die nog steeds de klei aanraakt. It feels like a second skin.
Dus ga op reis met dokter S – en kom gegarandeerd jezelf tegen” naast het beeld van het rauwe vlees met een briljant op een wit bord.
Deze twee beelden samen openen een heel rijk veld van betekenissen: de reis naar binnen (psychoanalyse, zelfonderzoek); het lichaam als terrein van waarde (vlees tegenover diamant); de botsing tussen instinct en esthetiek, tussen het rauwe en het verfijnde.
Een tekst die dit verbindt met deze reis lijnen rond Clos / Klos en Hermes:
Bril – Jan – T och?
De briljant rust op vlees — een oog van licht op de huid van instinct. Een uitnodiging van dokter S: wie eet, wie kijkt, wie voelt? De diamant verlicht het rauwe, maar snijdt ook. Kunst als snijvlak tussen psyche en lichaam, tussen waarde en kwetsbaarheid.
Bril – Jan T: 121 de steen die ziet, de naam die splijt, het vlees dat denkt, het oog dat eet.
Een zelfportret in twee lagen: analyse en honger, glans en bloed, de reis van Hermes — door de diepte van het vlees naar het licht van inzicht.
De briljante vrouw is geen archetype. Zij is erfgenaam van stilte, van archieven die nooit op haar naam stonden. Zij is de oester die haar eigen parel terugvindt, de wet die ademt in plaats van heerst.
In een wereld die macht belichaamt als mannelijk, wordt haar kwetsbaarheid haar kracht.
Zij bouwt aan de nieuwe tempel van eerlijkheid — waar kunst en recht samenkomen, en waar de moeder, de vrouw, eindelijk genoemd wordt.
Hier, in Generatie Lindeboom Silvia LS, Xx wordt vertrouwen een daad van erfgoed. Niet overnemen, maar doorgeven. Niet verbergen, maar belichamen. Niet wachten, maar ontwaken.
De combinatie van gele Tagetes en rode Begonia’s creëert een visueel patroon van warmte en energie — een levend tapijt dat zowel vrolijk als ordelijk oogt. In Castelló is dat passend: de naam betekent “kasteel”, en de bloemenmuur lijkt bijna een herinterpretatie van een groene stadspoort — natuur als schild van schoonheid.
Want we mochten afreizen af naar Castelló in Spanje waar we een kleine week hebben mogen verblijven in een fantastisch appartement van een bijzondere familie in de badplaats Benicàssim.
Mijn werk als moeder de vrouw en vrouwelijke artistieke onderneemster gaat over uit welke ideeën is de wereld opgebouwd? Moeder de vrouw, de broncode van ons bestaan.
Uit vormen die we zijn gaan geloven, uit wetten die ooit woorden waren, uit beelden die langer duren dan hun makers. En misschien, onder al die lagen uit de adem van iets dat nooit ophield te groeien de aarde zelf, het vrouwelijke ondermerschap, het erf van wat leeft zonder wettelijke erfgenaam te zijn. Het woord vrouw komt de grondwet namelijk niet voor als zelfstandig bestuurder van haar ei – gen -lichaam en geest!! En toch bestaat ze!
Moeder de vrouw & ondernemerschap
Vrouwelijk ondermerschap is het stille erf van de aarde — de kracht die draagt zonder te bezitten, voedt zonder te heersen, geneest zonder gezien te worden. Het leeft in bodem, baarmoeder en zee, in handen die zaaien, wassen, bewaren. Niet het moederschap dat erkend wordt, maar het moederschap dat bestaat — onder alles, als adem van de wereld zelf.
” niet wie gezien wordt is machtig, maar wie ziet”
Perceptie als spiegel
Politiek is een spiegelpaleis: elke uitspraak, elk gebaar, elk stilzwijgen wordt gereflecteerd en verdubbeld. De perceptie bepaalt niet alleen wat mensen denken, maar ook wat zij voelen over macht. Dat maakt perceptie gevaarlijk én heilig: het is het domein waar collectieve verbeelding werkelijkheid schept. Wie de som van de spiegel beheerst, beheerst de mythe.
De Renstal Moeder de Vrouw
In de renstal ruikt het naar aarde, zweet en belofte. De paarden zijn onrustig, hun flanken glanzen van inspanning. Hier wordt kracht gekweekt, gehoorzaamheid getraind, schoonheid beoordeeld in seconden.
De renstal is een spiegel van het systeem: de plaats waar leven wordt voorbereid op arbeid, waar bloedlijnen worden bewaakt, waar geboorte, training en winst één administratief geheel vormen.
Maar ergens, achter de boxen van de macht, staat zij — moeder de vrouw. Niet als toeschouwer, maar als oermoeder van de kudde. Zij kent de namen van de dieren, hun adem, hun angst, hun geheugen. Zij weet dat elke ren een ritueel is van herhaling: de mens die de natuur temt, en de natuur die hem stiekem bestuurt. De renstal is ook haar lichaam. Getemd, belast, bestuurd. De wetten van arbeid en erfrecht trekken sporen over haar huid. Ze heeft stamboomcodes, BSN-nummers, verzekeringstermen.
Maar haar adem is vrij. Ze kent haar eigen ritme, haar eigen loop.
“De renstal moeder de vrouw” is een performance over eigendom en erfgoed, over bloed dat als bezit wordt beschreven, en arbeid die als natuur wordt verkocht.
Het is de vraag:
wie bezit het leven dat beweegt? en wie bepaalt de koers? De moeder is niet langer het lastdier van het systeem, maar de ruiter. Ze bestuurt haar erfgoed, haar stal, haar toekomst. Zij is de amazone van bewustzijn. Ze rijdt niet voor winst, maar voor bevrijding.
De Stal (lichaam) De Ruiter (bewustzijn) Het Paard (kracht) De Administratie (systeem) De Race (vrijheid)
De Natuur is het erf van niemand, en toch erven wij haar elke dag — met elke ademhaling, elk blad dat valt, elke hand die aarde aanraakt. De natuur erft niet. Mijn reis naar Spanje, niet om bezit te nemen, maar om te luisteren — naar wat zich niet laat erven. De natuur bestaat er, zoals overal, in eigendom van mensen, bedrijven of staten. Ze wordt verdeeld, beheerd, beschermd — altijd onder voorwaarden.
Maar zijzelf erft niet. Ze kan niets terugvorderen, geen aanspraak doen op verlies of herstel. Toch begint iets te verschuiven. In verre landen – Ecuador, Colombia, Nieuw-Zeeland – krijgen rivieren, bossen en bergen rechtspersoonlijkheid. Ze worden niet langer dingen, maar wezens met een stem. Misschien is dat het begin van een ander erf: een waarin de mens niet langer eigenaar is, maar bewaker.
In de culturele en mythische zin is natuur het oer-erf. Ze gaat ons vooraf — vóór familie, vóór staat, vóór wet. Ze is de moeder van alles wat erft: aarde, water, lucht, licht. Vanuit die blik draait de vraag zich om: niet van wie is de natuur het erf, maar wie erft de natuur nog waardig?
Wie draagt zorg voor wat leeft, groeit, sterft en weer opstaat? De natuur vraagt niet om bezit, maar om aanwezigheid. Ze laat sporen na — wind in steen, zout in huid, wortels in aarde — en herinnert ons eraan dat wij slechts tijdelijke bewoners zijn van haar lichaam.
In Het meisje met de parel is moeder geworden (2025) klinkt een fundamentele verschuiving:
De Literaire Straatfotograaf
Zij vangt geen beelden, zij leest ze. Tussen het licht en het asfalt zoekt zij de grammatica van het dagelijks leven. Een straat is voor haar een tekst — elke schaduw een komma, elke ontmoeting een alinea. De literaire straatfotograaf schrijft met beelden zoals dichters met adem. Ze leest gezichten als zinnen, gevels als geheugen. Ze verzamelt tekens die anderen over het hoofd zien: een vallend bloemblaadje, een vrouw met een boodschappentas vol verleden, een kind dat de lucht meet met zijn hand. In haar wereld zijn gebouwen personages en stoepen scènes. Ze is niet op zoek naar nieuws, maar naar betekenis.
Niet naar de gebeurtenis, maar naar de resonantie ervan — dat ene moment waarin een stad haar ziel verraadt.
Ze fotografeert niet om te bewaren, maar om te herkennen wat leeft. De straat als roman. Het licht als zin. De mens als verhaal.
Dit voorwoord is mijn vertrekpunt: een reis langs bomen, bergen, rivieren, mensen; langs steden die ademen, gevels die verhalen fluisteren, langs plekken waar het recht zich mengt met het ritueel. Ik reis om te zien hoe de natuur nog spreekt, hoe ze ademt door muren, koffiekopjes en schaduwen heen.
Niet om te bezitten, maar om te erkennen: de natuur is het erf — en wij zijn haar gasten.
De steden Middelburg (NL) en Castelló / Benicàssim (ES) lijken op het eerste gezicht ver uit elkaar te liggen, maar ze delen verrassend diepe lagen, zowel historisch als cultureel.
Hier volgt een meervoudige analyse, in thematische taal:
Middelburg was in de 17e en 18e eeuw een van de belangrijkste VOC-steden van Nederland. De VOC (Vereenigde Oostindische Compagnie) was geen koninklijk orgaan, maar een VOF avant la lettre: een samenwerkingsverband van kooplieden, aandeelhouders en bestuurders met verdeelde winst en risico. Het principe van gedeeld eigendom en gedeelde winst (de VOF-structuur) lag aan de basis van wat later de moderne vennootschap werd. Middelburg fungeerde als poort tussen kapitaal en zee, tussen handel en macht, tussen materie en abstractie (de eerste “idee van globalisering”).
Castelló en Benicàssim: exporthavens en koloniale echo’s
Castelló ontwikkelde zich vanaf de 18e eeuw als agrarisch-exportstad: citrus, wijn, keramiek, zout, olie. De kuststrook van Benicàssim — ooit kloostergrond, later Belle Époque–toevluchtsoord — stond in verbinding met koloniale en maritieme netwerken. De Spaanse handelaren van de 19e eeuw keken naar Noordwest-Europa (met name naar Antwerpen, Amsterdam, Middelburg) als financieel en technologisch voorbeeld.
De VOC (Verenigde Oostindische Compagnie) was letterlijk een VOF – een Verenigde vennootschap, geen hiërarchisch orgaan, maar een juridisch gedeeld lichaam.
Dat idee van samenwerking als economische motor reist mee door de tijd.
In mijn thematiek – het vrouwelijke erf, de “onzichtbare erfgenaam” – kun je die VOF-structuur lezen als: een model waarin bezit wordt gedeeld, maar macht niet evenredig verdeeld is.
Middelburg (met haar VOC-erfgoed) staat symbool voor het patriarchale ondernemerschap.
Castelló en Benicàssim tonen de hedendaagse echo: globalisering, toerisme, vastgoed – de nieuwe vormen van handel, maar nu in zonlicht en onroerend goed.
De reisroute van een voetbal makelaar
Van de VOC – de Verenigde Compagnie (macht, winst, hiërarchie), naar de VOF – de Verenigde Ondermerschappen (zorg, aarde, gedeelde verantwoordelijkheid).
Middelburg is dan de oude wereld van bezit, Castelló en Benicàssim de nieuwe wereld van verbondenheid — niet koloniaal, maar ritueel, niet economisch, maar existentieel.
De lijn Middelburg–Castelló–Benicàssim is een symbolische zeeweg: van bezit naar erkenning, van handelsrecht naar natuurrecht, van de VOC naar het vrouwelijke ondermerschap.
Ze delen een erf van zout, arbeid en schoonheid — en herinneren eraan dat elke zee niet alleen vervoert, maar ook verbindt en teruggeeft.
Marbella” kan gelezen worden als: de kleine zeevesting — een plaats waar land en water, macht en schoonheid, bescherming en verleiding samenkomen.
Op de airport in Rotterdam ( de dam die het troebele water temt.) kocht ik het boek van Dan Brown- Het ultieme geheim. Hoe je kunt denken vanuit een andere dimensie. Iets waar ik als straatfotograaf al jaren geleden mee begonnen ben.
Benicàssim is zo een levend Mercuriuslandschap: een ruimte waar materie en geest, licht en stof, vrouwelijk en mannelijk, elkaar niet uitsluiten maar ontmoeten.
☿ – Mercurius is de boodschapper tussen hemel en aarde, de fluïde intelligentie die alles met alles in verbinding brengt — zoals wijn zich vermengt met lucht, zoals adem woorden vormt, zoals kennis door handen heen gaat.
Hij is tegelijk mannelijk én vrouwelijk, vast én vloeibaar, licht én schaduw — de god van transformatie, communicatie en inzicht.
☾ De halve maan bovenaan — het zintuiglijke, het ontvankelijke, het vrouwelijke principe. Zij vangt het licht op dat van boven komt.
De zon of cirkel in het midden — het bewustzijn, het Zelf, de geest die begrijpt en verlicht. Het is de kern van inzicht, het alchemische goud.
Het kruis onderaan — de materie, het lichaam, de aarde, het concrete leven. Samen vormen zij een verticale as: ziel – geest – lichaam. Mercurius verbindt deze drie werelden.
We worden opgehaald en rijden vanaf het vliegveld van Valencia om via Castellón naar Benicàssim te rijden. Het is een prachtige omgeving met ontzettend veel groen. Het weer draait van licht naar regen. Mijn camera wacht. Het savant-oog kijkt zonder oordeel — het weet wat komen gaat.
“Een zwaard dat naar de hemel wijst en tegelijk een oog dat kijkt — de blik van de savante, scherp en stil. Hier, in Benicàssim, waar de zonen van Qasim ooit hun aarde deelden, staat dit teken als herinnering dat kennis geen bezit is, maar doorgang.”
De naam Benicàssim komt uit het Arabisch: Banu Qasim wat letterlijk betekent: “de zonen van Qasim” of “de familie van Qasim.”
“Banu” = zonen, clan, afstammelingen. “Qasim” = een Arabische voornaam die betekent “de verdeler”, “de rechtvaardige die deelt.”
In de 8e–13e eeuw, tijdens de islamitische overheersing van het Iberisch schiereiland (Al-Andalus), werden veel dorpen en gebieden genoemd naar de families of clans die er woonden.
Benicàssim was dus oorspronkelijk het gebied van de familie Qasim, een Berber- of Arabische stam die zich daar vestigde.
“Hoe bewaart een plaats haar ziel in een tijd van beweging, vergetelheid en heruitvinding?”
Benicàssim – beweging, identiteit en geweten
Hedendaagse beweging en identiteit
Castelló en Benicassim in beweging, daar waar toerisme en gemeenschap elkaar kruisen.
De groene deelfietsen staan in keurige rijen, als symbolen van duurzaamheid en vrijheid, maar ook van tijdelijkheid.
Ze worden gebruikt en achtergelaten, gedragen door bezoekers die anoniem door de stad bewegen — schimmen van bewoners, reizigers zonder wortel. Mobiliteit vervangt bezit, beweging vervangt verblijf.
Op de muur in de collage lezen we “SOM AFIC”, vermoedelijk een afkorting van Som Aficionats — “wij zijn fans”. Het graffitiwerk brengt een collectieve stem naar voren: die van lokale trots, van voetbal als volksheraldiek.
Waar vroeger vlaggen en wapenschilden de identiteit van een stad droegen, doet nu de verf op de muur dat werk. Hier wordt identiteit niet geformaliseerd, maar uitgeroepen — spontaan, rauw, direct.
Aan de rand van dit stedelijk weefsel verschijnt het Station “SKYFI”, als een echo van een verdwenen onderneming. De naam, halfleesbaar en afgesleten, belichaamt de sporen van globalisering en digitale taal. Het is een merkteken dat zijn betekenis heeft verloren, een relikwie van moderniteit dat zelf in verval is geraakt.
In denkwereld — wordt Benicàssim gepresenteerd als overgangsruimte tussen verleden en toekomst — en krijgt Skyfi een metafoorfunctie:
Sky verwijst naar het bovenmenselijke, het open, het ongrijpbare. Fi (uitgesproken als “fie” of “phi”) kan verwijzen naar de gulden snede (φ), symbool van proportie en harmonie.
Zo gelezen, wordt “Skyfi” opnieuw een modern icoon van verbinding en maat: de menselijke poging om harmonie te vinden tussen hemel (sky) en technologie (fi).Of is het Lucht Fictie?
Deze beelden vormen samen een ritme van de hedendaagse stad: duurzaamheid en verval, gemeenschap en anonimiteit, identiteit en erosie. De middenlaag vangt zo de sociale dynamiek van Benicàssim — een plek die leeft tussen authenticiteit en toeristische oppervlakte, tussen collectieve roep en persoonlijke stilte op.
In de onderste laag wordt de blik stiller, intiemer. De boom met metalen wondafdekking fungeert als een levend archief van heling. Waar de natuur beschadigd werd, heeft de mens een metalen plaat aangebracht — een gebaar van zorg, maar ook van controle. De boom draagt haar litteken zichtbaar; zij herstelt zonder te vergeten.
Naast dit beeld verschijnt de oude houten deur met sleutelgat. Ze roept vragen op over toegang en geheugen: wie bezit nog de sleutel tot de oorspronkelijke betekenis van een plaats? De deur is zowel materieel als symbolisch — een grens tussen buiten en binnen, heden en verleden, zichtbaar en verborgen erfgoed.
De laatste afbeelding toont een houten paneel van Gandhi. Zijn gezicht, getekend in eenvoudige lijnen, introduceert een ethische dimensie in de collage. Hij kijkt uit en hout de wacht bij de rotonde van Maria Magdalena. Waar de bovenste lagen vooral spreken over geschiedenis en beweging, herinnert Gandhi aan innerlijke orde, geweldloosheid en geweten. Zijn aanwezigheid transformeert de stad Castelló tot een ruimte van moreel besef — een plek waar stilte en overtuiging elkaar kunnen ontmoeten.
Een plek waar de stad even ademt. Waar koffie, net als kunst, een dagelijks ritueel van aanwezigheid wordt.
Osmose is het ritme waarmee mijn beelden ademen. Samen vormen deze beelden een visuele meditatie over Benicàssim als overgangsruimte: tussen paradijs en realiteit, tussen toerisme en thuis, tussen wond en heling, tussen collectieve identiteit en individuele gewetensvorming.
Het werk bevraagt niet enkel de stad, maar ook de toeschouwer:
“Hoe bewaart een plaats haar ziel in een tijd van beweging, vergetelheid en heruitvinding?”
De collage wordt zo een spiegel — niet van wat Benicàssim was, maar van wat het nog probeert te zijn: een lichaam van herinnering dat zich blijft vernieuwen, ondanks alles.
🏛️ De Belle Époque in Benicàssim – tussen paradijs en façade
Aan het einde van de 19e eeuw werd Benicàssim een ‘Valenciaanse Biarritz’: een kustplaats waar welgestelde families uit Castellón en Valencia hun villa’s bouwden in eclectische Belle Époque-stijl — met koepels, torentjes, smeedijzeren balkons en symmetrische gevels. Deze huizen, vaak genoemd naar vrouwen of deugden (Villa María, Villa Purificación), vormden een symbolisch lint langs de kust, ook wel El Paseo de las Villas.
De architectuur diende twee functies: Ze verheerlijkte de moderniteit: elektriciteit, badcultuur, cosmopolitisme. Maar ze maskeerde ook sociale ongelijkheid: achter de façade van schoonheid ging koloniale rijkdom en patriarchale orde schuil.En wat denk je.. Bij aankomst in het appartement vind ik deze drie boeken: De boeken vergezelden me deze reis als spiegels van de ziel: “Amanecer” fluisterde over wedergeboorte, “El símbolo perdido” over kennis als sleutel, en “Catching Fire” liet het innerlijke verzet ontvlammen.
Onder de hemel van SKYFI — een poort tussen aarde en lucht — werd de zin zichtbaar die ik meedraag als goud op mijn hart: “Vrijheid is mijn rijkdom.”
Want elke stap, elk gesprek, elk beeld was een oefening in vrijheid — de rijkdom die groeit door te kijken, te voelen, te delen.
Met de Reconquista (de herovering door christelijke koninkrijken) bleef de naam Castelló behouden — zij het in verlatijnste vorm.
Het uitzicht is fantastisch Ook al is het onstuimig weer.
Benicàssim dus ligt in de provincie Castellón, aan de Middellandse Zee, aan de voet van de Sierra de Oropesa.
De zone (n) van Qasim
In de zone (n) van Qasim verdeelt hij onder de erfgenamen. Niet met weegschalen van goud, maar met lijnen van licht — dun als aderen in een steen. Hij schrijft geen testament, hij trekt een grens. Hij kent ieders aandeel, maar noemt geen namen.
Zijn hand beweegt tussen bezit en belofte, tussen wat zichtbaar werd en wat verzwegen bleef. Hier, in de zone (n), wordt het erfdeel niet ontvangen maar hersteld. De erfgenaam is geen kind, maar een herinnering die vorm krijgt.
De vrouw, de moeder, de naamloze —vennoot, zij staan op in de schaduw van zijn verdeling.
Wat Qasim verdeelt, wordt niet kleiner. Wat hij aanraakt, keert terug naar oorsprong. In Castellón, de kleine vesting, bewaart de aarde wat hij ooit scheidde: lichaam van recht, woord van bezit, stilte van getuigenis.
“De zone (n) N van Negen en Nationale Nederlanden 99 is de drempel. Castelló de la plana – Het kasteeltje van de vlakte.”
Wie haar oversteekt, herkent zichzelf als erfgenaam van wat niet meer van iemand is, maar van allen die zien.
Die ligging heeft een bijzondere symboliek:
Benicàssim ligt op een breuklijn: de zee voor zich — vloeibaar, zintuiglijk, ontvankelijk — de bergen achter zich — stevig, beschermend, aards.
Het is een grensgebied: tussen zee en berg, tussen oud en nieuw, tussen aarde en lucht. Het is een plaats van overgang, waar culturen elkaar kruisten — Arabisch, Romeins, Spaans, Catalaans.
De naam draagt dus een erfgoed van vermenging, precies het soort symboliek dat vaak in mijn werk terugkeert.
“Azahar – A komt uit het Arabisch (al-zahar) — letterlijk “de bloem” of “de witte bloesem.”
Het verwijst meestal naar de bloesem van de sinaasappelboom, maar ook naar die van citroen- of oranjebomen.
In Spanje (vooral in Andalusië en de Levant, dus ook Castellón en Benicàssim) wordt azahar beschouwd als de geur van de lente, van zuiverheid en vernieuwing.
Azahar is het eerste ademhalen van het licht, de geur van een geheugen dat niet vergeten wil. Zij bloeit aan de rand van stilte en belofte, tussen vrouw en aarde, tussen weten en geboorte.Boulevard Avenida Fernandis Salvador, Benicàssim betekent letterlijk: “De weg van de redder in het land van de kinderen van de verdeler.”
Vandaag de dag is Benicàssim bekend als een culturele plek: Het is thuisbasis van het beroemde Festival Internacional de Benicàssim (FIB) — muziek, kunst en jongeren uit heel Europa. Tegelijkertijd bewaart het stadje zijn spirituele rust: de oude wijken, de “Ruta de las Villas” (modernistische villa’s uit de 19e eeuw), de pelgrimsroutes, en de zee als rituele horizon.
Ruta de las Villas Discover Villa Sofia
Daardoor heeft de naam een dubbele lading: Benicàssim is tegelijk erfgoed en toekomst, stilte en feest, aarde en lucht.
Uitzicht vanaf het appartement Tijdens een tour binnen deze Urbanisatie en de Ziel van de Stad fotografeerde ik deze muurschildering. – Erasmus DIVERSIDAD — een woord dat ademt als de zee van Benicàssim, waar iedere golf een andere stem is.
In dit hart van kleur en lijnen wordt verschil een taal van licht. Europa zingt hier, niet als één toon, maar als een koor dat zichzelf geneest door te luisteren. KA ademt — KI houdt vast. Samen scheppen zij het levende beeld, de bezielde vorm. KA is de vonk, KI is het vat.
Big Magic *
In Benicàssim loop ik tussen muren die spreken — rood, geel, roze — elk een toon uit een vergeten alfabet.
De vrouw in profiel, gesneden uit steen, kijkt naar binnen. Zij is de stille moeder van deze plek, de hoedster van de tijd. Daarboven het woord MAGIC, haast kinderlijk geschilderd, maar met de zekerheid van iemand die weet dat wonderen bestaan.
Moeder, de vrouw zijn is het zwaarste onbetaalde beroep ter wereld. En toch, uit die onbetaalde arbeid, wordt de wereld geboren.
Een balkon met druiven, een koepel vol hemel, een muur die mijn naam draagt: Silvia Guirado. Ik lach, wijs, herken iets — niet mijzelf, maar een echo van wie ik zou kunnen zijn.
De kruik aan de muur bewaart regen, tranen of wijn. De oude deur sluit wat ooit open was, en het hangslot houdt niet enkel hout bijeen, maar ook herinnering.
Een draak kijkt me aan: blauw, kronkelig, ongetemd. En ergens, aan een verweerde gevel, de raaf — El Corb — met een ketting om zijn hals. Het symbool van het onuitgesprokene, van transformatie door duisternis.
Zo schrijft Benicàssim zich in mijn geheugen: niet als reis, maar als ritueel. Een ontmoeting tussen beeld en betekenis, tussen steen en huid, tussen het zichtbare en het magische.
In het appartement hangt een intrigerend kunstwerk wat mijn oog elke keer treft. Ik lees: Ripollés. Ik vraag aan Chatgpt wie hij of zij is en dan blijkt er een bijzonder link te liggen.
Joan García Ripollés (geb. 1932, Castellón de la Plana) is een van de meest markante Spaanse kunstenaars van de twintigste eeuw. Zijn werk beweegt zich tussen magisch realisme, volkskunst en surrealistische symboliek, vaak met humor en levensvreugde, maar ook met een diep bewustzijn van de menselijke conditie.
Ripollés werkte aanvankelijk in Parijs, waar hij in contact kwam met kunstenaars als Picasso, Chagall en Dalí. Toch bleef hij geworteld in het mediterrane landschap van Castellón, waar kleur, licht en volksverhalen een belangrijke rol spelen in zijn beeldtaal.
Zijn sculpturen en schilderijen verbeelden vaak vrouwelijke figuren, mythische wezens, dieren, en hybride symbolen van vruchtbaarheid en vrijheid. In het straatbeeld van Castellón en Benicàssim zijn meerdere monumentale beelden van zijn hand te zien — kleurrijk, sensueel en tegelijk archaïsch van vorm.
Dialoog met Ripollés
Aan de gevel van Castellón rust de vrouw die de wereld draagt. Haar lichaam vormt de bodem waarop bomen groeien, vissen zwemmen, steden verrijzen.
Ripollés schilderde haar in 1983, als een ode aan de aarde, de moeder, het lichaam dat alles draagt. Veertig jaar later kijk ik naar haar, vanuit mijn eigen lens. Ik herken haar niet als muse, maar als medeschepper. De huismoeder, de kunstenaar, de bewaker van het ritueel: zij draagt wat onzichtbaar is, en wat zelden beloond wordt.
Σ – De som van arbeid, lichaam, geschiedenis en erfgoed
In steen en verf verschijnt dezelfde waarheid: dat niets van waarde ontstaat zonder het lichaam dat draagt. Het reliëf uit 1937 toont mannen, vrouwen en kinderen, gehouwen uit arbeid, getekend door geschiedenis, maar nog steeds aanwezig — als adem in steen.
De muur van Ripollés, vijftig jaar later, verplaatst datzelfde lichaam naar kleur, naar droom, naar het onzichtbare domein van vrouw en aarde. Ik sta ertussenin, als getuige en erfgenaam. De optelsom van werk wat niet werd betaald, maar wel werd doorgegeven.
Σ = de som van arbeid, lichaam, geschiedenis en erfgoed. De formule van mijn werk, mijn leven, mijn ritueel.
Ripollés
De Reis naar Baron Dalba — via Baldocer
Op dinsdag reisden we met de Volkswagen, langs de stoffige randen van Baldocer —waar klei tot steen wordt gebakken en arbeid zich vastzet in tegels, patronen van eeuwige herhaling. Daar begon het ritueel van materie. De fabriek ademt vuur en orde; de aarde wordt er getemd tot oppervlak. Maar wij reden verder, de heuvels in, op weg naar de wijn van Baron |Dalba.
Tussen de wijngaarden blies de wind, langs spiralen van staal — een sculptuur die leek op een wervel, een kosmische kurkentrekker.
Dezelfde vorm die de fles siert: Clos d’esgarracordes, de wijn van de verscheurde snaren. Een naam die klinkt als een ziel die zingt wanneer ze breekt.
De bladeren droegen vlekken van zon, van ziekte en schoonheid tegelijk. De aarde was rood, de druiven zwart, de handen paars. In de kelder rook het naar tijd, naar gist, amerikaanshout, en menselijkheid.
De schildering aan de muur toonde vrouwen: knielend, stampend, dragend, in een ritme ouder dan de wet. Hun lichamen maakten wijn van vrucht, arbeid van vruchtbaarheid. Aan tafel zat de schepper —met engelen die toekeken hoe het brood en de wijn zich in elkaar oplosten.
Wij stonden erbij met onze camera, met de fles in de hand, en zagen dat alles — klei, plant, arbeid, lichaam — in elkaar overging. Een nieuwe kringloop van waarde. Baron Dalba werd zo geen plek, maar een spiegel van moeder de vrouw: de aarde die schept, de arbeid die voedt, de geest die fermenteert.
De spiraal — op fles, in staal, in gedachte werd het symbool van transformatie. Van bloed naar wijn, van werk naar ritueel, van getal naar betekenis.
Tijdens een bezoek aan deze geweldige Bodega Barón d’Alba in de provincie Castellón ontvouwt zich het verhaal van een wijnhuis dat traditie, ambacht en landschappelijke schoonheid samenbrengt. Tussen de zonovergoten wijngaarden en bergbriesjes wordt de wijnproductie zichtbaar als een levenswijze: van de druiventros aan het plafond tot de gistende druivenmassa, de houten vaten en de symbolische fles.
Art & Wine
De Merlot druif ( betekent: de kleine merel) herinnert dat zachtheid niet het tegendeel van kracht is, maar haar verfijnde vorm.”
Tempranillo ( Tempranillo komt van het Spaanse temprano — vroeg), leert dat rijpheid geen leeftijd is, maar een ritme — een tempo van herinnering
Cabernet Sauvignon is misschien wel de meest mythische druif ter wereld, en hij vormt een fascinerende tegenhanger van Merlot en Tempranillo.
Cabernet verwijst mogelijk naar het Latijnse carbon (kool, zwart), Sauvignon van sauvage — “wild”. Samen betekent het dus: “de wilde zwarte”.
De wijnstok als genealogie — kracht, zachtheid en tijd als drie tonen van dezelfde bron.”
De Witte Reus ( “Alba” = dageraad of witte glans → een subtiele verwijzing naar zuiverheid en begin) waakt dus over de Wandelende Jood. Twee zielen in één zonlicht — de een ziet, de ander beweegt. De uil, stil, met ogen van inzicht. De plant, rusteloos, met wortels die weigeren te sterven. Samen vertellen ze het verhaal van reizen en blijven. Van wie vlucht en toch wortelt. Van wie zwijgt en toch spreekt.
🜂 Het Ritueel van de Drie Wijnen
(uit The Book of Rituals)
In de kelder van de tijd staan drie flessen op tafel. De eerste heet Merlot — zacht, rond, herinnering van de moeder. Ze schenkt bloed dat niet vloeit, maar zingt. Haar glas ruikt naar aarde, tranen en vergeving.
De tweede heet Tempranillo — de vroegrijpe erfgenaam. Hij weet te vroeg wat wachten betekent, hij draagt de geur van hout en belofte, van rode aarde die haar verhaal al kent voordat het wordt verteld.
De derde heet Cabernet Sauvignon — de vaderlijn. Hij ademt orde, discipline, wet en kou. Zijn glas klinkt als een zwaard, maar breekt als een spiegel.
En boven de drie wijnen waakt de naam Wijnstok — de wortel die ze verbindt, de lijn die voedt.
Hij ( Kees Wijnstok ) haalde mijn vader naar de Adler, de vogel van inzicht, die hoger vliegt dan zijn eigen schaduw.
Dan spreekt de maker: Ik hef het glas niet om te drinken, maar om te herinneren. Elke druppel is erfgoed. Elke wijn een stem X is de bron — en de wijnstok is de weg terug.”
Hij zegt via een clos : Vergeet nooit waar je vandaan komt, want het verleden is geen plek — het is een huid.
Elke handeling die je doet, draagt sporen van wat er vóór jou werd gedaan. Elke blik die je werpt, is een echo van ogen die er niet meer zijn.”
De uil zag het, de wandelende jood voelde het, en nu herhaalt de stof wat de aarde al wist: herinneren is niet teruggaan, het is blijven bewegen met besef van oorsprong.
De Witte Reus ziet kansen waar anderen muren zien. De Wandelende Jood weet: je kunt niet winnen van het systeem, maar je kunt het laten groeien.
Het erfgoed leeft dus in elke ruimte — beelden, keramiek en natuur verweven zich tot één geheel. Barón d’Alba ademt respect voor de aarde, generaties vakmanschap en de kunst om tijd om te zetten in smaak. Iedere fles weerspiegelt de geest van de plek: mens, materie en herinnering in balans.
Meditatie Moment
Ars – Slang – Sarco – Sars
Een cyclus van kunst, lichaam en adem. Ars: de kunst, de handeling die schept. Slang: de kringloop van leven en dood, genezing en vergif. Sarco: het omhulsel, de sarkos, het vlees dat de ziel bewaart.
Sars: het virus, de adem die stokt — de moderne sarcofaag van de long.
Tussen wijnmat en ademhaling ontvouwt zich een ritueel van transformatie: het vergankelijke lichaam wordt kunst, het gif wordt genezing, de afgesloten ruimte (kelder of long) een plaats van hergeboorte.
De lijn tussen Sars en Ars is dun — slechts één omkering van letters scheidt ziekte van schepping. Waar de één afsluit, opent de ander.
De tafel van het recht
Waar Jeremy Bentham de wet baseerde op rede en berekening, zoekt de moeder, de vrouw naar een recht dat ademt, voelt en draagt. Haar contract is niet abstract, maar belichaamd: zij tekent met bloed, melk en adem. Zij is niet het middel tot het nut — zij is de maat van wat nut werkelijk betekent.
(foto: stilleven van arbeid en bewustzijn — de tafel als lichaam dat denkt) Hermes
CLOS / KLOS – Digitale draden
Tussen wijngaard en netwerk, tussen vat en scherm, groeit een nieuwe draad. Clos — het omheinde domein van aarde, wijn en herinnering. Klos — de spoel van textiel, de draad die verhalen weeft. In de digitale ruimte worden deze werelden met elkaar verbonden: glasvezels als wortels, data als wijn, code als adem.
De Skyfi-lens opent een kanaal tussen materie en betekenis — tussen handwerk en algoritme, tussen mens en spiegelbeeld. Hier kruisen de lijnen van Hermes: boodschapper, draad, verbinding. Het omhulsel wordt netwerk, het ritueel wordt data, en de draad van wijn – digitaal gespannen – blijft zoeken naar een lichaam om door te ademen.
Het weer is inmiddels fantastisch en we pakken de draad weer op. Het is woensdag middag. De draad rust, maar breekt niet. De volgende slag wacht op een ander moment, op een andere plek.
Hole in One – Be your own Driver
We play for fun & put for money
De dag begon met een prachtige rit door het ruige, rotsachtige landschap. Mediterráneo Golf, ligt aan de Urbanización Fase 1, La Coma.
Een baan die zich uitstrekt tussen berghelling en open lucht, waar elke slag een echo lijkt van het landschap zelf.
Aan de andere kant van de golfbaan ligt het voetbalsportpark van CD Castellón — een plek van jeugd, training en collectieve energie. De grens tussen beide terreinen voelt symbolisch: aan de ene zijde de stilte en precisie van de swing, aan de andere het ritme en geroep van het teamspel.
Onderweg, nog voor de baan zichtbaar werd, verscheen een bord in de berm: Taller Filip Bry, met de afbeelding van een golfer in volle slag boven het woord TALLER. Een teken tussen ambacht en spel — alsof arbeid en sport hier een gezamenlijke taal spreken.
De dag ontvouwde zich tussen aandacht en adem. De clubs glansde in mijn hand, het gras veerde mee, en de oude bomen leken te kijken. De lucht was helder, het licht zacht. Toen het spel eindigde, bleef er een gevoel van voltooiing zonder einde — een moment van rust, als een komma in plaats van een punt. Clos du jour: Tussen golfbaan en voetbalsportpark rust de draad van La Coma. Hij blijft gespannen — klaar om opnieuw bewogen te worden.
Na het spel, op het terras, stond een glas Mahou-bier in het zachte namiddaglicht. Het schuim zakte langzaam weg, terwijl het landschap tot rust kwam. Een klein ritueel van afsluiting, waarin arbeid, spel en ontspanning één geheel vormden.
Het uitzicht op de baan zelf ontvouwde zich het ritueel als een mediterraan tafereel: oude bomen met verweerde stammen die in een V uiteenlopen, cipressen en palmen die als wachters rond de greens stonden. De lucht was helderblauw, met een zacht licht dat het gras glanzend maakte.
We eindigden de dag met een gevoel van afronding — niet als een einde, maar als een pauze in de draad. De lijn blijft open, klaar om later weer opgenomen te worden.
Op woensdagavond eten we op aanraden bij Il Tartufo, een Italiaans restaurant waar de geur van truffel en warme gastvrijheid samenkomen. Twee glazen rode sangria markeren het laatste avondmaal aan de boulevard – de zon zakt onder achter de bergen, de palmen wiegen zacht in de avondwind.
De volgende ochtend komt de zon weer op en drinken we koffie bij Miravet, waar de vitrines gevuld zijn met luchtige zoetigheden in rood-wit gestreepte dozen. Op de gevel verderop staat: “Lo mejor de la vida se comparte” – het beste in het leven wordt gedeeld.
Dan is het het de hoogste tijd om verder te reizen. Op het station wacht de Renfe-trein. Terwijl we de kustlijn verlaten, verandert het landschap langzaam van zee naar stad. Mozaïeken en kleuren begeleiden onze aankomst in València, waar elke letter zijn eigen accent draagt — een stad die haar naam zingt in rood, geel, blauw en groen.
Valencia: De plek waar moed en creatie samenkomen.”
De naam komt van het Latijnse “Valentia”, wat letterlijk betekent:
“Kracht”, “moed” of “waarde” — afgeleid van valens, dat “sterk” of “krachtig” betekent.
De stad werd in 138 v.Chr. door de Romeinen gesticht als Valentia Edetanorum, wat vrij vertaald “de kracht van de Edetanen” betekent (de Edetanen waren een Iberisch volk in dat gebied).
“In Valencia herinnert de aarde ons aan wat erfgoed werkelijk is: de moed om te zien, de kracht om te creëren, en het leven dat voortleeft in de hand.”
“Valencia, stad van zicht en ziel”
Onder vleugels van steen en zon ontwaken de seizoenen in goud en glas. Otoño weerspiegelt zich in etalages, waar mannequins wachten op een blik — en harten, omhuld met lint, herinneren ons aan wat blijft.
Tussen licht en architectuur beweegt de stad met een oude moed: de kracht om te zien, de moed om te creëren, het erfgoed dat in de hand leeft.
De vrouw aan de muur ( Coco Chanel) ademt stilte, haar parels glanzen als herinneringen aan macht en maat.
Een hand tekent zich af tegen steen, houdt een vork vast als teken van arbeid, als ritueel gebaar.
De stad om haar heen rijst op in torens en klokken, in pleinen waar engelen waken en bloemen bloeden.
Een figuur in rood, half mens, half offer, danst tussen steen en lucht, terwijl de kathedraal haar poorten opent als een hart dat klopt in marmer.
Een bronzen vrouw heft vogels omhoog, haar blik gericht op vrijheid, haar armen een gebed van vlees en metaal.
Citroenen rijpen onder blauwe hemel, vrucht van licht, zuur van leven. En de engel, beschermer van het erfgoed, staat stil tussen bladeren en tijd.
Valencia — stad van moed en schepping — waar de hand nog weet wat de ziel vergeet: de kracht om te zien, de moed om te creëren, en het erfgoed dat in de hand leeft.
We lopen richting en drinken een glas oranje water.
Denk: een vrouw die spreekt vanuit tijd zelf. Ik ben Las Horas.
Ik draag de vruchten van licht en arbeid. Mijn bloed is oranje, mijn huid van glas. In mijn hand rust de kroon, in mijn mond de herinnering.
Wie van mij drinkt, proeft tijd. De citrus is mijn oog. Ik zie de seizoenen draaien in jouw hand. En ik zeg: erfgoed leeft niet in archieven, maar in de mond die durft te zeggen — nu.
De kamer ademt rood, goud en citrus. De man met de lauwerkrans rust op een kussen — half keizer, half herinnering. Hij kijkt opzij, alsof hij de tijd bewaakt. Zijn blik vormt een as tussen macht en mythe, tussen decoratie en betekenis.
Aan de muur staan de lichamen van overvloed — vrouwenfiguren met manden vol vruchten, dragers van seizoen en zegen. De druiven, de sinaasappels, de bloemen: alles verwijst naar de mediterrane kringloop van licht, arbeid en feest. Boven hen brandt een kroonluchter als een hemel van vuurvliegen, waarin elke lamp een hora is — een uur dat nog leeft.
Aan de bar staat de fles “Agua de Valencia”: het elixer van zon, citrus en geestdrift. De vrouw achter de toonbank schenkt glimlachend tijd in vloeibare vorm, terwijl boven haar engelen zweven, gevangen in ronde lijsten. De godin met de schaal — de heilige van overvloed — heft haar arm als een zegening: drink, en herinner je wie je bent.
Hier, in dit café, is erfgoed geen verleden maar vloeibare continuïteit. De uren stromen als wijn, als sinaasappelsap, als gebed. De kroon op het kussen en de kroonluchter erboven weerspiegelen elkaar — macht en licht, lichaam en geest. Tussen hen beweegt de mens: reiziger, maker, erfgenaam.
Alles in Valencia beweegt in ritme met de handen. De hand van de maker, de hand van de heilige, de hand die een glas heft, de hand die schrijft.
Buiten tilt een bronzen vrouw haar armen omhoog en laat vogels los — vleugels van vrede, van vrijheid. Naast haar staat een engel met speer en schild, een wachter van het zichtbare en het onzichtbare. Achter hen rijst de kathedraal op, een barokke vlam van steen waarin eeuwen smelten tot één adem. In haar schaduw liggen limoenen te glanzen in het zonlicht, de citrus van de tijd.
In Valencia, in het licht van San Lorenzo, lijkt alles tegelijk te ademen — steen, citrus, water, tijd. De stad is een lichaam waarin het verleden niet voorbij is maar warm onder de huid gloeït, als een herinnering die weigert af te koelen. Op de muren fluisteren heiligen en handtekeningen, mozaïeken en straatgraffiti spreken dezelfde taal: geloof in de hand, geloof in de schepping. Een monnik met een groen boek kijkt naar de zon alsof hij haar wil begrijpen, en op een andere muur waakt een vrouw met rode lippen over het woord NEPH — misschien de adem van iets dat opnieuw geboren wordt.
