Het Lichaam als Rechtspersoon

Waarom de gehuwde vrouw nooit erkend werd als bestuurder van zichzelf!

Montancourt Middelburg verbindt het individuele leven met het culturele geheugen van Nederlandse VOF – VOC Middelburg.

🌍 De toekomst van de rechtsstaat in Europa

“Men zegt: regeer je eigen leven.

Maar wat als mijn geslacht ontbreekt in het domein waarin geregeerd wordt?

Dan ben ik tegelijk soeverein en uitgesloten — zichtbaar als last, onzichtbaar als recht.”

De toekomst van de Europese rechtsstaat hangt niet alleen af van wetten en verdragen, maar van de vraag wie daarin werkelijk wordt erkend als drager van recht.

Zolang gender, afkomst of lichaam bepalen wie toegang heeft tot macht, blijft de belofte van vrijheid onvoltooid.

De rechtsstaat van morgen vraagt om een nieuw begrip van soevereiniteit:

één die niet begint bij bezit of bestuur, maar bij belichaming, zorg en wederkerigheid.

Alleen dan kan Europa recht doen aan haar eigen grond — menselijk, historisch en moreel.

De patrones

Oud ers / oud(e) echtgenote: In oude polissen of archieven werd “oud” gebruikt om de voorgaande echtgenoot of echtgenote aan te duiden.

Bijvoorbeeld: “Oude echtgenote van…” betekende dat er eerder een huwelijk was geregistreerd — of dat iemand weduwe/weduwnaar was.

Registratiesysteem: Denk aan: BRP (Basisregistratie Personen, vroeger GBA of bevolkingsregister) Burgerlijke Stand (akten van geboorte, huwelijk, overlijden) Verzekeringsregisters of pensioenfondsen (waar polisaanhangsels en gezinsrelaties juridisch werden vastgelegd)

Deze systemen waren (en zijn) de ruggengraat van de administratieve identiteit: ze bepalen wie je bent, wie je was, en in welke verhouding je stond tot anderen.


Het oude vennootschapsrecht vóór 1975


🇧🇪 
In België (en deels ook in Nederland tot eind 20e eeuw)


Vóór 1975 gold nog grotendeels de Wet op de Handelsvennootschappen van 18 mei 1873 en de Wet op de Verenigingen zonder Winstoogmerk (vzw-wet) van 1921.
Er was toen nog geen uniform Wetboek van Vennootschappen zoals later in 1999 of 2019.


1. 
De V.O.F. – een zuiver contract tussen personen
De Vennootschap Onder Firma (V.O.F.) bestond al in de 19e-eeuwse handelswetgeving, gebaseerd op het Wetboek van Koophandel van 1873 (dat terugging op het Franse Code de commerce uit 1807).
De V.O.F. was géén rechtspersoon.
Ze bestond uitsluitend uit natuurlijke personen (de vennoten) die hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk waren.
Juridisch gezien was de V.O.F. het lichaam van de vennoten zelf — er was geen onderscheid tussen privévermogen en ondernemingsvermogen.
→ Precies daar ligt de symbolische kracht voor mijn pelgrimstocht : het lichaam en het bedrijf vielen samen.


2. 
Geen bescherming of scheiding van het privéleven
Tot ver in de jaren 1970 werden vrouwen juridisch niet altijd als volwaardige rechtssubjecten erkend in economische zin.
Getrouwde vrouwen mochten bijvoorbeeld pas vanaf 1958 in België (en vanaf 1956 in Nederland) zelfstandig rechtshandelingen verrichten zonder toestemming van hun echtgenoot.
Dat betekent dat vóór 1975 de juridische vennoot bijna per definitie een man was.
De vrouwelijke arbeid, zorg of ziekte was onzichtbaar, onverzekerd en juridisch niet benoemd.