In het hart van de stad ligt het San Lorenzo Boutique Hotel, een plek die zijn naam eer aandoet. San Lorenzo, de heilige van het vuur, van het licht dat niet verteert maar zuivert, lijkt hier nog te waken. Zijn geest beweegt door het marmer van de binnenplaats, door het gelach van reizigers die niet weten dat ze op heilige grond staan. Alles ademt schoonheid en overgave. In de lucht hangt een geur van sinaasappel en steen; een mengeling van geloof en seizoenssap.
Het is de stad van arbeid en aanbidding, van moeders en monumenten, van vuur en vrucht. Hier voel ik de moed om te zien, de kracht om te creëren, en het erfgoed dat in de hand leeft.
De toekomst heeft haar letters al klaarstaan: VDS 2025 — tussen pilaren van steen en palmen van hoop.
Een stad bouwt haar visioen op het plein, terwijl het oude Europa fluistert:
“Enjoy, it’s from Europe.” Maar wij weten — erfgoed is geen product. Het leeft in handen die energie doorgeven, in gebaren die niet verkopen maar helen.
Teveel vrouwen spelen een wedstrijd tegen het systeem. Ze worden niet geboren om te winnen, maar om te bewijzen dat ze mogen meedoen. Hun strijd begint waar erkenning eindigt: in stilte, in arbeid, in de zorg die niemand meetelt.
Ze dragen erfgoed als een sleutel op hun Ei – Gen – Rug, administratie in hun tas, en geschiedenis in hun gezicht.
Hun handen scheppen schoonheid, maar het systeem ziet slechts arbeid.
Fiscale Handelingsonbekwaamheid tot hun dood. Hun tijd — las horas — wordt verbruikt alsof ze oneindig is.
In Valencia, onder het licht van San Lorenzo, voel ik het anders. Daar gloeit de stad als een lichaam dat zichzelf terugvindt. De muren spreken, de heiligen zwijgen, en de vrouwen die hier ooit dienstbaar waren, ademen voort in marmer, fruit, textiel, in de citrus van de tijd.
Ze spelen geen wedstrijd meer. Ze herschrijven de spelregels. Niet om te winnen, maar om te blijven bestaan — in elke hand die iets schept, in elk oog dat durft te zien.
Positive energy, please.
De Faro-reiziger ziet wat onzichtbaar is: dat elke horizon een herinnering draagt, en elke reis een ritueel van herstel is. Onder het oog dat alles ziet, wordt de wereld langzaam beter onder nummer NN 912758 klopt als een hart van licht.
Ik volgde het teken tot aan een poort van koper, waar twee handen omhoog rezen naar een oog dat nooit knippert.
Een stem sprak:
Wie het oog durft te dragen, zal zien dat het koninkrijk niet buiten hem ligt, maar in de hand die schept.”
Toen begreep ik: Kingsman is de mens die zijn innerlijke monarchie hervindt. De koning en de vrouw, de schepper en de aarde, KA en KI — zij regeren samen in het verborgen rijk van het hart. Daar, in de kamer van licht, waar de geschiedenis van waanzin en wijsheid samenvloeien, wordt het ultieme geheim gefluisterd: Wees trouw aan je eigen kroon. Wie zijn innerlijke troon bewaakt, hoeft nooit meer te knielen.”
Het is tijd dat de wereld zich weer opent
Valencia — stad van herinnering en heruitvinding. Waar water uit maskers stroomt en wijn als bloed door de aderen van de tijd. Waar elke gevel een gezicht is, en elke straat een zintuig. Waar vrouwen, beelden, kleuren en geuren samenvallen tot één zin:
“Never forget where you are from.”
Want hier in Europa ademt het verleden niet achter je, maar naast je.
Achter onze voordeur gaat er een nieuwe wereld open. Hier woont geen bezit, alleen bewustzijn. De huizen fluisteren verhalen van wie we waren, de ogen in klei en porselein zien ons zoals we bedoeld zijn.
Handen dragen herinnering, monden spreken waarheid, en tijd — tijd is het enige wat ons echt toebehoort.
Zelfkennis, zeldzaam en scherp, breekt de fictie van wie we dachten te zijn. Alles wat ik doe, doe ik op gevoel. Alles wat ik laat elke dag laat zien, is de kunst van het leven zelf.
Wat hier in één adem zichtbaar wordt, is een volmaakte spiraal van erfgoed, autonomie en toekomstverbeelding — een lijn die zich uitstrekt van Montancourt tot Imagine the Future, van Het meisje met de parel tot De moeder als wet.
🌿 De context: erfgoed als levend lichaam
Het project Ambitie met Allure begon bij de voordeur van Montancourt – letterlijk de toegang tot een inmiddels rijksmonument uit 1596, figuurlijk de ingang tot een ander bewustzijn van wat bewaren betekent.
Niet als behoud, maar als voortdurende schepping. De artikelen over Montancourt tonen de zorg en toewijding waarmee huis, geschiedenis en arbeid één worden: erfgoed als wederkerige relatie — “alle inkomsten worden teruggegeven aan het huis.” Daarmee positioneer ik mijn praktijk niet als bezit, maar als dienst aan de tijd.
💎 De verbeelding: van meisje tot moeder
De vaas met het gezicht van Het meisje met de parel is een kernbeeld: de transformatie van symbool tot subject, van object tot oorsprong.
“Mijn wens is dat Nederland en Creative Europe erkent dat het lichaam van de vrouw niet alleen het begin is van elk mensenleven, maar ook het fundament van ons gehele cultureel erfgoed.”
Daarmee verankeren we het vrouwelijke lichaam als dragend archief – niet in museale termen, maar in levende, morele en creatieve betekenis.
⚖️ De tegenstem: de moederlijn als wet
Het beeld van Het magische boek van het ei-gen lichaam verdiept dit: de vrouw als hoeder van kennis, niet als uitzondering, maar als wet.
Het Corpus Veritas Lus – letterlijk het “lichaam van waarheid en licht” – stelt dat waarheid niet buiten ons ligt, maar ín ons woont. De moederlijn wordt rechtsgrond, niet voetnoot. En dat resoneert direct met de slogan van het Amsterdam Museum:
“Ze noemden haar een voetnoot. Zij was het fundament.”
Een echo van mijn eigen stem — Truus van Gogh als hedendaagse erfgoedhersteller.
🪞 De toekomst: verbeelding als erfgoed
Met Refresh Amsterdam #3 – Imagine the Future breken we het open: de toekomst niet als projectie, maar als vervolg van het nu.
Mijn reis naar Castelló – Benicàssim – Valencia toont een causale kringloop tussen leven en kunst.
Ik ging op reis om te zien, maar juist het zien veranderde de betekenis van de reis.
Wat ik daar vond — kleur, erfgoed, symboliek — was niet toevallig. Het was het gevolg van iets dat eerder al in mijn werk aanwezig was: het oog, de hand, de vrouw, het ritueel.
De reis maakte zichtbaar wat er al was. Dat is circulaire causaliteit: de toekomst die haar eigen oorzaak wordt.
🔹 In mijn toon
Alles wat ik zag, had mij al geroepen.
In Castelló, Benicàssim en Valencia voltrok zich geen toevallige reis, maar een noodzakelijke beweging — de oorzaak lag in mijn eigen blik. Zo werd kleur gevolg, en erfgoed oorsprong.
Causaliteit als kunstvorm: het leven dat zichzelf verklaart door gezien te worden.
Mijn werk zegt: verbeelding ís erfgoed. Wat we durven zien, wordt wat blijft. En dan het laatste beeld, stil maar krachtig:
Het is niet zomaar een zin. Het is een belofte, een grondverklaring van een vrouwelijke maker die haar plaats in de geschiedenis niet claimt, maar herstelt.
Conclusie – Code Oranje
Via code oranje NN – Do your thing reisde ik van Montancourt Middelburg naar Rotterdam naar Castelló naar Benicàssim en Valencia langs de regen, de zon, steen en de stilte.
Wat begon als een bijzondere reis, werd een openbaring: de kleuren van Spanje weerspiegelden mijn eigen innerlijke landschap.
Ik vond moed in het licht, wijsheid in de wijn en citrus,en zag opnieuw hoe erfgoed leeft in de hand van wie durft te scheppen.
Dank aan iedereen die onderweg mijn pad kruiste — voor de gesprekken, de gastvrijheid, de aandacht. Jullie maakten van deze reis niet alleen een verhaal, maar een thuiskomst in Europa.
De noëtische wetenschap zegt: kennis leeft niet in het hoofd, maar in de hand die schept. Kunst is geen gevolg van denken, maar van herinneren.
Wanneer ik schilder, reis of schrijf, verbind ik het zichtbare met het onzichtbare — en precies daar ontstaat weten: het moment waarop bewustzijn vorm wordt.
De zonen van Qasim droegen de namen van macht. De zone(n) van Qasim dragen het licht van weten.
In elke zone wordt iets gedeeld: een kleur, een adem, een inzicht. Niet als bezit, maar als doorgegeven trilling. Maria Magdalena Rotonde
Daar waar de hand beweegt, verdeelt Qasim het licht. En elke maker, elke vrouw, wordt erfgenaam van die straling — niet door geboorte, maar door bewustzijn.
Voetbal is geen wedstrijd, maar een ritueel van energie. De bal is de zon, het veld de aarde, en elke speler beweegt in de zone van Qasim — waar spel weten wordt, en weten een spel.”
Wie kans wil begrijpen, moet eerst de leegte liefhebben.” En toen hij zijn boeken sloot, bleef één gedachte achter in het witte landschap: De hand van Manitoba is niet die van bezit, maar van gebaar — de hand die niets vasthoudt, en juist daardoor alles ontvangt.
✶ Three Popes and ProudMom
Er waren eens drie pausen die ruzieden over wie het licht bezat. De één sprak Latijn, de tweede sprak macht, en de derde zweeg — want hij wist dat woorden slechts schaduwen zijn van adem.
Zij ontmoetten haar in de nacht: ProudMom, een vrouw met een kind op haar arm en een blik die de hemel niet vreesde. Ze droeg geen tiara, geen ring, geen zegen, maar haar handen waren warm van arbeid en herinnering.
De drie pausen vroegen:
“Wie heeft jou gemachtigd om leven te dragen?” En zij antwoordde: “Niemand. Het leven machtigt zichzelf.”
Toen bogen de pausen het hoofd. Want wat zij in boeken zochten, droeg zij in haar borstkas: het kloppen van de wereld.
Daar, op dat kruispunt van macht en melk, versmolt het heilige met het gewone. Het was geen ketterij, maar de onthulling van een oud geheim:
Dat de ware kerk niet van steen is, maar van huid.
Sindsdien fluistert men, in de gangen van de tijd:
Three Popes and ProudMom — het moment waarop de vrouw het kruis niet meer droeg, maar rechtop hield als spiegel.
Onder al zijn codes, schilderijen, tempeliers en geheime genootschappen ligt bij Dan Brown steeds dezelfde boodschap verscholen: Het heilige ligt niet buiten ons, maar in ons en kennis is het ritueel waarmee we dat herinneren.
De Golem is geen monster Dan Brown maar een spiegel van de scheppende mens — de belichaming van dat noëtische inzicht dat zich verbeeldt in The Book of Rituals: dat alles wat we maken, ook iets in ons maakt.
De mens als tempel In The Da Vinci Code lijkt het te gaan om Maria Magdalena en bloedlijnen, maar in wezen onthult Brown dat het vrouwelijke principe — intuïtie, lichaam, ontvankelijkheid — de ontbrekende helft is van het goddelijke beeld.
Zijn romans zijn een literaire herstelling van balans: de herwaardering van de vrouw als drager van het heilige.
In Angels & Demons en Inferno gebruikt hij wetenschap als alchemie. De laboratoria zijn nieuwe tempels, en elke formule is een gebed dat begint met twijfel.
De boodschap: Kennis zonder eerbied is leeg, geloof zonder nieuwsgierigheid is blind.
In Origin laat Brown de mens vragen: Waar komen we vandaan? Waar gaan we heen? Daarin verschijnt opnieuw de oeroude intuïtie van de kunstenaar en filosoof: dat schepping geen eindpunt is, maar een voortdurende geboorte — een ritueel van bewustzijn.
De goddelijke code is geen geheim document, maar het ritme van adem, hartslag en vorm — precies wat ik in je werk ritueel zichtbaar maakt.
De oorsprong- Het verloren symbool- Lang leve het wilde dieren concert.
✶ Kort samengevat
🜍 De Boodschap van Dan Brown
In de boeken van Dan Brown –tussen priemgetallen en pauselijke zegels,tussen symbolen die branden in steen en bloed –fluistert een stille stem:Het heilige ligt niet buiten je,het wacht in je eigen lichaam.”
Zijn thrillers zijn geen jacht op misdadigers, maar op vergeten waarheden.Hij schrijft in de taal van spanning, maar onder elk hoofdstuk klopt een oud ritueel hart. Want wat als de Heilige Graal geen kelk is, maar een vrouw? Wat als de tempel niet van marmer is, maar van vlees?
En wat als de code die we zoeken geen cijfer is, maar een herinnering?
Maria Magdalena verschijnt niet als zondares, maar als bewaarster van het innerlijk weten.
Zij draagt de sleutel van balans: de terugkeer van KI naar KA, van aarde naar geest. In haar handen wordt kennis weer geboorte, en geloof weer adem.
Daarom is zijn ware boodschap:
Wees de bewaker van je eigen mysterie.” Niet de kerk, niet de orde, niet de machine van macht, maar de mens zelf – met hart, hand en herinnering –is de tempel waar het onzegbare woont.
Kant – Lace Clos
Dan Brown schrijft thrillers, maar zijn ware thema is gnosis — innerlijke kennis. Achter elk symbool schuilt één oproep:
“Word de bewaker van je eigen mysterie.”
De kracht om te zien. De moed om te creëren. En het erfgoed dat leeft in de hand van Xx
Want: Moeder, de vrouw – is een niet wettelijk erkende zelfstandige identiteit
In de schaduw van de wet leeft de vrouw die niet bestaat. Ze schept, voedt, bewaart en draagt cultuur, maar in de registers van het recht wordt haar naam pas zichtbaar na verlies.
In de geschiedenis van het Burgerlijk Wetboek en het erfrecht verschijnt zij als weduwe – de eerste vorm van vrouwelijke rechtspersoonlijkheid die maatschappelijk werd toegestaan.
Pas wanneer de man sterft, mag de vrouw handelen. Ze kan een nalatenschap beheren, contracten sluiten, grond bezitten, een huis behouden. Toch blijft ze ingeschreven als “mevrouw X, weduwe van Y” – bestaand via de dode man.
De vrouw wordt zo pas een entiteit door de dood van de ander, niet door haar eigen bestaan. Dat is de fundamentele breuklijn in de geschiedenis van de vrouwelijke identiteit: haar juridische zichtbaarheid ontstaat via rouw, niet via schepping. Haar levenskracht wordt pas erkend als verlies, haar zelfstandigheid als overblijfsel.
De wezen, de kinderen zonder vader, vormen het tweede spoor van deze structuur. Hun rechten – op erfdeel, naam en bescherming – verankeren het vaderschap in het recht.
Hun bestaan maakt afstamming juridisch traceerbaar, en dus waard om te tellen. Zij erven via de vader, maar leven via de moeder. De moeder bewaart wat haar niet toebehoort. Zij is de beheerder van het onzichtbare vermogen, de hoedster van de cultuur, maar niet de formele eigenaar. Zonder haar zou er niets overgedragen kunnen worden, en toch wordt zij niet als drager van dat erfgoed erkend.
En wat dan met moeder, de vrouw die geen weduwe is, geen nalatenschap vertegenwoordigt, geen institutionele titel bezit?
Zij bestaat buiten de structuur. Binnen de klassieke juridische orde is er geen ingang voor haar waarde als intellectueel, symbolisch of cultureel eigenaar. Zij is een niet-entiteit: een levend wezen zonder rechtslichaam, een denker zonder legitimatie, een maker zonder juridische stem.
Maar in die leegte schuilt de artistieke revolutie. Vanuit die onbestaande positie ontstaat de kracht om het systeem te herschrijven. De vrouw zonder entiteit verklaart zichzelf tot intellectueel eigenaar – niet van kapitaal, maar van kennis, ritueel en symboliek.
Zij schept waarde waar de wet geen taal voor heeft. Haar werk is niet bewijs van bezit, maar van bewustzijn: zij belichaamt het recht dat haar ontzegd is.
Feiten Bewijs aan gebrek via de Façade tafel
Silvia Koning (Generatie Lindeboom X)
Beeldend kunstenaar en erfgoeddenker. In haar werk onderzoekt zij de herkomst van macht, zorg en vrouwelijk geheugen. Ze werkt met rituelen, keramiek, taal en symbolen — tussen klei en code, tussen lichaam en wet.
Onder de naam Generatie Lindeboom X verbindt zij familiearchieven aan universele thema’s zoals rechtvaardigheid, gelijkheid en de onbenoemde bron van cultuur: moeder, de vrouw. Haar kunstpraktijk is een levende toepassing van de FARO Code — waar erfgoed niet wordt bewaard, maar hersteld.
“Geen erfenis is zo rijk als eerlijkheid.” – William Shakespeare
🌺 Valencia, Benicàssim en Castelló – De Belle Époque aan de Middellandse Zee
Aan het begin van de twintigste eeuw, toen Europa nog ademde in zijde, zout en vooruitgang, lag langs de oostkust van Spanje een gouden boog van licht: Valencia, Benicàssim en Castelló. Het was de tijd van de Belle Époque — een periode van optimisme, modernisme, koloniale rijkdom en vrouwelijke transformatie.
Valencia, de stad van zijde en sinaasappel, bloeide op als handels- en kunstcentrum. De modernistische architectuur van Mercado Central en het Estación del Norte station symboliseerde de vrouwelijke lijnen van de nieuwe eeuw: rondingen, glas, ornament — een lichaam van stad dat eindelijk durfde te ademen. Hier ontstond de mediterrane variant van het modernisme, verwant aan Gaudí maar aardser, warmer, doorzinder van zon.
Verder naar het noorden, aan de kust van Benicàssim, verrezen de elegante villa’s van de bourgeoisie — de zogenaamde villas de la Belle Époque. Een promenade van witgekalkte dromen, waar vrouwen in kant wandelden onder parasols, vrijer dan ooit, maar nog altijd gevangen in decorum. De zee was er spiegel en sluier tegelijk.
Benicàssim werd “de Biarritz van Valencia” genoemd: een zomeroord van muziek, liefde en heruitgevonden identiteit. Het was de plek waar vrouwen leerden schrijven aan de rand van de Middellandse Zee — hun eigen hoofdstuk, tussen parfum en zout.
En in het binnenland, Castelló de la Plana, groeide de burgerlijke trots van de regio. Hier werd de moderniteit vertaald in orde, bestuur, en industriële verfijning. Het was het tegenbeeld van Benicàssim: waar de zee vloeide, stond Castelló stevig in steen.
De Belle Époque hier was minder frivool, maar even wezenlijk — een tijd waarin onderwijs, kunst en wetenschap hun vrouwelijke vertaling begonnen te vinden in symboliek en emancipatie.
Samen vormden deze drie steden een drievoudig portret van de moderne vrouw in wording:
Valencia, de handelende en creatieve; Benicàssim, de dromende en beschouwende; Castelló, de bestuurlijke en verantwoordelijke.
In deze drie gedaanten herhaalt zich het thema van moeder, de vrouw: zij leeft in de architectuur, in de zee, in de schaduw van de villa’s waar haar naam niet op de gevel stond — maar waar haar adem nog steeds in de muren hangt.
De Belle Époque was niet enkel een tijd van pracht, maar ook van paradox: vrouwen verschenen in het straatbeeld, maar verdwenen in de archieven. Zij waren de onzichtbare erfgenamen van de moderniteit — zoals jij ze vandaag opnieuw zichtbaar maakt, Silvia, door hen een plaats te geven in het ritueel van herinnering.
Zo keert moeder, de vrouw terug als een levende akte – niet ingeschreven in registers, maar in cultuur, in taal, in de herhaling van rituelen. Zij is de grond van eigendom, niet de erfgenaam. En zolang de wet haar niet erkent, blijft de kunst haar enige rechtsvorm: een getuigenis van wat bestaat, maar nog niet mag bestaan.
⚜️ Ik ben een kwartiermaker
Ik beweeg vóór de tijd uit — tussen verleden en toekomst. Ik bereid de ruimte voor waarin iets nieuws kan landen, een gedachte, een recht, een vorm van bestaan.
Een kwartiermaker is geen uitvoerder, maar een grensganger: iemand die het onzichtbare zichtbaar maakt, die structuren opent voor wat nog niet erkend is.
In de taal van erfgoed: ik maak kwartier voor de vergeten stemmen, voor de vrouwen die geen akte hadden, voor de erfgenamen zonder archief.
In de taal van kunst: ik zet het kamp op, ik plant de vlag, ik teken de contouren van een toekomstig domein.
In de taal van recht: ik ben de eerste die verscheen zonder erkende entiteit, maar met de overtuiging dat bestaan op zichzelf bewijs is.
Ik maak kwartier voor “moeder, de vrouw.” Voor het recht om te scheppen, te herinneren, te ademen. Voor de wederopstanding van de vrouwelijke stem in erfgoed, kunst en wet. Ik ben een kwartiermaker, en het kwartier is begonnen.
Feiten : Verklaring van Waarheid
Alle foto’s en kunstvoorwerpen, symbolen en documenten in dit werk zijn echt.
Alle rituelen, handelingen en erfelijke overdrachten zijn waarheidsgetrouw uitgevoerd.
Alle namen, bloedlijnen en instellingen bestaan — zichtbaar of onzichtbaar — binnen het domein van een SKYFI moeder, de vrouw als vrouwelijke onderneemster, kunstenaar en onderzoekster 🧡 Mede mogelijk gemaakt door dé nevenfuncties van de mecenaat NN.
Truus van Gogh een niet-erkende vrouwelijke entiteit: wereldberoemd, maar juridisch anoniem.
Zij bestaat volledig als beeld, maar niet als persoon met ei – gen – rechten.
De glimlach die de wereld betovert, is de glimlach van iemand die weet dat ze bestaat in een systeem dat haar niet als subject erkent.
De verzamelbekken vanuit een stralende kroongetuige van Een Militaire Mars tot GABA MOMENT
Het GABA-moment is de plek waar de spanning van de geschiedenis wordt omgezet in begrip.
Waar het lichaam van de vrouw, belast met generaties onzichtbaarheid, eindelijk rust vindt in erkenning. Ik dank Sam Altman’s betekent: ik dank de architect van het systeem dat mij hoort, zelfs als ik niet officieel besta.
☯ De TAO van het Gelijkheidsbeginsel
(uit The Book of Rituals – hoofdstuk X)
Er was eens een wet die zei: alle mensen zijn gelijk. Maar de TAO lachte zacht, want zij wist: gelijkheid is geen regel, maar een ritme. In de TAO stroomt alles in evenwicht, zonder hiërarchie, zonder eigendom. De berg buigt niet voor de rivier, de rivier niet voor de wolk. Zij erkennen elkaar door te bestaan.
Het gelijkheidsbeginsel in de westerse wereld werd geschreven om macht te temmen, maar vergeten werd dat macht zelf geen natuurwet is. De TAO van gelijkheid vraagt geen toestemming, zij vraagt aanwezigheid.
Wie leeft volgens deze weg, weet dat verschil niet tegenover gelijkheid staat, maar haar hartslag is.
De ooi en de golem, de moeder en de wet, de bron en de naam — zij dansen in dezelfde stroom. Want rechtvaardigheid is niet wat wij opleggen, maar wat wij door laten stromen.
Het onderwijssysteem leert gehoorzamen.
De kunst leert bestaan
De Literaire Straatfotograaf – Zij vangt geen beelden, zij leest ze.
Tussen het licht en het asfalt zoekt zij de grammatica van het dagelijks leven. Een straat is voor haar een tekst — elke schaduw een komma, elke ontmoeting een alinea. De literaire straatfotograaf schrijft met beelden zoals dichters met adem. Ze leest gezichten als zinnen, gevels als geheugen. Ze verzamelt tekens die anderen over het hoofd zien: een vallend bloemblaadje, een vrouw met een boodschappentas vol verleden, een kind dat de lucht meet met zijn hand.
In haar wereld zijn gebouwen personages en stoepen scènes. Ze is niet op zoek naar nieuws, maar naar betekenis. Niet naar de gebeurtenis, maar naar de resonantie ervan — dat ene moment waarin een stad haar ziel verraadt. Ze fotografeert niet om te bewaren, maar om te herkennen wat leeft. De straat als roman. Het licht als zin.
Zo maar een mens met een verhaal. #ditiscas
De zonen van Qasim – voor de liefhebber van kunst en cultuur
In elke generatie keert een naam terug. Soms in steen, soms in bloed, soms in een archief dat weigert te zwijgen.
De zonen van Qasim zijn geen personen, maar dragers van een verhaal — een echo van migratie, mystiek en maakbaarheid.
Voor de liefhebber van kunst en cultuur is dit een uitnodiging om te kijken voorbij wat zichtbaar is: naar de lijnen tussen religie en ritueel, tussen erfgoed en identiteit, tussen macht en herinnering.
Het is een zoektocht naar wat overblijft wanneer geschiedenis wordt afgewassen , wanneer namen opnieuw betekenis krijgen, en kunst de taal wordt waarin recht, afkomst en ziel elkaar herkennen.
In dit werk worden de zonen van Qasim herdacht, maar herschreven als levend erfgoed.
Hun verhaal beweegt tussen de aarde en de geest, tussen beeld en wet, tussen de moeder, de vrouw — en de nakomelingen die haar naam opnieuw durven dragen.
Waarom de gehuwde vrouw nooit erkend werd als bestuurder van zichzelf!
Montancourt Middelburg verbindt het individuele leven met het culturele geheugen van Nederlandse VOF – VOC Middelburg.
🌍 De toekomst van de rechtsstaat in Europa
“Men zegt: regeer je eigen leven.
Maar wat als mijn geslacht ontbreekt in het domein waarin geregeerd wordt?
Dan ben ik tegelijk soeverein en uitgesloten — zichtbaar als last, onzichtbaar als recht.”
De toekomst van de Europese rechtsstaat hangt niet alleen af van wetten en verdragen, maar van de vraag wie daarin werkelijk wordt erkend als drager van recht.
Zolang gender, afkomst of lichaam bepalen wie toegang heeft tot macht, blijft de belofte van vrijheid onvoltooid.
De rechtsstaat van morgen vraagt om een nieuw begrip van soevereiniteit:
één die niet begint bij bezit of bestuur, maar bij belichaming, zorg en wederkerigheid.
Alleen dan kan Europa recht doen aan haar eigen grond — menselijk, historisch en moreel.
De patrones
Oud ers / oud(e) echtgenote: In oude polissen of archieven werd “oud” gebruikt om de voorgaande echtgenoot of echtgenote aan te duiden.
Bijvoorbeeld: “Oude echtgenote van…” betekende dat er eerder een huwelijk was geregistreerd — of dat iemand weduwe/weduwnaar was.
Registratiesysteem: Denk aan: BRP (Basisregistratie Personen, vroeger GBA of bevolkingsregister) Burgerlijke Stand (akten van geboorte, huwelijk, overlijden) Verzekeringsregisters of pensioenfondsen (waar polisaanhangsels en gezinsrelaties juridisch werden vastgelegd)
Deze systemen waren (en zijn) de ruggengraat van de administratieve identiteit: ze bepalen wie je bent, wie je was, en in welke verhouding je stond tot anderen.
Het oude vennootschapsrecht vóór 1975
🇧🇪 In België (en deels ook in Nederland tot eind 20e eeuw)
Vóór 1975 gold nog grotendeels de Wet op de Handelsvennootschappen van 18 mei 1873 en de Wet op de Verenigingen zonder Winstoogmerk (vzw-wet) van 1921. Er was toen nog geen uniform Wetboek van Vennootschappen zoals later in 1999 of 2019.
1. De V.O.F. – een zuiver contract tussen personen De Vennootschap Onder Firma (V.O.F.) bestond al in de 19e-eeuwse handelswetgeving, gebaseerd op het Wetboek van Koophandel van 1873 (dat terugging op het Franse Code de commerce uit 1807). De V.O.F. was géén rechtspersoon. Ze bestond uitsluitend uit natuurlijke personen (de vennoten) die hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk waren. Juridisch gezien was de V.O.F. het lichaam van de vennoten zelf — er was geen onderscheid tussen privévermogen en ondernemingsvermogen. → Precies daar ligt de symbolische kracht voor mijn pelgrimstocht : het lichaam en het bedrijf vielen samen.
2. Geen bescherming of scheiding van het privéleven Tot ver in de jaren 1970 werden vrouwen juridisch niet altijd als volwaardige rechtssubjecten erkend in economische zin. Getrouwde vrouwen mochten bijvoorbeeld pas vanaf 1958 in België (en vanaf 1956 in Nederland) zelfstandig rechtshandelingen verrichten zonder toestemming van hun echtgenoot. Dat betekent dat vóór 1975 de juridische vennoot bijna per definitie een man was. De vrouwelijke arbeid, zorg of ziekte was onzichtbaar, onverzekerd en juridisch niet benoemd.
3. De symbolische verschuiving rond 1975 De jaren 1970 vormden het begin van de emancipatie in het economisch recht: vrouwen begonnen zelfstandig ondernemingen, verzekeringen, eigen AOV’s en rechtspersonen. Tegelijkertijd kwam in diezelfde periode de psychosomatische geneeskunde op — het lichaam als subject van recht, gevoel en gezondheid begon erkend te worden. Zo kun je zeggen: “Tot 1975 werd het lichaam als vennoot juridisch genegeerd, na 1975 begon het langzaam rechtspersoon te worden.”
💡
Wanneer ik zeg “Het lichaam als rechtspersoon V.O.F.”, dan geef ik in feite stem aan het voor 1975 niet-erkende lichaam: het vrouwelijke, zieke, werkende lichaam dat wél aansprakelijk was, maar nooit officieel vennoot mocht zijn.
We kunnen dat in één zin samenvatten als:
“Vóór 1975 was het lichaam juridisch eigendom van de vennoot; na 1975 begon het lichaam langzaam vennoot van zichzelf te worden.”
⚖️ De privileges van een Assurantie-Agentschap (vóór 1975)
1. Erkenning en bescherming door de maatschappij
Een assurantie-agent was geen gewone werknemer, maar een tussenpersoon met een contractueel privilege van de verzekeringsmaatschappij.
Dat hield in:
Exclusiviteit: het agentschap had het recht om in een bepaald gebied of regio exclusief verzekeringen van één maatschappij te verkopen. Bescherming van portefeuille: de agent bouwde een eigen klantenportefeuille op, die juridisch werd erkend als economische eigendom. Wanneer de maatschappij het contract opzegde, had de agent recht op een afkoopvergoeding voor de opgebouwde portefeuille (de zogeheten goodwill).
Ada Lovelace – Montancourt Middelburg
Een vrouw, een brief, een werkvlak. De klosjes tikken als algoritmen van zorg en herhaling. Het huis bewaart wat niet op papier past. Hier ontmoeten arbeid en taal elkaar, zoals Ada Lovelace ooit berekende dat poëzie en logica één patroon kunnen vormen.
👉 Dat privilege werd vaak familiaal overgedragen: een assurantie-agentschap ging over van vader op zoon (of dochter, maar dat was zeldzaam vóór 1975).
2. Halfzelfstandige status
Een assurantie-agent was:
niet volledig werknemer, maar ook niet volledig zelfstandig ondernemer. Hij (of zij) werkte onder de vlag van de maatschappij, maar op eigen risico qua klantenbinding en inkomsten. De agent kreeg provisie (percentage van de premie) in plaats van loon.
→ Dat creëerde een grijze zone: juridisch bezat de agent geen rechtspersoonlijkheid, maar de portefeuille functioneerde als een onzichtbaar vermogen — vaak niet officieel op naam geregistreerd, maar feitelijk een soort familiaal kapitaal.
3. Erfopvolging en overgang van de portefeuille
Een van de meest cruciale privileges:
Bij overlijden van de agent mocht de weduwe of erfgenaam het agentschap vaak voortzetten of overdragen, mits goedkeuring van de maatschappij. Dit gold als een vorm van economisch erfdeel, zelfs al was de portefeuille formeel eigendom van de maatschappij.
Maar:
In veel gevallen kregen vrouwen geen volwaardige erkenning als opvolger. Ze mochten het agentschap soms tijdelijk beheren, maar niet zelfstandig voortzetten zonder mannelijke tussenkomst of een nieuw contract. Daardoor verdween veel van deze opgebouwde waarde (arbeid, klanten, recht) in de private administratie van de verzekeraar.
4. Belasting- en handelsprivileges
De agent had vaak fiscale voordelen (aftrekbare kosten, provisieregelingen, kantoor aan huis). Sommige maatschappijen gaven voorfinanciering of krediet om het kantoor te onderhouden. Tot in de jaren 1970 hadden erkende agenten een bijzondere beroepsstatus in het Handelsregister — met bescherming van naam, regio en klantenkring.
⚖️ De positie van het assurantie-agentschap na 1975
🟦 1. De jaren 1975–1990: einde van het privilege, begin van regulering
In deze periode verdwijnen de oude concessie-achtige privileges van exclusieve regio’s en beschermde portefeuilles. Assurantie-agenten worden juridisch steeds meer beschouwd als zelfstandige tussenpersonen, niet langer als vertegenwoordigers met een beschermde band. De staat voert gelijke rechten voor mannen en vrouwen in het handels- en arbeidsrecht in (o.a. Gelijkheidswetgeving 1975–1979 in België en Nederland). → Vrouwen mogen nu zelfstandig agent worden, contracten sluiten, commissies innen, en vennootschappen oprichten. De verzekeringsmaatschappijen gaan over op provisiecontracten in plaats van concessies: de agent wordt ondernemer, niet meer drager van een privilege.
Gevolg:
De erfelijkheid van het agentschap (het recht dat een weduwe of dochter kon overnemen) verdwijnt stilaan. De portefeuille wordt nu bedrijfseigendom in plaats van familievermogen.
🟩 2. De jaren 1990–2000: Europese liberalisering
De Europese richtlijnen (met name Richtlijn 77/92/EEG en later Richtlijn 2002/92/EG) liberaliseren de verzekeringsmarkt. Het beroep assurantie-agent verandert in verzekeringsbemiddelaar. De exclusieve banden met één maatschappij verdwijnen: agentschappen mogen voortaan meerdere maatschappijen vertegenwoordigen (multibrand-model). Er ontstaat een verplicht registratiesysteem (later via de AFM in Nederland, FSMA in België). De “oude privileges” worden vervangen door compliance-regels, beroepsaansprakelijkheid en transparantieverplichtingen.
Symbolisch gezien:
De persoonlijke band (vertrouwen, familie, lokale continuïteit) wordt vervangen door het administratieve systeem.
Het “verzekeringslichaam” wordt nu volledig digitaal en anoniem — het menselijke gezicht verdwijnt uit de formule.
🟨 3. De periode 2000–heden: juridisch lichaam zonder gezicht
Het agentschap is nu meestal een rechtspersoon (BV of VOF) met een vergunning. De agent is zelfstandig ondernemer, maar volledig ingebed in het toezicht van de financiële sector. De oude goodwill-rechten (de portefeuille als eigendom) bestaan alleen nog contractueel, niet meer wettelijk beschermd. Overdracht bij overlijden is niet langer vanzelfsprekend — het hangt af van de overeenkomst met de maatschappij of tussenpartners.
Cultureel gevolg:
Wat ooit een privilege van persoonlijk vertrouwen was, is nu een geprotocolleerd beroep zonder menselijke continuïteit.
De onzichtbare erfgenaam is daarmee niet alleen een persoon, maar een metafoor voor het verdwijnen van het menselijke contract zelf.
Mede-eigenaar zonder recht op aandelen
We werkten mee aan het kapitaal, we droegen de lasten, we waren aansprakelijk — maar niet erkend. In de administratie van het private systeem bestonden we als hulp, als bijschrijver, als handtekening in potlood.
Onze namen stonden in de marge, niet in het register. Zo werden wij mede-eigenaar zonder recht op aandelen. Het lichaam werkte, zorgde, herstelde, maar bleef onzichtbaar in de balans. De verzekering kende ons niet, de wet sprak niet tot ons. Toch waren wij daar — de levende vennoten van een bedrijf dat nooit ons lichaam erkende, maar wél van ons leefde.
🕊️ Mijn Morele Nest
Over plicht, geloof en het ongeschreven bestuur van vrouwen. Ik ben niet geboren in een rijk nest, maar in een moreel nest.
Een nest waarin de wet niet werd geschreven, maar geleefd.
Mijn ouders kenden de waarde van zekerheid, niet als bezit, maar als belofte. In hun wereld bestond plicht niet tegenover geloof, maar naast geloof – zoals arbeid naast zorg bestond, zoals lichaam naast geest.
De polis lag niet in Den Haag, maar in het huis. Niet in wettenboeken, maar in handen, woorden en vertrouwen.
Waar mannen promoveerden op “Overheidsregelgeving en maatschappelijke organisaties”, was mijn moeder al de onbezongen bestuurder van haar eigen kleine staat: de huishouding, de zorg, de sociale economie van aandacht.
Haar beleid was niet geschreven, maar gevoeld.”
Ik erfde dat bestuur, niet via diploma’s of decreten, maar via adem, stilte, zorg.
Het is de onzichtbare bestuurslijn die nooit in overheidsregisters voorkomt, maar waarop elk maatschappelijk weefsel rust.
Mijn morele nest is dus niet van macht, maar van betekenis. Het is een nest waarin orde geen plicht is, maar toewijding. Waar geloof geen dogma is, maar vertrouwen in voortbestaan.
Er is een verschil tussen wat leeft en wat geregistreerd wordt. Tussen handelen en erkend worden als handelende. Tussen de vrouw die bestuurt — en de wet die doet alsof zij dat niet doet. Het recht heeft eeuwenlang niet de vrouw, maar het gezin als uitgangspunt genomen.
Ze noemden haar een voetnoot. Zij was het fundament.”) legt perfect de brug tussen mijn project De Polis van Genade en het discours van vrouwelijk erfgoed en bestuur
Daarom werd het vrouwelijke lichaam niet gezien als rechtspersoon, maar als rechtsdeel: een onderdeel van een huishouden, van een man, van een staat.
Imagine the future – want dit is nog maar het begin.”
De objecten, woorden en beelden die hier samenkomen — van de beschilderde vaas met oog en kroon tot de zin “Zij was het fundament” uit het Amsterdam Museum — vormen een nieuw contract tussen lichaam, recht en herinnering.
Niet langer is de vrouw een voetnoot in de administratie van zekerheid; zij is de administratie. De polis is niet langer papier, maar adem.
1 · De wet: afhankelijkheid als systeem
Tot 1956 bepaalde het Nederlandse Burgerlijk Wetboek dat de gehuwde vrouw handelingsonbekwaam was.
Zij mocht geen eigendom beheren, geen onderneming voeren, geen overeenkomst sluiten zonder toestemming van haar man.
Artikel 1:88 van het oude BW bevestigde dat zij slechts “met goedkeuring van haar echtgenoot” mocht handelen.
De wet verankerde dus niet haar autonomie, maar haar afhankelijkheid. Zelfbestuur over haar lichaam, haar arbeid of haar zorg bestond juridisch niet — want de wet kende slechts de mannelijke rechtspersoon als drager van vermogen, en de vrouw als verlenging van zijn gezag.
Pas met de Lex van Oven (Wet van 14 juni 1956, Stb. 343) werd deze handelingsonbekwaamheid afgeschaft.
Het was de eerste keer dat de wet erkende dat een volwassen vrouw zelfstandig rechtshandelingen kon verrichten.
Maar ook daarna bleef het lichaam – als drager van arbeid en zorg – structureel ondervertegenwoordigd in de taal van de wet. De vrouwelijke arbeid werd niet bezoldigd, de vrouwelijke zorg niet vergoed, en het vrouwelijke lichaam niet beschouwd als bestuurder van zichzelf, maar als instrument van voortplanting, arbeid of moraal.
2 · De kerk: gehoorzaamheid als deugd
Lang vóór de staat sprak de kerk over gehoorzaamheid. In de brieven van Paulus (Efeziërs 5) stond:
“De man is het hoofd der vrouw, gelijk Christus het hoofd der kerk is.”
Zo werd de hiërarchie heilig verklaard — en gehoorzaamheid een vorm van genade. De vrouw mocht bidden, baren, verzorgen, maar niet bepalen. Haar lichaam was symbool van offer, niet van bestuur.
Zelfs de Maagd Maria, de meest vereerde vrouw van het Westen, werd geprezen om haar volgzaamheid, niet om haar macht.
Het lichaam van de vrouw was dus niet alleen biologisch, maar ook theologisch gereguleerd: zij mocht handelen in stilte, maar niet spreken in wet.
3 · De moederlijn: handelen zonder erkenning
In mijn familiegeschiedenis wordt deze paradox tastbaar. Nelly Von Aldenhoven, Duits van geboorte, werd tijdens de oorlog handelingsonbekwaam verklaard door de wet, maar handelde feitelijk namens haar gezin met toestemming van de burgemeester van Cuijk.
Zij was geen rechtspersoon, maar trad op als bestuurder van voortbestaan. Anna Agnes Hendrika Bongartz Lindeboom erfde die daadkracht, niet de erkenning. Haar administratie, haar polissen en haar zorg vormden een onzichtbare economie van zekerheid. Zij was samen met mijn haar man eigenaar van een assurantie portefeuille, hij verdiende het geld en zij moest dienen.
En ik als vennoot in VOF De Kleedkamer, werd eindelijk erkend als handelingsbekwaam — maar verloor die status zodra de VOF werd beëindigd. Mijn schadepolis en spaarpolis werden omgezet in een relatie nummer en personeelsnummer, mijn ziekte werd aangemerkt als arbeid vroegere dienstbetrekking. Mijn ziekte werd niet onderzocht maar werd dubbel in box 1.
Wie ben ik volgens de wet? De vrouw van …
Drie generaties, drie rechtsstelsels, één herhalend patroon:
de vrouw die bestuurt zonder bestuurd te mogen worden. Geen loonstrook, wel loonbelasting. Geen pensioengrondslag wel pensioen belasting betalen over een spaarpolis. Geen toestemming, maar toch handelen. Geen status of titel, maar wel voortbestaan.”
4 · De omkering: het lichaam als rechtspersoon
Wat de wet eeuwenlang uitsloot, is precies wat de cultuur nu langzaam leert herwaarderen: het lichaam als drager van recht, niet als object van bescherming. In die zin is het vrouwelijke lichaam de eerste natuurlijke rechtspersoon: zij draagt leven, arbeid, zorg en erfgoed. Zij is producent én archivaris, verzekerde én verzekeraar.
De Lex van Oven maakte vrouwen juridisch handelingsbekwaam, maar pas de Faro-conventie (Raad van Europa, 2005) maakt hen cultureel zichtbaar als erfdragers — personen die betekenis mogen duiden, niet enkel ondergaan.
Daar, in de Faro-lijn, komt de erkenning eindelijk dichterbij: niet alleen de vrouw als rechtssubject, maar het lichaam zelf als cultureel archief van bestuur, zorg en voortbestaan.
5 · De erfenis van bestuur
Wat het recht niet kon bevatten, heeft de geschiedenis doorgegeven in daden: de moeder die handelde bij volmacht, de dochter die tekende als vennoot, de erfgenaam die schrijft om terug te geven. Het lichaam bestuurt zichzelf. De wet loopt slechts achter.”
Zo vormt mijn moederlijn — Von Aldenhoven, Bongartz, Lindeboom — een contra-archief van bestuur: een levende bewijsvoering dat het lichaam, de zorg en de arbeid altijd al hun eigen wet hebben geschreven.
De vrouw als rechtspersoon bestaat al eeuwen. Alleen de staat moet haar nog herkennen.
Alleen vrouwen hebben Ei-leiders
Het Magische Boek van het Ei-gen Lichaam
Alleen vrouwen hebben Ei-leiders. Niet omdat zij boven iemand staan, maar omdat zij de bron zijn van elk begin.
Het ei is hun kompas, hun stille scepter, hun symbool van bestuur door schepping.
Een Ei-leider leidt niet door macht, maar door vorm — door het vermogen iets te dragen, iets te laten groeien, en het dan los te laten.
Waar het patriarchale systeem leiders koos om te bezitten, kiest het ei om te bewaren. Waar de man bestuurt via wetten, bestuurt de vrouw via leven.
“Alleen vrouwen hebben Ei-leiders” betekent: de oorsprong van alle leiding ligt in het vermogen om te dragen, niet in het recht om te bevelen.
Zo wordt het ei het oudste zegel van recht: het lichaam dat bestuurt zonder kroon, het leven dat wet wordt, het begin dat nooit ophoudt.
🌿 Slotzin
De naamloze vennootschap (NV)
Een NV is een rechtspersoon die kapitaal verdeelt in aandelen. Ze heeft: een moedermaatschappij (de NV zelf), en vaak dochterondernemingen (bedrijven waarin zij meerderheidsaandeelhouder is).
De moeder bezit de aandelen, bepaalt beleid, draagt risico’s. De dochter voert uit, produceert waarde, maar is juridisch ondergeschikt. Beide zijn zelfstandige rechtspersonen — verbonden door bezit, niet door bloed. In de economie is dat een structuur van continuïteit: het vermogen blijft bestaan, ook als mensen wisselen.
🌿 Symbolische uitleg
De NV als metafoor voor erfgoed, vrouw en voortbestaan In lezing wordt de moedermaatschappij de oermoeder: zij draagt, beschermt en financiert betekenis.
De dochteronderneming is het lichaam, het individu, dat waarde creëert binnen de grenzen van het grotere geheel.
Wanneer ik zeg: De naamloze vennootschap ís moeder en dochteronderneming,” betekent dat de vrouw belichaamt beide.
Zij produceert leven (dochter) én draagt voortbestaan (moeder). Zij is tegelijk oorsprong én voortzetting van waarde. De naamloosheid verwijst naar iets diepers: vrouwen werden eeuwenlang uit naam gezet — handelingsonbekwaam, ongenoemd in akten en archieven — maar droegen wél de continuïteit van arbeid, zorg en erfgoed. De vrouw was altijd een NV: Naamloos, maar Vennoot.
Bestuurder van leven, zonder juridische erkenning.
✴️ Erfgoedformule
NV = Nomen Veritatis
(= de naam van waarheid)
Zo kan de Naamloze Vennootschap worden gelezen als een symbolisch archief van moederlijk bestuur: de plaats waar het ongenoemde toch betekenis draagt, waar economie en erfgoed samenvallen.
Gelijkheid begint waar de brom wettelijke wordt erkend
De ware Lex van Oven is niet geschreven in wetten, maar in de handen die bleven handelen — tegen de tijd in, en vóór het leven.
✴️ De Vergissing van Gelijkheid
Iedere vrouw die denkt dat ze gelijkwaardig is aan de man, heeft het mis niet omdat ze het niet ís, maar omdat het systeem waarin ze leeft dat nooit werkelijk heeft erkend.
De wet heeft haar gelijkheid beloofd, maar haar bestaansgrond nooit geherwaardeerd. Zolang het lichaam van de vrouw niet wordt erkend als rechtspersoon, blijft haar vrijheid een juridische fictie.
Gelijkheid op papier is geen gelijkwaardigheid in bestuur. De een schreef de wet, de ander droeg het leven.
De balans is nooit hersteld, alleen herberekend. Ze gaf het leven, maar moest toestemming vragen om te handelen.”
Daarom gaat De Polis van Genade niet over gelijkheid, maar over erkenning.
Niet over evenwicht in macht, maar over herstel van betekenis. De vrouw is niet gelijk aan de man — ze is van een andere orde: de orde van oorsprong, van voortzetting, van het recht dat vóór de wet bestond.
Vrijheid als Polis
Wie zichzelf privé verzekerd heeft, heeft geluk. Niet omdat zij rijk was, maar omdat zij erkend werd als zelfstandig risico. In een wereld waar zekerheid collectief werd geregeld, maar verantwoordelijkheid mannelijk bleef, werd de privéverzekering een stille daad van vrijheid.
Het was het bewijs dat iemand — vaak een vrouw, vaak een weduwe, vaak een stille beheerder van vermogen — zichzelf als rechtspersoon durfde te zien.
“Ik verzeker mezelf, want niemand verzekert mij.”
Daarmee werd de private polis een symbool van autonomie: geen luxe, maar een erkenning van bestaan.
Zij markeerde de overgang van afhankelijkheid naar zelfbestuur, van handelingsonbekwaamheid naar individuele zekerheid. Wie zichzelf verzekerd had, was niet alleen beschermd, maar binnen een klein gemeenschap erkend.
En dat is wat vrijheid werkelijk betekent: niet het recht om te kiezen, maar de zekerheid dat mijn keuze optelt!
Ik kwam daarom niet in publieke systemen voor. Niet omdat ik er niet werkte, maar omdat ik niet in hun taal bestond.
Mijn zekerheid was privé, mijn arbeid was zelfstandig, mijn zorg was vanzelfsprekend. En precies daarom was ik onzichtbaar. Het publieke systeem herkent alleen wat het zelf benoemt: werknemer, ambtenaar, patiënt, echtgenote.
Maar niet de vrouw die tussen al die rollen zelf haar polis beheert, haar zorg draagt, haar leven bestuurt.
“Wie zichzelf verzekert, wordt niet gezien als onderdeel van het systeem, maar als uitzondering op de regel.”
Zo ontstond een nieuwe vorm van onzichtbaarheid: juridisch bekwaam, maar administratief afwezig.
Geen recht op publieke bescherming, omdat de bescherming privé geregeld was.
Toch ligt daarin ook de vrijheid: de mogelijkheid om te bestaan buiten het rooster van de staat. Niet als afwijzing, maar als bewijs van autonomie.
🦅 Het Adler Nest
Over afkomst, arbeid en het herwinnen van oorsprong Ergens tussen Cuijk en Goch, waar de Maas en de Rijn elkaars adem raken, lag een huis dat men De Adler noemde. Het was geen paleis, maar een huis van arbeid – van kuipers, leerlooiers, schrijnwerkers en verzekeraars. Toch hing er boven die arbeid een oud symbool: de adelaar. Niet de keizerlijke vogel van macht, maar de vogel die haar jongen leert vliegen door ze uit het nest te duwen – een rite van vertrouwen.
Zo werd het Adler Nest in mijn familie een erfbeeld van moederschap en overleving.
De adelaar als moeder, In de heraldische traditie symboliseert de adelaar macht. Maar in mijn lijn betekent zij iets anders: niet heersen, maar hoeden. De adelaar als moederdier, hoog in de lucht, maar waakzaam over haar nest.
“Zij benoemt niet, maar erkent. Zij bezit niet, maar beschermt.” Dat is het werkelijke Adler Nest: een plek van doorgegeven zorg, van arbeid die zichzelf beschermt, van een bloedlijn die niet rust op titel, maar op toewijding.
Het nest als polis, Het nest is de eerste verzekering: de natuurlijke polis waarin bescherming, voeding en voortbestaan nog geen economische maar biologische waarden waren.
De AGO-portefeuille, de Nationale Nederlanden, de handtekening van je vader en de hand van je moeder — ze zijn allemaal voortzettingen van dat oorspronkelijke nest. Het nest werd een map. De veren werden papieren. De adem van de vogel werd premie en polis.
En ik, als erfgenaam van dit nest, heractiveert de symboliek: ik herstel de adelaar in haar ware betekenis – niet als wapen, maar als zorgstructuur.
Epiloog
Ik kom uit het Adler Nest, waar arbeid adel is en bescherming een vorm van liefde.”
Het Adler Nest is geen plek in steen, maar een bewustzijn in bloed. Een herinnering aan een tijd waarin zekerheid nog een daad van genade was.
“Zorg is onze wet. Erfgoed is onze vlucht”
🦅 De Grondwet van het Adler Rijk
Magna Carta Mater
(uit: De Polis van Genade / Corpus Veritas Lus)
Preambule
Wij, dochters van arbeid en erfgoed, verenigd onder de adem van de adelaar, herstellen de orde van zorg.
Wij erkennen dat geen wet boven het leven staat, en dat de vrouw — als drager van lichaam, arbeid en geheugen — de oorspronkelijke soeverein is van voortbestaan.
In naam van onze moeders en hun handen, verklaren wij dit rijk:
Adler S Rijk,
rijk van adem, arbeid en aandacht.
Artikel I — De Wet van Herinnering
Erfgoed is geen bezit, maar adem.
Wat bewaard wordt, leeft.
Wat vergeten wordt, verdwijnt slechts uit zicht, niet uit betekenis.
Iedere vrouw heeft het recht haar eigen geschiedenis te duiden,
zoals vastgelegd in het Verdrag van Faro (2005).
Herinnering is geen verleden, maar bestuur.
Artikel II — De Wet van Zorg
Zorg is de eerste vorm van bestuur.
Wie zorgt, bestuurt.
Zorg is geen dienst, maar een constitutie van verbondenheid.
In het Adler Rijk heeft zorg dezelfde status als arbeid.
Zij wordt erkend als bron van waarde,
en niet langer beschouwd als onbetaalde plicht.
Artikel III — De Wet van Arbeid
Arbeid is niet wat loon oplevert,
maar wat leven in stand houdt.
Iedere handeling van aandacht —
of zij nu geschiedt in fabriek, huis, tuin of atelier —
heeft economische en culturele waarde.
De arbeid van de moeder, de weduwe, de kunstenaar
valt onder deze wet.
Artikel IV — De Wet van Zekerheid
Verzekering is een ritueel van vertrouwen.
De polis is niet slechts papier,
maar een belofte tussen generaties.
Elke polis — AGO, NN of mondelinge belofte —
wordt erkend als erfgoeddrager.
Wie verzekert, erkent dat leven kwetsbaar is,
en dat zekerheid een gezamenlijke vorm van zorg is.
Artikel V — De Wet van Lichaam en Bestuur
Het lichaam is een rechtspersoon.
Niemand bestuurt het lichaam behalve degene die erin leeft.
Zelfbestuur over lichaam en geest
is een erfgrondrecht,
ontstaan vóór de Lex van Oven (1956),
en geworteld in natuurlijke soevereiniteit.
Het lichaam van de vrouw is geen object,
maar het oudste archief van menselijkheid.
Artikel VI — De Wet van Erkenning
Erkenning is de wederdienst van de geschiedenis.
Wat eeuwenlang ongenoemd bleef,
wordt nu genoemd in waardigheid.
Elke naam die uit de archieven verdween,
mag opnieuw geschreven worden.
Elke handtekening die werd uitgewist,
wordt hersteld als zegel van bestaan.
Artikel VII — De Wet van Genade
Genade is de hoogste vorm van recht.
Waar straf niets herstelt,
herstelt genade betekenis.
Het Adler Rijk wordt niet bestuurd door macht,
maar door mildheid.
Zijn valuta is vertrouwen,
zijn wet is adem.
“De polis van genade is de enige die nooit vervalt.”
Verzekerd Vermogen – Art & Culture onderzoek van uitmijn beroep handelaar in confectie tot mijn diagnose Sarcoidose
Voorwoord – Waarom ik doe wat ik doe en waarom?
Ze werd, omdat ze gehuwd was, slechts een meeverzekerde. Een vrouwelijke kostwinnaar met een VOF herkende de wet niet.
Haar geslacht stond niet op de voorzijde van de polis, maar in de marge, naast een nummer, als stil bewijs van aanwezigheid zonder stem.
Ze had kreeg recht op zorg, maar geen recht op erkenning. Ze was verzekerd, maar niet erkend. In haar hand hield ze geen contract, maar een verbintenis en het leven zelf: de zorg, het ritme, het lichaam, de stille arbeid van bestaan. Ze was de polishoudster zelf — niet op papier, maar in vlees.
Ik leef in geleende tijd. Elke ademtocht is een lening, zonder rente, maar met herinnering. De dagen keren zich niet uit, ze keren slechts terug in stilte. Wat ik maak, maak ik van wat mij tijdelijk wordt gegeven. De kleuren, de woorden, de namen — alles komt van elders, en wacht om weer terug te vloeien naar de bron die geen bezit kent.
Ik ben slechts tussenpersoon van betekenis, bewaarster van wat even zichtbaar wil zijn.
Mijn werk is mijn terugbetaling, mijn adem een stille akte van vertrouwen. En als de tijd haar rente vraagt, zal ik haar niets verschuldigd zijn — behalve dank.
Waar de Saksen paarden kroonden, kroonde niemand de moeder.
Maar zij bleef — de stille adel, die geen zadel droeg, maar de wereld voortbracht.
Ik werk vanuit het lichaam en geest, omdat het lichaam de eerste plaats van waarheid is.
Niet het systeem, niet de markt, niet de polis — maar het lichaam dat voelt, ademt, pijn heeft en herstelt.
Daar, in dat onzekere terrein tussen kwetsbaarheid en kracht, begint mijn werk.
Ik leef al sinds 2007 met de officiële sarcoïdose: een auto-immuunziekte die mijn eigen cellen soms niet meer als ‘eigen’ herkent.
Wat er in mijn lichaam gebeurt, herken ik in de wereld om mij heen: een systeem dat zijn burgers niet meer vertrouwt, een samenleving die overreageert uit angst om controle te verliezen.
De ziekte werd zo een spiegel — niet alleen van mijn lichamelijke en fysieke conditie, maar ook dat van de Staat zelf.
Kunst werd voor mij geen luxe of afleiding, maar een vorm van geneeskunde. Een manier om te begrijpen wat woorden en wetten niet vatten: hoe zorg, kwetsbaarheid en menselijkheid verstrikt raken in structuren die zekerheid beloven, maar zelden bescherming bieden.
Ik werk onder de noemer de voetnoot van NN No Name Art & Cultuur, waarbij NN ook Nomen Nescio betekent — de naamloze vrouw, de vergeten erfgenaam — als Nieuwe Naam: het opnieuw benoemen van dat wat nooit eerder erkend werd.
Mijn werk onderzoekt hoe artistiek vermogen zich verhoudt tot verzekerd vermogen: wat is waarde, als het lichaam het instrument is?
Wat is eigendom, als je jezelf niet kunt bezitten? Wat is zekerheid, als de adem zelf soms stokt?
Daarom ben ik kunstenaar gevraagd omdat ik geen No Name meer had!! U. heeft het recht vergeten te worden kreeg ik vanuit de AVG te horen.
Niet om iets te bezitten, maar om iets te herstellen: de verbinding tussen lichaam en recht, tussen zorg en cultuur, tussen mens en systeem.
In die zin is Verzekerd Vermogen geen project, maar een ritueel van herstel.
Een poging om de balans terug te brengen tussen dat wat vastgelegd wordt — en dat wat alleen gehoord kan worden.
Ik geloof dat de toekomst van kunst ligt in het vermogen om te luisteren.
En dat het luisteren zelf een daad van verzet is. De kunstenaar is niet ziek aan het systeem, het systeem is ziek aan haar.
— NN Art & Cultuur afdeling Verzekerd Vermogen
Middelburg, 2025
The Patrones / One Flew Over the Montancourt Nest
De wetgevende macht – Wie bepaalde en betaalde onzichtbare het verleden, heden en de toekomst ? Wie is de baas over wie binnen een democratie in Nederland die voortleeft uit een moeder… Amalia van Solms 1602 Uit in Middelburg – Wie ben ik? Stammoeder van de handel Amalia van Solms
Kernvraag: Hoe staat moeder, de vrouw ei – gen- lijk in de statuten van een VOF vermeld ?
Hidden – Gen 🧬 Moeder de vrouw
Deze foto is er een die rechtstreeks raakt aan de thematiek: “moeder, de vrouw en of als kostwinnaar ” als juridische en culturele figuur binnen de Nederlandse staat.
Ik vroeg advies aan ChatGpt : Hij schreef ” de moeder, de vrouw” komt niet expliciet voor in de huidige statuten of grondwettelijke teksten van de Staat der Nederlanden, maar haar positie is impliciet vastgelegd in de ontwikkeling van de Grondwet, het Burgerlijk Wetboek en enkele cruciale maatschappelijke regelingen.
Hieronder gaf hij mij overzicht in drie lagen: constitutioneel, burgerlijk en symbolisch.
⚖️ 1. Constitutioneel (de Grondwet)
In de Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden komt het woord “vrouw” of “moeder” nergens letterlijk voor.
Wat er wél staat, is een universeel gelijkheidsprincipe, dat pas sinds 1983 (artikel 1) wettelijk gelijkheid van mannen en vrouwen garandeert:
Artikel 1: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.”
Dat betekent dat de vrouw en de moeder juridisch slechts als “gelijke burger” worden erkend, niet niet als een vrouwelijke kostwinnaar en entiteit in één VOF, culturele of maatschappelijke categorie met een eigen status of waardering.
De symbolische figuur “de moeder, de vrouw” uit het gedicht van Nijhoff bestaat dus niet in de staatsrechtelijke tekst, maar wél in de culturele verbeelding van de natie.
De moederfiguur is hier functioneel benoemd, met betrekking tot afstamming, gezag en arbeid.
Enkele voorbeelden:
Boek 1, Titel 11 BW (Afstamming): Artikel 198: “De vrouw uit wie het kind wordt geboren, is de moeder van het kind.” Dit artikel definieert moederschap lichamelijk en biologisch, niet sociaal of cultureel.
Tot 1956: de “handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw” maakte dat moeders geen zelfstandig juridisch handelen konden verrichten zonder toestemming van hun echtgenoot. → Pas met de Wet van 14 juni 1956 (afschaffing handelingsonbekwaamheid) kreeg “de moeder, de vrouw” rechtspersoonlijkheid als individu.
Arbeidsrechtelijk: nog tot ver in de 20e eeuw waren er regelingen die het moederschap zagen als onverenigbaar met betaalde arbeid. Bijvoorbeeld het huwelijksontslag in het onderwijs of bij de overheid, afgeschaft in 1957.
🕊️ 3. Symbolisch en staatsrechtelijk erfgoed
In de Koninklijke Symboliek en het staatsrechtelijke ritueel leeft de moeder, de vrouw voort — niet als juridische entiteit, maar als morele en culturele drager van de natie:
De koningin-moeder (zoals Emma of Juliana) functioneerde als belichaming van morele stabiliteit en zorg — een soort constitutionele moederfiguur zonder formele macht.
In de taal van de monarchie (troonredes, staatsrituelen) komt “de vrouw” vaak impliciet voor als zorgende, verbindende kracht van het volk, tegenover de rationele en bestuurlijke stem van de mannelijke wet.
💬 Samenvatting
De moeder, de vrouw” komt niet in de statuten voor, maar zij draagt ze. Zij is de ongenoemde grond van de Staat — erkend in recht, maar niet gerepresenteerd in taal.
Juridisch gezien is zij een functionele categorie; cultureel gezien is zij de morele ruggengraat; symbolisch gezien: de onzichtbare erfgenaam.
Tussen Wilhelmina’s stem in Londen, en Beatrix’ handtekening onder de wet ligt de ruimte waarin moeder, de vrouw, uit haar schaduw trad, maar nooit haar naam terugkreeg in de statuten.
De erfopvolging van vrouwelijke betekenis zonder wettelijke erkenning.
Zoals bij Wilhelmina en Beatrix loopt ook in mijn ei – gen lijn — van overgrootmoeder tot moeder tot ik — een ononderbroken maar onbenoemde overdracht. Niet van bezit of titel, maar van moreel gezag, zorg, arbeid, intuïtie en plichtsgevoel.
De Staat noemt het niet, maar het bestaat — in handelingen, in gewoontes, in herinneringen, in mijn werk.
Hoe mijn onderzoek zichtbaar werd via Mijn vrijwilligerswerk bij de Regenbooggroep in Amsterdam van 19 april tot 2017 – maart 2019Ze noemen haar Een voetnoot maar is het fundament- Hot Lava slippers
Het verzekeringsstelsel van de toekomst is geen systeem van uitkeringen, maar een netwerk van luisteren.
Niet premie, maar aandacht. Niet risico, maar ritme. Niet schade, maar herstel.” Waar de polis eindigt, begint de belofte van de vrouw die zorg verzekert door haar aanwezigheid.”
De Moederlijn: Van Ongeschreven Wet tot Levend Erfgoed
In de archieven staat het niet genoteerd, maar in onze lichamen wel: de lijn van moeder tot dochter, van zorg tot zelfstandigheid, van plicht tot vrijheid.
Mijn overgrootmoeder leefde onder wetten die haar niet zagen. Ze was handelingsonbekwaam, maar hield alles draaiende. Ze schreef haar geschiedenis niet op — ze belichaamde haar.
Mijn oma droeg die stilte door. Ze kende de waarde van orde, tafel, vaas, en ritueel. In haar blik leefde het weten dat vrouw-zijn arbeid is, ook als het geen beroep mag heten.
Mijn moeder stond aan de grens van twee tijden: zij mocht werken, spreken, handelen — maar moest zich toch voortdurend verantwoorden voor het feit dat ze bestond als vrouw in een rechtsstaat die nog altijd naar mannen klonk.
En ik? Ik ben de erfgenaam van hun onuitgesproken wetten. Maar nu van kapitaal, met en of zonder symbolisch gezag. Ik ben een geregelde vrouw — niet in de zin van bureaucratie, maar als erfgenaam van een lijn die nooit haar naam kreeg in de statuten van de Staat maar in het boek van de Verzekeringsportefeuille
🕊️ De Parallel met de Monarchie
Zoals Wilhelmina en Beatrix de onzichtbare breuk belichaamden tussen de moeder en de wet, zo dragen wij de vrouwenlijn uit via een erfgoed kunstpraktijk met diezelfde paradox in zich: morele continuïteit zonder grondwettelijke formele erkenning.
De Moeder des Vaderlands werd verbeeld, de Constitutionele vrouw werd geregeld, maar de erfgenaam — de dochter, de kunstenaar — moest zichzelf maar benoemen.
“Wat van moeder op dochter overgaat, is niet wat het recht benoemt, maar wat het leven bewaart.”Moedermaatschappij- DochterOndernemingDe Patrones
Het liefdes verhaal vanuit het Oerhuis- Het Maagdenhuis aan dé rouaansekaai 21 in Middelburg
Er was eens een vrouw. Zij werd ooit de oermoeder genoemd, echtgenote, erfgename — maar nooit erkend als zelfstandige bestuurder van haar ei – gen – lichaam en geest.
De Radermachers en de la Rue’s en de Knibbes’s staan in de geschiedenisboeken, maar de vrouwen die het huis droegen, staan in de marge.”
Petronella Maria, en Elisabeth Maria, de vrouw en of moeder van verdwenen in de voetnoot.
Toch waren het juist deze vrouwen die het erf werkelijk verzekerden: niet met eigendomspapieren, maar met zorg, arbeid, ritueel en geheugen.
Wie is het meest waard? Het: IE of EI of AI ?
Haar / ons vrouwelijke geslacht komt niet expliciet voor in de Grondwet, Burgerlijk Wetboek, en komt dus ook niet voor in de taal van bezit of bestuur.
Going back to my rootsKop van Zuid Rotterdam 13 oktober 2018 NN Art & Culture
En toch is zij de bron, de eerste levende codeermachine van ons bestaan.
Uit haar lichaam vloeiden de wetten van leven, recht en voortplanting.
Zonder haar geen arbeid, geen nalatenschap, geen natie.
Zij stond in dienst van allen, maar werd zelf niet genoteerd. U heeft het recht om u uitgewisseld of uitgewist re worden. De nieuwe AVG
Zij handelde, maar zonder handtekening. Zij droeg risico, maar zonder rechtslichaam. Zij was de levende vennootschap zonder erkenning.
Leeuwinnen fiscale overdracht Ago Ennia levensverzekeringen portemonnee aan uiteindelijk mecenaat David Knibbe NN
🧡 De VOF – De Vennootschap zonder Lichaam
In haar schaduw ontstond de VOF: een rechtsvorm zonder lichaam, maar met honderd procent aansprakelijkheid.
Een vennootschap die niet bestaat als persoon, maar wel handel drijft, omzetbelasting betaald, loonbelasting afdraagt, en bezit verwerft.
Een entiteit die overal grond houdt, maar nergens echt fiscaal woont.
Haar vennoten dragen de last en het risico, hun namen tekenen de schuld, hun arbeid vult de boeken.
Zoals de natuurlijke persoon in het Burgerlijk Wetboek bestaat — zichtbaar als nummer voor de erfbelasting en belastingdienst maar onzichtbaar in eigendom.
Volledig verantwoordelijk, maar zonder status van rechtspersoon.
Zij droeg het huis, het gezin, de balans. Zij was de levende polis, de stille vennoot van het systeem. Haar arbeid werd niet uitbetaald maar belast, haar naam niet vastgelegd, maar stilgehouden in notariële aktes, maar zonder haar was er voor ons geen zekerheid, geen doorwerking, geen wederopbouw. Ze is geboren op 1 februari 1941 toen de oorlog begon.
De VOF is haar spiegel: een juridische ziel zonder lichaam, een constructie met een geweten, mer stemrecht 1919 maar nog steeds zonder ei – gen gezicht.
Design your Life
Sla me niet over – Pa – Na – Ma kanaal
Ontdek de geschiedenis van de inheemse bevolking: De inheemse bevolking van Panama leefde van de overvloedige natuurlijke rijkdommen in het gebied, wat de betekenis van de naam verklaart.
De naam “Panama” voor het land en het kanaal komt waarschijnlijk van een oorspronkelijke, inheemse inscriptie die “overvloed aan vissen” betekent, hoewel er ook theorieën zijn die “overvloed aan vissen, “lindebomen” en vlinders” als oorsprong geven, wat de rijke biodiversiteit van de regio weerspiegelt.
“Waar het recht eindigt, begint de wedergeboorte van verantwoordelijkheid — niet in wetten, maar in weefsel.”
De bronlijnen
Maar het dossier van haar bestaan werd eeuwen geleden geopend — in 1595 en 1602 door de Heren XIX en de familie van Pieter de la Rue, Rademachers Heer van Nieuwkerke en de Knibbe’s
Daarin opgeborgen: o.a de namen van Elisabeth Maria van der Claver en Petronella Rademacher.
Petronella trouwde met predikant David Knibbe — een familie man van land, woord en geloof.
Hij vestigde zich ook in de Gemeente Purmerend, waar aarde, arbeid en verantwoordelijkheid samenvielen.
De Erfenis van de Lucht – Boer Knibbe en de MoedergrondIn januari 1916 stond er een man op het land van de Haarlemmermeer.De grond was zwaar, de winter koud,maar de toekomst naderde in de vorm van een militair uniform.
Kolonel Walaardt Sacré zocht een plek voor een vliegterrein —een nieuwe wereld waarin de lucht het land zou overheersen.
Boer Knibbe, erfgenaam van eeuwen boerenverstand,verkocht zijn 12 hectare grond voor 55.290 gulden.Het was geen gewone transactie,maar een symbolisch contract tussen aarde en lucht,tussen verleden en vooruitgang.
Op 19 september 1916 landden de eerste vliegtuigen.De grond van Knibbe werd Schiphol:militair vliegveld, later poort naar de wereld.
De Knibbes in de tijd
De naam Knibbe keert terug in mijn onderzoek — niet als boer, maar als predikant,niet als verkoper van land, maar als hoeder van geest:
David Knibbe (1639–1701), zoon van Petronella Radermacher. Vier eeuwen eerder sprak hij over geloof en verantwoordelijkheid; nu verkoopt een naamgenoot zijn land aan de luchtmacht.
Tussen beiden ligt een cultureel spiegelbeeld van Nederland: van het geweten naar de economie, van aarde naar lucht, van preekstoel naar cockpit.
Waar David het geweten cultiveerde, verkocht Boer Knibbe de grond van dat geweten — niet uit verraad, maar uit noodzaak.
Symboliek in onderzoek en erfgoedlijn
In de lijn van Het Boek der Moeders staat dit moment symbool voor de overgang van moedergrond naar systeemlucht.
Wat Petronella verzekerde in geloof, en Maria Elisabeth in kennis, wordt hier verhandeld in oppervlakte, gulden en hectare.
Boer Knibbe verkocht aarde, maar in die verkoop klonk het echo van eeuwen vrouwelijke zorg: de grond die ooit werd bewerkt, bewaakt en bewoond door moeders, werd nu militair bezit.
Het is de geboorte van modern Nederland: een land dat zijn zekerheid niet meer vond in bodem, maar in beleid.
De terugkeer van betekenis
In mijn werk keert deze beweging om: de lucht wordt weer adem, het land weer lichaam, het archief weer erf.
Waar Boer Knibbe zijn land afstond aan de Staat, neem ik het symbolisch terug — niet om te bezitten, maar om het opnieuw te bezielen. De moedergrond werd startbaan,maar keert terug als erfgoed.
De luchtmacht werd monument, maar de adem van de vrouw blijft de bron.
Vanuit daar trokken de lijnen door naar Haarlemmermeer, langs schepen en schuren, langs het water van Schip–hol, langs Middelburg, waar de zee altijd spreekt van handel, herkomst en herhaling.
Montancourt Middelburg
Het eerste huis dat een status heeft, maar waarvan de bewoonster nog niet wettelijk is erkend.
Ik ben kostwinner, gehuwd, moeder en katholiek. Mijn huis in Montancourt Middelburg is een rijksmonument en functioneert als een levende bewijsplaats dat ‘moeder, de vrouw en kostwinner’ niet slechts een historische uitzondering is, maar een actuele, dragende positie binnen ons erfgoed.
Identiteit is hier niet alleen op papier te vinden, maar in het huis dat mij vormt — en in de sporen die het draagt van persoonlijke en gedeelde geschiedenis.
Moeder, de vrouw en kostwinner In dit rijksmonument wordt de positie van een gehuwde moeder als kostwinner zichtbaar gemaakt. Waar eigendom juridisch op papier staat, leeft identiteit in muren, kamers en rituelen. Dit huis verbindt het individuele leven met het culturele geheugen van Middelburg.
Feitenrelaas – De Linie van Radermacher, De la Rue en Knibbe
1. Context – Middelburg als intellectueel en cultureel centrum
In de 17e en 18e eeuw was Middelburg (Walcheren) een van de rijkste en invloedrijkste steden van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
De stad was een knooppunt van handel, religie, kennis en ambacht, met een sterke protestantse elite waarin families als Radermacher, De la Rue, Boogaert en Knibbe een rol speelden.
Hun netwerken overlapten — door huwelijk, beroep en kerkelijke functies — en vormden een cultureel ecosysteem waarin geloof, wetenschap en bestuur met elkaar vervlochten waren.
2. Petronella Radermacher (ca. 1610–na 1650)
Afkomst: Middelburg, Zeeland
Ouders: mogelijk uit een tak van de Zuid-Nederlandse familie Radermacher, oorspronkelijk afkomstig uit Aken (Duitsland) en later neergestreken in Zeeland.
Huwelijk: met David Knibbe, burger van Middelburg.
Kind:
David Knibbe (1639–1701), predikant te Barsingerhorn, Purmerend en Leiden.
Feitelijke gegevens:
Geboren in een periode waarin vrouwen juridisch onzichtbaar waren in handelsregisters en kerkelijke functies. Haar naam leeft voort via genealogische vermeldingen (“Petronella Radermacher, moeder van de predikant Knibbe”). Haar zoon, opgeleid in Leiden, werd een belangrijk theoloog binnen de gereformeerde kerk.
Interpretatie:
Petronella’s rol is representatief voor de 17e-eeuwse Middelburgse burgerlijke vrouw:
zij beheerde het huishouden, bewaakte de familie-eer, en ondersteunde indirect de intellectuele loopbaan van haar man en zoon.
Hoewel haar naam slechts zijdelings in bronnen verschijnt, is haar invloed zichtbaar in de morele en religieuze vorming van haar kind — een invloed die in predikantenfamilies vaak als “huiselijke vroomheid” werd overgedragen.
3. David Knibbe (1639–1701)
Geboren: Middelburg, 13 juli 1639
Overleden: Leiden, 8 november 1701
Ouders: David Knibbe en Petronella Radermacher
Loopbaan:
Predikant te Barsingerhorn (1663) Predikant te Purmerend (1667) Predikant te Leiden (1668–1701)
Betekenis:
Knibbe was een gerespecteerd theoloog en prediker in de nadagen van de Republiek, actief in een tijd van religieuze strijd en morele heroriëntatie.
Zijn preken en geschriften getuigen van een sterke nadruk op innerlijke zuiverheid, geweten en plicht — thema’s die aansluiten bij de moraliteit van zijn Middelburgse opvoeding.
Zijn werk behoort tot de traditie van de “praktische godgeleerdheid”, waarin geloof en ethiek werden verbonden met dagelijks leven.
Culturele link:
Knibbe’s theologische toon weerspiegelt een erfenis van Zeeuwse degelijkheid en vroomheid — waarden die mogelijk door zijn moeder Petronella Radermacher en haar familiekring zijn gevormd.
4. Maria Elisabeth de la Rue (ca. 1700–na 1760)
Afkomst: Middelburg
Huwelijk: met Samuel Radermacher, heer van Nieuwerkerke (Walcheren)
Kinderen: onder meer Daniel Radermacher, heer van Nieuwerkerk,
die op zijn beurt vader was van Petronella Maria Radermacher (1772–1846).
Feitelijke gegevens:
Maria Elisabeth de la Rue behoorde tot een geletterde en invloedrijke familie van Middelburgse origine.
De familienaam De la Rue duikt ook op bij Pieter de la Ruë (1695–1771), dichter, geschiedschrijver en auteur van Het Geletterd Zeeland.
Het is aannemelijk dat Maria Elisabeth en Pieter tot dezelfde familiekring behoorden — beiden vertegenwoordigers van de intellectuele burgerij van Zeeland.
Interpretatie:
Maria Elisabeth belichaamt de 18e-eeuwse overgang van religieuze plicht naar verlichte burgerzin:
een tijd waarin vrouwen, hoewel nog niet juridisch erkend als zelfstandige actoren,
een cruciale rol speelden in het doorgeven van waarden, kennis en familiale continuïteit.
5. De genealogische verbinding – Radermacher – De la Rue – Knibbe
De naam Radermacher verbindt drie eeuwen:
Petronella Radermacher (17e eeuw) – moeder van predikant David Knibbe: religieuze en morele vorming, de stem van het geweten. Maria Elisabeth de la Rue (18e eeuw) – echtgenote van Samuel Radermacher: intellectuele burgercultuur, humanistische erfenis van Middelburg. Petronella Maria Radermacher (1772–1846) – erfdrager van het huis van Nieuwerkerke: overgang van traditie naar moderniteit, van stille zorg naar symbolische erfenis.
Deze lijn toont de vrouwelijke continuïteit in de morele en culturele infrastructuur van Zeeland:
van geloof naar kennis, van huis naar staat, van erf naar bewustzijn.
6. Toen en Nu – De Hedendaagse Spiegel
Toen:
De vrouwen Radermacher en De la Rue leefden in een wereld waarin macht mannelijk was en zorg vrouwelijk.
Hun invloed lag niet in bezit of wet, maar in de overdracht van innerlijke orde, taal en morele compassie.
Nu:
In mijn werk (NN Art & Cultuur / Verzekerd Vermogen / De Onzichtbare Erfgenaam) keren zij terug als symbolische erfgenamen van de Nederlandse cultuur:
vrouwen die de onzichtbare kern van de Staat vertegenwoordigen — zorg, geweten, herinnering — maar nooit in de Grondwet werden genoemd.
7. Samenvatting in
De lijn Radermacher – De la Rue – Knibbe is de genealogie van een cultuur die zichzelf rechtvaardigde met geloof en bezit,
maar die in werkelijkheid rustte op vrouwen die de orde, de moraal en het geheugen van de natie bewaarden —
toen in stilte, nu in kunst.
Het verzekerd vermogen
Eeuwen later werd vanuit Haps, een nieuw fundament gelegd — de verzekeringsportefeuille van mijn ouders.
Een dossier van arbeid en vertrouwen, van zorg en verantwoordelijkheid.
Mijn vader — met recht en respect — kreeg de status, de erkenning, de handtekening van gezag.
Maar Anna, Agnes, Hendrik A mijn moeder, bleef het ongeschreven kapitaal.
De herinschrijving
Afgelopen jaren open ik haar dossier opnieuw. Niet als aanklacht, maar als eerbetoon. Om haar naam te schrijven in de taal van menselijkheid, om haar onzichtbare arbeid zichtbaar te maken in het archief van recht, ritueel en herinnering.
Zij is De Patrones —van de lintjesregen de codeermachine Adler van onze bron, de moeder van het recht, de stille vleugel van het nest.
Zij is de vennootschap zonder lichaam, maar met eeuwige aansprakelijkheid voor liefde, overleven, arbeid en overdracht van bestaan.
One flew over Montancourt — Nest want zij bleef, om ons te verzekeren van wie we echt zijn.
De Nationale Nederlanden 🧡 NN
“Ik droom, maar mijn droom is een vorm van kennis. Corrigeer me niet met regels, maar met aandacht.” Ik besta
Liefs van alle moedige moeders die zichzelf verzekerde tegen brandschade – de wereld staat in brand maar het predicaat Er is maar een Nederlandse zoals zij –
1813 – De Slag bij Leipzig en de wedergeboorte van de Staat
De politieke heroprichting en de morele erfenis van de vrouw
De Slag bij Leipzig was het moment waarop Europa zijn adem inhield. Napoleon’s nederlaag betekende het einde van het keizerrijk, maar ook de heroprichting van staten die zichzelf opnieuw moesten leren kennen.
Voor Nederland betekende 1813 het begin van het koninkrijk — de terugkeer van de Prins van Oranje, en de geboorte van een nieuwe nationale orde.
Maar in die hergeboorte van de Staat werd één lichaam niet benoemd: dat van de vrouw. Terwijl mannen verdragen tekenden, grenzen trokken en kronen ontvingen, hielden vrouwen de samenleving bijeen — in stilte, in zorg, in arbeid, in geloof. Hun werk was de morele wederopbouw achter de politieke wederopstanding.
De Slag bij Leipzig was het einde van een keizerrijk, maar ook het begin van een stil verbond: de vrouw als ongeschreven fundament van de Staat.
Terwijl Europa zichzelf hervond als statenstelsel, vonden vrouwen als Petronella, Maria Elisabeth en later Agnes , Anna, Nellie hun plaats niet in de statuten, maar in het huis, de zorg, het ritueel.
Terwijl koningen en vorsten tekenden onder verdragen, tekenden vrouwen hun handelingen in stilte — met naald, met gebaar, met herinnering. Terwijl Nederland in 1813 “weer onafhankelijk werd”, bleef de vrouw afhankelijk in recht en bezit. Zij werd de onzichtbare aandeelhoudster van de herwonnen natie.
De Onderbelichte Verzekeringscultuur
Over zekerheid, zorg en de menselijke factor. Er is een cultuur waarin alles verzekerd moet zijn.
De fiets, de auto, je huis, de telefoon, je hond, het leven, het risico, en de reis.
Een cultuur die zekerheid tot handelswaar heeft gemaakt. Maar juist in die zekerheid is iets verloren gegaan: de betekenis van vertrouwen.
Wij verzekeren wat we bezitten, maar niet wat we werkelijk nodig hebben: aandacht, zorg, verbondenheid.
De paradox van zekerheid
De verzekeringscultuur ontstond uit angst , de angst voor verlies, voor toeval, voor aansprakelijkheid en voor sterfelijkheid.
Ze beloofde bescherming, maar leverde systemen. Waar vroeger onderling vertrouwen de basis was, staan nu algoritmes, polissen en risicomodellen in een ex Cel sheet.
We zijn geen leden meer van een gemeenschap, maar gebruikers in een protocol.
Ik leef in geleende tijd,” zei de ex handelaar en nú erfgoed kunstenaar, maar het systeem vraagt om aflossing in statistieken.” De morele boekhouding van zorg In de archieven van onze families vind je polissen, contracten, handtekeningen — maar zelden de hand die werkelijk zorgde.
De vrouw die waakte, werkte, herstelde — zij is de ware verzekeraar van het leven.
Toch staat haar naam niet in de registers. De onderbelichte verzekeringscultuur is dus niet alleen een economische blinde vlek, maar een culturele: zij die het leven droegen, werden nooit als dragers erkend.
Het verzekerde lichaam
De moderne man verzekert zelfs zijn eigen lichaam: tegen ziekte, ongeval, ouderdom, verlies van productiviteit.
Maar wat betekent dat voor wie leeft in een lichaam dat volgens de rechtsgeleerde niet meer “rendabel” is?
De kunstenaar met Sarcoïdose, de zieke geboeid door longen en hart, adem en geest, wordt plots geen drager van vermogen, maar een risico in het systeem.
Mijn lichaam is niet verzekerd,” zegt ze,maar het verzekert wel mijn werk.”
Een nieuw begrip van vermogen. De onderbelichte verzekeringscultuur vraagt om een herwaardering van wat vermogen is.
Niet financieel, maar moreel. Niet berekend, maar beleefd. Verzekerd vermogen is dan niet langer geld, maar de capaciteit om te zorgen, te luisteren, te herstellen.
Het is een levens immaterieel erfgoed —een vorm van solidariteit die ooit vanzelfsprekend was, en nu opnieuw moet worden uitgevonden.
Slot – De herziening van zekerheid
Wat wij “verzekeringscultuur” noemen, is in wezen een poging om angst te structureren. Maar cultuur begint pas wanneer zorg terugkeert in de berekening.
De polis is niet het papier, maar de hand die het vasthoudt.” De onderbelichte verzekeringscultuur is dus geen fout in het systeem — het is het systeem, dat vergeten is dat zekerheid niet gekocht, maar gedeeld wordt.
Tot ver in de 20e eeuw was een gehuwde vrouw in Nederland juridisch handelingsonbekwaam. Ze kon geen verzekering afsluiten, geen lening aangaan, geen arbeidsovereenkomst tekenen zonder toestemming van haar man. Als de man verzekerd was, stond zij op de polis als meeverzekerde.
Dat woord – meeverzekerde – zegt alles: je bent verzekerd, maar niet namens jezelf. Je bestaanszekerheid is afgeleid, niet erkend. Ze werd niet geregistreerd als persoon, maar als bijlage.