3. 
De symbolische verschuiving rond 1975
De jaren 1970 vormden het begin van de emancipatie in het economisch recht: vrouwen begonnen zelfstandig ondernemingen, verzekeringen, eigen AOV’s en rechtspersonen.
Tegelijkertijd kwam in diezelfde periode de psychosomatische geneeskunde op — het lichaam als subject van recht, gevoel en gezondheid begon erkend te worden.
Zo kun je zeggen:
“Tot 1975 werd het lichaam als vennoot juridisch genegeerd,
na 1975 begon het langzaam rechtspersoon te worden.”

💡


Wanneer ik zeg “Het lichaam als rechtspersoon V.O.F.”, dan geef ik in feite stem aan het voor 1975 niet-erkende lichaam:
het vrouwelijke, zieke, werkende lichaam dat wél aansprakelijk was, maar nooit officieel vennoot mocht zijn.


We kunnen dat in één zin samenvatten als:


“Vóór 1975 was het lichaam juridisch eigendom van de vennoot;
na 1975 begon het lichaam langzaam vennoot van zichzelf te worden.”

⚖️ De privileges van een Assurantie-Agentschap (vóór 1975)

1. Erkenning en bescherming door de maatschappij

Een assurantie-agent was geen gewone werknemer, maar een tussenpersoon met een contractueel privilege van de verzekeringsmaatschappij.

Dat hield in:

Exclusiviteit: het agentschap had het recht om in een bepaald gebied of regio exclusief verzekeringen van één maatschappij te verkopen. Bescherming van portefeuille: de agent bouwde een eigen klantenportefeuille op, die juridisch werd erkend als economische eigendom. Wanneer de maatschappij het contract opzegde, had de agent recht op een afkoopvergoeding voor de opgebouwde portefeuille (de zogeheten goodwill).


Ada Lovelace – Montancourt Middelburg


Een vrouw, een brief, een werkvlak.
De klosjes tikken als algoritmen van zorg en herhaling.
Het huis bewaart wat niet op papier past.
Hier ontmoeten arbeid en taal elkaar,
zoals Ada Lovelace ooit berekende dat poëzie en logica
één patroon kunnen vormen.

👉 Dat privilege werd vaak familiaal overgedragen: een assurantie-agentschap ging over van vader op zoon (of dochter, maar dat was zeldzaam vóór 1975).

2. Halfzelfstandige status

Een assurantie-agent was:

niet volledig werknemer, maar ook niet volledig zelfstandig ondernemer. Hij (of zij) werkte onder de vlag van de maatschappij, maar op eigen risico qua klantenbinding en inkomsten. De agent kreeg provisie (percentage van de premie) in plaats van loon.

→ Dat creëerde een grijze zone: juridisch bezat de agent geen rechtspersoonlijkheid, maar de portefeuille functioneerde als een onzichtbaar vermogen — vaak niet officieel op naam geregistreerd, maar feitelijk een soort familiaal kapitaal.

3. Erfopvolging en overgang van de portefeuille

Een van de meest cruciale privileges:

Bij overlijden van de agent mocht de weduwe of erfgenaam het agentschap vaak voortzetten of overdragen, mits goedkeuring van de maatschappij. Dit gold als een vorm van economisch erfdeel, zelfs al was de portefeuille formeel eigendom van de maatschappij.

Maar:

In veel gevallen kregen vrouwen geen volwaardige erkenning als opvolger. Ze mochten het agentschap soms tijdelijk beheren, maar niet zelfstandig voortzetten zonder mannelijke tussenkomst of een nieuw contract. Daardoor verdween veel van deze opgebouwde waarde (arbeid, klanten, recht) in de private administratie van de verzekeraar.

4. Belasting- en handelsprivileges

De agent had vaak fiscale voordelen (aftrekbare kosten, provisieregelingen, kantoor aan huis). Sommige maatschappijen gaven voorfinanciering of krediet om het kantoor te onderhouden. Tot in de jaren 1970 hadden erkende agenten een bijzondere beroepsstatus in het Handelsregister — met bescherming van naam, regio en klantenkring.