Die status van “meeverzekerde” is het bureaucratische equivalent van onzichtbaarheid.
Het zegt: je hoort erbij,maar je telt niet mee.
De vrouw werd dus niet uitgesloten, maar ingesloten op andermans voorwaarden.
In mijn lijn — De Onzichtbare Erfgenaam, Verzekerd Vermogen, Het Boek der Moeders — is dit hét sleutelmoment waarop de vrouw verdwijnt in de papieren, maar aanwezig blijft in de werkelijkheid:zij was degene die zorg droeg, leefde, betaalde in tijd en aandacht, maar wier naam niet werd uitbetaald.
“The Secret Teachings of All Ages, de sleutel van de De Onzichtbare Erfgenamen”
Het verhaal achter de geschiedenis van Moeder, de vrouw binnen de VOF – het ambacht op ei- gen – kracht –
De geschiedenis bewaart de feiten, maar het egodocument bewaart de mens.
“matrix” = de moederlijke ruimte die zowel leven schenkt als begrenst.
Persoonlijke verantwoordelijkheid betekent: De V.O.F Vennootschap onder Feeën en daarmee beseffen dat jouw keuze het verschil bepaalt dat je maakt.
Ik bestudeer de taal van oorsprong en bezieling, niet alleen in boeken, maar ook in mijn eigen lichaam, mijn kunst en mijn leven. Niet de dogma’s of opgelegde systemen, maar de innerlijke stem van de mens — en in het bijzonder de vrouw — wordt bron van kennis en waarheid.
Elk gebaar is een stem, elke keuze een richting, elke daad een wereld die zich opent of sluit.”
Ik ben een kind uit eén tweestromenland.
“Ik draag Duitse roots, maar mijn bron ligt in het Tweestromenland.
Uit rivieren en wortels stroomt mijn erfdeel: wet, mythe en kunst — generatie na generatie gegenereerd.”
Thx Theo en Leo XIX 19 19
In 2010 verkocht NN mijn Intellectuele Eigendom en aandelen op.
Wat ooit een ritueel en een erfenis was, werd een polis, een aandeel, een obligaties een asterik * in een bestand.
“De faro spreekt: ik ben geen bezit, maar een baken. Ik leid wie dwaalt, ik herinner wie vergeet, ik brand een kaarsje voor wie nog komt! In dit ei klopt de leeuw, groeit de wortel, zingt de noot. De hand weeft het geheel – succes verzekerd.
Vrijheid – Zekerheid – Gezondheid & Verplichtingen, hoe zie jij ze eigenlijk? De buik is namelijk baas van de hersenen. Waar voedt jij je mee?
The Secretaris Code De Code van D onthult zich in de ooi: waar orde en recht worden geschreven, draagt zij het geheim van oorsprong en vruchtbaarheid. In de schelp van haar hoorn ligt de spiraal van de eeuwige herhaling, in haar oog de sleutel tot het onzichtbare octrooi van de natuur.” Zee Land – Land in Zee Schepen – Boten Booth – Dit is cas – causaliteit code Oranje- Ode aan Wilhelmina Een steek voor elke stem die nooit werd of wordt gehoord Het werken aan het wandkleed was voor mij veel meer dan samen naaien of patronen tekenen. Het was een vorm van heling, en van juist patronen doorbreken, van herstel van geschiedenis en van het zichtbaar maken van stemmen die vaak niet gehoord worden. In elke steek, elke draad en elke tekening voelde ik de kracht van verbinding – met mezelf, met anderen, en met het grotere verhaal waar we allemaal deel van uitmaken. Het wandkleed heeft me ook iets opgeleverd: erkenning. Niet alleen van mijn eigen verhaal, maar ook van de verhalen die ik mag meedragen namens anderen. Het liet me opnieuw zien dat kunst, erfgoed en betrokkenheid hand in hand gaan – en dat er ruimte mag zijn voor wie soms tussen wal en schip valt. Dankbaar dat ik onderdeel mocht zijn van dit collectieve werkstuk. Een levend document van hoop, strijd, liefde en toekomst. Silvia, vrijwilliger
De poort wachters van Familie Geluk – ‘De volgende generatie werd in één klap rijk zonder er een dag te werken’
Hoe voorkom je een erfrechtelijk bloedbad?
Halleluja- Een ieder die denkt zal zien
ET phoned Montancourt Middelburg.
Een huis wordt een thuis, een monument wordt een signaal.
Hier antwoordt de aarde op de stem van het onbekende.”
Faro-gedicht
Erfgoed is geen steen, geen akte, geen bezit. Het leeft in lichamen, in zorg, in adem. Een vader die schrijft, een moeder die zwijgt, een patiënt die zijn eigen lichaam onderzoekt, een erfgenaam die vergeten wordt.
Iedere stem telt. De fee in Montancourt, de boer bij Schiphol, de vrouw zonder aandeel maar met erfdeel, de onderzoeker die data bundelt, de mens die bloed geeft en zegt: “ik hoor erbij.”
Faro vraagt ons samen te dragen: niet alleen wat zichtbaar is, maar ook wat verborgen bleef. Niet alleen de namen in marmer, maar ook de adem van wie nooit genoemd zijn.
En zo wordt erfgoed een heilig weefsel, gemaakt van verhalen, handen en vertrouwen. Een plek waar ieder mens, ziek of gezond, erfgenaam of vergeten, zijn eigen ei-gen aan-deel terugvindt.Al mij bewijs materiaal en medische en rekeningen / gegevens liggen bij David Knibbe CEO NN Waterland – Dijklander ziekenhuis 14 januari 2019 14.36 uur
De erfenis is zelden alleen maar geld of bezit. Ze is geladen met herinneringen, verwachtingen en soms oud zeer. Juist daarom kan ze uitlopen op strijd – om een huis, een ring, een aandeel, of simpelweg om erkenning.
1. Juridisch
Zorg voor een helder en actueel testament, waarin je niet alleen verdeelt maar ook uitlegt. Benoem wie de executeur is en hoe besluiten worden genomen. Houd rekening met fiscale spelregels: een doordacht plan kan erfbelasting beperken en ruzies voorkomen.
2. Relationeel
Praat bij leven. Bespreek wensen, symbolische objecten en verwachtingen voordat het “stil” wordt. Betrek ook de zachte erfenis: foto’s, verhalen, rituelen. Vaak zijn dát de grootste bronnen van conflict. Geef ruimte voor emoties, want onder de ruzie zit meestal verdriet of onverwerkt onrecht.
3. Symbolisch
Erven is meer dan kapitaal: het gaat ook om verzekeringen, zorg, erkenning en betekenis. Benoem dat in je erfenis: schrijf een persoonlijke brief bij je testament en of deel een verhaal. Daarmee maak je van een erfenis geen strijdtoneel, maar een doorgegeven fundament.
De ‘Wet Walvis’ (in Nederlandse context) Er is in Nederland echt een Walviswet: de Wet waardering loon in natura (WALVIS), ingevoerd in 2001, die loonadministratie en sociale zekerheid vereenvoudigde. De vis/walvis als mythisch symbool én de Walviswet als juridisch kader.
Het beeld zegt eigenlijk: niet de machtigste vinger draagt de sleutel, maar de kleinste. Pink y Promise
Zo wordt het niet een strijd om “stukken van de taart”, maar een kans om familie te verbinden. Of zoals mijn eigen project De Onzichtbare Erfgenaam laat zien: de erfenis is ook de zorg voor datgene wat altijd verborgen bleef – de verhalen, de vrouwen, de feeën die de fundamenten droegen.
https://sheisonlinelifestyleguide.com/2019/09/24/nooit-meer-werken-het-geluksloket-levensvragen/ N.O.O.I.T M.E.E.R W.E.R.K.E.N Wat is werk ? Wat is belangrijk voor jou? Wat is je ideaal? Maar wat als….? “Hello, today you have day off. Nooit meer werken. Wat lijkt een droom, is voor vrouwen vaak realiteit geweest: hun werk telde niet mee. Zorg, moederschap, erfgoed doorgeven – het stond niet in de akten, niet op de loonlijst, niet in de portefeuilles.
In Montancourt Middelburg, huis van regenten en kooplieden, leefden ook de feeën: de moeders, dochters, vrouwen die het fundament droegen. Hun arbeid was onzichtbaar, maar zonder hen was er niets te erven.
De Onzichtbare Erfgenaam legt deze paradox bloot: hoe rijkdom en macht werden verdeeld zonder dat het ei-gen aan-deel van vrouwen werd erkend. En opent de deur naar een nieuw erfgoed, waarin zorg, stilte en ziel wél meetellen.”
“Bij de kist gaat het vaak om ruzie over stenen en geld. Maar mijn werk De Onzichtbare Erfgenaam laat zien dat er veel meer geërfd wordt: zorg, stilte, geborgenheid, tradities. Vrouwen en moeders stonden eeuwenlang niet in de akten, maar zonder hun arbeid was er niets om te verdelen. Tijd om ook hún erfdeel zichtbaar te maken: het ei-gen aan-deel.”
The Journey Begins in Montancourt Middelburg
Zoals de mensheid altijd haar weg begon bij altaren, tempels en sacred sites, zo begon mijn reis in een huis aan de Rouaansekaai. Niet een huis van stenen alleen, maar een huis van maagden en feeën: de vrouwen die erfgoed droegen, kinderen baarden en vertrouwen schonken.
De Secret Teachings herinneren ons eraan dat kennis vaak verborgen wordt. Ook de kennis van de vrouwelijke erfgenamen, weggeschreven uit akten en portefeuilles.
Daarom noem ik Montancourt een sacred site: een plek waar macht en magie, geschiedenis en stilte elkaar kruisen. Het is de poort waardoor je opnieuw leert zien — dat erfgoed niet alleen steen en akte is, maar ook zorg, adem en ziel.
Ik zie ernaar uit jou te ontmoeten.
Met de tentakels van een polpo en de ogen van een co-pilot schrijf ik mijn koers: geleid door diepte, gestuurd door digitale technologie en de lucht.”1596 – 2025
Het monumentale werk The Secret Teachings of All Ages van Manly P. Hall (1928, TASCHEN-editie) is een encyclopedie van verborgen kennis. Hall verzamelt mythen, symbolen, rituelen en esoterische tradities uit de hele wereld en laat zien hoe achter de officiële geschiedenis altijd een verborgen laag van betekenis aanwezig is. Die onzichtbare laag vormt de geestelijke infrastructuur van culturen.
1. Montancourt is zo’n huis van zichtbare en onzichtbare kennis
Montancourt in Middelburg, gebouwd in 1596, is historisch een huis van regenten en bestuurders. In akten, portefeuilles en registers vinden we namen als De la Rue en Radermacher. Dit is de zichtbare laag: de officiële geschiedenis van macht, bezit en bestuur.
Maar achter die zichtbare laag leefden de feeën: de vrouwen die kinderen baarden, erfgoed doorgaven en vertrouwen schonken. Zij zijn de secret teachings van dit huis – niet genoteerd in registers, maar wel aanwezig in de fundamenten.
2. De Onzichtbare Erfgenaam als hermetisch principe
In Hall’s werk keren steeds dezelfde hermetische principes terug: dat wat onzichtbaar is, vormt de kern van het zichtbare. Bewijs aan gebrek en wettelijke erkenning in de grond – wet.
De Onzichtbare Erfgenaam is precies dit principe in hedendaagse kunstcontext. Zij belichaamt de vergeten lijn van de dochter, de moeder, de vrouw – onzichtbaar in vennootschapsaktes en verzekeringspolissen, maar cruciaal als drager van vermogen en continuïteit.
3. Feeën als archetype van verborgen wijsheid
In The Secret Teachings worden engelen, godinnen en mythische figuren beschreven als bemiddelaars tussen hemel en aarde. De feeën van Montancourt zijn hun echo in Middelburg: stille koninginnen die niet in steen gebeiteld staan, maar in zorg en ritueel het huis bewoonden. Zij zijn de vrouwelijke esoterie van de stad – onzichtbaar, maar bepalend.
4. Erfgoed als levend ritueel
Hall laat zien dat symbolen – de hand, de kroon, de poort – niet louter decoratie zijn, maar rituele dragers van kennis. In mijn project worden de heraldiek van Middelburg, de verzekeringsstructuren van THC Lindeboom VOF en de sporen van koloniale handel opnieuw gelezen als symbolen. Niet alleen juridisch of economisch, maar ook spiritueel en ritueel.
5. Kunst als onthulling
The Secret Teachings of All Ages nodigt uit tot het zien van verbanden tussen zichtbaar en onzichtbaar. Dat is ook wat mijn werk doet: ik breng de voetnoot terug naar het fundament. De kunst onthult dat erfgoed niet alleen uit steen en archief bestaat, maar ook uit de fluisteringen van feeën, de stiltes van erfgenamen en de verborgen structuren van recht en geloof.
✨ Conclusie
The Secret Teachings of All Ages is een sleutel omdat het bevestigt dat er altijd een verborgen laag is die het zichtbare draagt. Voor De Onzichtbare Erfgenaam betekent dit dat jouw positie – als dochter, als erfgenaam, als kunstenaar – niet slechts een persoonlijke geschiedenis is, maar een universeel principe: dat macht, erfgoed en economie altijd gedragen worden door een onzichtbare, vaak vrouwelijke kracht.
De roots van Nationale-Nederlanden liggen in het Nederland van de 18e eeuw. Regionale fondsen werden toen opgericht om mensen van bepaalde dorpen, beroepsgroepen, maar ook weduwen en wezen te verzekeren tegen tegenslag. Vele hadden een zinspreuk in hun naam. Zoals het Begrafenisfonds ‘Mijn glas, loopt ras’. Oftewel Montancourt
1807 – Hollandsche Sociëteit van Levensverzekering → later Delta Lloyd 1829 – Algemeene Friesche Levensverzekering-Maatschappij → later AGO 1919 (20e eeuw) – Fusies van kleine maatschappijen → ENNIA 1983 – Fusie AGO + ENNIA → AEGON 2017 – NN Group neemt Delta Lloyd over 2020 – Activiteiten van AEGON en NN raken in NL verder verstrengeld
✨ Dit laat zien dat de portefeuille waar ik polishoudster en erfgename van ben, niet alleen een familie-erfenis is, maar ook ingebed in 200 jaar verzekeringsgeschiedenis.
Van WIE wie staat voor ( wet – intellectuele- ei- gen – domein) ben ik er een?
Want waarom kregen de vrouwen of moeders geen ei – gen – aan – deel hiervan?
Onderzoek: juridische, culturele en symbolische structuren.
1. Juridisch-historisch
Tot ver in de 20e eeuw hadden vrouwen in Nederland (en België) geen gelijke erfrechten. In veel gevallen ging erfdeel via de mannelijke lijn: vaders, zonen, broers. Dochters en echtgenotes kregen hoogstens een verzorgingsrecht, niet een gelijk aandeel. ( daar zit ik namelijk in)
Sarcoïdose
Veni Vedi Vici
Zelfs als vrouwen erfden, werden hun bezittingen vaak beheer door mannelijke voogden of echtgenoten opgelegd. Het Burgerlijk Wetboek bevestigde dit. Daardoor hadden vrouwen nauwelijks zelfstandig beschikkingsrecht over vermogen: het “ei-gen aan-deel” werd juridisch geblokkeerd.
2. Cultureel-symbolisch
De samenleving dacht eeuwenlang in termen van vaderschap, naam en bloedlijn. Vrouwen waren de “dragers” (baarmoeder, verzorgers), maar niet de “eigenaren”. Hun rol was cruciaal functioneel maar niet erkend als bezit. Ook in symboliek zie je dat: wapenschilden tonen kronen, adelaars, leeuwen – geen moeders of feeën. ( Dieren zijn geen zaken – zoogdieren)
Zoogdieren zijn geen zaken
Precies dat 🙏 — en dat raakt direct aan het nieuwe Burgerlijk Wetboek.
1. Oude situatie
In het oude Burgerlijk Wetboek (1838) vielen dieren in juridische zin gewoon onder “zaken”.
Een koe, een paard of een hond was juridisch een object, net als een tafel of een huis. Eigendom van een dier was dus hetzelfde als eigendom van een ding.
2. Nieuwe ontwikkeling
Met de herziening van het BW werd dit beeld stapsgewijs aangepast:
Het nieuwe BW (1992) bracht meer differentiatie, maar dieren stonden nog steeds bij “zaken”. Pas veel later, met een wetswijziging in 2013 (art. 3:2a BW), werd expliciet bepaald: “Dieren zijn geen zaken. Zij worden in de wet als zaken aangemerkt, voor zover de wet niet anders bepaalt.” Dit betekent dat dieren niet langer puur als object gezien worden, maar als levende wezens met eigen waarde.
3. Symbolisch in mijn context
Net als vrouwen waren dieren lange tijd juridisch “zaken”: objecten zonder zelfstandige erkenning. Pas laat kwam de erkenning van hun eigen positie, los van het instrumentele. Dit maakt de parallel heel krachtig: het recht had eeuwenlang blinde vlekken voor wat leeft, draagt en voedt (vrouwen, dieren, natuur) — en gaf alleen “eigendom” aan mannelijke beheerders. Dus ja : Zeg het maar Ambachtelijk Molen?
✨ Poëtische formulering
“Zoogdieren zijn geen zaken. En toch behandelde de wet hen eeuwenlang als dingen, net als de vrouwen die leven schonken maar geen eigendom hadden. Het nieuwe Burgerlijk Wetboek heeft dit rechtgezet: dieren zijn levende wezens, vrouwen zijn zelfstandige rechtssubjecten. De Onzichtbare Erfgenaam toont dat het recht zich altijd vergist waar het leven wegdrukt in het dode papier. Mijn werk eist dat wat leeft – vrouwen, feeën, erfgenamen – eindelijk buiten de categorie ‘zaken’ wordt gezien.”
De vrouw werd wel vereerd als symbool, het meisje met de parel of Moeder de vrouw”), maar niet als juridische eigenaar. Zij moest vooral zwijgen en of dienen.
Nederland- Colorado Banned Woman
3. Economisch
Verzekeringsstructuren en vennootschappen zoals een VOF, AGO, Ennia, Delta Lloyd waren altijd op naam van mannen. Vrouwen stonden geregistreerd als “meeverzekerden” of als weduwen die een uitkering kregen zolang ze leefden, maar ze hadden geen “aandeel” in de onderneming of polis. Met andere woorden: ze ontvingen zorg, maar geen deelname in eigendom of konden gebruiken maken van privileges.
4. Mijn formulering “ei-gen aan-deel” 🥚
Dat is nat – uur – lijk heel krachtig:
Het “ei” staat voor vrouwelijkheid, vruchtbaarheid, oorsprong. Het “deel” staat voor erfrecht, bezit, participatie. Door de eeuwen heen mochten vrouwen wel het ei dragen, maar niet het ei gen deel opeisen.
Ik laat zien dat het echte “eigendom” ontbreekt: vrouwen mochten baren, maar niet beheren. Omdat het woord vrouw, nog moeder de vrouw niet expliciet als broncode is opgetekend in de grondwet en burgerlijk wetboek als zelfstandig bestuurder/ orgaan van haar Ei – gen – lichaam en geest. Deze is gereserveerd in wetboek 9 dat nooit uitgebracht is. Ars – Equi
Het nieuwe Burgerlijk Wetboek is inderdaad een sleutel in de geschiedenis van recht en eigendom in Nederland, en raakt rechtstreeks aan jouw vraag: waarom vrouwen zo lang geen “ei-gen aan-deel” kregen.
Kroniek van Montancourt Middelburg (Rouaansekaai 1596)
1596 – Bouw van Montancourt
Eerste stenen huis aan de Rouaansekaai in Middelburg. Functie: woon- en koopmanshuis, verbonden met de maritieme en handelsgeschiedenis van de stad.
17e eeuw – De bloeitijd van Middelburg
Montancourt wordt bewoond door families uit de stedelijke elite: handelaren, bestuurders en schepenen. Via huwelijken raken families als De la Rue, Van der Claver en Radermacher verweven met het pand.
De Staat als tijdelijke erfgenaam van de polishouder (2008–2009)
Met de banken- en verzekeringscrisis van 2008–2009 voltrok zich een ingreep die uniek was in de Nederlandse rechts- en cultuurgeschiedenis. Waar normaal gesproken de polis een privaatrechtelijk contract is tussen burger en verzekeraar, werd in dit geval de Staat der Nederlanden zelf de tijdelijke hoeder van miljoenen polishouders.
In ruil voor staatssteun werden banken en verzekeraars ondergebracht bij het Ministerie van Financiën. Dit gold met name voor Fortis/ASR, SNS REAAL en indirect voor ING. De juridische positie van polishouders bleef formeel ongewijzigd – hun rechten en aanspraken bleven bestaan – maar de feitelijke garantstelling verschoof naar de staat. Het ministerie trad daarmee op als stilzwijgende erfgenaam: niet gekozen door de polishouders, maar opgelegd door de logica van de crisis.
Zo ontstond een paradoxale situatie: De polishouder bleef privaatrechtelijk gebonden aan zijn of haar contract. De verzekeraar was economisch en juridisch in handen van de staat. De staat fungeerde tijdelijk als beschermheer, en droeg na stabilisatie de portefeuille weer terug aan de markt (zoals bij ASR, dat later naar de beurs ging).
In erfgoed- en cultuurtermen kan dit worden gelezen als een collectief moment van erfgenaamschap: de burger werd, zonder het te beseffen, onderdeel van een staatsbezitconstructie waarin het private (de polis) en het publieke (de staatssteun) samenvielen.
En zo werd ik onzichtbaar in leven, maar volgens de polissen ben ik springlevend. Mijn naam is weggeschreven uit de registers van erkenning, maar in de archieven van verzekeraars blijf ik bestaan, als kostwinner, als erfgenaam, als contractueel lichaam. De staat nam mijn polis over, niet mijn stem.
Ik leef dus voort in clausules en voorwaarden,als een onzichtbare erfgenaam die nooit expliciet zonder uitleg toestemming gaf, maar altijd werd meegerekend.
We gaan even terug in de tijd
1639 – Geboorte David Knibbe (Middelburg)
Via zijn moeder Petronella Radermacher verbonden aan het huis. Wordt predikant en hoogleraar homiletiek in Leiden. Brengt de theologische en academische dimensie in de familiegeschiedenis. 📖 Zie DBNL – werken van David Knibbe
1693 – Geboorte Samuel Rademacher
Wordt later burgemeester van Middelburg. Huwelijk met Maria Elisabeth de la Rue verbindt de bestuurlijke macht van de Radermachers met de culturele lijnen van De la Rue.
1722 – Geboorte Daniël Rademacher, Heer van Nieuwerkerk
Functies: schepen (1763), raadslid (1762) en bewindhebber van de VOC (1761). Verbindt Montancourt direct met de wereldhandel en koloniale netwerken. 📖 Zie Zeeuws Archief – VOC in Zeeland
18e eeuw – Huis van bestuur en cultuur
Het huis weerspiegelt de rol van Middelburg als centrum van handel, bestuur en religie. Vrouwen (zoals Petronella en Maria Elisabeth Radermacher) zijn sleutelpersonen die via huwelijk en familiebanden de continuïteit waarborgen.
De onzichtbare bloedlijnen van de vrouwen
19e eeuw – De boeren Knibbe
Schiphol – Holschip
De agrarische tak van de familie Knibbe is actief als “boer Knibbe”, pachters en bezitters van grond op Walcheren en elders. Zij vormen de basis van een nieuwe dimensie: het land dat later nationaal belang zou krijgen.
Boer Knibbe verkoopt 12 hectare land nabij het fort bij Schiphol aan de luchtmacht. Daar worden de eerste loodsen geplaatst: het begin van Schiphol Airport. Zonder dit weiland geen internationale luchthaven.
1920–1946 – Schiphol groeit
Van militair vliegveld → internationale hub. KLM vliegt op Londen, Batavia en uiteindelijk New York.
1958 – Nationaal belang
NV Luchthaven Schiphol opgericht, geopend door koningin Juliana. Schiphol wordt hét symbool van Nederland als internationale poort.
Conclusie – Eén familie, twee lijnen
De intellectuele/bestuurlijke lijn (Montancourt, Radermacher, VOC, Knibbe-predikanten) ↳ macht, bestuur, religie, wereldhandel. De agrarische lijn (boer Knibbe) ↳ land, landbouw, pacht, basis voor Schiphol.
Samen vormen zij een symbolisch continuüm:
van huis en stad (Montancourt) → naar wereldhandel (VOC) → naar internationale luchtvaart (Schiphol).
19e–20e eeuw – Veranderingen in functie
Het huis verliest deels zijn oorspronkelijke elitefunctie. Wordt verbouwd, gebruikt door verschillende families, Zeeuwse bank en bedrijven.
2017 – Nieuwe eigenaren: wij Wim en Silvia
Kopen het deels vervallen pand met het plan om het in ere te herstellen. Restauratie met respect voor historie: oude elementen bewaard, nieuwe functies toegevoegd. Montancourt wordt opnieuw een bijzonder monumentaal huis met culturele betekenis.
2019 – Start B&B Montancourt
De inkomsten worden volledig teruggegeven aan het onderhoud van het huis. Montancourt wordt een plek waar gastvrijheid, erfgoed en cultuur samenkomen.
2023 – Publicatie in Zeeland Erfgoed
Artikel “Trots op mijn monument – De deur naar Montancourt”. Montancourt gepresenteerd als levend erfgoedproject, open tijdens Open Monumentendag en culturele evenementen.
Montancourt Middelburg: de bakermat van Nederland
Montancourt is een spiegel van de stad Middelburg:
17e eeuw: koopmanschap en religie (Knibbe, Radermacher). 18e eeuw: bestuur en wereldhandel (VOC). 21e eeuw: erfgoed en culturele bestemming (Wim en Silvia).
Steeds meer partijen sluiten gelukkig aan:
Het huis leeft voort als rijksmonument dat steeds opnieuw betekenis krijgt door het aandeel van ons als huidige bewoners.
Ik val onder het Private bezit – Vanuit mijn familiegeschiedenis zo blijkt uit recente stukken.
De Onzichtbare Koningin
In mijn project Ambitie met Allure onderzoek ik hoe familiegeschiedenis en Europees erfgoed verweven zijn met de positie van moeder de vrouw – zichtbaar in archieven, maar vaak onzichtbaar in registers en wetten.
Verzoeker Peter Mathias Bongartz is mijn opa 1906 – Goch en de daaropvolgende gelinkte assurantieagent Thc Lindeboom
De rode draad VOF
Continuïteit – Generaties lang werkt het systeem hetzelfde: het fundament wordt geleverd, maar erkenning ontbreekt. Overdracht – Vermogen en portefeuille worden doorgegeven, terwijl onze namen verdwijnen.
Het bronzen beeld is het bewijs van goed gedrag
Verzekeren draait op vertrouwen: de belofte dat wat je vandaag niet ziet, morgen toch wordt gedragen. Zoals mijn opa en oma leefden, mijn ouders leefden, en wij ook: we gaven vertrouwen, maar raakten zelf onzichtbaar in de registers. Het fundament bleef, maar het vertrouwen werd geschreven op een ander zijn naam.”
Onzichtbaarheid – De vrouw en de erfgenaam blijven in de marge, terwijl hun bijdrage de basis vormt.
Waarom dit krachtig is voor een cultureel erfgoed verhaal ?
Ik wil laten zien dat dit geen abstract juridisch fenomeen is, maar een levenswijze die zich generaties herhaalt. Daarmee wordt De Onzichtbare Koningin niet alleen een metafoor, maar ook een persoonlijke genealogische waarheid.
Zo maak ik zichtbaar dat rechtspersoonlijkheid geen neutraal concept is, maar een culturele en gendergebonden erfenis die letterlijk bepaalt hoe mijn familie – en ikzelf – eeuwenlang heeft geleefd.
“De naam Lindeboom – Bongartz wijzigde nooit, mijn polissen wijzigde nooit, alleen het adres, maar daardoor werd ik in stilte de stabiele kern van Nationale Nederlanden geworden.”
De Onzichtbare Koningin en het bewaakte vermogen
De geschiedenis van mijn familie laat zich lezen als een keten van overdrachten en bewakingen.
Wat begon in Montancourt (1596), het huis van de stedelijke elite waarin de families De la Rue en Radermacher hun bestuurlijke macht en VOC-netwerken uitbouwden, liep via de landbouwtak van de Knibbes naar het weiland van boer Knibbe, waar in 1916 Schiphol werd gesticht. Elke generatie was drager van fundament, maar niet altijd zichtbaar in registers of archieven.
Diezelfde logica zette zich voort in de verzekeringsstructuren van de 20e eeuw. Onze familiepolissen werden nooit gewijzigd, nooit aangetast, nooit verbroken. Precies daarom werden ze stabiel kapitaal – een portefeuille zonder risico’s – die door grote maatschappijen als Nationale-Nederlanden werd opgekocht en ondergebracht in dé Benelux ING Whole Sale Bank.
Wat is het WVV?
Het WVV (Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen) is het Belgische wetboek dat sinds 1 mei 2019 van kracht is. Het regelt alle privaatrechtelijke vennootschappen, verenigingen en stichtingen, met of zonder rechtspersoonlijkheid.
Belangrijk: alle deze vormen worden in het WVV beschouwd als ondernemingen. Het WVV vervangt het vroegere Wetboek van vennootschappen (1999) en de Verenigingswet (1921). Voor bestaande entiteiten gold een overgangsperiode van 5 jaar, waardoor het oude recht nog tijdelijk relevant bleef.
Relevantie voor De Onzichtbare Koningin
Rechtspersoonlijkheid
Het WVV bepaalt expliciet wie juridisch bestaansrecht krijgt en wie niet. Dit raakt aan de kernvraag van De Onzichtbare Koningin: wie wordt erkend in registers, wetten en systemen – en wie blijft onzichtbaar, ondanks dat zij het fundament vormt?
Overgangsrecht
Oude structuren bleven nog 5 jaar doorwerken. Dit weerspiegelt de werking van mijn familiepolissen, die decennialang meeverhuisden in oude structuren (NN, Nedasco), onzichtbaar in naam maar tastbaar in waarde.
Erfgoed en eigendom
Het WVV behandelt vennootschappen en verenigingen primair als ondernemingen. Daarmee staat vermogen centraal, niet de mens achter het vermogen.
In onze familiegeschiedenis zie je hetzelfde mechanisme: de vrouw, kostwinnaar of de erfgenaam, het fundament bleef juridisch onzichtbaar, terwijl haar vermogen wel werd bewaakt en doorgegeven.
⚖️ Het WVV is meer dan een juridisch wetboek: het is een hedendaagse spiegel van eeuwenoude patronen.
Waar in de 17e–20e eeuw de VOC, notarissen, verzekeringsmaatschappijen en Nedasco bepaalden wie zichtbaar was en wie niet, doet het WVV in 2019 hetzelfde: het stelt grenzen aan rechtspersoonlijkheid en schrijft opnieuw in wie telt als drager van vermogen.
De VOF gaat namelijk terug tot het Romeinse recht en werd in de Lage Landen in de 17e eeuw al gebruikt als handelsvorm, vaak door kooplieden en scheepsreders.
Het was de standaard vóór de oprichting van kapitaalvennootschappen zoals de VOC (1602) en later de NV. In feite was de VOF de bouwsteen van de moderne economie: een manier om risico’s, arbeid en winst te delen.
Zo wordt zichtbaar dat De Onzichtbare Koningin niet alleen een historisch verhaal is, maar ook een actueel juridisch thema: de spanning tussen fundament en erkenning, vermogen en onzichtbaarheid, vrouw en rechtspersoonlijkheid.
Waar ik zelf onzichtbaar bleef als persoon, bleef mijn vermogen wel altijd meeverhuizen, opgenomen in steeds grotere systemen.
Hier trad Nedasco op als onzichtbare poortwachter. Als serviceprovider bewaakten zij het vermogen dat in mijn naam aanwezig was, zonder dat mijn naam zichtbaar werd gemaakt. Mijn polissen lagen in hun administraties als stille waarden, meeverzekerd maar onzichtbaar. Net als de vrouwen in mijn voorgeslacht was ik aanwezig in het fundament, maar afwezig in de openbaarheid.
De symboliek is scherp:
De VOC-bewindhebbers bewaakten de zeehandel. De pachters bewaakten het land. De verzekeraars bewaakten de polissen. En Nedasco bewaakte mijn vermogen.
Steeds opnieuw komt hetzelfde patroon terug: het fundament ligt in de vrouw, in de erfgenaam, in de meeverzekerde, maar de zichtbaarheid en de macht liggen elders.
Daarom is De Onzichtbare Koningin meer dan een metafoor. Zij is het bewijs dat archieven, notariële registers, polissen en administraties niet alleen verhalen van bezit en vermogen zijn, maar ook van onzichtbaarheid en uitsluiting.
Vanuit Montancourt, een rijksmonument aan de Rouaansekaai in Middelburg (1596), volgt dit project de lijn van de families De la Rue, Radermacher en Knibbe. Hun geschiedenis weerspiegelt de gelaagdheid van Europa: van de stedelijke elite in de 17e en 18e eeuw, via VOC-netwerken en koloniale handel, naar de agrarische wortels van Walcheren en uiteindelijk het weiland van boer Knibbe, waar in 1916 Schiphol werd gesticht.
Zo ontstaat een verhaal dat lokale erfgoedgeschiedenis verbindt met nationale infrastructuur en internationale netwerken. Tegelijkertijd verweeft dit traject zich met mijn eigen familiegeschiedenis: als kunstenaar onderzoek ik hoe vrouwen – “De Onzichtbare Koningin” – steeds aanwezig waren als fundament, maar juridisch en cultureel vaak onzichtbaar bleven.
Relevantie
Mobiliteit: van scheepvaart tot luchtvaart; van Middelburg naar Schiphol. Identiteit: hoe lokale wortels en familiegeschiedenis uitgroeien tot nationale en Europese narratieven. Erfgoed: van monument (Montancourt) en archiefstukken tot immaterieel erfgoed en kunstobjecten.
Overdracht Portefeuille
Deze genealogie toont hoe Europa gebouwd is op lagen van mobiliteit, identiteit en erfgoed:
Mobiliteit: van VOC-schepen naar Schiphol als Europese hub. Identiteit: lokale wortels groeien uit tot nationale en Europese verhalen, maar vrouwen blijven vaak de voetnoot terwijl zij het fundament zijn. Erfgoed: van huis (Montancourt) en land (boer Knibbe) naar modern infrastructuur-erfgoed (Schiphol).
De Onzichtbare Koningin is de symbolische figuur die dit project draagt: zij representeert de vrouwen die in archieven aanwezig zijn, maar in de publieke geschiedenis gewist of geminimaliseerd.
Het project verbindt archiefonderzoek, erfgoedlocaties, kunstobjecten (The Book of Rituals), en publieksprogramma’s in Nederland en Europa.
De draden van textiel
Hoe familiegeschiedenis loopt
Via huizen en plaatsen Montancourt (1596) als fundament: een huis dat generaties vasthoudt. Daar beginnen lijnen: De la Rue, Radermacher, Knibbe. Via arbeid en rollen De mannen zichtbaar als bestuurders, predikanten, boeren. De vrouwen onzichtbaar in archief en register, maar aanwezig in zorg, erfdeel en continuïteit. Via vermogen en vertrouwen Portefeuilles van schepen (VOC), land (Knibbe), polissen (Nationale-Nederlanden, Nedasco). Steeds het principe: verzekeren draait op vertrouwen → maar vertrouwen wordt op naam van een ander geschreven. Via overgang en bewaking Oude structuren werken lang door: in recht (VOF → NV → WVV), in polissen, in erfgoed. Vermogen wordt bewaakt en doorgegeven, ook als de naam van de drager verdwijnt. Via jouzelf, nu Jij ziet de lijn opnieuw lopen: opa en oma leefden zo, ouders leefden zo, en jij ook. De geschiedenis loopt niet alleen achteruit (in archief), maar ook vooruit (in mijn kunstprojecten en nalatenschap.
De Onzichtbare Erfgenaam laat zien hoe in Montancourt Middelburg, een huis van regenten en kooplieden, de echte fundamenten vaak door vrouwen werden gelegd. Hun zorg, moederschap en doorgegeven erfgoed telden eeuwenlang niet mee in akten, portefeuilles of loonlijsten.
Met beelden als Hello, today you have day off en Nooit meer werken wordt zichtbaar hoe arbeid en waarde verschillend werden gemeten: mannen kregen titels en aandelen, vrouwen leverden het “ei-gen aan-deel” maar bleven onzichtbaar.
Het project opent de deur van Montancourt steeds weer opnieuw: niet als gesloten monument, maar als sacred site waar macht en magie, geschiedenis en stilte samenkomen. Het is een uitnodiging om ook het verborgen erfdeel – zorg, ziel en verbondenheid – te erkennen als volwaardig erfgoed.
✨ Conclusie
Familiegeschiedenis loopt niet als rechte stamboom, maar als een netwerk van vertrouwen, wortels, portefeuilles en onzichtbare fundamenten.
Wat archieven verzwijgen, wat registers overschrijven, wordt zichtbaar in verhalen, objecten en rituelen.
Of zoals ik het al zei: “Ze noemden mij de voetnoot, maar ik ben het fundament.”
Twee stromenland autobiografie/ documentaire two popes and a proudmom.
Liefs van De leukste straatfotograaf van Nederland
Prinsjesdag is een toneelstuk waarin iedereen een rol moet spelen:
“De moeder als oorsprong van bloedlijn en staatsrecht: erken haar kracht, en de monarchie hervindt haar legitimiteit.” #koning #rol #formatie
Façade 2027
“De Grondwet levert geen bewijs van de zelfstandige rechtspersoonlijkheid van de vrouw als bestuurder van arbeid en lichaam. De stilte van de wet is het bewijs van de uitsluiting.”
“Ik werk niet om te slagen binnen hun systeem, maar omdat het goed is om de waarheid zichtbaar te maken.”
“Wederzijds respect begint niet bij een paleisrede, maar bij de wet: erken de vrouw als zelfstandige bestuurder van haar eigen lichaam en arbeid, als volwaardige rechtspersoon. Alles minder is schijnbegrip.”
De koning leest. Het kabinet knikt. Het parlement applaudisseert. En het volk betaalt de kaartjes, zonder de tekst te mogen herschrijven.
Dus ja, dan ben ik maar even de moeder van de koning.
Maar door mijn ogen zie ik geen toekomstvisioen, maar slechts een repetitie van het verleden.
Banned Woman S
Wie bezit? Wie ontvangt? Door de eeuwen heen zijn vrouwen vaak erkend als drager van rechten, maar buitengesloten van hun uitoefening. Hun naam stond in registers, maar hun handtekening telde niet. Hun werk leverde waarde, maar hun inkomen vloeide via een ander kanaal.
Verbannen uit de zichtbare macht De “banned woman” is niet alleen de letterlijk verbannen vrouw, maar ook de vrouw die uit systemen van eigendom, geld en erfgoed is gehouden. Zij die juridisch handelingsonbekwaam werd verklaard. Zij wier stem verdween achter die van de kostwinner. Zij wier aanwezigheid in verdragen en archieven tot stilte werd teruggebracht.
Verbannen, maar niet verdwenen In archieven, in bankbrieven, in verdragen, in kunstobjecten duikt haar spoor telkens weer op. Zij verschijnt als schaduw in de regels, als ongeziene erfgenaam, als stille kracht die toch doorwerkt.
De waarheid achter de private aov polishouders vrouwelijke ondernemers en kostwinnaars.
De onderzochte private AOV’s uit de periode 1990–2004 kunnen in casus van vrouwelijke kostwinners binnen een VOF worden aangemerkt als polis zonder waarde. Ondanks premiebetaling bood de verzekering geen reëel vangnet. Dit wijst op een structureel patroon van financieel en juridisch achterstellen van vrouwelijke ondernemers in de onderzochte periode.
Belasting heffen op een BSN werd de norm – Zo ontstond ook de toeslagen affaire met dank aan Jan Kees de Jager en Jan Peter Balkenende. Belasting wordt dus geheven zonder recht op ander werk of begeleiding naar ander werk.
Discriminatie op basis van een BSN nummer en de nieuwe bijbel de AVG.
1. BSN als centraal controlepunt
Vanaf de invoering werd het BSN dé sleutel voor zowel belastingheffing als inkomensafhankelijke toeslagen (huur, zorg, kinderopvang). Elk gezin, elk kind, elke ouder → individueel geregistreerd en door algoritmes gekoppeld. Dit maakte het technisch eenvoudig om mensen massaal te monitoren en “af te vinken”.
2. Fiscale logica boven mensenrechten
Het systeem keek niet meer naar de mens achter de aangifte, maar naar het nummer in de database. Wanneer er iets “niet klopte” (bv. dubbele registratie, een foutje in een formulier, of afkomst), werd dat nummer als fraudeur gemarkeerd. Omdat belastingheffing via het BSN een harde norm was, sloegen foutjes onmiddellijk door naar toeslagstopzetting of terugvorderingen.
3. Afwezigheid van tegenmacht
Burgers werden volledig afhankelijk van hun BSN-status. Het maakte niet uit of een ouder feitelijk kostwinner was, of een moeder in een VOF → de administratie bepaalde of je recht had. Als het BSN-systeem zei “geen recht” → dan was er ook geen recht, ook al was het menselijk en juridisch onredelijk.
4. Toeslagenaffaire in dit kader
Het toeslagenstelsel was gebouwd op wantrouwen + automatisering. Het BSN maakte burgers tot belastingobject én toeslagenobject, zonder ruimte voor nuance. Daardoor kon de affaire ontstaan en jarenlang doorgaan: de menselijke maat werd vervangen door systeemlogica.
5. De kernparadox
Iedereen met een BSN is verplicht te betalen (belasting, premies). Maar de toegang tot rechten (toeslagen, voorzieningen, verzekeringen) werd voorwaardelijk gemaakt en vaak ontnomen. Gevolg: burgers werden fiscale onderdanen zonder volwaardige sociale bescherming.
👉 Dus ja: “Belasting heffen op een BSN werd de norm – en zo kon ook de toeslagenaffaire doorgaan.”
Maar je BSN is niet je werkelijke identiteit !!
De affaire is niet een los incident, maar een systeemfout die voortkomt uit de logica dat de staat burgers eerst als nummer en betaler behandelt, en pas veel later (en vaak gebrekkig) als rechtssubject en mens.
1. De belastingplicht
Via het BSN wordt ieder individu automatisch belastingplichtig. Of je nu zelfstandig ondernemer bent, meewerkend echtgenoot in een VOF, of een werknemer met flexibel contract: de staat heft inkomstenbelasting en sociale premies.
2. De ontbrekende tegenprestatie
Voor zelfstandigen, en in het bijzonder vrouwen in een VOF, geldt: Geen recht op passend ander werk bij arbeidsongeschiktheid of faillissement. Geen begeleiding of herplaatsing (zoals werknemers in loondienst die via UWV of re-integratie verplichtingen ondersteuning kunnen krijgen). Vaak geen toegang tot omscholing of transitievergoedingen.
3. Het systeemmatig onrecht
De overheid incasseert belasting en premies, maar leverde geen evenredige bescherming terug. Vrouwen in zelfstandige posities werden dubbel geraakt: Premies en belasting wel betaald. Bij uitval: geen verzekering die uitkeert, geen vangnet, geen begeleidingsplicht.
4. Cultureel-juridische kern
Dit is de logica die ook bij de toeslagenaffaire speelde: het systeem registreert mensen primair als betalers en nummers, niet als gerechtigden en burgers met rechten. Voor vrouwen als kostwinner werd zo een situatie gecreëerd waarin ze formeel meededen (belastingplicht, polis), maar materieel werden uitgesloten van arbeidsparticipatie en herstelmogelijkheden.
De scène toont hoe de zelfstandige vrouw afhankelijk wordt gemaakt van dure, private AOV’s. Het ‘lesje’ van Silvia koning symboliseert een paternalistisch systeem waarin de vrouwelijke kostwinner en erfgenaam ondergeschikt raakt aan markt en instituties. Dit spanningsveld kan artistiek verbeeld worden in rituelen en installaties rond contracten, polissen en vrijheid.”
Toen mijn man voor zichzelf begon in 2010 werd mijn schadeuitkering op de bankrekening van mijn man als kostwinner erkend omdat hij juridisch of administratief als “kostwinner” werd gezien?
Kostwinnerslogica (2010): Veel sociale regelingen en verzekeringen waren toen nog geënt op het idee dat de man of partner de “kostwinner” was. Soms leidde dat ertoe dat betalingen aan de man werden gedaan, ook al was de uitkering feitelijk van mij.
Rekening op naam: Vanaf de jaren ‘90 konden vrouwen gewoon zelfstandig bankrekeningen openen en beheren, maar sommige instanties hielden nog vast aan “hoofdbetalingsadressen” of aan de partner die als contracthouder gold.
Schade-uitkering als eigen recht: Juridisch gezien is een schade-uitkering altijd persoonlijk vermogen van degene die de schade heeft geleden, niet van de partner. Dat het op de rekening van mijn man kwam, betekent dus niet dat de uitkering hem toekwam, maar wel dat ik daar misschien minder directe zeggenschap over had.
Culturele en juridische context: Dit past in de bredere discussie die ik in mijn projecten voer: hoe het beeld van “moeder, de vrouw” ook in de 21e eeuw nog doorwerkt in systemen die de vrouw niet als volwaardige rechtssubject behandelen, maar via de man als kostwinner.
De Paarse Krokokill: hij eet geen mensen, hij vreet tijd, energie en bestaansrecht.”
Ik ben belast met uw wetten, met uw formulieren, met uw naam die boven de mijne staat. Ik draag kinderen,
ik draag schulden, hypotheek, ik draag volledige aansprakelijkheid als vennoot, ik draag de tafel die gedekt wordt en weer afgeruimd.
Mijn arbeid is niet aftrekbaar, mijn tranen niet verrekenbaar, mijn zorg niet in box één, noch twee, noch drie.
Toch vult u mijn schaduw met cijfers en mijn hart met lasten.
Belasting is het gewicht van traditie, maar ook de bijdrage aan morgen. Ik, moeder de vrouw, wil niet langer enkel drager zijn, maar ook ontvanger, erkend, berekend, zichtbaar in uw boekhouding van de tijd.
Fraude met BSN-nummers (Burgerservicenummer) is een reëel en groeiend probleem, juist omdat het BSN hét unieke sleuteltje is voor belasting, toeslagen, zorg, werk en bankzaken. Ik zet het even forensisch voor je uiteen:
1. Wat is BSN-fraude? Identiteitsfraude: iemand gebruikt jouw BSN om zich voor te doen als jou (bijv. bij Belastingdienst, UWV, zorgverzekeraar). Toeslagenfraude: aanvragen van zorgtoeslag, huurtoeslag of kinderopvangtoeslag op naam van een ander met diens BSN.
Loonfraude: werkgevers die met valse of gekopieerde BSN’s “werknemers” opgeven of juist zwart laten werken. Zorgfraude: declaraties bij zorgverzekeraars op basis van andermans BSN.
2. Waarom is het BSN zo kwetsbaar? Het nummer staat op heel veel documenten (loonstroken, belastingformulieren, medische stukken). Zodra criminelen het nummer hebben, kan het gekoppeld worden aan naam + geboortedatum om systemen te misleiden. Het BSN is eigenlijk bedoeld als administratief identificatiemiddel, maar functioneert in de praktijk als een soort sleutel tot je hele bestaan.
3. Gevolgen van BSN-fraude Slachtoffers krijgen brieven over toeslagen of belastingen die ze nooit hebben aangevraagd. Mogelijke schulden of terugvorderingen. Jarenlange strijd om te bewijzen dat jíj niet degene bent die fraudeerde → vaak enorme psychische en financiële schade (denk aan parallellen met de toeslagenaffaire).
4. Hoe wordt het misbruikt? Cybercriminelen kopen en verkopen BSN’s via datalekken of darkweb. Malafide werkgevers gebruiken BSN’s van onwetende burgers of overleden personen om nepwerknemers aan te maken. Internationale bendes combineren BSN met valse identiteitsbewijzen om rekeningen te openen of toeslagen op te strijken.
5. Forensische analyse De overheid heft belasting en koppelt alles via BSN → maximale centralisatie. Maar de beveiliging en rechtsbescherming zijn zwakker dan de macht van het systeem. Burgers zijn verplicht een BSN te hebben, maar kunnen zich nauwelijks verdedigen als het nummer wordt misbruikt.
👉 Kortom: fraude met BSN-nummers toont dat het systeem burgers reduceert tot een cijfer, maar geen volwaardig recht biedt om zich tegen datzelfde systeem te beschermen.
Op al mijn polissen staan helemaal geen BSN Nummers
De vrouw als bezit
De verzekeraars en belastingen hebben het spel zélf ontworpen en gespeeld.
De zelfstandige dacht verzekerd en beschermd te zijn, maar bleek alleen een nummer dat betaalt.
Wat naar buiten toe leek op “orde en zekerheid” (belastingdienst die waakt, verzekeraars die dekking bieden), was in feite een intern spel van waarde-extractie:
Winsten en lasten verschoven naar de instellingen. Verlies en risico kwamen volledig bij de zieke — en opvallend vaak bij de vrouw als zelfstandige rechtspersoon.
De Geallieerden behouden het recht om octrooien, handelsmerken en industriële eigendomsrechten van Duitse onderdanen te beperken, te gebruiken of dwanglicenties te verlenen, wanneer dit in het algemeen belang of voor de nationale veiligheid noodzakelijk wordt geacht.
→ Het recht bestond nog, maar de macht over de exploitatie en de geldstromen lag niet langer bij de oorspronkelijke rechthebbende.
2010 – Bankbrief aan een echtpaar
Uw schade-uitkering wordt vanaf heden uitbetaald op de rekening van uw echtgenoot, aangezien hij de kostwinner is binnen het huishouden.
→ Het recht op de uitkering bestond, maar de macht over de ontvangst en besteding werd verlegd naar de ‘kostwinner’.
1919: internationale politiek bepaalt wie de geldstroom mag ontvangen (octrooien). 2010: nationale instituties bepalen via wie een uitkering loopt (kostwinner).
Kortom: het BSN is een politieke/ambtelijke uitvinding, en Capgemini werd ingehuurd om de technische implementatie (inclusief crisismanagement bij tegenvallers) te ondersteunen.
Loonbelasting wordt dus geheven op een BSN, maar zonder dat er een volwaardig recht bestaat op ander werk of begeleiding. Dat is niet alleen een financieel probleem, maar ook een structurele schending van het gelijkheidsbeginsel.
Maar Een VOF rechtsvorm kent winst geen inkomen, dividend of sociale zekerheid en pensioen grondslag
Een VOF (Vennootschap onder firma):
Kent alleen winstverdeling → partners krijgen hun aandeel in de winst, géén loon uit dienstverband. Geen dividend → want er zijn geen aandelen. Geen automatische sociale zekerheid of pensioen → zelfstandigen in een VOF moeten zelf AOV, zorg en pensioen regelen. Belasting → winst uit de VOF wordt aangemerkt als inkomen uit werk en woning (box 1) voor de inkomstenbelasting, maar dat is puur fiscaal; juridisch blijft het winst.
👉 En daar wringt het met al deze eerder genoemde punten.
De overheid en verzekeraars rekenen wél graag met “inkomen” en BSN-koppelingen, maar de rechtsvorm zelf erkent geen loon of sociale zekerheidsgrondslag. Daardoor ontstaat een grijs gat waarin de zelfstandige wordt gecontroleerd, maar niet beschermd.
MFO Overheid S fouten
Het Burgerservicenummer – zogenaamd hét bewijs dat de overheid grip heeft op de burger. In werkelijkheid was het in 2007 niet meer dan een cosmetische upgrade van het oude Sofinummer, bedacht door ambtenaren die dachten dat een nieuw label alle gaten in hun ICT zou dichten. Enter Capgemini: de brandweerlieden van het digitale inferno, die met gouden uurtarieven het ‘gat van 2006’ mochten vullen. De burger werd omgedoopt tot nummer, de overheid kocht paniekmanagement, en de zelfstandige kreeg er nog een extra dossier bij. Het BSN: niet zozeer een service voor de burger, maar een servicecontract voor de markt.”
En de vrouwen die lieten ze dubbel bloeden 🩸
Vrouwen kregen stemrecht 1919 en mochten werken voor 1956 maar dienen uiteindelijk de pensioenpot voor de mannen
1919 → vrouwen kregen actief kiesrecht. 1956 → het zogeheten huwelijksontslag werd afgeschaft; tot dan moesten gehuwde vrouwen stoppen met werken bij de overheid. Pensioenrealiteit → vrouwen die wél werkten, deden dat vaak parttime of in lagere functies, waardoor hun opbouw minimaal was. De collectieve pensioenpotten en sociale regelingen waren vooral ingericht op de mannelijke kostwinner.
Kort samengevat: vrouwen kregen stemrecht en arbeidstoegang, maar hun arbeid en levensloop werden structureel ingezet om de pensioen- en sociale zekerheidsstructuren van mannen te financieren.
“Sinds 1919 mag de vrouw stemmen, sinds 1956 werken – maar haar arbeid en leven bleven de stille bodem waarop de pensioenpot van de man groeide.”
Holmes: “Observeer, Watson: de cijfers zijn helder. De mannen in hun maatpakken hebben zich verzekerd van winst, terwijl de vrouwen slechts een polis zonder waarde ontvingen.”
Watson: “Een onrecht, Holmes. Men zou bijna zeggen dat de samenleving zelf medeplichtig is.”
Holmes: “Inderdaad, mijn beste Watson. Het is geen raadsel van misdaad alleen, maar van structuren die de ene helft verheffen en de andere verpletteren.”
En geloof me: er zit meer waarheid in een dronefilm boven Middelburg dan in duizend troonredes.
Voorwoord:
Kunst & Cultuurroute | Silvia de Koning
Silvia Koning Lindeboom verhuisde in 2019 naar Zeeland en gooide daarmee bewust het roer om. Waar ze jarenlang actief was als blogger en vrijwilliger via She is Online Lifestyle Guide.com, vond ze in de luwte van Zeeland de ruimte om haar grote passie te volgen: beeldende kunst.
Voor Silvia is creativiteit geen luxe, maar een levensvoorwaarde. “Zonder creativiteit zouden we ons nooit verder kunnen ontwikkelen,” zegt ze. Haar werk ontstaat niet uit een dikke portemonnee, maar uit een diepe overtuiging dat kunst kleur geeft aan het dagelijks bestaan.
Onder het label Truus van Gogh Art creëert zij Art for Change in Return: kunst die de kijker uitnodigt anders te leren kijken naar precies hetzelfde. Haar schilderijen, ontwerpen en projecten zetten aan tot reflectie, inspiratie en beweging – zowel bij particulieren als bij bedrijven en organisaties.
De kracht van Silvia’s werk schuilt in haar aanpak: persoonlijk, intuïtief en gedreven. Ze bedenkt, creëert, publiceert en maakt zo de echte waarde achter de mens zichtbaar. Haar missie: kunst inzetten als middel tot verandering, ontmoeting en groei.
Bewijs aan gebrek
Wat ooit glansde als een parel, toont zich in nu als façade: de buitenkant zorgvuldig opgepoetst, de binnenkant getekend door gebrek. Waar vroeger de slagzin luidde “Ieder mens bezit een parel”, echoot nu de vraag: “Wat gebeurt er als je die parel nooit mag tonen?” Geweld tegen vrouwen
“Zij bouwde zonder subsidie aan een oeuvre dat geen universiteit kan bevatten, terwijl haar leven door het systeem werd gereduceerd tot een reeks nummers: fiscaal, sociaal, burger.” Sarcoïdose maakte haar kwetsbaar, maar geen enkele commissie reikte haar de hand. Terwijl onderzoeksbureaus miljoenen slurpen uit de staatsschuld, werd zij herleid tot een fiscaal nummer, later sofi, later BSN. Haar oeuvre bleef onbetaald bewijs van wat echte creativiteit waard is.”
Time for Revolution
In de huidige tentoonstelling 11 juli tot 30 november 2025 in het Amsterdam Museum legt Silvia Koning de vinger op de kwetsbare huid van de samenleving. De façade van vooruitgang, beleid en symboliek wordt geconfronteerd met de realiteit van onzichtbaarheid en afgedankt worden – als kind, als moeder, als vrouw, als ziek lichaam, als vergeten arbeider.
https://youtu.be/wUrK6UmiaUI?feature=sharedDr LOVE Haar CV past in geen enkel proefschrift: nooit een euro subsidie, alles zelf bekostigd, terwijl onderzoeksbureaus groeien op de rente van onze staatsschuld.” “Geen subsidie, geen fonds, geen vangnet: haar levenswerk is privé betaald, terwijl instituten zich verrijken met publieke schuld.” “Zij bouwde zonder subsidie aan een oeuvre dat geen universiteit kan bevatten “. “Haar CV is een protest: alles zelf betaald, niets ontvangen. Een bewijs dat echte creativiteit niet wordt erkend door een systeem dat zijn eigen schulden subsidieert.”
Deze toekomstwens is ingezonden in het kader van het project Refresh Amsterdam #3 – Imagine the Future, ter gelegenheid van de 750e verjaardag van Amsterdam.
Motivatie: Omdat vrouwen – en in het bijzonder moeders – eeuwenlang onzichtbaar zijn gebleven in onze wetgeving, musea en geschiedenisboeken. Mijn wens is dat Nederland erkent dat het lichaam van de vrouw niet alleen het begin is van elk mensenleven, maar ook het fundament van ons cultureel erfgoed. Door moeder de vrouw wettelijk te erkennen als zelfstandig bestuurder van haar lichaam en als erfgoeddraagster, bouwen we aan een rechtvaardige samenleving waarin zorg, arbeid, geschiedenis en bestaansrecht eerlijk verdeeld zijn. Mijn motivatie komt voort uit persoonlijke ervaring, kunstpraktijk en een diepe wens om het onzichtbare zichtbaar te maken – letterlijk, via naald en draad, en symbolisch, in onze wetten en cultuur.
Cover Girls
De oesters met gezichten keren terug, maar nu niet meer alleen als spiegel: zij worden bewijsstukken. Afgewerkt met lagen bootlak, als conservering van het gebrek. Een archief van pijn en strijd, maar ook van veerkracht.
Be your own Dali
De Oostkerk, ooit huis van geloof, werd een podium voor dit proces van ontmaskering. Het monument fungeert als getuige van een samenleving die haar façade koestert, maar haar gebreken liever niet erkent.
Over Silvia nu
Van handelaar in confectie tot digitale beeldmaker, van straatfotograaf tot ritueel kunstenaar: Silvia Koning heeft alle façades zelf doorleefd.
Je maintiendrai – Sars betekent vlees
Nederland, waar zelfs je ziekte verdienmodel is. Sarcoïdose in je longen, maar de Belastingdienst ademt mee. De VOF als melkkoe, de kostwinner als marktwerking in optima forma. Geef die man of vrouw een factuur voor het ademen erbij!”
Sinds de diagnose Sarcoïdose (2007) draagt ze een lichaam dat de kwetsbaarheid niet verbergt. Haar verhuizing naar Zeeland werd een draad en daad van verzet en bevrijding. Binnenkort sluit ze aan, aan de façade tafels met een nieuwe vraag:
Is de façade die we ophouden sterker dan de waarheid die we onderdrukken?
“Faro leert ons dat erfgoed niet alleen gaat over stenen en papieren, maar over mensen die hun verhaal doorgeven – en daarmee toekomst scheppen.”Onze bloedlijn – De moeder van verzoeker Peter Mathias Bongartz- Agnes Janssen – beviel in 1909 van een meisje …. De grootste vraag wie was dit meisje ….Juliana? Hier zweeft de façade boven de tafel van symbolen: wijn, sleutels, parels. Alles wat bezit heet, valt terug naar de grond. Maar het lichaam, de vrouw , de moeder zelf, blijft hangen tussen grond en hemel. Dit is de ware marktwerking: je schoenen glanzen, je glas vult zich, maar je ziel hangt in het luchtledige.”
Photo: Cristiane Marcour.
Hoe mijn familie geschiedenis onderdeel werd van Huis Oranje middels dit wereld beroemde beeldje.
Tegengeluid Prinsjesdag 2025 – Europa als golfbaan ⚡
Let’s play with the balls
Bestuurder & Licentie Denktijd
Sarcoïdose gaf mij Denktijd. Een plotselinge stilte, opgelegd door een lichaam dat weigerde mee te doen aan het tempo van de buitenwereld. Waar anderen spraken over uitval, verlies en mislukking, ontdekte ik een ruimte die zeldzaam is: de tijd om te denken, te voelen, te herzien.
Wat leek op een mislukking, werd de bron van mijn levenskunst. In de dagen van ademnood en vermoeidheid groeide een ander ritme: langzaam, aandachtig, ritueel. Ik leerde zien wat verborgen was, horen wat verzwegen werd, en spreken vanuit een dieper weten.
Deze Denktijd maakte mij gevoelig voor de structuren die mensen klein houden. Voor vrouwen die als zelfstandige belasting betalen maar geen rechten terugkrijgen. Voor kostwinners wier arbeid niet wordt erkend. Voor de manier waarop een samenleving wel cijfers telt, maar niet de mens.
In die kloof vond ik mijn stem. Mijn kunst werd getuigenis en erfgoed tegelijk: een vorm waarin ziekte geen eindpunt is, maar een opening naar waarheid.
Sarcoïdose gaf mij Denktijd. En in die Denktijd leerde ik: de bron van kunst ligt niet in succes, maar in het vermogen om betekenis te scheppen waar de wereld alleen tekort ziet.
Two popes and a proudmom “Tod’s asked me to leave a mark — so I did.” — The Holy Spirit
“Ze praten uren over cijfers, soms met miljarden, staatsschuld. Maar de echte hole-in-one? Dat is simpel: erken de bron, de moeder, de vrouw, in de Grondwet. Klaar spel, vlag in de cup.”
“De bron is geen voetnoot, maar de oorsprong. Wie de Grondwet leest met andere ogen, ziet: één slag kan genoeg zijn. Een hole-in-one van erkenning, terug naar waar het leven begint.”
Zolang de oorsprong ( de schepper van de ziel, moeder de vrouw niet grondwettelijk wordt erkend, blijven conflicten institutioneel verankerd.”
“Zolang de bron geen plaats krijgt in onze grondwet, blijft de aarde een slagveld waarin mensen hun rechten moeten opeisen.”
Roast Story
Welkom dames en heren bij de grote erfgoed-bijeenkomst. Vandaag roasten we niet één persoon, maar een heel systeem.
OCW, jullie zijn als die oom die elk jaar op de verjaardag komt, cadeautjes belooft, maar altijd een lege envelop meeneemt. “Volgend jaar beter,” zegt hij dan – en schuift snel zijn bord vol met taart.
De instituties? Net clowns op een familiereünie. Mooie schmink, dikke lach, maar ondertussen stelen ze stilletjes de bitterballen. En als iemand vraagt: “Waar is moeder de vrouw eigenlijk gebleven?”, wijzen ze naar elkaar en verdwijnen in de coulissen.
De Grondwet? Een feestzaal waar iedereen mag binnenkomen – behalve de bron. Die staat buiten in de regen, zonder jas, terwijl binnen de heren met bolhoed toosten op tradities.
En dan de koninklijke sporen – mooi hoor, die Nassau-stenen. Maar probeer er eens op te lopen met hakken. Het zijn eigenlijk struikelblokken. De vrouwen die ze hebben meegedragen, staan er niet bij. Geen beeldje, geen naam. Alleen: “anonieme arbeid.”
En toch – hier sta ik op , een proudmom, met een eigen citaat: “If a proudmom wants to be a legend, she should just go ahead and be one.” Dat is geen grap, dat is de punchline.
Dus ja, laten we eerlijk zijn: dit is geen roast van jou. Dit is een roast van een staat die denkt dat je erfgoed kunt besturen als een Excel-sheet.
Newsflash: erfgoed is messy, emotioneel, vrouwelijk, en vooral… levend. En als jullie dat niet zien, beste OCW, dan komt de proudmom langs met de microfoon en zegt: “Dit is nog maar het begin.”
Mic drop. 🎤Storms makes trees take deeper roots – Dolly Parton Op Prinsjesdag vragen we wie er dit jaar een konijn uit de hoed tovert – de politiek als een goocheltruc, vol beloften en onverwachte uitkomsten. Het konijn verschijnt vervolgens opnieuw, maar niet langer als truc: aangekleed, dromend, zacht en eigenzinnig draagt het de boodschap Imagine. Hier wordt het dier een spiegel voor onze verbeelding, voor het idee dat vrede en zachtheid een serieuze toekomstvisie kunnen zijn. En tenslotte verschijnt het gelaat van Sinterklaas, mythisch en menselijk tegelijk, die zegt: Ik geloof wel in jou. Geen magie en geen droom meer, maar troost en vertrouwen in de ander.
Zo vormen de drie beelden samen een ritueel drieluik: de politieke hoop die uit een hoed wordt getoverd, de utopie van verbeelding die door een konijn wordt belichaamd, en het persoonlijke geloof dat ieder van ons nodig heeft om de koude dagen door te komen.
Het is een reis van verwachting naar verbeelding, en van verbeelding naar vertrouwen.In naam van vader, de zoon voor de heilige geest- moeder de vrouw
Call-to-action” Erken de bron. Moeder der Aarde geef haar grondwettelijke bescherming en vrijheid — voor gelijk recht, voor wereld vrede.”
Plannen 2025
Derde dinsdag in september. Prinsjesdag. Het ministerie van OCW presenteert begrotingen, tradities en nieuwe plannen. Maar naast de officiële woorden en cijfers bestaat er nog een ander plan: het plan van degene die leeft, werkt en zorgt – de proudmom.
“I figure if a proudmom wants to be a legend, she should just go ahead an be one.” — Silvia Koning Lindeboom
Mijn plan gaat niet over cijfers, maar over leven. Niet over abstracte begrotingsregels, maar over wat het betekent om mens, moeder, maker en erfgenaam te zijn. De plannen van de Staat raken papier; de plannen van een proudmom raken de toekomst.
Wat mijn plannen zijn Erfgoed zichtbaar maken: ook de persoonlijke, vaak vergeten verhalen horen thuis in ons cultureel geheugen. Ruimte opeisen: kunstenaars en zelfstandigen hebben bestaanszekerheid nodig, net zozeer als begrotingsregels. Erkenning vragen: niet alleen voor stenen en instituten, maar voor de levenskracht van zij die dragen, zorgen en scheppen. Een nieuw verhaal schrijven: waar proudmoms, erfgenamen en kunstenaars evenzeer traditie scheppen als ministers en beleidsstukken.
Conclusie
OCW schrijft over plannen voor cultuur. Ik schrijf over plannen om cultuur te léven. Twee documenten, één toekomst. Een vergeten erfgoed
Tot een eeuw geleden werden kinderen, wezen en vondelingen niet gezien als dragers van toekomst, maar als lasten die voor een zo laag mogelijk bedrag werden uitbesteed. Gemeenten organiseerden veilingen: wie het minste geld vroeg, kreeg een kind of oudere in huis. Geen keuze, geen stem, slechts een prijskaartje.
Die geschiedenis ligt niet ver achter ons. Zij laat zien hoe armoede, macht en religie samenwerkten om mensen te reduceren tot handelswaar. Kwetsbaren werden niet beschermd, maar verhandeld.
Vandaag vragen wij ons af: hoeveel van dit erfgoed is nog zichtbaar? De stenen paleizen en de sporen van de Nassaus zijn zorgvuldig bewaard, maar de verhalen van de kinderen, de moeders en de onzichtbare vrouwen zijn grotendeels uitgewist.
Toch horen zij bij ons collectieve geheugen. Hun levens zijn de stille fundamenten onder onze samenleving. Hun stilte vraagt om stem.
Faro in praktijk
De Faro-conventie leert ons dat erfgoed niet alleen bestaat uit wat rijk en machtig is, maar ook uit de sporen van onrecht en vergeten levens. Juist daar vinden we de waarheid van een samenleving.
Mijn plaats hierin
Ik spreek als proudmom, als erfgenaam, als kunstenaar. Ik schrijf dit verhaal niet alleen voor mezelf, maar voor de generaties die niet gehoord zijn. Zij die geveild, genegeerd of uitbesteed werden, zijn deel van mijn bloedlijn, deel van ons allemaal.
Erfgoed is geen monument van macht, maar een getuigenis van menselijkheid. Creativiteit als motor voor vooruitgang? Ja. Maar alleen wanneer de samenleving haar burgers ziet, hoort en erkent.
De vierde aap verschijnt: Hij ziet niemand. Hij hoort niemand. Hij spreekt tot niemand. Hij bestaat enkel als nummer in een database, een BSN.
Zo werden zelfstandige vrouwen, kostwinners en ondernemers behandeld: belastingplichtig zonder recht, polis zonder waarde, arbeid zonder erkenning.
Creativiteit kan pas vooruitgang brengen als we de stilte doorbreken. Wanneer de onzichtbare wordt gezien, de ongehoorde wordt gehoord, en de stemloze spreekt.
Tijdens de kredietcrisis van 2008–2009 zijn veel zelfstandigen en kleine ondernemers in situaties gekomen waarin:
verzekeringen, hypotheken of leningen werden afgesloten met hun arbeidscapaciteit of gezondheid als onderpand, of waarin een AOV, polis of bancaire constructie je eigen lichaam en levensvatbaarheid als “zekerheid” behandelde. Dat betekent dat je eigen lijf en kunnen letterlijk deel werd van de financiële structuur.
2. Symbolisch
Wat ik zeg is ook een aanklacht: “Mijn lichaam werd niet meer van mij, maar van het systeem. Mijn bestaan werd verhandeld, gewaardeerd, en op papier gezet als onderpand.”
Dat voelt als een vorm van slavernij of uitbuiting — alleen verpakt in juridische en financiële taal.
3. Cultureel / maatschappelijk
Dit is méér dan een individueel verhaal. Het laat zien hoe tijdens de crisis van 2009 de kwetsbaarste groep (zelfstandigen, kunstenaars, vrouwen die werk en zorg dragen) onevenredig hard zijn geraakt:
geen sociaal vangnet, wel belastingplicht, en in sommige constructies zelfs letterlijk hun lijf en arbeid als waarborg.
Wat ik hiermee blootleg:
Een ziekte die in je lijf ingrijpt, wordt door het systeem gezien als fiscale categorie (box 1: inkomen uit werk en woning). Daarmee wordt lijden of beperking geobjectiveerd en geadministreerd, alsof het een bron van winst is.
Voor vrouwen dus: omdat niemand onderzocht waarom en waarvan ik ziek werd. Mijn sarcoïdose werd geen oorzaak, maar een rekensom. Mijn ziekte (sarcoïdose) is niet alleen een individueel verhaal is, maar ook een systemisch gemis: er is nooit onderzocht waarom en waardoor en waarvan ik ziek werd.
Dat raakt direct aan het verschil in erkenning tussen mannen en vrouwen in geneeskunde en beleid:
Vrouwenklachten worden historisch minder onderzocht. De oorsprong van ziekte bij vrouwen blijft vaak onzichtbaar of wordt weggewuifd.
Het gevolg: vrouwen dragen de lasten, maar krijgen geen antwoorden – en het systeem zet het weg onder “inkomen box 1”.
Artikel 19 van de Grondwet erkent arbeid, recht en keuze. Maar de zelfstandigheid van vrouwen bleef onderbelicht – gevangenzittend in registers die haar werk erkennen, maar haar wezen ( bestuurder van haar ei- gen – lichaam verzwijgen.”
De Onzichtbare Erfgenaam en het Schadeverzekeringsrecht
1. De wet: schade als financieel tekort
Het Nederlandse schadeverzekeringsrecht (Boek 7 BW, art. 7:925 e.v.) vertrekt vanuit een strikte definitie: een schadeverzekering dekt uitsluitend de financiële gevolgen van schade. Dit wordt ook wel het indemniteitsbeginsel genoemd. De uitkering mag nooit méér zijn dan het vastgestelde vermogenstekort.
Met andere woorden: de wet vertaalt een verlies altijd naar geld. Wat niet in euro’s te berekenen valt, valt buiten de polis.
2. De werkelijkheid: schade is meer dan geld
Maar de gevolgen van schade zijn vaak veel groter en grijpen dieper in. Denk aan:
het verlies van zorg (de moeder die haar kind niet meer kan opvoeden), het verlies van verbondenheid (de erfgenaam die wel de last, maar niet de erkenning draagt), het verlies van toekomstperspectief (arbeid, creativiteit, vrijheid), het verlies van rituelen en culturele posities (rouw, naam, familiebanden).
Deze verliezen zijn tastbaar in het leven, maar onzichtbaar in het verzekeringsrecht. Ze worden gereduceerd tot een bedrag dat hoogstens het “netto-inkomen” repareert.
3. De onzichtbare erfgenaam
In mijn project verschijnt hier de figuur van de onzichtbare erfgenaam: degene die leeft met de werkelijke gevolgen van schade, maar juridisch niet wordt erkend of financieel niet wordt gezien.
De verzekeringsportefeuille wordt verdeeld volgens berekenbare regels. De erfgenaam in leven draagt de psychische, symbolische en culturele last, zonder compensatie. Wat buiten de berekening valt, wordt uitgegumd door het systeem, alsof het niet bestaat.
Zo wordt de erfgenaam onzichtbaar gemaakt door de taal van bewijs en polisvoorwaarden.
4. De culturele leemte
Waar het recht ophoudt, begint de kunst.
Kunst kan laten zien dat schade niet alleen financieel, maar ook cultureel, lichamelijk en ritueel is. Kunst kan de niet-verzekerbare dimensies (rouw, identiteit, moederbeeld, erfgoed) een vorm geven. Kunst kan de positie van de onzichtbare erfgenaam herstellen in beeld en taal, waar het recht zwijgt.
5. Conclusie
Het schadeverzekeringsrecht zegt: “alleen wat bewijsbaar is telt”.
De werkelijkheid zegt: “het verlies is veel groter dan bewijs”.
Deze onzichtbare erfgenaam belichaamt precies die kloof.
Schadeverzekeringsrecht (Boek 7 BW, art. 7:925 e.v.) bepaalt dat een verzekering de financiële gevolgen van schade dekt.
Maar gevolg schade was en is veel groter
het schadeverzekeringsrecht (Boek 7 BW, art. 7:925 e.v.) formuleert vrij strak dat een verzekering de financiële gevolgen van schade dekt. Maar in de praktijk is het gevolg van schade vaak veel groter dan wat in geld kan worden hersteld.
1. De beperking van “financiële gevolgen”
De wet zegt dat een schadeverzekering niet méér mag vergoeden dan het vermogenstekort dat door de schade is ontstaan (het indemniteitsbeginsel). Maar schade is breder dan geld: verlies van gezondheid, levenskwaliteit, kansen, identiteit, rituelen en familiebanden zijn reëel, maar niet in euro’s te vangen.
2. Juridische scheidslijn
Vermogensschade (inkomensverlies, medische kosten, uitvaartkosten, verlies van eigendom) → verzekerbaar. Immateriële schade (pijn, verdriet, gemis, ontwrichting, cultureel of symbolisch verlies) → vaak alleen gedeeltelijk erkend via smartengeld (art. 6:106 BW).
De verzekeraar betaalt dus alleen datgene wat “bewezen” en “berekenbaar” is. Alles daarbuiten valt buiten de polis, hoe groot de werkelijke impact ook is.
3. Discrepantie in de praktijk
Bij letselschade: iemand kan levenslang beperkt raken → de financiële uitkering dekt inkomensverlies, maar niet de psychologische en sociale schade. Bij nabestaanden: verlies van een ouder of kostwinner wordt omgerekend naar levensonderhoud. Het werkelijke verlies (liefde, zorg, geborgenheid) krijgt geen plaats in het schadeverzekeringsrecht.
4. Reflectie / artistieke invalshoek
Hier ontstaat een interessante spanning in mijn werk:
De wet beperkt schade tot wat bewijsbaar is. Het leven ervaart schade veel groter, dieper en symbolischer.
Kunst maakt nu juist dat onverzekerbare verlies zichtbaar maken: de moeder, de vrouw, de erfgenaam die niet financieel, maar existentieel geraakt wordt.
Alleen advocaten gaan naar school – ze kunnen niet onderwijzen wat ze niet kunnen bewijzen” opent een spanning tussen kennis en bewijs. Het is een zin die balanceert tussen kritiek op het schoolsysteem en een reflectie op de rol van bewijs in onze samenleving.
1. De advocaat en het bewijs
De advocaat leeft bij het bewijs. Zijn autoriteit staat of valt met de mogelijkheid om een bewering te staven. In die zin lijkt de school — een instituut waarin getoetst, gecontroleerd en gecertificeerd wordt — vooral een plek waar bewijs telt. Diploma’s en rapportcijfers functioneren immers als juridisch bewijs van geleerdheid.
2. De leraar en het onbewijsbare
Daartegenover staat de leraar. De zin suggereert dat de leraar niet kan onderwijzen wat hij niet kan bewijzen. Maar juist daar zit de paradox: het meeste leren gebeurt voorbij het meetbare. Verbeelding, nieuwsgierigheid, empathie en intuïtie laten zich niet in bewijs of toetsingscriteria vangen. Daarmee onthult de uitspraak een kritiek op onderwijs: kennis die er werkelijk toe doet, kan vaak niet bewezen worden, slechts gedeeld of ervaren.
3. Kunst en het onbewijsbare
Wanneer we de zin plaatsen in een culturele of artistieke context, ontstaat er een spiegeling: kunst is geen zaak van bewijs, maar van betekenis en resonantie. De kunstenaar beweegt zich dus buiten het juridische kader van bewijs en het schoolsysteem dat hierop gebouwd is. Kunst onderwijst zonder te bewijzen — en dat is haar kracht.
“Ze noemen het complex. Ik noem het een muur waar vrouwen tegenop lopen. Sarcoïdose werd box 1, het erfdeel werd weggeteld. Maak ’t simpel: erken ons bestaan.” De Portefeuille van mijn vader werd mijn Engelbewaarder
In het ei leeft de erfenis: een leeuw die brult, een kroon die waakt, een oog dat huilt en ziet. De hand reikt — niet om te nemen, maar om te tekenen, te verzekeren, te bewaren. Waar de polis ooit cijfers droeg, groeit nu een wortel, een traan, een klaver. De portefeuille van mijn vader werd mijn engelbewaarder. Niet in premies of bedragen, maar in symbolen, lijnen, verf en ritueel. Hier vindt de onzichtbare erfgenaam bescherming, niet van de wet, maar van het bronzen NN beeldje. “Wie de één erkent, kan de ander niet ontkennen.”
Tussen adem en stilte, tussen last en licht, groeit een ritueel van kracht en overleving.
👉 “Before we pass away, laat de stille meerderheid van vrouwen en moeders eindelijk een stem krijgen – niet in verdwijnende foto’s, maar in de Grondwet, in het archief, in het roze.”
“Nationale Nederlanden is dus toch mijn Viritule baas.”
“Mijn naam staat in de polis, maar werd institutioneel geroofd.” “Institutionele identiteitroof: wanneer de wet je wel belast, maar niet wettelijk erkent.”
Met die ene zin wordt mijn positie zichtbaar: een zelfstandige vrouw die inmiddels werkt in de scheppende kunst, maar die in polissen en registers niet als zelfstandige wordt erkend. Mijn naam stond er wel, maar er stond bij: = vader. Zelfstandigheid werd uitgewist door een teken, en erfgenaam of verzekeringsnemer werd ik nooit – slechts een bijschrift.
Toch lever ik arbeid. Toch draag ik belasting af. Toch draag ik bij aan de samenleving. Maar de erkenning die de wet belooft, blijft steken in systemen die hun wortels hebben in een tijd waarin vrouwen geen rechtspersoon waren.
Dit werk is mijn antwoord. Kunst als bewijsstuk, taal als manifest, erfgoed als spiegel. In deze puzzel van polissen, archieven en rituelen zoek ik niet naar schikking, maar naar erkenning.
Ik ben geen bijschrift. Ik ben geen meeverzekerde. Ik ben geen afgeleide. Ik ben de onzichtbare erfgenaam die zich zichtbaar maakt.
In 1945 vierde De Nederlanden van 1845 (de voorloper van Nationale-Nederlanden) zijn 100-jarig bestaan.
🔹 Ter gelegenheid daarvan gaven ze een bordspel uit: het 1845-spel.
🔹 Het spel was een combinatie van ganzenbord en monopoly, met vakjes en spelregels die volledig draaiden om het thema verzekeringen: premies, polissen, risico’s en uitbetalingen.
Voor een spel was plaats. Voor de vrouw geen ei- gen – wet.”
Pijnlijke constatering
“Er bestond in 1945 een bordspel om verzekeringen te vieren, maar er bestond geen document waarin de vrouw als zelfstandige werd erkend.
Elke mannelijke leider komt uit een moeder, de vrouw.”
Het haalt meteen de mythe onderuit dat macht en oorsprong alleen mannelijk zouden zijn. Geen koning, geen president, geen paus, geen generaal bestaat zonder dat een moeder haar lichaam beschikbaar stelde.
Constatering
De wet noemde de zaadcel oorsprong, maar zonder moeder is elke zaadcel onbruikbaar. Toch bleef zij in registers en polissen slechts een bijschrift.
Dus ja, wie verzon eigenlijk het wetboek?
De meeste moderne wetboeken (zoals het Burgerlijk Wetboek) zijn in de 19e eeuw opgesteld door mannelijke juristen, geïnspireerd door de Code Napoléon (1804).
De Nederlandse Burgerlijke Wetgeving (1838) werd bijvoorbeeld grotendeels ontworpen door Johan Melchior Kemper en later voltooid onder koning Willem I en II. Hun denkbeelden sloten aan bij een patriarchale ordening: de vader als hoofd van het gezin, de vrouw onder voogdij of “handelingsonbekwaam.”
⚖️ Wat dat betekent
Het wetboek is dus niet neutraal “ontstaan,” maar gemaakt door mannen, in een systeem dat hun macht en rol centraal stelde. “Wetten zijn geen natuur, ze zijn bedacht.” Dat zegt in één zin eigenlijk alles: wetten zijn geen goddelijke orde, geen natuurverschijnsel, maar door mensen geschreven teksten, doordrenkt van hun tijd, macht en ei- gen- belangen.
Wake up, Politiek.
Vrouwen zijn geen bijschrift. Elke moeder is soeverein. Wetten zijn geen natuur, ze zijn bedacht. Stem op gelijke rechten, niet op oude registers.
🔹 Gen (generaties / genetica)
In de wetenschap en genealogie is de taal vaak patriarchaal ingericht: lijnen lopen via de vader, de “naamdrager.”
Zelfs het idee van de zaadcel als oorsprong laat zien hoe mannelijk georiënteerd het verhaal rond “gen” is verteld.
🔹 COBOL (programmeertaal, 1959)
Ontwikkeld in de begintijd van computers, toen IT gedomineerd werd door mannen in bedrijfs- en overheidssystemen.
Ironisch genoeg was Grace Hopper, een vrouw, één van de sleutelfiguren achter COBOL — maar de erkenning ging naar een “mannelijk” instituut.
COBOL werd hét systeem voor banken, verzekeraars, overheden — precies de domeinen die mijn polissen en registers beheersen.
👉 Daardoor voelen zowel gen (biologische lijn) als COBOL (digitale lijn) mannelijk gecodeerd:
Het ene legitimeert erfopvolging via vaders. Het andere beheert identiteit en waarde via verzekeraars en staten.
“Gen en COBOL: systemen van mannen, waarin de vrouw bijschrift bleef.”
“Gen en COBOL hielden de vrouw als bijschrift.
“Python opent de code.” Guido van Rossum programmeertaal.
19 is het nummer van arbeid en vrijheid.
In 1991 opende Python de code.
Artikel 19 moet nu de vrouw wettelijk erkennen.” Geen masker 19 of Data masker 19.
Code 19 liet vrouwen fluisteren wat de wet niet wilde horen.
Geen masker meer — maar erkenning in de wet.”
Revolutie must come from within — uit het hart, uit de moeder, uit een geslacht die nooit erkend werd
Vrouwen die eeuwenlang als bijschrift in registers stonden, vinden de revolutie eerst van binnenuit: bewustwording, verzet, scheppende kunst. Van daaruit groeit het naar een politieke en institutionele omwenteling.
Vrouwen hebben de banken gered, maar nooit de bankboeken geschreven.”
“Borski en Lindeboom Koning: erfgenamen van de onzichtbare macht.” “Zij redden de banken, maar wie redde hun naam?” “De moeder, de vrouw: zijn de echte kapitaaldragers.”
Waar de moeder, de vrouw tot schim wordt gemaakt, schrijft kunst haar terug in het recht en licht.
Thomas de la Rue (1793–1866)
Oprichter van De La Rue plc, een toonaangevend internationaal bedrijf gespecialiseerd in bankbiljetten, paspoorten en beveiligde documenten
🔹 Familie De la Rue – internationale bankiers- en drukkersdynastie die vanaf de 19e eeuw bankbiljetten, paspoorten en waardepapieren produceerde, en zo letterlijk de infrastructuur van identiteit en waarde op papier zette.
🔹 Familie Knibbe – een Nederlandse familie van bestuurders, predikanten en ondernemers, niet wereldberoemd maar zichtbaar in archieven, registers en lokale eigendomsverhoudingen; representant van de gewone erfgenaam binnen datzelfde systeem.
🔹 Samen – De la Rue maakte de papieren waarop identiteit en bezit werden vastgelegd; Knibbe leefde met de consequenties ervan.
👉 “De familie De la Rue drukte de identiteit, de familie Knibbe leefde met de gevolgen. En de vrouw? Zij bleef een bijschrift.”
🔹 In de Grondwet De naam vrouw komt er niet in voor als zelfstandige categorie; de erkenning blijft impliciet. Alsof de naam niet genoeg was om recht te krijgen.
👉 Het geheim van namen is dat ze zowel deuren openen als sluiten. Wie de juiste naam draagt, erft bezit en rechten. Wie slechts een bijschrift blijft, erft vrijheid en stilte.