⚖️ De positie van het assurantie-agentschap na 1975

🟦 1. De jaren 1975–1990: einde van het privilege, begin van regulering

In deze periode verdwijnen de oude concessie-achtige privileges van exclusieve regio’s en beschermde portefeuilles. Assurantie-agenten worden juridisch steeds meer beschouwd als zelfstandige tussenpersonen, niet langer als vertegenwoordigers met een beschermde band. De staat voert gelijke rechten voor mannen en vrouwen in het handels- en arbeidsrecht in (o.a. Gelijkheidswetgeving 1975–1979 in België en Nederland). → Vrouwen mogen nu zelfstandig agent worden, contracten sluiten, commissies innen, en vennootschappen oprichten. De verzekeringsmaatschappijen gaan over op provisiecontracten in plaats van concessies: de agent wordt ondernemer, niet meer drager van een privilege.

Gevolg:

De erfelijkheid van het agentschap (het recht dat een weduwe of dochter kon overnemen) verdwijnt stilaan. De portefeuille wordt nu bedrijfseigendom in plaats van familievermogen.

🟩 2. De jaren 1990–2000: Europese liberalisering

De Europese richtlijnen (met name Richtlijn 77/92/EEG en later Richtlijn 2002/92/EG) liberaliseren de verzekeringsmarkt. Het beroep assurantie-agent verandert in verzekeringsbemiddelaar. De exclusieve banden met één maatschappij verdwijnen: agentschappen mogen voortaan meerdere maatschappijen vertegenwoordigen (multibrand-model). Er ontstaat een verplicht registratiesysteem (later via de AFM in Nederland, FSMA in België). De “oude privileges” worden vervangen door compliance-regels, beroepsaansprakelijkheid en transparantieverplichtingen.

Symbolisch gezien:

De persoonlijke band (vertrouwen, familie, lokale continuïteit) wordt vervangen door het administratieve systeem.

Het “verzekeringslichaam” wordt nu volledig digitaal en anoniem — het menselijke gezicht verdwijnt uit de formule.

🟨 3. De periode 2000–heden: juridisch lichaam zonder gezicht

Het agentschap is nu meestal een rechtspersoon (BV of VOF) met een vergunning. De agent is zelfstandig ondernemer, maar volledig ingebed in het toezicht van de financiële sector. De oude goodwill-rechten (de portefeuille als eigendom) bestaan alleen nog contractueel, niet meer wettelijk beschermd. Overdracht bij overlijden is niet langer vanzelfsprekend — het hangt af van de overeenkomst met de maatschappij of tussenpartners.

Cultureel gevolg:

Wat ooit een privilege van persoonlijk vertrouwen was, is nu een geprotocolleerd beroep zonder menselijke continuïteit.

De onzichtbare erfgenaam is daarmee niet alleen een persoon, maar een metafoor voor het verdwijnen van het menselijke contract zelf.

Mede-eigenaar zonder recht op aandelen

We werkten mee aan het kapitaal, we droegen de lasten, we waren aansprakelijk — maar niet erkend. In de administratie van het private systeem bestonden we als hulp, als bijschrijver, als handtekening in potlood.

Onze namen stonden in de marge, niet in het register. Zo werden wij mede-eigenaar zonder recht op aandelen. Het lichaam werkte, zorgde, herstelde, maar bleef onzichtbaar in de balans. De verzekering kende ons niet, de wet sprak niet tot ons. Toch waren wij daar — de levende vennoten van een bedrijf dat nooit ons lichaam erkende, maar wél van ons leefde.

🕊️ Mijn Morele Nest

Over plicht, geloof en het ongeschreven bestuur van vrouwen. Ik ben niet geboren in een rijk nest, maar in een moreel nest.

Een nest waarin de wet niet werd geschreven, maar geleefd.