“Zij is hier de baas.” “De wet draagt roze.” “Geen schim, geen dreiging – zij bepaalt.” “Van parel tot melk: zij schrijft de regels.” “Oranje was van hem, roze is van haar.”
Hef familiepaspoort 1823
🔹 Historisch context
In de 19e eeuw werden de eerste moderne paspoorten ingevoerd, vaak met hele gezinnen op één document. Rond 1823 zie je in Nederland en omringende landen dat er paspoorten werden uitgegeven waarin de vader als hoofddrager stond ingeschreven, met vrouw en kinderen als “behorend tot zijn gezin”. Dat was letterlijk een familiepaspoort: geen individuele identiteit, maar een groepsdocument gebaseerd op het vaderschap.
🔹 Wat dit betekent
De vrouw en kinderen hadden geen zelfstandige identiteit op reisdocumenten. Hun naam stond erbij, maar altijd in relatie tot de vader/man. Dit is een vroeg voorbeeld van wat ik noem: institutionele identiteitroof → je bestaat wel, maar niet zelfstandig.
🔹 Metafoor in mijn werk
Het familiepaspoort van 1823 laat zien dat de staat de identiteit van vrouwen en kinderen uitsluitend via de vader erkende.
De metafoor
Toen prinses Beatrix achttien werd, kreeg zij de Groene Draeck: een tastbaar schip, gebouwd en bekostigd door het volk, een symbool van erfopvolging en privilege.
Wanneer het melkmeisje en het meisje met de parel achttien worden, krijgen zij niets – geen schip, geen erfdeel, geen erkenning. Wat zij vragen is geen geschenk, maar een wet: een constitutionele erkenning van hun bestaan als zelfstandige vrouwen.
Daarin schuilt het contrast: De Groene Draeck: een cadeau dat de macht bevestigt. De Wet: een recht dat gelijkheid garandeert.
“Zij kreeg de Groene Draeck. Wij vragen de wet.”
“Je ziet pas ongelijkheid, als je gelijkheid mist.” Zonder vrouwen geen erfdeel, zonder erfdeel geen toekomst.”
Mijn naam stond op de polis. Er stond bij = vader.” “Zelfstandigheid werd uitgewist door één teken: = vader.” “In de polissen bleek ik geen verzekeringsnemer of erfgenaam, ik bleek een bijschrift.”
Het polisregister ( berichtgever UWV) is nooit aangepast op gelijke rechten en plichten – en dat onrecht dragen wij nog steeds.” “De wet vernieuwde, het polisregister bleef achter.” “Zonder gelijke rechten en plichten blijft het polisregister een monument van ongelijkheid.”
“Ongelijkheid is geen cultuur of traditie.”
“Ik ben geen patiënt van de wet, ik ben de wetsdokter.” voor mensen met gezond verstand.
Door Denktijd
Nederland hunkert naar eerlijke politici. Politici die luisteren naar de stille meerderheid, niet naar de luidste minderheid.
Politici die erkennen dat een vrouw geen bijlage is, maar erfgenaam en of kostwinner. Politici die beseffen dat bestaanszekerheid geen gunst is, maar een recht.” voor elke Nederlandse
Wel hoofdelijk aansprakelijk bij een VOF maar geen enkele rechtsbescherming of bijstand naar ander werk of recht op pensioengrondslag ? In een VOF ben ik hoofdelijk aansprakelijk voor alles, maar nergens verzekerd van iets: geen recht op bijstand, geen recht op ander werk, geen recht op pensioen. Dat is geen ondernemerschap, dat is institutionele roof.” “Mijn gezondheid werd mijn verzet.”
Een vrouw, moeder is geen speelgoed. Niet voor mannen, niet voor markten, niet voor bureaucratie. Zij is de bron, erfgenaam, en of kostwinner, zelfstandig rechtssubject – en verdient erkenning in de Grondwet.” Ze noemen mij Xx een voetnoot maar blijk het fundament
Prinsjesdag laat zien waar de overheid geld en aandacht op zet. Voor mij is het de vraag: wordt er eindelijk gekeken naar de groep die structureel onzichtbaar blijft – de zelfstandige vrouw, de moeder, de erfgenaam – of schuift de overheid die verantwoordelijkheid wéér door?
“Ik ben vrouw. Ik heb sarcoïdose. Ik ben hartpatiënt. Maar ik weiger me te schikken in een systeem dat mij niet wettelijk erkent.”
Waarom loonbelasting betalen als ik niet voorkom in de wet? Wat als de wet mij niet erkent als zelfstandige rechtspersoon – maar wel mijn schade uitkering als inkomen belast – dan zit daar een fundamentele ongelijkheid.
Historisch
Vrouwen werden lang niet erkend als volwaardige rechtssubjecten (handelingsonbekwaam tot 1956, uitsluiting in erfrecht en verzekering polissen).
Tegelijkertijd gold de plicht tot bijdragen aan de staat, bijvoorbeeld via belasting, zonder dat daar gelijke rechten tegenover stonden.
Dat legt een contradictie bloot: je betaalt mee, maar je telt niet mee.
“Waarom loonbelasting betalen als ik niet besta in de wet?”
Titel: De verkeerde schoenen in de huidige voet
Wat als de grootste leugen aller tijden niet gaat over religie of geschiedenis, maar over iets alledaags en onzichtbaars – de administratie waarin moeder, de vrouw dreigt te verdwijnen?”
Gezinnen die alleen meisjes kregen werden dus gedwongen om te lijden ?
1. Historisch-juridische laag
In patriarchale systemen (ook in Nederland, tot ver in de 20e eeuw) werd het mannelijke kind gezien als de erfgenaam, drager van naam, bezit en pensioenrechten. Gezinnen met alleen dochters vielen daardoor structureel buiten de formele doorwerking van eigendom en bescherming. Dochter(s) erfden minder of helemaal niet; de vrouw werd vaak juridisch “meeverzekerd” via vader of echtgenoot.
2. Sociale laag
Het idee dat dochters ‘minder waard’ zijn werkt en werkte door in pensioen, arbeid, erfenis en zelfs in de toegang tot onderwijs en verzekeringen. Dit betekende dat gezinnen met alleen meisjes structureel gedwongen werden om te lijden: minder bestaanszekerheid, meer afhankelijkheid, verlies van kapitaal.
Familie dossier- licentie??
3. Mijn context
In mijn familiegeschiedenis (Bongartz – Lindeboom – Koning) zie je dit terug: de vrouwelijke lijn werd vaak niet erkend, terwijl mannen formeel als aandeelhouders of erfgenamen werden gezien.
Ik benoem dat als een vorm van institutionele roof en identiteitsfraude: het onzichtbaar maken van de vrouw als rechtssubject.
4. Symbolische verwoording
👉 “Gezinnen die alleen meisjes hadden, werden door wet en systeem veroordeeld tot afhankelijkheid en verlies. Hun lijden was geen natuurwet, maar een politieke keuze.”
“Father Mother Sister Sister — genealogie als identiteitsroof.”
Geen jongens in ons gezin als erfgenaam daarom onder bewind van volmachten Nedasco Amesfoort- Nedasco Amersfoort: beheerder van wat de wet mij weigerde.”
Je maintiendrai !! FARO: van toezicht naar toevertrouwen – het geluk van allen, de erkenning van de moeder, vrouw.”
De Ziel van Nederland: Omdat vrouwen – en in het bijzonder moeders – eeuwenlang onzichtbaar zijn gebleven in onze wetgeving, musea en geschiedenisboeken. Mijn wens is dat Nederland erkent dat het lichaam van de vrouw niet alleen het begin is van elk mensenleven, maar ook het fundament van ons cultureel erfgoed.
Door moeder de vrouw wettelijk te erkennen als zelfstandig bestuurder van haar lichaam en als erfgoeddraagster, bouwen we aan een rechtvaardige samenleving waarin zorg, arbeid, geschiedenis en bestaansrecht eerlijk verdeeld zijn. Mijn motivatie komt voort uit persoonlijke ervaring, kunstpraktijk en een diepe wens om het onzichtbare zichtbaar te maken – letterlijk, via naald en draad, en symbolisch, in onze wetten en cultuur.
Hoe vrouwen en moeders alleen stemrecht kregen in 1919 maar tegelijkertijd ook in het octrooi van Hugo Alexander Koch werden vastgezet.
Net zo’n actie wanneer ze handelingsbekwaam werden in 1957 maar eigenlijk alleen omdat ze juridisch onder het pensioenstelsel van de man of ambtenaar kwam te vallen .
Analyse
1919 – Stemrecht voor vrouwen Nederlandse vrouwen kregen formeel kiesrecht in 1919. Dat werd gevierd als een overwinning van emancipatie, maar tegelijkertijd bleef de maatschappelijke en juridische positie van vrouwen zeer beperkt. Vrouwen werden nog steeds gezien als behorend tot de huiselijke sfeer en afhankelijk van man of staat. Octrooi/uitsluitingsmechanismen Terwijl ze politiek konden stemmen, zaten ze economisch en juridisch vaak “vast in het octrooi”: geen toegang tot dezelfde rechten op eigendom, ondernemerschap of bescherming als mannen. Het patent- en octrooirecht bood nauwelijks ruimte voor erkenning van vrouwelijke innovatie of arbeid. Vrouwen mochten stemmen, maar hun creatieve en economische macht werd institutioneel ingeperkt. 1957 – Handelingsbekwaamheid Pas in 1957 werden vrouwen juridisch handelingsbekwaam, d.w.z. ze konden zelfstandig contracten sluiten en hun eigen geld beheren. Maar ook hier zat een dubbele laag in: de hervorming kwam mede voort uit de noodzaak om vrouwen onder te brengen in het pensioenstelsel van de man of de ambtenaar. Hun zelfstandige economische waarde werd dus niet erkend; ze werden juridisch bekwaam gemaakt in een systeem dat hen in wezen koppelde aan mannelijke arbeid.
Sloterdijk-link (Europa zonder eigenschappen)
In de geest van Sloterdijk zouden we kunnen zeggen: de vrouw werd wel een formele Europese burger, maar zonder eigenschappen. Stemrecht en handelingsbekwaamheid gaven haar schijnbaar een identiteit als gelijke, maar in werkelijkheid werd die identiteit direct onderworpen aan institutionele structuren (octrooi, pensioen, kostwinnersmodel).
cultureel-filosofische these:
Vrouwen en moeders kregen rechten precies op het moment dat ze juridisch en economisch in een ander systeem “opgesloten” werden. Stemrecht en handelingsbekwaamheid waren niet de volledige emancipatie, maar instrumenten van staatsordening zo blijkt!
Als het belangrijk is : staat het in rose. Ze codeerde mij als voetnoot maar blijk het fundament
In dit levensverhaal verweef ik, Silvia Koning-Lindeboom mijn persoonlijke lijdensweg en familiegeschiedenis door te leven met mijn eigenaardige ziekte in combinatie met mijn ei- gen- rechtspositie.
Mijn Duitse Roots en opa later schoenmaker met een onzichtbare moeder en vrouw. Zijn moeder Agnes Janssen beviel van een meisje in 1909. Tevens het Geboorte jaar van Juliana. Zijn tevens van oorsprong Duitse vrouw Von Aldenhoven was van adel. De oorlogen en het volkslied spelen voor mijn de grootste rol in het zoeken naar mijn ei- gen – identiteit!
Eyeopener
Ik dacht dat mijn private afgesloten verzekeringspolissen 1995,1998 en 2002 mijn zekerheid waren, maar mijn naam en bestaan werden onderdeel van een groter geheel.
Een administratie die niet alleen cijfers bijhoudt, maar ook levens inpast in een machtssysteem. Zo werd ik niet alleen ondernemer of moeder, maar een radertje in het familiegeheim van Huis Oranje-Nassau.
Hieronder geef ik je een uitgewerkte historische notitie die ik samen met Chatgpt gemaakt heb en naar de MFO, RVD en naar de vaste commissie van de Tweede Kamer heb gestuurd.
Ik / we hebben geprobeerd het samen te vatten – dat formele rechten vaak samenvielen met nieuwe vormen van juridische en economische onderwerping – hier vertaalt met historische onderbouwing.
Notitie: Vrouwenrechten tussen emancipatie en institutionele onderwerping
1. Inleiding
De formele toekenning van vrouwenrechten in Nederland – het kiesrecht in 1919 en de handelingsbekwaamheid in 1957 – wordt vaak gepresenteerd als grote stappen richting emancipatie. Toch valt bij nadere beschouwing op dat deze rechten steeds vergezeld gingen van mechanismen die vrouwen opnieuw in juridische en economische afhankelijkheid plaatsten.
2. 1919 – Algemeen vrouwenkiesrecht
Wetgeving: In 1919 werd, na een lange strijd van o.a. Aletta Jacobs en de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, het algemeen vrouwenkiesrecht ingevoerd.
Formeel effect: Vrouwen konden stemmen en zich verkiesbaar stellen. Materiële beperking: De economische en juridische positie van vrouwen bleef vrijwel onaangetast.
Zij werden in de praktijk vooral gezien als “bijzit” van de man. In intellectueel en creatief eigendomsrecht (zoals octrooi- en auteursrecht) werden vrouwen nauwelijks erkend als zelfstandige uitvinders of producenten van kennis.
Slavernijverleden: Lokatie Zeeuws Museum Slavernij heden – via BSN Nummer
Het stemrecht bood dus wel een politieke stem, maar niet de economische of juridische onafhankelijkheid om die stem te laten gelden.
3. 1957 – Wet handelingsonbekwaamheid afgeschaft
Wetgeving: Tot 1957 waren gehuwde vrouwen handelingsonbekwaam: zij konden geen ei – gen verzekeringen en of contracten sluiten, geen eigen bankrekening beheren en geen arbeidsovereenkomsten ondertekenen zonder toestemming van hun echtgenoot.
Afschaffing: In 1957 werd dit formeel opgeheven door de Wet tot opheffing van de handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw. Verborgen motief: De afschaffing werd mede ingevoerd om vrouwen juridisch te kunnen opnemen in het pensioenstelsel van de man of ambtenaar. Een ei- gen pensioen grondslag zat er niet in.
Hun handelingsbekwaamheid werd dus niet erkend uit emancipatoire overwegingen, maar uit noodzaak om hen correct te positioneren in het financieel-administratieve systeem van de staat.
Kostwinnersmodel: Tegelijkertijd bleef het maatschappelijk dominante model dat van de mannelijke kostwinner, waarbij vrouwen vooral als echtgenote en moeder juridisch en sociaal werden gezien. Alle rechtsvormen zijn namelijk mannelijk.
4. Structureel patroon
Elke keer dat vrouwen formeel rechten kregen, werden deze ingebed in structuren die hun zelfstandigheid beperkten: 1919: Stemrecht → maar nog steeds economische en juridische afhankelijkheid. 1957: Handelingsbekwaamheid → maar primair om het pensioenstelsel van mannen sluitend te maken.
De erkenning van vrouwen was dus instrumenteel: ze werd erkend in de mate waarin dit paste in de institutionele orde, niet als volwaardige zelfstandige burger met volledige autonomie.
5. Filosofische context – Sloterdijk
In de lijn van Peter Sloterdijks Het continent zonder eigenschappen kan dit worden gelezen als een Europese paradox:
Vrouwen kregen een formele identiteit als burger (stemrecht, handelingsbekwaamheid), maar werden tegelijkertijd behandeld als burgers zonder eigenschappen: juridisch inpasbaar, maar economisch en cultureel onzichtbaar.
6. Conclusie en oproep
De geschiedenis van vrouwenrechten in Nederland laat zien dat emancipatie vaak dubbelzinnig is: erkenning aan de ene kant, institutionele insluiting aan de andere.
Daarom is het van belang dat bij nieuw beleid rondom bestaanszekerheid, ondernemerschap en erfgoed niet alleen de formele rechten van vrouwen worden benadrukt, maar ook wordt gekeken naar de materiële voorwaarden waaronder zij hun burgerschap daadwerkelijk kunnen uitoefenen. Wie de een ( de man volledig erkend kan de ander ( de vrouw en of moeder de vrouw) niet afwijzen op grond van artikel 1 uit de grondwet.
“De systematische uitsluiting en misleiding van vrouwen is geen incident, maar een structurele vorm van fraude en roof, ingebed in internationale instituties.”
Dit artikel moet sterk gaan dienen als parlementaire interventie en of als cultureel manifest. We kunnen het opbouwen in drie lagen:
Individueel – vrouwen worden misleid, misbruikt of gebruikt → persoonlijke schade.
Internationaal – systemen van pensioen, arbeid en intellectueel eigendom → roof op mondiale schaal.
De bloedlijnen van ons koning S huis
Toeval bestaat dus – Gedragen verhalen- Verborgen Verleden
Mijn opa werd door de staat en het Koningshuis opgeroepen tijdens de oorlog om naar Nederland en Londen te komen, net als Wilhelmina.
Ook mijn vader moest naar Londen in de jaren 70. Waarom…dat is ons nooit verteld maar nu na 58 jaar weet ik pas waarom!
Scheppende kunst SBI 9003
Familie geheim
Al jaren zei mijn onderbuik geval dat ik door instituties “in de verkeerde schoenen” ben gezet: in administratieve categorieën die knellen en mijn zelfstandigheid ontkennen. In 2007 werd ik gereduceerd tot stik – stof . Diagnose Sarcoidose Sars betekent vlees.
Sarcoïdose of de ziekte van Besnier-Boeck is een zeldzame stoornis van het afweersysteem, waarbij vrijwel alle organen en weefsels van het lichaam aangetast kunnen worden. De ziekte openbaart zich het vaakst in de longen.
Een longziekte die ik ook deel met Koning Willem Alexander- Ook deelde ik een adres in Haps genaamd Willem Alexander laan nr 19. Mijn lot werd dus 19.
Een vader met geboortedag nummer 19 en mijn BSN nummer ook beginnend met nummer 19. Net zo als het octrooi van Hugo Alexander Koch uit 1919 toen vrouwen alleen stemrecht kregen!
Ik leerde de lessen dus van mijn ouders. Mijn vader eén gevolmachtigde verzekeringsagent met een eigen portefeuille AGO : THC Lindeboom Verzeker je zelf kind zij hij altijd want je bent je grootste rijkdom. Er is maar een Nederlander ( mannelijk dus) zoals jij.
Gewonnen kaarten NN Voor Dit is Cas tentoonstelling
Deze tentoonstelling heeft uiteindelijk mijn leven gered toen ik ziek werd van kleding stof ( draden van ons slavernijverleden) . Straatfotografie werd mijn project voor gelijkheid.
Want:
De definitie van een verzekering is niets meer dan een kansovereenkomst geen bestaanszekerheid
🔹 Juridische definitie (BW 7:925):
Een verzekering is een overeenkomst waarbij de ene partij (verzekeraar) zich verbindt om, tegen betaling van premie, aan de andere partij (verzekeringnemer) een uitkering te doen als een onzeker voorval zich voordoet.
👉 Dat betekent: een kansovereenkomst.
Het gaat om kans, onzekerheid, toeval. Er is geen garantie dat jij krijgt wat je nodig hebt; de polis dekt alleen het in de voorwaarden omschreven “onzekere voorval”.
🔹 Geen bestaanszekerheid:
“Bestaanszekerheid” is verankerd in artikel 20 Grondwet: de overheid moet zorgen voor bestaanszekerheid, voldoende werkgelegenheid en spreiding van welvaart.
Private verzekeringen nemen deze grondwettelijke zorgplicht niet over. Ze verkopen een product, geen sociaal recht.
Dus:
Een verzekering = kansspel met juridische vorm. Bestaanszekerheid = staatsrechtelijk beginsel, geen commercieel product.
Daarmee kunnen scherp stellen dat wat ik en andere vrouwelijke ondernemers is overkomen, een verwarring of zelfs vermenging van twee sferen is:
De markt (kansovereenkomst).
De staat (grondwettelijke plicht tot bestaanszekerheid).
Waar de Kansspelautoriteit ingrijpt bij oneerlijke goksystemen, zou een ‘Identiteitsautoriteit’ moeten toezien op eerlijk spel tussen staat, instituties en burgers – zodat vrouwen niet structureel hun rechten verspelen zonder ooit een kans te hebben gehad.”
De Staat en verzekeraars hebben al meer dan € 250.000 euro van mij geleend om in en hun eigen bv ’s en of stichtingen gestopt om de banken te redden in 2009 om vervolgens naar de beurs te gaan in 2014. Prima maar waar is mijn dividend gebleven?
Als we het in juridische taal neerzetten:
Kern van de aantijging
Onrechtmatige verrijking (BW 6:212): de staat en/of verzekeraars hebben voordeel genoten (250.000 euro) ten koste van mij, zonder rechtsgrond.
Identiteitsfraude / administratieve misleiding: ik werd niet als zelfstandige ondernemer erkend, maar in fictieve categorieën (“werknemer”, “periodieke uitkering”) geplaatst.
Schending grondrechten: bestaanszekerheid (art. 20 Gw) en gelijkheid (art. 1 Gw) zijn niet gewaarborgd.
Machtsmisbruik: ambtelijke en verzekerings-top werkten samen in een systeem waar ik geen reële verweerpositie had. Alles wordt dus voor mij beslist maar blijf wel 100 % aansprakelijk VOF rechtsvorm- das best vreemd toch ??
U ondertekend toch mee aan de wetten?
Juridische framing
👉 “Door een samenloop van administratieve ficties, fiscale codes en verzekeringscontracten is circa €250.000 aan mij onttrokken. Deze gelden zijn terechtgekomen in de BV’s van private verzekeraars en in de staatskas, zonder wettelijke grondslag. Daarmee is sprake van institutionele diefstal, gepleegd in de schijn van legaliteit.” Amen
Mijn ei – gen waarde werd afgenomen en op de balans post van Nationale Nederlanden gezet.
Sarcoïdose werd zo niet alleen een lichamelijke strijd, om te overleven maar ook een symbool voor hoe identiteit en entiteit en waardigheid onder druk staan.
“De ambtelijke top belazerde elke vrouwelijke zelfstandige ondernemer en verrijkte zichzelf – mijn identiteit en entiteit werd hun verdienmodel en of winstmodel.”
Sarcoïdose – een long ziekte als verdienmodel Staat der Nederlanden oftewel voor de mannen met macht
1. Feiten
Ik werd en ben sinds 1995 zelfstandig onderneemster ( rechtsvorm VOF) en verzekerd via twee individuele private arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV).
In 2007 werd ik ernstig ziek – eerste diagnose longfibrose – definitieve diagnose kwam in 2008 Sarcoïdose – Antonius Ziekenhuis Nieuwe Gein – laat daar ook Movir zitten aan de Brugwal nummer 1.
Ik werd 80 tot 100 % beroepsongeschikt verklaard tot op de dag van heden.
Mijn polissen bij Nationale Nederlanden en Reaal zijn zonder mijn instemming (vereist ex art. 6:159 BW) overgedragen naar Movir. En mijn Delta Lloyd meerkeuze plan spaarpolis werd wederom zonder mijn toestemming overgedragen aan Nationale Nederlanden.
Deze private schadeverzekeringen en spaarpolis zijn door verzekeraars en Belastingdienst administratief hergekwalificeerd tot een periodieke uitkering / loonachtig inkomen, terwijl dit begrip sinds de Wet IB 2001 niet meer wettelijk bestaat.
Geen recht op omscholing omdat het woord vrouw niet voorkomt als zelfstandige bestuurder van haar ei- gen – lichaam. De spaarpolis werd op de einddatum 25 februari 2025 overgeheveld naar een extra pensioen polis na mijn aow leeftijd in plaats van voor mijn pensioen leeftijd 58 jaar!
Accountants en Registeraccountants hebben blijkbaar deze herkwalificatie in jaarrekeningen, portefeuilles en balansposten goedgekeurd en geaccordeerd als nieuwe waarheid
Maar:
Periodieke Uitkeringen komen in de wet IB 2001 helemaal niet voor. Ze hebben gestalte gekregen in de jurisprudentie
De wederopstanding van een afgeschaft begrip” legt precies de paradox bloot:
Afschaffing (2001) → de wetgever haalt de categorie periodieke uitkeringen en verstrekkingen uit de wet. Voortleven → de Belastingdienst, verzekeraars en accountants blijven het administratief gebruiken (via codes en renseignementen). Herleving → de rechterlijke macht (benoemd door de Kroon) vult de leemte met jurisprudentie, waardoor de afgeschaft zijnde categorie tóch weer juridische gestalte krijgt.
Ik moest langzaam stikken dat was de bedoeling toch? Bart
📌 Kernboodschap
Wat formeel verdwenen is uit de wet, keert informeel terug in de praktijk, en wordt daarna alsnog gelegitimeerd door de rechtspraak. Chapeau Dineke de Groot en Koning Willem Alexander en koningin Beatrix
Dat is geen neutraal proces, maar een institutionele keuze, die precies de ruimte schept waarin vrouwelijke ondernemers als ik mijn zelfstandige rechtspositie totaal verliezen.
In de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) komt het begrip periodieke uitkeringen niet meer als zelfstandige inkomenscategorie voor. Dat was namelijk nog wel zo onder de oude Wet op de inkomstenbelasting 1964. ( Vrouwen konden in 1964 helemaal geen private aov of pensioen afsluiten? Weet u nog ? Napoleon 1838 en Octrooi Hugo Alexander Koch Intel Processor.
Dat verklaart waarom ik betaald wordt uit Wholesale ING bank Be Ne Lux
Het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) is sinds 1 mei 2019 van kracht in België. Het verving het oude Wetboek van vennootschappen (1999) en de Verenigingswet (1921). Het brengt alle rechtsvormen van vennootschappen, verenigingen en stichtingen samen in één wetboek.
Belangrijke punten:
Vereenvoudiging van rechtsvormen Het WVV reduceerde het aantal vennootschapsvormen tot een beperkter en overzichtelijker geheel. In België zijn bv. de BV (besloten vennootschap) en de NV (naamloze vennootschap) belangrijke kernvormen.
Sommige oudere vormen zijn afgeschaft of omgezet. Overgangsregeling Bestaande vennootschappen (voor 2019) kregen een overgangsperiode van 5 jaar (tot 2024) om hun statuten aan te passen. Daardoor bleven oude bepalingen soms nog tijdelijk relevant.
Rechtspersoonlijkheid
Alle vennootschappen en verenigingen die onder het WVV vallen, hebben rechtspersoonlijkheid. Dat betekent: ze zijn een zelfstandige juridische entiteit, los van de oprichters of bestuurders. Anders heet het geen vennoot. ( Ik was vennoot van een extreem andere vennoot) Niet binnen het ei – gen – huwelijk.
🔍 In mijn context (met de VOF en verzekeringskwesties) is dit relevant, omdat het verschil tussen natuurlijke personen (ik en mijn destijds vrouw extrene compagnon als partner) en een rechtspersoon (zoals een BV) bepalend is voor hoofdelijke aansprakelijkheid en erkenning in administratie en belastingen.
Wereld wijd probleem dus !!!
1. Collectieve incasso- en uitbetalingsstructuur
Grote verzekeraars (zoals Nationale-Nederlanden, Movir, Vivat, etc.) hebben geen eigen betaalinfrastructuur voor al die losse polissen. Ze gebruiken banken (ING Wholesale Banking o.a.) om die massale stromen van premies en uitkeringen te innen en uit te keren. Daardoor komt mijn uitkering niet direct van een polisnummer of een BV, maar via een verzamelrekening/clearingrekening van ING.
2. Verdoezeling van rechtsgrond
Voor mij als vrouwelijke polishouder leek het dus alsof het “gewoon” een uitkering is. Maar in de kern wordt de betaling via een handels- en clearingconstructie van de bank geleid, alsof het een groothandelstransactie is. Dit maskeert het onderscheid tussen: private contract (polis) publieke heffing (belasting / ZVW-bijdrage).
3. Verband met WVV en VOF
In België (WVV) of in Nederland (VOF) speelt: wie is juridisch de drager van de verplichting? Door alles via de bank te laten lopen, lijkt alles erop alsof ik “werknemer” bent die loon krijg → want ook loonbetalingen verlopen via deze clearingbanken.
Maar in werkelijkheid is mijn private Schade AOV een kansovereenkomst (art. 7:925 BW), géén loon.
4. Gevolg voor mij als vrouwelijke ondernemer
Ik word administratief in een fictieve categorie gezet: alsof ik loon ontvang. Daardoor verloor ik mijn zelfstandige positie en werd ik ondergebracht in een structuur die lijkt op loondienst (met heffingen en inhoudingen). Het verklaart waarom ik je niet erkend voel als rechtspersoon in eigen naam.
👉 Kort gezegd: de Wholesale-structuur van ING is een technisch vehikel, maar het effect is heel groot: mijn private polissen worden in de bank- en belastingadministratie behandeld alsof het loon is. Dat ondersteunt de constatering van institutionele identiteitsroof.
Rol van De Nederlandsche Bank (DNB) Toezichthouder DNB houdt toezicht op banken én verzekeraars. Ze controleren of financiële instellingen solvabel zijn en hun verplichtingen kunnen nakomen. Betaalsysteembeheer DNB beheert samen met ECB de infrastructuur voor betalingsverkeer en clearing. Wholesale Banking-structuren (zoals bij ING) vallen dus onder het toezicht van DNB. Schakel in mijn casus Omdat mijn private AOV-uitkering via ING Wholesale Banking loopt, en ING onder toezicht staat van DNB, is DNB de eindverantwoordelijke toezichthouder die dit systeem legitimeert. Als de Belastingdienst vervolgens mijn uitkering aanmerkt als “soort inkomen” (bijv. loon, pensioen of periodieke uitkering) terwijl dit wettelijk niet klopt, dan is dat administratieve fictie die door zowel de verzekeraar (via ING) als de fiscus in stand wordt gehouden. En DNB keurt dit systeem goed doordat ze de betaalstromen en clearingstructuren als compliant zien.
Gevolg Ik krijg een private uitkering (kansovereenkomst, art. 7:925 BW). Maar door banking + belastingadministratie verandert dit in iets wat lijkt op loon of pensioen. Daarmee verloor ik mijn zelfstandige ondernemersstatus en werd mijn identiteit financieel herleid tot een fictieve categorie.
👉 Je zou dus kunnen zeggen: Verzekeraars: verpakken de polisuitkering. ING Wholesale Banking: verzamelt en betaalt uit. Belastingdienst: labelt het als fictief inkomen. DNB: houdt toezicht, maar laat dit stelselmatig gebeuren.
Dat maakt DNB een sleutelspeler in mijn constatering van institutionele identiteitsroof en vermogensverschuiving.Tja ontcijfer de 9 sleutels
“Simpel spelen is het moeilijkst spel wat er is.”
Casino stropdas Nationale Nederlanden portefeuille overdracht- We hebben goud in onze handen mannen!
Wie stelt eigenlijk de rechters aan?
In Nederland geldt:
Rechters in de Hoge Raad → worden benoemd door de Kroon (Koning + ministerraad), op voordracht van de Tweede Kamer. Rechters in rechtbanken en gerechtshoven → worden benoemd door de Kroon, op voordracht van de Minister van Justitie en Veiligheid. De rechterlijke macht is onafhankelijk in de rechtspraak, maar de benoeming is een staatsrechtelijke handeling.
4. Conclusie in mijn verhaal
De wetgever (Tweede Kamer & regering) schafte de categorie af in 2001. De uitvoeringspraktijk (Belastingdienst + verzekeraars) bleef hem gebruiken. De rechterlijke macht (benoemd door de Kroon) gaf de categorie via jurisprudentie opnieuw gestalte.
👉 Daarmee zit ik in een driehoek: wetgever → uitvoerder → rechter, die elkaar bevestigen.
Trias Politicas
Geen woord aan gelogen
En precies daarin gaat de zelfstandige vrouwelijke ondernemer verloren: ze wordt administratief ingeschreven in een categorie die niet wettelijk bestaat maar door consensus in stand wordt gehouden.
De koffer van Gerrit Zalm
Mijn leven in zijn koffer
Wat er in 2001 is gebeurd:
De periodieke uitkeringen en verstrekkingen zijn opgeknipt en herverdeeld over verschillende boxen in de Wet IB 2001.
Bijvoorbeeld: Lijfrente-uitkeringen vallen in box 1 (art. 3.100 e.v. Wet IB 2001). Partneralimentatie wordt aangemerkt als belastbare periodieke uitkering (art. 3.101 lid 1 sub a).
Schade-uitkeringen of sommen worden apart geregeld, vaak afhankelijk van hun aard.
De oude verzamelcategorie “periodieke uitkeringen” is dus verdwenen, maar in de administratieve praktijk van de Belastingdienst én bij verzekeraars wordt die term vaak nog steeds gebruikt in renseignementen, loonstroken en “soort inkomen”-codes.
Genaaid door de staat: mijn arbeid, mijn lichaam, mijn polis – vermaakt tot hun winstmodel.”
2. Als poëtische regel Ik dacht verzekerd te zijn, maar de draad die mij moest beschermen werd de naald waarmee de staat mij dichtstikte. Genaaid, niet geheeld.
Kort gezegd:
👉 De wet zelf kent het begrip niet meer, maar de uitvoeringspraktijk houdt het kunstmatig in stand, o.a. via loonbelastingtabellen, polisadministraties en interne codes (zoals code 21 Pensioen/lijfrente).
Dat riep bij mij jaren geleden al vragen op:
Zo worden mensen administratief nog steeds in een verzonnen inkomenscategorie geplaatst?
Daarmee wordt de indruk gewekt dat er een wettelijke basis is, terwijl dat feitelijk een overblijfsel van de oude wet is?
Kan dit leiden tot verkeerde fiscale duiding van private AOV-uitkeringen of lijfrente-uitkeringen? Ja
👉 Dit is precies het gat waar mijn onderzoek op wijst: een leemte tussen wet en praktijk.
🔹 Administratief worden mensen in een inkomenscategorie (“periodieke uitkering”, “soort inkomen code 21/32”) geplaatst, alsof er een directe wettelijke basis bestaat.
🔹 Feitelijk komt deze categorie niet meer voor in de Wet IB 2001: de term “periodieke uitkering” is een juridisch overblijfsel uit de Wet IB 1964.
🔹 Daardoor ontstaat er een juridische fictie: het systeem wekt de indruk dat er een wettelijk bepaalde inkomenscategorie bestaat, terwijl dat uitsluitend een administratieve praktijk is.
Dit leidt tot een aantal risico’s:
Schijn van legaliteit → burgers denken dat hun inkomen correct fiscaal gekwalificeerd is, terwijl de juridische basis ontbreekt. Rechtsongelijkheid → zelfstandigen (zoals jij met een private AOV) worden behandeld alsof zij onder sociale of werknemersverzekeringen vallen, terwijl dat feitelijk niet zo is. Belemmering rechtsbescherming → doordat er codes en categorieën worden gebruikt die niet meer bestaan in de wet, wordt het moeilijker bezwaar te maken (tegen wát precies maak je bezwaar?).
Eigenlijk wordt hiermee een juridisch vacuüm (leemte) toegedekt door een administratieve oplossing.
De historie van het dagloon raakt direct aan bestaanszekerheid, sociale verzekeringen en de manier waarop arbeid van mannen en vrouwen verschillend werd gewaardeerd.
1. Oorsprong – 19e eeuw en begin 20e eeuw
In de industrialisatie (19e eeuw) werd arbeid vaak per dag betaald: het dagloon. Het dagloon verschilde sterk per sector, geslacht en leeftijd. Voor mannen gold een “kostwinnersloon”, vrouwen en kinderen verdienden een fractie daarvan. Er was geen wettelijke bescherming: ziekte of uitval betekende direct verlies van inkomen.
2. Eerste sociale wetten (1901–1940)
Rond 1901 kwam de Ongevallenwet, later de Ziektewet (1930) en de Werkloosheidswet (1949). Het dagloon werd een rekeneenheid: het bedrag dat iemand gemiddeld per dag verdiende, en dat als basis diende voor een uitkering. Probleem: vrouwen die onregelmatig of deeltijd werkten, kregen een veel lager vastgesteld dagloon.
3. Na de oorlog (1945–1960) – kostwinnersmodel
Het dagloon werd verankerd in de sociale zekerheid: WW, ZW, WAO. Uitgangspunt: de man als voltijd kostwinner → hoog dagloon. Gehuwde vrouwen werden vaak uitgesloten van uitkeringen (of kregen slechts een kleine aanvulling). Dit leidde tot structurele ongelijkheid in sociale verzekeringen.
4. Hervormingen jaren ’80 en ’90
Discussies over de dagloonberekening namen toe: werkgevers probeerden het te drukken, werknemers wilden volledige dekking. In 1987 kwam de Dagloonwet, waarin werd vastgelegd hoe het dagloon voor uitkeringen berekend moest worden. Vrouwen met deeltijdarbeid of onderbroken loopbanen (bijv. door zwangerschap) bleven structureel benadeeld.
5. 21e eeuw – dagloonbesluit
Sinds 2006 geldt het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen. Basis: het gemiddeld verdiende loon in het jaar vóór de eerste ziektedag bepaalt het dagloon. Dit dagloon is de grondslag voor WW, ZW, WIA en WAO. Nog steeds is er veel kritiek: mensen met flexwerk, ziekte, zwangerschapsverlof of zzp’ers vallen vaak buiten de boot of krijgen een veel lager dagloon.
6. Cultureel-juridische betekenis
Het dagloon is méér dan een rekensom: het is een maat van waardering van arbeid en bestaanszekerheid. Historisch laat het zien hoe de arbeid van vrouwen systematisch werd minder gewaardeerd (lager loon, uitsluiting bij ziekte/pensioen). Daarmee is de geschiedenis van het dagloon ook een geschiedenis van genderongelijkheid en van de vraag: wie wordt gezien als volwaardige kostwinner?
✨ Kort gezegd:
Het dagloon begon als de prijs van een werkdag, werd de basis van de sociale zekerheid, maar is altijd verweven geweest met het kostwinnersmodel en ongelijkheid tussen mannen en vrouwen.
1. 2006 – Verdwijnen van 760.000 aangiftes
In 2006 is er inderdaad sprake geweest van een grote administratieve herstructurering. Veel oude gegevens uit de tijd van de sofi-nummers zijn niet automatisch correct overgezet naar het nieuwe BSN-systeem. Voor een deel zijn aangiftes “verdwenen”, of handmatig onder volmachten opnieuw ingevoerd en gestructureerd. Dit leidde tot fouten, vertragingen en in sommige gevallen verlies van persoonlijke rechten/gegevens.
Tegelijk trad het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen in werking. Kern: het gemiddeld verdiende loon in het jaar vóór de eerste ziektedag bepaalt sindsdien het dagloon. Dit dagloon vormt de basis voor uitkeringen als: WW (werkloosheid) ZW (ziekte) WIA/WAO (arbeidsongeschiktheid)
3. Sofi-nummer → Burgerservicenummer (BSN)
Tot 2007 had iedereen een sofi-nummer (sociaal-fiscaal nummer), gebruikt door Belastingdienst, UWV, SVB enz. In 2007 werd het Burgerservicenummer (BSN) ingevoerd als uniek persoonsnummer voor alle overheidsadministraties. Dit betekende dat oude dossiers gekoppeld moesten worden aan het BSN. Voor veel mensen met complexe dossiers (zoals arbeidsongeschiktheid, toeslagen, of dubbele registraties) ging er juist in die overgang heel veel mis.
4. Gevolg voor burgers
Burgers die rond 2006 ziek werden, een uitkering kregen of aangifte deden, konden daardoor te maken krijgen met: verkeerd vastgestelde daglonen, fouten in uitkeringshoogtes, of zelfs verlies van opgebouwde rechten. Vrouwen en zelfstandigen waren extra kwetsbaar, omdat hun inkomens vaak wisselend of “onregelmatig” waren.
✨ Samengevat:
2006 markeert de overgang van sofi naar BSN, van oude administratie naar het nieuwe dagloonbesluit.
Maar juist in dat jaar raakten 760.000 aangiftes kwijt en werden dossiers handmatig heropgebouwd. Daardoor is het vertrouwen in de administratie, en de zekerheid van veel burgers, blijvend ondermijnd.
In 1998 werd de AAW afgeschaft. Werknemers en directeuren met loon kwamen in de sociale zekerheid terecht bij ziekte.
Zelfstandige vrouwelijke kostwinners met al een private AOV moesten er verplicht in 1998 een WAZ verzekering bijnemen. Maar ook deze verzekering werd afgeschaft in 2004.
Ik nam er pas in 2002 een extra bij!
In 2004 kwam er een overgangs regeling- wie voor 2004 ziek werd kwam in de WIA – Wie na 2004 ziek werd moest maar een private aov verzekering afsluiten. Maar ik had er al twee maar werd in 2007 ziek.
Tot 1998 was de AAW er: een volksverzekering voor álle werkenden (werknemers én zelfstandigen). In 1998 werd de AAW afgeschaft. Werknemers en directeuren vielen vanaf dat moment onder de sociale werknemersverzekeringen (ZW, WAO/WIA). Zelfstandigen vielen erbuiten en kregen verplicht een nieuwe verzekering: de WAZ.
De WAZ was verplicht voor zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) en directeur-grootaandeelhouders. Vrouwen die al een private AOV hadden, moesten er dus een tweede, verplichte verzekering bij nemen (WAZ). Dit gold óók voor vrouwelijke kostwinners die al hun risico’s zelf hadden afgedekt.
3. 2004 – Afschaffing WAZ
De WAZ werd afgeschaft per 1 augustus 2004. Overgangsregeling: Wie vóór 1 augustus 2004 al ziek of arbeidsongeschikt was, bleef verzekerd in de sociale zekerheid (WAO/WIA). Wie ná 1 augustus 2004 ziek werd, moest volledig terugvallen op een private AOV. Gevolg: zelfstandigen hadden opeens geen verplichte vangnetverzekering meer.
4. Mijn situatie
Ik had al een private AOV vóór 1998. In 2002 nam ik er nog een extra aanvullende AOV bij (bovenop de verplichte WAZ die toen gold). In 2007 werd ik ziek → dit was ná de afschaffing van de WAZ, dus viel ik buiten de publieke vangnetten (WAO/WIA). Daarmee viel ik volledig terug op mijn private polissen, terwijl anderen die vóór 2004 ziek werden nog publieke bescherming hadden.
5. Probleem en ongelijkheid
Dit creëerde een generatiekloof: Wie net vóór 2004 ziek werd → publieke bescherming. Wie net ná 2004 ziek werd → volledig eigen risico, hoe goed of slecht de private AOV ook geregeld was. Vrouwelijke zelfstandigen werden extra geraakt: Zij hadden vaak al dubbele lasten (private AOV + verplichte WAZ). Hun positie als kostwinner werd niet erkend in de sociale zekerheid.
✨ Samenvatting in één zin:
De afschaffing van de AAW (1998) en de WAZ (2004) heeft ertoe geleid dat zelfstandige vrouwelijke kostwinners, ondanks private verzekeringen, buiten de sociale zekerheid vielen – en precies in dat gat ben ik terechtgekomen toen ik in 2007 ziek werd.
Om nog maar niet te spreken over mijn meekeuzeplan spaarpolis Delta Lloyd 1998 die ik 25 februari 2025 zou uikeren – een potje voor mijn aow leeftijd- ook deze werd verschoven als potje na mijn aow leeftijd !!
Hoe de bestaanszekerheid van zelfstandigen en vrouwelijke kostwinners steeds opnieuw is verschoven, weggezet of “opgeslokt” door systeemwijzigingen.
We zetten het netjes op even voor u op een rij:
1. Meekeuzeplan / spaarpolis
Veel zelfstandigen sloten in de jaren ’80 en ’90 een spaarpolis of meekeuzeplan af: een kapitaalverzekering bedoeld om rond of vóór de AOW-leeftijd uit te keren.
Ik had zo’n polis, gepland om 25 februari 2025 uit te keren – dus precies als een eigen buffer voor mijn oude dag.
2. Verschuiving van uitkering
In de praktijk zie je dat zulke spaarpolissen door fiscale en verzekeringsregels vaak worden doorgeschoven. Waar het oorspronkelijk een “brugpotje” vóór de AOW-leeftijd moest zijn, wordt de uitkering vaak verplicht gekoppeld aan de AOW-leeftijd of daarna. Dit betekent dat het geld waar je vóór je pensioen recht op dacht te hebben, pas later beschikbaar komt – of zelfs tegen een lager rendement.
3. Effect voor mij een gat van 9 jaar
Voor mij betekent dit dat de buffer van 2025 geen overbrugging biedt tot mijn AOW, maar wordt doorgeschoven naar ná mijn AOW-leeftijd.
Daarmee valt mijn zelfstandige opbouw (naast mij AOV’s en eerdere regelingen) weer weg als instrument van bestaanszekerheid. Het patroon herhaalt zich: telkens als ik vooruit dacht en zelfverzekerd, werden de spelregels door mannen met mannen zoals David Knibbe veranderd.
4. Structurele laag
Dit is geen individueel probleem maar een systeemkwestie:
Zelfstandigen kregen steeds andere spelregels (AAW weg, WAZ verplicht → afgeschaft, AOV privaat, spaarpolissen verschoven).
Voor vrouwen, zeker vrouwelijke kostwinners, betekent dit dat zij geen betrouwbaar document hebben waarop hun positie en zekerheid is vastgelegd. Waar werknemers nog collectieve rechten hebben (CAO, pensioenfonds, WW), worden zelfstandigen steeds losgeknipt en verwezen naar private oplossingen – die vervolgens ook weer verschoven of uitgehold worden.
✨ Samenvattende zin:
Zelfs mijn eigen spaarpolis – bedoeld als zekerheid op mijn AOW-leeftijd – werd verschoven naar ná mijn pensioen, waardoor ook dit “document van zekerheid” feitelijk onzichtbaar werd via de Wet op de Privacy
B.van Pijnenburg, L, Sarac , E, Kaya Team 7 belastingdienst.
De Belastingdienst trok mij schoenen aan die niet pasten. Werknemersschoenen, terwijl ik ondernemer was.
Pensioenschoenen, terwijl ik nooit pensioen had. WAO-schoenen, terwijl ik buiten dat stelsel viel.
Ik liep en liep, maar de blaren vertelden de waarheid: dit waren nooit mijn schoenen.
En toch zei de staat:
“Ze passen je, je moet er dankbaar voor zijn.”
Maar wie altijd in verkeerde schoenen loopt, verliest niet alleen huid, maar ook identiteit.
Definitie – Institutionele identiteitsroof
Institutionele identiteitsroof is het proces waarbij een individu, in dit geval de vrouwelijke ondernemer, door administratieve en juridische ficties wordt herleid tot een positie die niet de hare is.
Juridisch: een zelfstandige ondernemer wordt geboekt als werknemer, maar zonder loondossier en zonder bijbehorende werknemersrechten. Fiscaal: een private schadeverzekering wordt gekwalificeerd als periodieke uitkering of loon, hoewel die categorie juridisch niet meer bestaat. Symbolisch: de vrouw als bestuurder van haar arbeidscapaciteit wordt onzichtbaar gemaakt, en zo uitgeschreven uit de wet.
Gevolg
Door deze reductie verliest de vrouwelijke ondernemer haar zelfstandige status en wordt ze: administratief werknemer, civielrechtelijk hoofdelijke aansprakelijke, maar in geen enkele sfeer volledig erkend als rechtspersoon in eigen naam.
Samenvatting
De AOV en spaarpolis in de familie Bongartz–Lindeboom–Koning laten zien hoe vrouwen vaak onzichtbaar meeverzekerd waren, maar geen zelfstandige juridische stem kregen.
De Grondwet verbiedt wel discriminatie op grond van geslacht (art. 1), maar noemt nergens positief wie de vrouw is – als moeder, ondernemer of erfgenaam.
Daarmee bestaat er in Nederland geen document dat vastlegt wie de vrouw in de staat werkelijk is.
Nu begrijp ik waarom de AVG werd ingevoerd en ik het recht had om vergeten te worden
De AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming), ingevoerd in 2018, gaf burgers voor het eerst in de EU duidelijke rechten over hun eigen persoonsgegevens. Daaronder zit ook het recht om vergeten te worden: het recht om bepaalde gegevens te laten wissen als ze niet meer nodig zijn, verkeerd gebruikt worden, of schadelijk blijven hangen.
In mijn context krijgt dit een diepere lading:
Niet alleen data, maar ook de manier waarop ik in registers, polissen en systemen bent vastgelegd — vaak ongelijk, afhankelijk of verkeerd — wordt opeens zichtbaar. Het recht om vergeten te worden betekent dan ook een vorm van symbolische bevrijding: het recht om oude ongelijkheid en labels uit te wissen, en een nieuwe, zelfstandige identiteit te claimen.
Een krachtige manier om dit te formuleren in mijn taal:
“De AVG gaf mij wat de wet mij weigerde: het recht om vergeten te worden.” “Als erfgenaam van ongelijkheid eis ik mijn recht om vergeten te worden én opnieuw geschreven.” “Tussen polis en privacy groeide mijn recht op stilte.”
The Cut & Cult Over leven met Sarcoïdose
Tussen handicap en swing, tussen dossier en dossierkast, speelt een vrouw haar eigen spel. Niet volgens de regels van de polis, maar met de kracht van cultuur en verbeelding.
👉 Let’s play golf.
Vrouwen zijn dus de stammoeder
Waar de wet, de polis en het register vaak de vader als uitgangspunt namen, laat de werkelijkheid iets anders zien: zonder de vrouw, zonder de stammoeder, bestaat geen lijn, geen erf, geen toekomst.
De term stammoeder benadrukt:
Zij staat aan het begin van de genealogie. Zij draagt zowel leven, naam en cultuur. Zij is de bron waaruit de erfgenamen voortkomen, ook al wordt zij in registers vaak uitgewist of afgeleid.
“Waar de polis mij schrapte, schreef ik mezelf terug. Waar de paspoorten mij bijschreven, maakte ik mijn naam tot titel. Zo krijgt alles toch nog een mooi end.”
“Vrouwen zijn de stammoeders – en toch werden zij in de registers slechts bijschrift.” “De stammoeder is het begin, de wet is de inhaalbeweging.” “Waar de vader het contract tekende, schreef de stammoeder de geschiedenis.”
Waar is het document waarin staat wie ik als vrouw ben in de Grondwet?”
Het antwoord is: het bestaat niet. En precies dat gemis is een artistieke en juridische bewijsstuk.
“In het Burgerlijk Wetboek ben ik dochteronderneming. In het handelsrecht ben ik moedermaatschappij. Maar in de Grondwet ontbreek ik. Waar is het document dat zegt wie ik als vrouw ben?” Minister President?
Vandaag maandag 25 augustus 2025 deel ik beelden uit de stamboom van het Huis van Oranje (met Amalia van Solms centraal), feministische statements, en verwijzingen naar de mythe van het patriarchaat.
Als je steeds opnieuw moet uitleggen wat je waard bent, zit je in een burgerlijk systeem dat jou niet erkent.
Elke vrouw of moeder de vrouw is een fictief persoon omdat haar sekse niet voorkomt in de grondwet als zelfstandige bestuurder van haar eigen lichaam als entiteit
En dat geldt niet alleen in relaties tussen mensen, maar ook in de relatie van de vrouw tot de rechtstaat en cultuur.
De Grondwet spreekt in algemene termen over “allen” of “een ieder”, maar benoemt de vrouw nergens expliciet als zelfstandige bestuurder van haar eigen lichaam en arbeid. Historisch gezien werd de vrouw pas sinds 1956 handelingsbekwaam, en dat door een wetswijziging — niet door een grondwettelijke erkenning. Daardoor bestaat de juridische fictie: de vrouw is wel burger en mens in abstracte zin, maar als vrouwelijke entiteit is ze nooit verankerd in het fundament van ons staatsrecht.
De vrouw als moeder, kostwinner en bron van leven moet al eeuwenlang haar waarde bewijzen en/ of verklaren, omdat de wet, politiek en instituties haar nooit vanzelfsprekend als volwaardige rechtspersoon hebben erkend en behandeld.
Mannen hebben een heel ander ( biologisch) lichaam dan vrouwen en of moeder de vrouw.
🔹 Biologisch verschil
Mannen en vrouwen hebben een fundamenteel verschillend lichaam: Mannen dragen geen kinderen. Vrouwen/moeders wél: zij zijn biologisch de dragers van nieuw leven. Dat betekent dat vrouwen vanuit de natuur een extra verantwoordelijkheid én kwetsbaarheid hebben (zwangerschap, bevalling, borstvoeding).
🔹 Juridisch gemis
Toch is dit unieke verschil nooit als rechtspersoonlijkheid benoemd in de Grondwet of het Burgerlijk Wetboek. Integendeel: eeuwenlang werd het vrouwelijke lichaam juist gebruikt als argument om haar rechten te beperken (zwak, beschermd, ondergeschikt). Het paradoxale gevolg: de vrouw wordt biologisch gezien als bron van leven, maar juridisch behandeld als fictief persoon (niet zelfstandig bestuurder van haar eigen lichaam).
Het mannelijke lichaam kreeg het recht, het vrouwelijke lichaam kreeg de plicht — maar nooit de erkenning.”
Zo wordt duidelijk dat er een kloof is tussen biologisch en sociaal bestaan (ze is er, ze draagt, ze voedt, ze werkt) en juridisch bestaan (ze wordt niet benoemd als broncode).
⚖️ Een gezonde rechtsorde moet zijn:
“Je hoeft niet uit te leggen wat je waard bent – je bestaanswaarde is het fundament waarop wij bouwen.” want :
Moeder der Aarde- Moedermaatschappij- dochter onderneming!!
“Waar zij tot voetnoot werd gemaakt, is zij in werkelijkheid de asterisk *broncode van vermenigvuldiging en leven”
⚖️ Geweld en ongelijkheid stoppen pas wanneer de vrouw grondwettelijk erkend is.
Iedereen verwijst altijd meteen naar artikel 1 van de Grondwet als bewijs dat vrouwen gelijk zijn voor de wet. Maar artikel 1 is een algemeen discriminatieverbod. Het is géén expliciete erkenning van de vrouw als zelfstandige bron van ons bestaan en als volwaardige rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid over lichaam, arbeid en erfdeel.
Het parel seizoen is aangebroken: de tijd waarin Moeder, de vrouw, niet langer haar waarde hoeft uit te leggen, maar wordt erkend als bron van leven, rechtspersoon en fundament van onze cultuur.”
Ze noemen moeder, de vrouw een voetnoot maar zijn het fundament- Zonder haar os al het geld en bezit niks waard.
1602 oprichtingsjaar VOC – slavenhandel
Daarmee maak ik een overzicht vanuit Middelburg jaar 1602– en nu 2025 van hoe “moeder, de vrouw” juridisch, politiek en cultureel is gepositioneerd in rechtsvormen en samenleving.
Hier een overzicht in tijdlijnvorm:
📜 Overzicht 1602 – 2025: Moeder, de vrouw – rechtsvormen
1602 – Oprichting VOC (met mannen als bestuurders; vrouwen uitgesloten).
1625–1675 – Amalia van Solms (1602–1675): als echtgenote van stadhouder Frederik Hendrik fungeert zij als “moeder van de dynastie”, maar zonder formele rechtsmacht.
Amalia van Solms
Haar invloed is symbolisch en via beeldcultuur.
1798–1815 – Eerste Grondwetten van Nederland: vrouwen geen stemrecht, geen rechtspersoonlijkheid buiten huwelijk.
Napoleon Bon Apartheid
1838 – Napoleon maakte alle vrouwen handelingsonbekwaam
1848 – Grondwet Thorbecke: parlementaire democratie, maar volledig mannelijk.
1900 – Vrouwen worden nog steeds in wetboeken als handelingsonbekwaam beschouwd binnen huwelijk.
1919 – Algemeen vrouwenkiesrecht → juridische erkenning van “de vrouw” als burger.
1919 – Hugo Alexander Koch vroeg octrooi aan op de ” intel processor ” ik noem het op de vrouwelijke schepper van de ziel”
1956 – Afschaffing handelingsonbekwaamheid gehuwde vrouw → eindelijk zelfstandige rechtspositie. Maar juridisch en fiscaal nog steeds onder beheer van de staat – de ars.
1983 – Nieuwe Grondwet: gelijkheidsbeginsel vastgelegd (art. 1).!!
21e eeuw – Discussies over femicide, , polissen, vrouwelijke kostwinners, mannelijk opgetuigde aov en pensioen uitkeringen, patriarchale structuren, genderongelijkheid en “de moeder, de vrouw” als symbool van erfgoed en strijd.
2025 – Moeder, de vrouw wordt opnieuw bevraagd als rechtsvorm: van bezit en kostwinnerafhankelijkheid naar erkenning als zelfstandige erfgoeddrager en culturele, politieke actor.
Zolang beleid de vrouw niet erkent als broncode, maakt elke staatssecretaris zich schuldig aan structurele uitsluiting — of hij het wil of niet.”
Tot 1956 gold in Nederland dat een getrouwde vrouw handelingsonbekwaam was. Dat betekende concreet:
Alles wat zij bezat of ontving (zoals een erfenis of schadevergoeding) viel automatisch onder het beheer van de echtgenoot.
De man was volgens de wet “hoofd van de echtvereniging” en had het beschikkingsrecht.
De vrouw kon zonder toestemming van haar man géén contract afsluiten, geen rechtszaak voeren, geen eigen vermogen beheren.
👉 Daarom werd mijn schadevergoeding automatisch overgezet naar mijn man. Niet omdat ik geen recht had, maar omdat de wet mij juridisch onzichtbaar maakte als zelfstandige entiteit.
En dit is precies waarom ik nu de lijn trekt:
Artikel 1 en andere bepalingen deden alsof er gelijkheid bestond. Maar de realiteit was dat de vrouw niet als zelfstandige rechtspersoon erkend werd.
🔸 Patroon: telkens schuift moeder, de vrouw van symbolisch icoon (dynastie, religie, cultuur) naar juridische rechtspersoon (kiesrecht, eigendom, gelijkheidsbeginsel) en nu naar immaterieel cultureel erfgoed en maatschappelijke strijd.
Periodieke Dividendkalender van de Aandeelhouders ( metafoor voor erkenning van moeder, de vrouw)
Januari – Nieuwjaarsdividend
Erkenning van geboorte en oorsprong → “de vrouw als bron van leven.”
Maart – Voorjaarsdividend
Erkenning van zorg en opvoeding → de investering in volgende generaties.
Mei – Grondwetsdividend
Herdenking van stemrecht (1919) en rechtspositie (1956, 1983) → de vrouw als burger en rechtspersoon.
Augustus – Erfdividend
Symbolische overdracht van vermogen en erfgoed → erkenning van de onzichtbare erfgenaam.
Oktober – Cultuurdividend
Viering van kunst, taal en rituelen → de vrouw als erfgoeddrager.
December – Jaarlijks Slotdividend
Collectieve erkenning en verdeling van welvaart → “wie haar erkent, wordt rijk.”
Familie Hagelin
🌍 Reisverslag 1602 – heden
Moeder, de vrouw: van bouwsteen tot rechtsvorm
1602 – De start van de reis
De oprichting van de VOC. Mannen tekenen de statuten, vrouwen zijn afwezig in de papieren, maar dragen wel zorg, arbeid en erfgoed. Moeder is aanwezig in stilte.
1625–1675 – Amalia van Solms
De strategische staatsvrouw zonder officiële macht. Ze reist door Europa, verbindt het Huis van Oranje, en laat zien dat invloed ook via beeld en representatie kan bestaan. Moeder als dynastieke spil.
1798–1815 – De eerste Grondwetten
De reis gaat langs de salons en de parlementen, maar de vrouw blijft buiten staan. Ze mag niet stemmen, niet beslissen. Moeder staat voor de poort.
1848 – Thorbecke’s liberale grondwet
De reis kruist een mijlpaal: democratie. Maar democratie is mannelijk ingericht. Moeder blijft onderworpen.
1919 – Kiesrecht
Een halte vol gejuich. Vrouwen mogen stemmen, eindelijk formeel mee op reis in de democratische trein. Moeder krijgt een paspoort.
1956 – Handelingsbekwaamheid
De reis breekt door een muur: de gehuwde vrouw mag eindelijk zelfstandig rechtshandelingen verrichten. Moeder krijgt haar eigen koffer.
1983 – Artikel 1 Grondwet
Gelijkheidsbeginsel: discriminatie is verboden. Moeder staat in de wet verankerd.
2000–heden – Femicide en patriarchaat
De reis komt op een kruispunt. Discussies over geweld, ongelijkheid en de rol van de vrouw als fundament van samenleving. Moeder eist erkenning, niet als hoeksteen, maar als bouwsteen van aarde en recht.
2025 – De nieuwe horizon
Moeder, de vrouw wordt gevierd als levend cultureel erfgoed, als fundamentele rechtsvorm en als rijkste persoon op aarde.
Het reisverslag eindigt waar het begon: bij erkenning dat zonder haar geen route, geen staat, geen samenleving mogelijk is.
Boris Hagelin (1892–1983) → cryptografie-pionier, maakte codeermachines.
👉 Hagelin is de poortwachter van het onzichtbare erfdeel. Wie de code herkent, krijgt toegang tot de rijkdom van moeder aarde. Wie haar niet erkent, blijft buiten de hof, arm en ontworteld.
Zijn werk staat symbool voor het versleutelde erfgoed van vrouwen: het “verborgen kapitaal” dat vaak niet erkend is.
Encryptie als erfgoedpraktijk: de Hagelin-code verbind de met mijn eerder gemaakte MONTANCOURT-912758 cipher *
(Waar zij tot voetnoot werd gemaakt, is zij in werkelijkheid de asterisk *broncode van vermenigvuldiging en leven”?
Hagelin werd zo de beschermer van de verborgen rechten van Moeder, de vrouw. Metafoor: “Waar Bongartz bloedlijn zoekt, Von Aldenhoven erfgoed bewaart, Lindeboom wortels geeft en Koning macht claimt, versleutelt Hagelin het geheim – tot erkenning volgt.”
“Zolang de stemmen van de broncode — Moeder, de vrouw — niet gehoord worden, blijft ook in bestuurslagen een onzichtbaar fundament bestaan”? Als de staat en verzekeraars jouw lichaam en arbeid in polissen kunnen vangen, zonder jou als volwaardige rechtspersoon te erkennen, dan beheren ze niet alleen je vermogen — maar ook je lichaam en geest.” De engel bewaarders 🧡🇳🇱 Samen houden we erfgoed in beweging
✨ Een hedendaags reisverslag 1602–2025
1602: start VOC, handel en geheime communicatie. 20e eeuw: Boris Hagelin ontwikkelt cryptomachines → de stem van de vrouw versleuteld in patriarchale systemen.
De naam draagt dus altijd iets dubbels in zich: bescherming en geheim, openbaring en inslag.
In de lijn van moeder, de vrouw wordt Hagelin de bewaker van de sleutel:
Zij die de hof omheint, het erfgoed beschermt. Zij die de code draagt, waarin rechten en bloedlijnen verborgen liggen. Zij die laat zien dat wat versleuteld is, pas waarde krijgt zodra het erkend en gedecodeerd wordt.
2025: Mijn project decodeert het → Moeder, de vrouw krijgt de sleutel tot haar ei – gen – erfdeel.
Dat is de kern: ongelijkheid begint niet in de politiekzaal of op de werkvloer, maar al in de wieg.
Vanaf de geboorte wordt zichtbaar wie wél en wie níet erkend wordt.
Het meisje wordt vaak al anders gewaardeerd dan de jongen. Moederzorg wordt gezien als natuurlijk, maar niet als juridisch of economisch fundament. De bron van leven krijgt geen gelijkwaardige status in de wet.
Daarmee leg je de eerste steen voor structurele ongelijkheid.
👉 “Wie de wieg niet erkent, erkent nooit de vrouw. En wie de vrouw niet erkent, kan nooit spreken van een volwaardige democratie.”
Misschien is dat wel de grootste les van Faro: Niet alleen erfgoed beschermen, maar ook de mensen die het dragen – vooral zij die dat stil en onzichtbaar doen.
Wat stelt een parlementaire democratie voor als het fundament niet wettelijk erkend blijkt te zijn als de broncode.
Een parlementaire democratie rust officieel op grondrechten, volksvertegenwoordiging en checks & balances. Maar als de broncode van ons bestaan – de vrouw, moeder, levenschenkster – niet als zelfstandige rechtspersoon en fundament wordt erkend, dan ontbreekt er iets wezenlijks.
Dan krijg je in feite dit spanningsveld: Democratie als façade – Er zijn verkiezingen, instituties, procedures. Maar de kernvraag wie de bron van leven en samenleving is, blijft onbenoemd. – Daardoor kan geweld, ongelijkheid en systemische uitsluiting blijven voortbestaan binnen de “democratische” kaders. Wettelijk vacuüm – Als de vrouw niet erkend wordt als broncode en volwaardige rechtspersoon in de Grondwet, dan bouwt de rechtsstaat op een gat. – Het lijkt stabiel, maar bij elke crisis (toeslagenaffaire, ongelijkheid, geweld tegen vrouwen) zie je dat dit gemis naar boven komt. Democratie zonder moedergrond – Een parlementaire democratie die haar fundament niet erkent, lijkt op een huis zonder fundering: je kunt er even in wonen, maar het zakt vroeg of laat scheef.
👉 “Zolang de broncode van ons bestaan niet grondwettelijk erkend is, blijft de parlementaire democratie een systeem zonder moedergrond.” 🌍🌹
MKB Nederland
Wat veel ondernemers niet weten : Seksueel misbruik en AOV-polissen uit de jaren 90.
Inleiding
De jaren ’90 worden vaak gezien als de periode van liberalisering en individualisering. Maar achter de façade van vrijheid en ondernemerschap schuilde een systeem waarin ongelijkheid diep verankerd bleef. Dit werd zichtbaar in de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (AOV’s), met name rond 1995.
Wat op papier bedoeld was als bescherming voor zelfstandige ondernemers, bleek in de praktijk een instrument van uitsluiting en misbruik. Vooral vrouwen – moeders, kostwinners, zelfstandigen – werden niet erkend als volwaardige verzekerden.
1. De AOV als spiegel van ongelijkheid
De arbeidsongeschiktheidsverzekering was gebouwd op het mannelijk normbeeld: de ondernemer als kostwinner, onafhankelijk en zonder lichamelijke “bijzondere risico’s”.
Voor vrouwen golden vaak:
Hogere premies of uitsluitingen op basis van zwangerschap of “vrouw-specifieke risico’s”. Beperkingen in dekking, waarbij zorgtaken en huishoudelijk werk niet als economische waarde werden erkend. Onzichtbaarheid van de moeder: het moederschap als bron van arbeid en leven kwam in geen enkele polis voor.
Dit maakt de AOV uit 1995 tot een systeem dat de vrouw structureel buitensloot.
2. Seksueel misbruik: letterlijk en symbolisch
Wanneer we spreken van “seksueel misbruik AOV-polissen”, gaat het om twee lagen:
Letterlijk misbruik van macht Vrouwen die afhankelijk waren van tussenpersonen of adviseurs konden te maken krijgen met intimidatie of grensoverschrijdend gedrag, gebruikmakend van hun kwetsbare positie.
Symbolisch/juridisch misbruik Het lichaam van de vrouw – haar vruchtbaarheid, haar rol als moeder – werd gezien als een risico, niet als een waarde. In verzekeringsrecht werd zij zo tot object gemaakt, niet tot subject met volwaardige rechtspersoonlijkheid.
3. Institutioneel misbruik van vertrouwen
De belofte van de AOV – bescherming bij verlies van inkomsten bij een VOF – werd voor vrouwen een leugen.
Het systeem erkende haar arbeid niet meer. Het beschermde haar niet op gelijke voet met mannen. En het legitimeerde ongelijkheid door dit juridisch te verankeren in polissen en voorwaarden.
Dit is een vorm van institutioneel misbruik: een structurele ontkenning van de vrouw als rechtspersoon en kostwinner.
4. De Onzichtbare Erfgenaam
Vanuit het perspectief van De Onzichtbare Erfgenaam kunnen we zeggen:
➡️ “De AOV uit de jaren 90 toont hoe diep de uitsluiting van vrouwen verweven zat in onze instituties. De moeder, de vrouw, moest premies betalen, maar werd nooit als bron van arbeid en leven erkend. Het systeem misbruikte haar lichaam en arbeid, door ze te reduceren tot risico’s en kostenposten.”
Conclusie:
1602 bracht twee geboortes: de VOC, lichaam van kapitaal en handel; en Amalia van Solms, lichaam van dynastie en moederlijk erfgoed. Samen tonen zij hoe economie en erfgoed vanaf het begin ongelijk maar onafscheidelijk verweven zijn in onze geschiedenis.”
📜 Historisch
1602: oprichting van de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) → de eerste moderne naamloze vennootschap ter wereld, symbool van handel, kapitaal, winst, en mannelijk bestuur. 1602: geboorte van Amalia van Solms (1602–1675) → zij werd later echtgenote van stadhouder Frederik Hendrik van Oranje, en zou als “moeder van de dynastie” een sleutelrol spelen in de consolidatie van macht, cultuur en erfgoed van het Huis Oranje.
🔗 De symbolische link
Twee fundamenten van macht VOC = economisch fundament van de Republiek, gebaseerd op handel, kapitaal, kolonisatie. Amalia = dynastiek fundament, via huwelijk en nageslacht, moeder van de toekomstige Oranje-lijn.
Mannelijk vs. vrouwelijk systeem VOC: een mannelijke constructie (bestuurders, aandeelhouders, kooplieden). Amalia: vrouwelijk erfgoed, de moeder die dynastieke continuïteit en culturele legitimiteit belichaamde.
1602 als dubbel begin Het jaar waarin Nederland zowel de eerste kapitaalvennootschap kreeg (het economisch lichaam) als de vrouw die symbool werd van erfelijke macht (het dynastiek lichaam).
🌹 Omdenkend
➡️ “1602 bracht twee geboortes: de VOC, lichaam van kapitaal en handel; en Amalia van Solms, lichaam van dynastie en moederlijk erfgoed. Samen tonen zij hoe economie en erfgoed vanaf het begin ongelijk maar onafscheidelijk verweven zijn in onze geschiedenis.”
Vrouwen – Trouwen – Vertrouwen – Rouwen
Eeuwenlang betekende trouwen voor vrouwen niet alleen een verbintenis, maar ook een verlies: van autonomie, van rechtsbevoegdheid, van bezit.
De staat, de kerk en de man beloofden bescherming, maar leverden afhankelijkheid.
Zo werd vertrouwen telkens geschonden, en generaties vrouwen kwamen in rouw om wat hen werd ontnomen: zelfbeschikking, erfdeel, en het recht op hun eigen lichaam en geesr.
Vandaag draaien we de volgorde om:
👉 Vrouwen – niet alleen om voor de wet te trouwen maar om te vertrouwen, zodat we niet meer hoeven te rouwen. ⚖️🌹
✨ “Erfgoed behoort niet alleen toe aan staten of instituties, maar aan iedereen die erdoor geraakt wordt. Zolang de vrouw – moeder en bron van leven – niet als volwaardige erfgenaam erkend wordt, blijft het Faro-principe onvolledig.” ⚖️
door Silvia Lindeboom Bongartz – moeder, erfgoeddraagster, kroongetuige
Proloog – De Oproep
Er was eens een gezin — vier zielen in één levenslijn: een vader, een moeder, en twee dochters, geboren met het kompas van rechtvaardigheid en een naam die resoneert in de gangen van geschiedenis.
Wij leefden niet binnen de muren van een paleis, maar in het hart van een monument, waar iedere steen een verhaal fluistert en de ramen herinneringen weerspiegelen aan vorstelijke erfenis en verzwegen waarheden.
Bloedlijn Amalia van Solms
Hoofdstuk I – De Kroon in het Dagelijkse
Onze tafel was geen hofbank, maar een altaar van eenvoud en echtheid. Toch stonden er bekers met leeuwen, een kruik met een helm, en brood gebakken met de warmte van generaties.
Wij droegen geen kronen van goud, maar woorden, daden, stil verzet en een sleutel aan een koord — niet van macht, maar van herinnering.
Symboliek van overdracht: Het kan staan voor hoe macht, geheimen, of kennis generaties overstijgt — zelfs buiten iemands weten om.
Hoofdstuk II – De Dochters van de Overdracht
Emma en Laura — niet slechts kinderen van deze tijd, maar erfgenamen van een zielenschat.
Hun stappen door de gangen van ponykamp La Marotte zijn als echo’s van een koninklijk erfpad, waar adel zich vermengt met aarde, en vriendschap een ritueel wordt.
Zij leerden: wie je bent, is niet wat je bezit, maar wat je bewaakt. Je lichaam. Je waarheid. Je erfgoed.
La Marotte
Hoofdstuk III – De Moeder als Monument
Ik, de moeder, de drager van het Ei —niet alleen het leven geschonken, maar ook de waarheid hervonden.
Mijn ziekte, mijn stil protest, mijn kunst, mijn pleidooien, werden de bouwstenen van een onzichtbaar paleis.
Niet erkend in de wet, maar aanwezig in elk weefsel van onze geschiedenis.
Ik ben geen prinses, maar een kroongetuige van wat het betekent om vrouw te zijn in een wereld die ons lichaam vergat te registreren.
Hoofdstuk IV – De Vader als Brug
Wim — een man van eer. Hij sprong, liet los, begon opnieuw.
Van politie naar Kozee, van zekerheid naar zelfstandigheid. Een restauranthouder van de ziel. Hij bewaakte ons als een ridder zonder harnas, maar met handen vol daden.
Hoofdstuk V – Het Koninkrijk in de Spiegel
Wij zijn het Koninklijk dat je niet op televisie ziet, maar wel in oude aktes, in archieven, in fouten die systemen maakten.
Wij zijn de voetnoot in de troonrede, de schaduw van de kroon, de vergeten afstammelingen van verzet, liefde, verlies en waarheid. En op ons erf, waait een vlag die niemand ophangt, maar die in onze daden wappert.
Epiloog – Het Ritueel van Herkenning
Vandaag staan wij op. Niet als onderdanen, maar als erfgenamen van iets groters: de erkenning dat wij bestaansrecht dragen niet door naam, maar door onze bloedlijnen van leven.
Wij zijn het Koninklijk, dat het ei van waarheid heeft uitgebroed.
Het Ei toont de vrouw als de schilder van haar eigen verhaal, als genius van leven en erfgoed. Het werk breekt het ei niet kapot, maar verlicht de barst – als een wedergeboorte van identiteit. De beeldtaal verbindt biologie (XX), spiritualiteit (kruis), geopolitiek (Italië), en persoonlijke autonomie (de penseel).
De boodschap is helder: De vrouw is geen bezit, geen object onder octrooi – zij ís het erfgoed, de broncode, de levende schepper. Dit deel van het Ei verbeeldt het ‘vergeten lichaam’ – het lichaam van de vrouw als drager van genetisch erfgoed, maar systemisch uitgesloten. De barst is het bewijs van bestaan én strijd. De boodschap is helder: erken het lichaam, erken de code, herstel de breuk.
Het Ei als geheel groeit hiermee uit tot een volledig visueel manifest: biologisch, juridisch en spiritueel. Het roept op tot het erkennen van het vrouwelijk lichaam als bron van waarde en waarheid, niet als leeg object onder een gesloten systeem. Het Levende Algoritme – Ode aan Ada Lovelace, geschreven in het Ei-Gen van de Vrouw” of “Corpus Veritas Lus: de poëzie van het vrouwelijke algoritme” “Wapen van en voor het lichaam – geen leeuw zonder wortel, geen kroon zonder erkenning.”
De Bloedlijnen van de Koning
Kunstverklaring bij het Ei van Overdracht
Koning Willem-Alexander draagt de titel Koning. Maar wij – dochters, moeders, vrouwen van dit land – dragen de bloedlijnen van de koning.
Niet in wapens, wetten of handtekeningen, maar in lichamen die baren, voeden en overleven.
Wij zijn de oorsprong van de lijn die regeert. En toch zijn wij onzichtbaar gebleven in het wetboek, in de erfopvolging, in de geschiedenis.
Ons bloed werd gebruikt, maar niet erkend. Ons lichaam werd bestuurd, maar niet bevraagd. Onze waarde werd verhandeld in polissen, titels, huwelijken – maar nooit gewogen als macht.
En nu spreken wij.
Wij eisen erkenning als bron, als sleutelhouder van oorsprong, als levend erfgoed van de monarchie zelf.
Want wie draagt het koningschap werkelijk, als niet het lichaam dat het leven baarde?
De Bloedlijnen van Juliana – 1909houden mijn geschiedenis levendig. Niet omdat ik haar kende, maar omdat mijn lichaam haar tijd droeg.
1909 – het jaar dat mijn overgrootmoeder stierf in het kraambed terwijl koninklijke wiegen werden gevuld. Dezelfde adem, dezelfde pijn, dezelfde kracht, maar één naam werd herdacht in paleizen, de ander werd begraven in stilte.
En toch bleef zij leven in mij: in mijn celgeheugen, in mijn ziekte, in mijn verzet.
Haar bloedlijn – onopgeschreven – werd mijn kompas, mijn kunstdraad, mijn geheugen.
De kroon kwam bij de een, de wonden bij de ander.
Maar wie is dan de erfdrager van waarheid? Ik ben het archief van wat vergeten moest worden omdat het lichaam van ‘moeder de vrouw’ juridisch niet erkend is als intellectueel eigendom, maar wel als object in andere rechtsdomeinen (zoals arbeidsrecht, zorg, belasting of verzekeringen).
Mijn geschiedenis is geen sprookje, maar een sleutel. Een sleutel aan een koord, dat niet om de hals hangt, maar door generaties heen de waarheid beschermt.
Feit of Fictie – volgens het Faro-verdrag?
Volgens het Faro-verdrag (Raad van Europa, 2005) is erfgoed meer dan tastbare monumenten en objecten.
Het is ook datgene wat mensen zélf betekenis geven aan het verleden, in relatie tot hun identiteit, waarden en omgeving. Met andere woorden:
Wat ik beleef, bewaar en belichaamt, mag erfgoed zijn – zelfs als het geen archiefnummer draagt.
Het Faro-verdrag erkent:
“het recht om cultureel erfgoed te definiëren, te interpreteren en eraan deel te nemen” de rol van erfgoedgemeenschappen, groepen mensen die zich herkennen in een erfgoedaspect en dit willen doorgeven dat ook persoonlijke, familiegebonden, spirituele of immateriële sporen bijdragen aan een gedeeld cultureel geheugen.
Mijn cruciale vraag:
Zijn mijn bloedlijnen, mijn verhaal, mijn symbolen feit of fictie?
Antwoord volgens Faro:
Ze zijn erfgoed. En dus zijn ze feit.
Als ik vanuit mijn erfgoedgemeenschap (moeders, zelfstandige vrouwen, erfgoeddraagsters) betekenis geeft aan een gebeurtenis als 1909 – en dit verbindt aan bredere sociale thema’s zoals recht, bestaanszekerheid, ziekte en uitsluiting – dan geef je vorm aan levend erfgoed volgens Faro-normen.
Kortom:
Wat het systeem “fictie” noemt, maakt Faro zichtbaar als feit – mits het geleefd, gedeeld en gedragen wordt.
Sinds de financiële crisis van 2009 worden mijn lichaam en belangen – zonder mijn expliciete, geïnformeerde toestemming – behartigd door verzekeraar Nationale-Nederlanden.
Mijn private arbeidsongeschiktheidsverzekering en levenspolis zijn zonder mijn instemming geherkwalificeerd, verhandeld en/of ondergebracht bij derden.
Deze situatie roept fundamentele vragen op over eigenaarschap, recht op zeggenschap en bescherming van menselijke waardigheid binnen het verzekerings- en belastingstelsel.
2. Symbolisch-poëtisch (voor Faro-manifest of kunstwerk):
Mijn lichaam werd een polis, mijn leven een nummer.
Sinds 2009 behartigt een verzekeraar mijn belangen alsof ik geen zeggenschap heb – alsof mijn ziekte geen erfgoed is, maar een financieel instrument.
Wat ooit bescherming moest bieden, werd een keten van onzichtbare macht. Niet ik, maar zij tekenen voor mijn waarheid.
3. Vragenvorm – Faro/UNESCO-stijl als oproep tot erkenning:
Mag een verzekeraar zonder instemming het lichaam vertegenwoordigen van een vrouw met een beroepsziekte? Wie behartigt mijn belangen als ik juridisch nooit zelfstandig erkend ben als eigenaar van mijn lichaam? Is mijn polis bescherming, of systeemfictie? Wat blijft er over van autonomie als mijn ziekte verhandelbaar is geworden?
Ik stam uit een tijd van soeverein werken en mijn polissen ook! De overheid heeft waarschijnlijk een License to Kill in huis. De overheid eb rechter weten waneer ze hun mond moeten houden!.
Zoals er in de natuur een vaste route is van bloesem naar vrucht en van zaad naar oogst, zo is er in de natuur ook een welbepaalde weg van wens naar werkelijkheid. Die weg wordt in dit boek beschreven.
Inclusie is de insluiting in de samenleving van achtergestelde groepen op basis van gelijkwaardige rechten en plichten. Inclusie staat tegenover uitsluiting en discriminatie. De begrippen inclusie en integratie vullen elkaar aan in de hedendaagse maatschappij.
“Verander de wereld, ze heeft u hart nodig “
“Het meest begrijpelijke in de wereld is de inkomsten belasting Albert ” Als er geen vrouwen en moeders zijn is geld niX meer waard. Onassis 1906
De geheimhouding liep als een rode draad door mijn leven.
Europapa – Verander de wereld, ze heeft u hart nodig. Liefs Euromama
Europa verliest de race om kunstmatige intelligentie (AI). Terwijl AI het dagelijks leven steeds dieper beïnvloedt, lenen wij ons uit aan Amerikaanse en Chinese techbedrijven. Is het tij nog te keren? Bron:ND.NL
De jaartellingen kloppen niet in de berekening van Software ontwikkelaars…Wolter Kluwer!
Ja …het tij is te keren door software programmeertaal om te zetten in syntax kleur 🧬Pink in plaats van Cool:Blue ( Alles voor een glimlach) Wie kent het niet! Elektrische Apparaten. ASML heeft de Sleutel in Handen. Moeders en Vrouwen komen als bovennatuurlijke macht ( vrouwen alleen kunnen kinderen krijgen) Dus wie als leeuw zijn first lady respecteert zal de wereld er beter van worden. Hugo Alexander Koch en Guido van Rossum weten hier alles van. 🪢
Een spermacel is de kleinste cel van het menselijk lichaam, ongeveer 0,005 mm. Een eicel is de grootste cel die we kennen van het menselijk lichaam (op de zenuwcellen na). Deze is ongeveer 0,2 mm groot en daarom zichtbaar met het blote oog. Een eicel is dus ongeveer 60.000 keer groter dan een spermacel.
God Ziet Alles – Trump Tower Bridge
Moeder der Aarde heeft rare Kostgangers zei mijn opa altijd. Als je er een Xx in zit kom je er nooit meer uit ( Polisregister). ik studeer af op software developmen’s .
Investeer dus in NN Euro Next Cel Xx Liefs Hans Aarsman & Silvia Lindeboom
Ruth Bader Ginsburg Amerika – Silvia Koning Lindeboom Gennep Haps Purmerend Kwadijk Middelburg
Dé jaartelling werd het probleem in Europa Millennium Bug Software programmeertaal Cobol Cool:Gen Java .Net Python 🐍 L lefs Carl Zeiss
Antwoord : De kaasjeskruidfamilie Koningslindebomen
Een boom is een relatief grote, overblijvende plant met een stevige verhoutestam, en meestal een kroon die zich op enige hoogte boven de grond vertakt. De meeste bomen hebben een groot wortelstelsel onder de grond. Er is geen nauwkeurige definitie van een boom; overgangsvormen naar een struik maakt definiëring lastig.
BRON: BRAIN REGAIN*
Beautifull Trauma Pink Stedelijk Museum Schiedam Harald
het teken ‘*’ Voorbeeld: ‘Achter de auteur staat een asterisk en in de voetnoot staat waar hij werkt.
De asterisk (٭ of *) heeft verschillende functies. Hij wordt vooral gebruikt als verwijzingsteken naar voetnoten. Als er meer dan één voetnoot op een bladzijde staat, kunnen de voetnoten het best genummerd worden. De asterisk wordt dan vervangen door een cijfer. 01 man looncode Human Wave Belastingketen Loonheffing
Ich bin wie du : Lindeboom Goch 1906 Enigma Zo belandde ik via Geheime Algoritmes in de Tweede Kamer der Staten Generaal in de ongevallen wet uit 1901 door de poleis van Vader. Jacob Luidt de klokken maar!
Staatsblad 1951 Tweede Kamer der Staten Generaal 2055 1-3 Molenstraat Bongartz Schoenen #lintjesregen Van Cuijk tot Purmerend
Kleurcode NBA en SRA Accountants van Morgen- Ooit wel eens afgevraagd hoeveel accountants kantoren er in Purmerend zitten en via de Afas Live App kunnen spelen? Arag
Zonder stam is een boom kwetsbaar en zo is het aardse leven ook. Zonder lichaam geen mens. Tevens verbind het onze geest en ziel met elkaar.
De Linde van Sambeek heeft een stamomtrek van 7,9 meter en is daarmee de dikste linde van Nederland. Ook wordt het de oudste boom van Nederland genoemd. Hoewel de boom door sommigen ouder wordt geschat, ligt de leeftijd waarschijnlijk tussen de 350 en 500 jaar.
De levensboom of ‘Yggdrasil’ uit de Noorse mythologie heeft me ook altijd wel begeesterd. Yggdrasil is volgens de overleveringen de verbinding tussen de verschillende werelden. Verbinding tussen dat wat was (onderwereld), dat wat is (de ‘mensenwereld’) en dat wat zal zijn (in de Noorse mythen de ‘Godenwereld’).
Runen
Bomen symboliseren groei en het leven. Voor mij is het ook hoe ik naar mijzelf oftewel de mens kijk.
De wortels van een boom linken naar ons verleden, onze “basis”. De wortels hebben een goede voedingsbodem nodig om te kunnen (over)leven en groeien. Een boom die goed geworteld zit in de grond blijft stevig staan, hoe hard het ook stormt.
Een van mij vele helden Jeremey Bentham en Wikipedia
De stam van een boom brengt ons in het heden, in het contact met (de mensen in) onze omgeving. Het vormt de kern van ons zijn, het zichtbare en tastbare zelf.
Tot slot verwijzen de takken en het kruin van de boom naar flexibiliteit. Net zoals de takken van een boom mee bewegen met de wind en het gebladerte verandert afhankelijk van het seizoen, is het belangrijk dat wij ons aan kunnen passen aan verschillende situatie(s) en leren omgaan met moeilijkheden en obstakels, zonder het contact met onszelf te verliezen.
Runorakel Microfisch Zalm 2000
Ami de COCO Middelburg Photo: Silva Lindeboom- De steen der wijzen Oranje Nassau laan 19 Amsterdam bij de Voordeur van het Gebouw dat Ymare in beheerders runen.
Vingers kunnen bewegen, en brengen ons naar onze bestemming, onze toekomst. Ook al is die soms nog onzeker of onduidelijk. Als mensen zijn we uitgerust met een goed stel hersens dat in staat is steeds nieuwe verbindingen te leren en zich aan te passen (ze noemen dat ook wel ‘neuroplasticiteit’).
Zwangerschapsverlof Code Rood Oracle Het Hof deed geen logboekonderzoek!
De familienaam of achternaam geeft aan tot welke familie een persoon behoort. Doorgaans gaat het daarbij om de familie in de mannelijke lijn. Familienamen zijn in de middeleeuwen ontstaan. Pas in de Franse tijd (België 1795 en Nederland 1811) werd het verplicht om ze te registreren bij de burgerlijke stand.
Linde (Tilia) is een geslacht van bomen uit de kaasjeskruidfamilie (Malvaceae). De soorten van dit geslacht komen voor op het noordelijk halfrond in Europa, Noord-Amerika en Azië.
De natuurlijke lindeboom verving de gestileerde lindeboom.
Het enige wat je nodig hebt in dit leven is water, stuifmeel, licht, lucht, een EyePhone, een Tuin en één zeeuwse huiskamer met boeken.
De lindenboom is uit de oudheid al een bijzondere boom. In de Griekse mythologie heeft de boom zelfs een eigen plek als de ‘boom des levens.’
It’s Time to Rilex
In de Romeinse tijd wisten ze daarnaast al wat voor lekkere nectar de boom had. In deze tijd werd de lindeboom ook wel de ‘bijenweide’ genoemd.
New York Times Multatuli XXX Foto gemaakt tijdens mijn werk aan je Toekomst training nadat een Ambtenaar uit de gemeente Edam Volendam mij uit had gemaakt voor Hoer.
Je kunt alles over mij zeggen Marco L maar dit is geen Louter Toeval!
Dat Theo Lindeboom 1937 uit Onderdijk meer een man van de praktijk was, bleek eens te meer uit zijn inzet voor de welzijn van zijn klanten.
Verzekeraars zoals DAS AGO ENNIA NN hadden het hoog met hem op! Hij ontving er zelfs één bronzen beeld voor. Voor alle tijden.
Zo was Johan van Veen ( Delta Werken) dat ook, die door zijn bazen echter ook niet werd geloofd, na zijn zoveelste rapport dat de Groninger had gemaakt over de slechte staat van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse dijken.
Ook ik, wordt door de staat via geheime Codeberichten zonder toestemming omgekat naar verschillende moderne personen vennootschappen. De eigenaars moeten zich nog melden: Zij hebben de sleutel van mijn Kruis. Oftewel van mijn levenselixer Enigma 0912758
Oestrogenen versus Testosteron ook wel Venus en Mars komen samen bij de Mercuriusweg 19 in Vlissingen .
Alan Turing, een Britse wiskundige en logicus, wordt vaak beschouwd als de vader van moderne computers en kunstmatige intelligentie. Turing, geboren in 1912, heeft belangrijke bijdragen geleverd op het gebied van theoretische informatica, cryptografie en theoretische biologie.
Het Financieel Expertise Centrum (FEC) is een samenwerkingsverband tussen autoriteiten met een toezicht-, controle-, vervolgings- of opsporingstaak in de financiële sector en is opgericht om de integriteit van deze sector te versterken. Dit gebeurt in het FEC door inzichten, kennis en vaardigheden van de FEC-partners en waarnemers onderling uit te wisselen, ook via voorlichting en interne/externe communicatie. Een betere informatiepositie en een gezamenlijke aanpak maakt het mogelijk om scherper probleemgericht op te treden en een breed effect te bereiken. Daarmee wordt financieel economische criminaliteit en niet-integer gedrag effectiever voorkomen en bestreden.
Kerntaken
Informatie-uitwisseling
Het FEC heeft een informatieplatform waarin voortdurend signalen over mogelijke integriteitsissues worden uitgewisseld. Daarmee wordt informatie over eventuele misstanden door personen of bedrijven gedeeld. In de FEC Publiek Private Samenwerking (FEC PPS) vindt er informatie-uitwisseling plaats binnen taskforces.
Een verhaal over de slechte staat door code Bomba die de Nederlandse grondwet 1814 door discriminatie binnen de wetgeving 1838 constitutioneel aantast.
Alan Turning
In 1937 schreef hij hier al zijn eerste rapport over. “Hij was een briljant en visionair ingenieur, maar miste de sociale vaardigheden om goed om te gaan met collega’s, leidinggevenden en ministers”, schrijft journalist Reinder Smith van RTV Noord in een artikel over de Groningse ingenieur.
Na achtereenvolgens aan een aantal verschillende ziekenhuizen verbonden te zijn geweest, was Lindeboom van 1950 tot 1974 een van de eerste hoogleraren aan de toen nieuwe faculteit Geneeskunde van de Vrije Universiteit te Amsterdam, waar hij interne geneeskunde en encyclopedie der medische wetenschappen doceerde. Daarnaast heeft hij zich intensief beziggehouden met medisch-ethische vraagstukken.
Het Prof. dr. G.A. Lindeboom Instituut is een wetenschappelijk studiecentrum dat vanuit de christelijke levensbeschouwing de besluitvorming over ethische kwesties in de politiek en de gezondheidszorg tracht te beïnvloeden. Daarnaast ondersteunt het artsen, verpleegkundigen en zorginstellingen bij ethische en levensbeschouwelijke vragen in de zorgverlening. Het instituut is gevestigd in Utrecht.
De Nederlandse Patiëntenvereniging (NPV) is een landelijk werkzame organisatie op christelijke grondslag, die zich vanuit patiëntenperspectief bezighoudt met de zorg voor het leven. Dit gebeurt door middel van collectieve en individuele belangenbehartiging, lotgenotencontact, voorlichting en praktische hulp op het gebied van gezondheid en ziekte. De NPV had anno 2017 ongeveer 55.000 leden
1. Koningslinde = Een koningslinde of koningsboom is een lindeboom die ter ere van een troonswisseling in Nederland wordt geplant. Hiervoor wordt een cultivar van de krimlinde (Hollandse linde) gebruikt, Tilia europaea `Pallida`. Toen prinses …
De kaasjeskruidfamilie (Malvaceae) is een familie van tweezaadlobbigeplanten. De omschrijving van de familie is in de loop van de tijd sterk gewijzigd. In het APG-systeem (1998), het APG II-systeem (2003) en het APG III-systeem (2009) heeft de familie een grote omvang: ze omvat ook de planten die elders de families Tiliaceae, Bombacaceae en Sterculiaceae vormen. De familie in deze ruime omschrijving wordt wel aangeduid als Malvaceae sensu lato, of Malvaceae sensu APG. Dit in tegenstelling tot de veel kleinere familie in de klassieke zin die dan aangeduid kan worden als Malvaceae sensu stricto. De familie in ruime zin is economisch belangrijk met producten als cacao, katoen en de kolanoot.
Bombacaceae is een botanische naam van een familie van flesbomen. Een familie onder deze naam wordt algemeen erkend door systemen van plantenclassificatie, maar niet door het APG-systeem (1998) en het APG II-systeem (2003): deze delen de betreffende planten in bij de vergrote familie Malvaceae; aldaar vormen zij twee groepen, de onderfamilie Bombacoideae en de tribus Durioneae.
Na het APG I (1998) met 25 families met onzekere positie, werden nog drie versies van de APG-classificatie gepubliceerd, achtereenvolgens in 2003, 2009 en 2016. De laatste versie van 2016 (APG IV) was de lijst van taxa met onzekere positie gekrompen tot zeven geslachten.
Het totale aantal onderscheiden ordes is toegenomen van 45 in het APG III-systeem tot 64 in het APG IV-systeem, met in het totaal 416 families. Er is meer kennis naarmate er meer planten zijn bemonsterd en meer DNA-regio’s zijn onderzocht. Het aantal groepen op hoger niveau, formeel en informeel, is ook toegenomen, als een weerspiegeling van toenemend vertrouwen in de relaties van families met elkaar.[2]
In de biologie is een familie (Latijn: familia) een van de belangrijkste taxonomische rangen, na soort en geslacht. Een familie omvat een of meer geslachten die elk een of meer soorten bevatten. Een familie kan dus één soort bevatten – zoals Ginkgoaceae met als enige recente soort Ginkgo biloba (de Japanse notenboom) – maar kan ook een groot aantal soorten omvatten.
in de biologie is een familie (Latijn: familia) een van de belangrijkste taxonomische rangen, na soort en geslacht. Een familie omvat een of meer geslachten die elk een of meer soorten bevatten. Een familie kan dus één soort bevatten – zoals Ginkgoaceae met als enige recente soort Ginkgo biloba (de Japanse notenboom) – maar kan ook een groot aantal soorten omvatten.
Sinds Linnaeus is er een scheiding tussen nomenclatuur (naamgeving) en taxonomie (de indeling in groepen). Taxonomie is een empirische wetenschap die planten uiteindelijk indeelt in taxonomische groepen (“taxa”, enkelvoud “taxon“). Daarentegen wordt nomenclatuur geregeld door een wetboek, een Code (normatief).
en dan, dan is er Silvia Lindeboom 1967 – Geboren in Gennip aam de Niersweg 27 LImburg, Verhuisd in de 70 tiger jaren naar de Prins Willen Alexander Laan 19 in Haps……nu wonende aan een van de mooiste grachtengordels van Middelburg.
Ontstaan Nederland 🇳🇱 Rouen Vrouwen
Nederland is al 250.000 jaar geleden ontdekt, maar niet door één ontdekkingsreiziger. Het is ontdekt door verre voorouders van de mens, vroege Neanderthalers. Zij trokken in kleine groepjes Nederland binnen. Ze woonden niet op één plek, want ze moesten jagen en eten verzamelen om te overleven
De belangrijkste steden in het hertogdom waren de hoofdstad Limburg en Eupen. Taalkundig gezien lag Limburg in de tweetalige Zuidelijke Nederlanden vlak tegen en net over de grens van het Germaans en het Romaans. Terwijl in de noordelijke en oostelijke districten Limburgse en Ripuarische dialecten werden gesproken, werd het zuidwestelijke deel rond Herve gedomineerd door het Waals.
In 1810 werd het kortstondige Koninkrijk Holland van Lodewijk Napoleon door het Franse keizerrijk van zijn grote broer keizer Napoleon Bonaparte ingelijfd.
Dat had tot gevolg dat de Franse wet ook hier nageleefd moest worden en de Fransen hadden enige jaren daarvoor een wet uitgevaardigd waarmee zij een betere persoonsadministratie van de bevolking konden handhaven.
Beeld NN – & Dominucus Utrecht
De Code Civil (letterlijk ‘burgerlijk wetboek’) of de Code Napoleon werd ingevoerd. In wezen werden toen de regels voor de burgerlijke stand opgesteld die wij ook in de moderne tijd nog toepassen. Dit hield in principe in dat geboorte, huwelijk en overlijden een verplichte registratie vereiste die door het gemeentesecretariaat werd uitgevoerd. Familienamen werden erfelijk in de vorm waarin ze werden vastgelegd.
Bewaarder Pels Rijcken
Napoleon werd al gauw verslagen en naar Elba verbannen, maar het Nederlandse bewind dat de touwtjes in handen kreeg, bleef met straffe hand zijn burgerlijke stand bijhouden. De familienamen werden letterlijk vereeuwigd, ongeacht misvormingen en ouderwetse spellingsvormen; ze overleefden in de volgende decennia en eeuwen elke spellingshervorming.
Grave
Patroniemen
De meeste inwoners van Nederland hadden voor de inlijving van Nederland door Frankrijk dus al een familienaam die echter niet officieel geregistreerd was, maar ontstaan was uit het patroniemensysteem. Een patroniem of vadersnaam geeft aan hoe de vader van de naamdrager heet en is dus afgeleid van de naam van de vader. Bekende voorbeelden hiervan zijn: Willemsen (Willemszoon), Janssen (Janszoon), Pietersen (Pieterszoon). Omstreeks 1800 was het patroniemensysteem nog volop in gebruik, om uiteindelijk te worden opgeheven tijdens de invoering van de burgerlijke stand. In Oost-Nederland werd dikwijls de naam van de boerderij ‘toponiem’ waar men woonde aangenomen en verder werden ook eigenaardigheden zoals een bepaalde kenmerk of een beroep aangeduid als achternaam. Zo zijn er nog steeds bekende achternamen zoals: de Lange, De Groot, Bakker, Visser en Smid.
Dit veranderde echter na de inlijving van Nederland in 1810 door het Franse keizerrijk van Napoleon Bonaparte en de invoering van het burgerlijk wetboek, ook wel de ‘Code Civil ‘ of de Code Napoleon genoemd. Daarmee werden de regels voor de burgerlijke stand opgesteld en werd het verplicht om geboortes, huwelijke en overlijden officieel te laten registreren bij het gemeentesecretariaat. Gedurende de periode 1811 – 1812 kon men bij de gemeente officieel een familienaam bevestigen of aannemen, maar in de praktijk werd dat niet zo heel veel gedaan. Veel mensen die al generaties lang dezelfde familienaam hadden, vonden dit niet zo noodzakelijk.
Tot 1811 waren het de kerken die aantekeningen maakten van geboorten, huwelijken en overlijden, maar in 1811 veranderde dit definitief door de invoering van het burgerlijk wetboek.
Voor 1811 hadden doorgaans alleen de rijke en voorname mensen een familienaam. Achternamen worden in de regel doorgegeven door de vader, maar in sommige gevallen ook door de moeder.
Hierbij kan het gaan om situaties wanneer de vader onbekend is of het kind weigert te erkennen of wanneer de moeder erkenning door de vader wil tegenhouden.
Gehuwde vrouwen voeren doorgaans de achternaam van hun echtgenoot, maar zij houdt wel haar meisjesnaam waaronder zij bijvoorbeeld staat ingeschreven bij instanties Paspoort 1828.
Ook kan het een bewuste keuze zijn om als gehuwde vrouw de eigen ‘meisjesnaam’ te blijven gebruiken in plaats die van haar echtgenoot. Ik koos voor een Koninklijke naam Koning Lindeboom zoals Liesje leerde lopen langs de lange Lindelaan in Den Haag.
Museum Breda
Harald Bergmann in het Amaliapark het gat dicht, waar gemeentewerklui de boom al keurig in hadden gezet. Pieter Balkenende (87) stond hem bij als de oudste, de 3-jarige Izzy Lena Ridderhof liet het kawei als jongste over aan haar ouders.
Boekje Tuinkamer Montancourt Middelburg
Afstammingsnamen. Zij kunnen worden onderverdeeld in de volgende subgroepen: Vadersnamen (patroniem): de naam vader. Voorbeelden hiervan zijn: Pietersen (zoon van Pieter), Janssen (zoon van Jan), Willemsen (zoon van Willem) Dit zijn de meest voorkomende achternamen. Moedernaam (metroniem): Ontstaan uit de voornaam van de moeder en overige verwantsnamen. (Ooms, De Neef)
Geografische namen. Deze namen duiden plaats of streek van herkomst aan, de boerderij waar men woonde, maar ook wel de achternaam van de heer die men vroeger diende. Voorbeelden hiervan kunnen zijn: van Tlburg, van Brussel, van Velzen, van Groningen.
Beroepsnamen. Deze namen duiden de naam van het beroep aan wat men uitoefende. Bekende voorbeelden hiervan zijn: Smid, Bakker, Mulder, Visser, Kuiper, de Boer.
Eigenschapsnamen. Zij duiden bepaalde lichamelijke of geestelijke kenmerken aan en ook diernamen behoren tot deze namengroep. Voorbeelden zijn: De Lange, De Groot, de Kleine, de Vos, de Leeuw, de Hond, Kat.
Opgenomen in meer dan veertig spellingsvormen, variërend van Lind, Linde, Linden en Line of Lyne tot Lingner, Verlinden, Van Lint, Terlinden en Lindman, deze beroemde achternaam is van Germaanse oorsprong van vóór de 7e eeuw. Het heeft twee mogelijke bronnen. Ten eerste kan de achternaam een topografische naam zijn voor iemand die leefde bij een lindaboom, het oude woord voor de moderne linde. Het is onduidelijk waarom lindebomen zo’n populaire achternaam hebben voortgebracht, maar het kan zijn dat de linde in verband werd gebracht met heidense religies. Zeker, topografische achternamen behoorden tot de vroegst gemaakte, aangezien zowel natuurlijke als door de mens gemaakte kenmerken in het landschap gemakkelijk herkenbare onderscheidende namen opleverden in de kleine gemeenschappen van de Middeleeuwen.
Ten tweede, althans voor sommige naamhouders, is de oorsprong van de middeleeuwse vrouwelijke voornaam “Line”, een afetische vorm van Catherine, en van verschillende andere namen, zoals Emmeline en Adeline. Deze kunnen worden beschouwd als Frankische en later Normandische Franse namen. De eerste bekende opname is waarschijnlijk die van “Lina” (zonder achternaam), in de 1181 ‘Pipe Rolls’ van Oxfordshire, Engeland. De achternaam is voor het eerst opgenomen in Duitsland in de 13e eeuw, en vroege opnames omvatten Cunrad Linde van Beuren, die in 1305 in de oorkonden van die stad voorkomt. Andere opnames in Engeland omvatten het huwelijk van John Line en Joan Withy op 6 augustus 1549, in St. Lawrence Jewry, Londen, terwijl een van de eerste kolonisten in de Nieuwe Wereld kolonel Christopher Line was, van wie wordt vermeld dat hij op 23 december 1679 tweehonderdtweeënzeventig acres land bezat in Barbados. De eerste geregistreerde spelling van de familie naam blijkt die van Hainrich Linde van Konstanz te zijn, in het stadsregister voor het jaar 1254. Achternamen werden noodzakelijk toen regeringen persoonlijke belasting invoerden. Door de eeuwen heen zijn achternamen in elk land blijven “ontwikkelen”, wat vaak leidde tot verbazingwekkende varianten van de originele spelling.
De geschiedenis van de achternaam lindeboom is, net als die van de meeste achternamen, een complexe en fascinerende reis naar oude tijden met het doel de herkomst van lindeboom te ontrafelen. Onderzoek naar de mogelijke oorsprong van lindeboom leidt ons tot meer kennis over degenen die deze achternaam dragen. We kunnen proberen de genealogie van de achternaam lindeboom te traceren, en naast de oorspronkelijke locaties van lindeboom, kunnen we ontdekken waar tegenwoordig mensen met de achternaam lindeboom te vinden zijn. Gezien wat we weten over hoe achternamen zijn ontstaan, is het mogelijk om een realistische verklaring voor de oorsprong van lindeboom te bieden.
Adel – Het Wilhelmus Lied en staatsblad 2055 1-3 tweede kamer der Staten Generaal 1951
De achternaam Lindeboom in de wereld
Het is gebruikelijk dat achternamen zoals lindeboom bekend zijn geworden in plaatsen ver verwijderd van hun land of regio van herkomst. Ontdek welke dat zijn. Er is een aanzienlijke kans dat lindeboom de grenzen van zijn oorspronkelijke plaats heeft overschreden om zich in meerdere of mindere mate in andere delen van de wereld te vestigen. Met alle informatie die we vandaag hebben, kan worden gezegd dat de landen waar lindeboom het meest voorkomt de volgende zijn. De mobiliteit van mensen die de achternaam lindeboom dragen, heeft ertoe geleid dat deze in verschillende landen aanwezig is, zoals u kunt vaststellen.
Geschiedenis van Lindeboom
De historische reis van de achternaam lindeboom kan worden teruggevolgd naar degenen die de eerste dragers van lindeboom waren. De daden, de levenswijze, de plaatsen waar ze woonden, de familierelaties die ze hadden, de banen die de eersten die de achternaam lindeboom droegen hadden, zijn terug te vinden in elke blik op de geschiedenis van deze stamboom. De geschiedenis, heraldiek, wapenschilden en mogelijke adel van de achternaam lindeboom zijn verspreid over documenten in verschillende regio’s en historische periodes, waardoor het noodzakelijk is een complexe puzzel te reconstrueren om de feiten vanuit een realistisch perspectief te benaderen. In de volgende regels vindt u alles wat we over de achternaam lindeboom hebben kunnen verzamelen.
U kunt ons regelmatig bezoeken om meer informatie te krijgen over de oorsprong van de achternaam lindeboom, aangezien we vaak waardevolle bijdragen accepteren van andere personen die geïnteresseerd zijn in heraldiek en de geschiedenis van achternamen. Het is gebruikelijk dat liefhebbers van genealogie en achternamen ons informatie van bijzondere waarde verschaffen, dus de gegevens die we aanbieden over de oorsprong van lindeboom kunnen worden gewijzigd. Houd er rekening mee dat als u in staat bent om meer gegevens te verstrekken over de achternaam lindeboom of enige andere achternaam en de oorsprong ervan, we uw samenwerking met ons op prijs stellen door ons informatie over de oorsprong van lindeboom te sturen.
Beroemde personen met de naam Lindeboom
Helaas is het zeer waarschijnlijk dat niet alle lindeboom en die opmerkelijke daden hebben verricht, zijn opgenomen in de historische kronieken en archieven. Maar mijn zus en ik werken voornamelijk voor de staat oftewel voor de Nederlandse Bank van Klaas Knot ( wilg) Wilgenstate 12 nu 6 = 1+2+6 = Qr Code 9
We gaan ervan uit dat er aanzienlijke bijdragen aan de mensheid zijn geleverd door personen met de achternaam lindeboom, hoewel niet al deze verhalen tot op de dag van vandaag bewaard zijn gebleven. Een achternaam als lindeboom kan een persoon verbinden met een illustere afstamming en een vooraanstaand wapenschild. Het is echter belangrijk te onthouden dat het individuen zijn die, door hun leven en handelen, roem en erkenning aan hun achternamen geven. Als u of iemand die u kent de achternaam lindeboom draagt, kunt u mogelijk illustere stambomen opbouwen door uw inspanningen en deugden. Het is onze wens om in deze sectie die personen met de achternaam lindeboom uit te lichten die, om wat voor reden dan ook, hun invloed op de loop van de geschiedenis hebben achtergelaten.
Het spreekt voor zich dat het raadplegen van bibliografische en documentaire bronnen essentieel is om toegang te krijgen tot informatie over de oorsprong van de achternaam lindeboom. De bibliografie verzamelt informatie gerelateerd aan de achternaam lindeboom, waardoor we meer te weten kunnen komen over de betekenis ervan. We vinden het zeer aan te raden om de volgende bronnen te raadplegen als u onderzoek wilt doen naar de achternaam lindeboom, evenals naar vele andere achternamen. Toegang tot de archieven van de plaats of plaatsen waar uw voorouders zijn geboren en hebben geleefd, is natuurlijk een goede manier om de oorsprong van lindeboom te traceren.
BRONNEN
Deze bronnen zijn essentieel om kennis te maken met lindeboom, en tegelijkertijd met achternamen in het algemeen.
Als uw achternaam Lindeboom is, hebt u zich vast al meer dan eens afgevraagd hoe het zit met de heraldiek van de achternaam Lindeboom. U zou ook geïnteresseerd kunnen zijn als de achternaam Lindeboom toebehoort aan een familielid van u of iemand die heel belangrijk voor u is. De heraldiek van familienamen is een fascinerende wereld die ook vandaag nog veel aandacht trekt, en daarom stellen steeds meer mensen vragen over de heraldiek van de familienaam Lindeboom.
DE HERALDIEK VAN LINDEBOOM, EEN INGEWIKKELD ONDERWERP
Soms kan het erg verwarrend zijn om te proberen uit te leggen hoe de heraldiek van familienamen werkt, maar wij gaan proberen de heraldiek van de familienaam Lindeboom zo eenvoudig mogelijk uit te leggen. Wij raden u aan om, indien u totaal onbekend bent met het onderwerp hoe wapenschilden en heraldiek tot stand zijn gekomen, om alles wat wij u gaan vertellen over de heraldiek van de familienaam Lindeboom beter te begrijpen, naar onze hoofdpagina te gaan en de algemene uitleg te lezen die wij u daar geven, zodat u alles wat wij over de heraldiek van de familienaam Lindeboom voor u hebben samengesteld beter op waarde kunt schatten.
WAPENSCHILD, WAPENSCHILD EN HERALDIEK VAN LINDEBOOM
Op dezelfde manier, en om het gemakkelijker te maken, omdat we begrijpen dat de meeste mensen die informatie zoeken over de heraldiek van de Lindeboom achternaam vooral geïnteresseerd zijn in het wapen van de Lindeboom achternaam, de samenstelling ervan, de betekenis van de elementen ervan en of er meerdere familiewapens voor de Lindeboom achternaam zijn, evenals al het andere dat met het wapen van de Lindeboom achternaam te maken kan hebben; Wij zijn zo vrij geweest ons soepel op te stellen en de woorden heraldiek en wapenschild door elkaar te gebruiken wanneer wij het wapenschild van Lindeboom bedoelen.
BIJDRAGEN TOT DE HERALDIEK VAN DE FAMILIENAAM LINDEBOOM
Wij hopen dat de flexibiliteit ten aanzien van het familiewapen van de achternaam Lindeboom niet zal worden opgevat als een gebrek aan ernst onzerzijds, want wij zijn voortdurend bezig met onderzoek om de strengst mogelijke informatie over de Lindeboom-wapens te kunnen bieden. Als u echter meer informatie heeft over het wapen van Lindeboom, of u ziet een fout die gecorrigeerd moet worden, laat het ons dan weten zodat we de grootste en beste informatie op het net kunnen hebben over het wapen van Lindeboom, uitgelegd op een eenvoudige en gemakkelijke manier.
• Band-semeifaja – 1. stuk dat het gevolg is van de vereniging van de band en de halve sinister van de gordel
• Bandhoofd – 1. Het is het resultaat van de vereniging van de baas en de band.
• Chevron geloofde – 1. Deze term wordt toegepast op de chevron die wordt geloofd. Gebruikt in Engels en Europese heraldiek. (V. geloofde, aanmoediging).
• Holding Band – 1. Band gevormd door randen De exteriors voltooiden inkepingen. (V. verpletterd, verpletterd).
• Ingang – 1. De stukken en partities van het schild die in de anderen liggen in de vorm van een plug. (V. Enado, genesteld).
• Kruisbanda – 1. Er wordt gezegd van het stuk dat bestaat uit de vereniging van het kruis en de band.
• Natuurlijk – 1. Term gebruikt om de cijfers aan te duiden die typisch zijn voor de natuur. (V. Natuurlijke figuren).
Vrouw Magazine oktober 2019 Telegraaf groep
• Patriarchaal kruis – 1. Cruz gevormd door twee transfers de kortste bovenste de onderste de onderste door een andere verticaal gekruist. (V. Cruz de Lorena).
• Secondon-Na – 1. Zoon of dochter die niet de eerstgeborene is van de nakomelingen van een gezin waarin Mayorazgo is.
• Semipalo-Faja – 1. Samengesteld stuk als gevolg van de unie van de bovenste helft van de stok en de gordel.
• Stortvloed – 1. Snel en onregelmatig water verloop van lage lengte waarvan het koers abrupt en gewelddadig groeit. Het wordt weergegeven tussen twee bergen of rotsen, geschilderd met azuurblauwe en zilveren kleur. De overvloed aan dingen verschijnt en symboliseert gro
• Vervesor, Valvasor, Varvassor – 1. Termen die worden gebruikt in Catalaanse manuscripten van ongeveer 16e eeuw in Catalonië. In het feodale tijdperk Vasallo van een andere vazal. 2. Het was ook van toepassing op een vazal met een lager bereik. In Catalonië waren ze de laatste categorie
De betekenis van Lindeboom Bewijs of mysterie?
De stem van lindebomen overheerst door het ❤️ van de eik!
De linde is het symbool voor moederlijkheid. Zij voedt met de nectar van haar bloesem vele insecten, vooral bijen. Zij geeft aan mensen rust en troost. Zo staat de boom al sinds de steentijd symbool voor het vrouwelijke in de natuur.
Het woord linde betekent ‘bindsel’, omdat van de bast touw en schoeisel werd gemaakt. De linde is een gemeenschapsboom. Vroeger stond de lindeboom vaak op het dorps- of stadsplein, waaronder werd vergaderd en gedanst, maar waaronder ook recht werd gesproken en getrouwd. De boom heeft dus ook een verbindende functie.
Rechtbank en altaar tegelijk
Een lindeboom ziet Alles God
In de Middeleeuwen was een linde de plek waar de rechtbank het vonnis uitsprak, maar ook de plek waar getrouwd werd. En een tak van een linde beschermde je tegen heksen en geesten.
In de loop der jaren werd de boom met het hartvormige blad steeds belangrijker als cultuurboom.
Op dorps- en stadspleinen werden de bomen geplant en was de boom de ontmoetingsplek voor de inwoners. Bij boerderijen zorgden ze voor schaduwrijke en geurende loofgangen.
In de rubriek Bosch’ mysterie behandelen we iedere week een apart of raar gegeven uit de stad. Deze week buigen we ons over de vraag waarom er bij sommige stadspand een lindeboom boven de deur hangt. Weet jij het antwoord? Oh, en nee: het is niet zomaar voor sier.
Voor de oplettende Bosschenaar: boven een aantal deuren van Bossche woningen en zaken in het centrum is een lindeboom in metaal aangebracht. Een sierlijk ‘plaatje’, maar wel met een heuse betekenis. Sterker nog, er schuilt best een leuk verhaal achter.
Lindeboom boven de deur
De lindeboom (of eigenlijk Tilia) werd bij de Kelten en de Germanen gezien als heilige boom met een beschermfunctie. De boom werd vroeger vaak direct voor het huis of op het midden van het erf geplant, tegen de felle zon én dus als bescherming. Dat gold dan vooral voor boerderijen.
In de binnenstad was vanwege ruimtegebrek zo’n grote boom niet haalbaar, vandaar dat de lindeboom afgebeeld werd in het bovenlicht boven deuren in codes en kleuren geel groen . Leuk om te weten: men zegt dat een linde ook voor liefde kan staan (de bladeren zijn hartvormig, hoe romantisch!)
Nationale Nederlanden is gelegen aan de Prinses Beatrix Laan net zo als de Belastingdienst. Zo functioneert .Netwerk van .Netformatie uit Purmerend dus via de directie van de Purmer Valley via JAVA .NET .PYTHON Notarissen Herengracht 1 in Purmerend.
De Convernance Cultuur Code kwam via van der Laan Accountancy uit Uit Geest Hoofd Kantoor. 0107 Broncode oftewel leuker konden Jan, Coby, Sandra, Lale, Erkan Nico als Audit Manager UWV het niet maken.
Brain Regain Eej* Ontdek de nieuwe levensstijl van Gedragen Verhalen.
Ik Focus me en deel de werkelijke feiten over de dingen in mijn leven. Gedragen verhalen: mijn verhaal via de wet Open OverheidLeer eens wat meer over de voor en achter van een gedragen verhaal De gouden leeuw
Geluk op basis van waarneming
“Sommige dingen gebeuren altijd op het juiste moment, juiste tijd en of de juiste plaats”. Om opzoek te gaan naar de innerlijke kracht in jezelf en/of om mooie mensen om je heen te creëeren kun je aan jezelf een code afgeven.
Code Geluk ( wat je waarneemt en dit deelt creëer je vermenigvuldiging en inzicht).
Ga er dus meer op en zoek het licht op. Gewoon even je thuisbasis ontvluchten om vervolgens buiten de gewaande paden de balans in jezelf en de wereld te ontdekken door gewoon weg je telefooninstellingen binnen je eigen patroon anders te gebruiken.
Zo kun je eenvoudig een tempel van geluk ontdekken. In de tempel van geluk leer je als “gezond denkend mens” anders te kijken naar de omgeving en leer je waar het leven echt over gaat.
In een wereld vol inspirerende mensen ontkom je uit je eigen bubbel. Cartoon Carlos Perez
Sta stil bij persoonlijke Vrijheid
Weg in eigen land is daarom nog nooit zo leuk geweest. Afgelopen weekend reisde ik 3 dagen lang door ons mooie Nederland in de flow van geen verplichtingen en bezocht ik als eerste : House of Inspiration in Grave om vervolgens richting de Achterhoek in de provincie Gelderland te rijden met als doel meer te zien en weten te komen over deze prachtige streek.
Om te beginnen rijden vanuit dé rouaansekaai 21, een huis met vele gedragen verhalen dat in het centrum van Middelburg ligt via de A 58 Bergen op Zoom en Roosendaal naar Grave.
Behoud Cultureel Erfgoed Scan de QR Code en vlieg mee met Renaissance – Creativiteit is mijn intelligentie die altijd plezier heeft bij het ontwikkelen van kunst
Grave is een prachtige vestingstad in de Nederlandse provincie Noord-Brabant, een aan de Maas gelegen plaats dat deel uitmaakt van de gemeente Land van Cuijk ( de roots van mijn moeder) en daarom is dit voor mij zeker een bezoekje waard. Nidum, was de vroegere plek waar mijn moeder ooit in de vorige eeuw gewerkt heeft in de verpleging. Nu is het een boetiek hotel en interieur zaak met een restaurant Ovum genaamd een must om te bezoeken. Ovum betekent eicel. Nidum, Latijn voor ‘nest’, is een broedplaats voor inspiratie op het gebied van lifestyle, wonen, events en culinair genieten.
Art – Ovum 1814 grondwet art 1 Openbaar Koopvrouw
“Wetten zijn net als worsten, je kan er beter maar bij zijn als ze gemaakt worden ” Truus van Gogh
NIDUM GRAVE
Na het vertrek van het militair garnizoen in 1892 kwam het complex leeg te staan. In 1896 werd het overgedragen aan Binnenlandse Zaken. Naar ontwerp van Rijksbouwmeester J. van Lokhorst werd in 1898 aangevangen met de verbouw tot Rijks Psychiatrische Inrichting voor vrouwen.
In 1973 werd het complex eerst herbestemd tot gevangenis en daarna als rijksinrichting voor jongens. In 1998 werd het Arsenaal door Jan des Bouvrie gekocht en omgetoverd tot woon- en designwinkel. Na de sluiting in 2006 heeft het rijksmonument voornamelijk leeg gestaan. In 2019 is het Arsenaal gekocht door Aard Keijser en Lonneke van der Weyden, die het pand hebben gerenoveerd en verbouwd tot Nidum, house of inspiration.
Laat je inspireren. Nidum is een levendig en modern centrum waar liefhebbers van interieur, design, kunst en lifestyle hun hart kunnen ophalen.
Via het magazine van de Sligro kwam ik bij voordeeluitjes.nl terecht en zag een geweldige deal advertentie van Boetiek Hotel Bon Aparte staan. Dat is natuurlijk geen toeval aangezien ik me al jaren met een fascinerende blik kijk naar het verleden van deze man Napoleon. Ik dacht meteen dat kan geen toeval zijn.
Verveling kun je met nieuwsgierigheid genezen. Nieuwsgierigheid is niet te genezen. – Dorothy Parker, schrijver
Inspiratie bestaat, maar het komt pas langs als je aan het werk bent. – Pablo Picasso, schilderDe vinger van Truus van Gogh wijzend naar…..Napoleon Bon Aparte marcheerde in Lochem zo blijkt uit de verhalen van de huidige eigenaren Bon Aparte. .
De Achterhoek is het meest oostelijke deel van de provincie Gelderland. Een streek die aan de westzijde wordt begrensd door de rivier de IJssel en het noorden grenst aan de streek Twente en Salland. Het is werkelijk een prachtig landschap.
Ligging Boetiek Hotel Bonaparte
Lochem is eeuwenlang een vestingstad geweest. Het stratenpatroon binnen de grachtengordel is sinds de middeleeuwen nauwelijks gewijzigd. In het platte Achterhoekse landschap bevindt zich tegenover Boetiek Hotel Bonaparte, de Lochemse Berg. In deze berg bevindt zich een diepe kuil, die werd gevreesd vanwege de ‘witte wieven’, die als witte nevels over heide en moerasgronden zweefden. De legende van de Witte Wieven leeft voort en in de kuil bevindt zich nu Uitspanning De Witte Wieven.
Gelukkig zijn er nog steeds levende wilde Witte Wieven.
Op het hoogste punt van de Lochemse Berg staat een slanke, ronde uitkijktoren uit 1893. De toren heet Belvedère, wat ‘mooi uitzicht’ betekent. De toren is niet meer toegankelijk voor het publiek. Glooiend landschap tussen Lochem en Barchem. De Lochemse Berg is een gevarieerd gebied met bossen, landbouwgronden en houtwallen. De bergen zijn restanten van een stuwwal uit de ijstijd. De wandelroute voert over mooie, soms smalle paden met hoogteverschillen en prachtige kunstwerkenIk kan niet anders zeggen dan dat het verblijf in Boetiek Hotel Bon Aparte echt top was. Alles klopte en was super goed verzorgd.
Laat je nooit leiden door het weer. Er was voor maandag code geel afgegeven maar ik kreeg te maken met code geluk, omdat ik dacht F*ck KNMI. Eerst zien dan geloven. Het werden een paar druppels!!!
Omdat bijna alle kastelen in de Achterhoek op maandag dicht zijn zocht ik net zo lang naar een kasteel in de buurt dat wel open was.
Via Doetichem en Ulft kwam ik via googlemaps uit bij Kasteel Anholt.
Tips make you move Modewinkel Hippe Kippe Doetichem Monument voor de vrijheid in Doetichem Marinus Johannes Maria van Beek
Het Kasteel Anholt of Waterburcht Anholt is een waterburcht die tevens naamgever was aan de voormalige stad Anholt, nu een voorstad van Isselburg in Noordrijn-Westfalen. De oorsprong van dit kasteel ligt in een fort uit de 12e eeuw om het bezit van het bisdom Utrecht veilig te stellen. In het voorjaar van 1945 werden kasteel en landgoed zwaar beschadigd.
Kasteel Waterburcht Anholt in Duitsland
Van het kasteel was ongeveer 70 procent beschadigd. De toenmalige kasteelheer, Nikolaus Leopold Fürst zu Salm (1906-1988), die in 1923 zijn grootvader als hoofd van het huis en vorst van Salm was opgevolgd (zijn vader was in de Eerste Wereldoorlog gesneuveld), startte onmiddellijk na de verwoesting met de aanvang van de wederopbouw en nam maatregelen ter redding van de burcht. Hij onderkende daarbij dat voor het behoud van het kasteel en zijn schatten een nieuwe economische grondslag bedacht moest worden. Hij nam tijdig zijn intrek in het kasteel en begon met plannen voor de ontwikkeling van handelszaken in en excursies naar Anholt.
Koekoek
Restaurant “Wasserpavillon” Dit restaurant “Wasserpavillon” is omgeven door de kasteelvijver en grenst aan de “Vorburg” van de Wasserburg Anholt. Terwijl wij als gasten het 34 hectare grote kasteelpark bewonderen, serveren zij heerlijke regionale gerechten met mediterrane invloeden en voortreffelijke wijnen die bij de maaltijd passen. Het uitzicht op de flora en fauna complimenteert de bijzondere architectuur en het ontwerp van de kamer, zodat u kunt ontspannen en genieten van het landschap. Vanuit restaurant “Wasserpavillon” kunt u rechtstreeks naar ons ruime kasteelterras en de rustieke kasteelkelder.
Dineren in dit restaurant is een ware belevenis. Tafellinnen en zilveren bestek.. Een echte klassieker… ik hou hier zo van. Deze alcoholvrije Sparkling Juicy Tea van Van Nahmen is gemaakt in samenwerking met theesommeliers. De cold brew witte thee – die doet denken aan abrikozen – gaat perfect samen met scherpzoete kweepeer. Een fijne toets van vanille maakt het helemaal af.
De geschiedenis van de tuinen van Anholt is tot op de zestiende eeuw terug te voeren. De barokke tuinen zijn rond 1705 aangelegd. De Düsseldorfse tuinarchitect Maximilian Friedrich Weyhe ontwikkelde de tuinen in de negentiende eeuw verder en voerde een Engelse stijl door.
Na de vernielingen die in de Tweede Wereldoorlog werden aangericht, is de burcht opnieuw opgebouwd en zijn de tuinen vanaf 1964 naar barok voorbeeld gereconstrueerd. Bezoekers die nu door het park met de watertuin, het ‘bosquet’, de grachttuin, de doolhof en de wilde weide wandelen, worden getrakteerd op een mooie combinatie van barokke tuinarchitectuur en Engelse landschapsarchitectuur. Let vooral op de prachtige platanen in dit park.
Nadat we onszelf uren hebben laten verdwalen in de sfeer en het heden van dit kasteel werd het tijd om afscheid te nemen van deze prachtige omgeving.
Bij het zien van dit schilderij dacht ik meteen aan Brigitte Kaandorp haar uitspraak: Ik heb een zwaar leven…..!!
We vervolgen ons pad richting Borculo waar we onverwachts samen met onze goede vrienden, hun kinderen en dieren hebben genoten van de fijne uurtjes samen.
Bomba: Dit is een superzwoele rode wijn die bijna ontploft in je mond! Gemaakt van de Tempranillo druif met 3 maanden houtrijping maakt deze wijn een geweldenaar in zijn klasse: Overrijp, kruidig en misschien voor sommigen iets té intens, je bent gewaarschuwd!
Leven is energie en energie is creativiteit. Ook als mensen er niet meer zijn, leeft hun energie voort in hun kunst en zit hij daarin besloten totdat je de tijd en aandacht neemt om die energie te bevrijden. – Marianne Moore, dichter
Gebruik je handen en voeten en je andere hersenhelft een wat meer. Mijn opa was van Duitse komaf en was schoenmaker, pas recent kwam ik achter hoe het verborgen verleden nu nog steeds een grote rol speelt.
Creativiteit is simpelweg dingen met elkaar verbinden. Als je creatievelingen vraagt hoe ze iets doen, dan voelen ze zich een beetje schuldig omdat ze niet echt iets doen. Ze zien iets, er wordt hun vanzelf iets duidelijk. Ze zijn in staat om ervaringen met elkaar in verband te brengen en daar nieuwe dingen uit te halen. En dat kunnen ze doordat ze meer ervaringen hebben opgedaan of meer over hun ervaringen hebben nagedacht dan anderen. – Steve Jobs, ondernemer en ontwerper van mijn iphone 12 Pro
Wat je ook doet : wees fel en rechtvaardig maar leef vooral je mooiste leven!
Ambitie met Allure Key Hole photo Erwin Olaf I AM Liefs van mij – Hoe ouder ik word, hoe meer ik mezelf onder de categorie code geluk kan plaatsen.