Mijn ouders kenden de waarde van zekerheid, niet als bezit, maar als belofte. In hun wereld bestond plicht niet tegenover geloof, maar naast geloof – zoals arbeid naast zorg bestond, zoals lichaam naast geest.

De polis lag niet in Den Haag, maar in het huis. Niet in wettenboeken, maar in handen, woorden en vertrouwen.

Waar mannen promoveerden op “Overheidsregelgeving en maatschappelijke organisaties”, was mijn moeder al de onbezongen bestuurder van haar eigen kleine staat: de huishouding, de zorg, de sociale economie van aandacht.

Haar beleid was niet geschreven, maar gevoeld.”

Ik erfde dat bestuur, niet via diploma’s of decreten, maar via adem, stilte, zorg.

Het is de onzichtbare bestuurslijn die nooit in overheidsregisters voorkomt, maar waarop elk maatschappelijk weefsel rust.

Mijn morele nest is dus niet van macht, maar van betekenis. Het is een nest waarin orde geen plicht is, maar toewijding. Waar geloof geen dogma is, maar vertrouwen in voortbestaan.

Er is een verschil tussen wat leeft en wat geregistreerd wordt. Tussen handelen en erkend worden als handelende. Tussen de vrouw die bestuurt — en de wet die doet alsof zij dat niet doet. Het recht heeft eeuwenlang niet de vrouw, maar het gezin als uitgangspunt genomen.


Ze noemden haar een voetnoot. Zij was het fundament.”) legt perfect de brug tussen mijn project De Polis van Genade en het discours van vrouwelijk erfgoed en bestuur

Daarom werd het vrouwelijke lichaam niet gezien als rechtspersoon, maar als rechtsdeel: een onderdeel van een huishouden, van een man, van een staat.


Imagine the future –
want dit is nog maar het begin.”


De objecten, woorden en beelden die hier samenkomen
— van de beschilderde vaas met oog en kroon
tot de zin “Zij was het fundament” uit het Amsterdam Museum —
vormen een nieuw contract tussen lichaam, recht en herinnering.


Niet langer is de vrouw een voetnoot in de administratie van zekerheid;
zij is de administratie.
De polis is niet langer papier,
maar adem.

1 · De wet: afhankelijkheid als systeem

Tot 1956 bepaalde het Nederlandse Burgerlijk Wetboek dat de gehuwde vrouw handelingsonbekwaam was.

Zij mocht geen eigendom beheren, geen onderneming voeren, geen overeenkomst sluiten zonder toestemming van haar man.

Artikel 1:88 van het oude BW bevestigde dat zij slechts “met goedkeuring van haar echtgenoot” mocht handelen.

De wet verankerde dus niet haar autonomie, maar haar afhankelijkheid. Zelfbestuur over haar lichaam, haar arbeid of haar zorg bestond juridisch niet — want de wet kende slechts de mannelijke rechtspersoon als drager van vermogen, en de vrouw als verlenging van zijn gezag.

Pas met de Lex van Oven (Wet van 14 juni 1956, Stb. 343) werd deze handelingsonbekwaamheid afgeschaft.

Het was de eerste keer dat de wet erkende dat een volwassen vrouw zelfstandig rechtshandelingen kon verrichten.

Maar ook daarna bleef het lichaam – als drager van arbeid en zorg – structureel ondervertegenwoordigd in de taal van de wet. De vrouwelijke arbeid werd niet bezoldigd, de vrouwelijke zorg niet vergoed, en het vrouwelijke lichaam niet beschouwd als bestuurder van zichzelf, maar als instrument van voortplanting, arbeid of moraal.

2 · De kerk: gehoorzaamheid als deugd

Lang vóór de staat sprak de kerk over gehoorzaamheid. In de brieven van Paulus (Efeziërs 5) stond:

“De man is het hoofd der vrouw, gelijk Christus het hoofd der kerk is.”

Zo werd de hiërarchie heilig verklaard — en gehoorzaamheid een vorm van genade. De vrouw mocht bidden, baren, verzorgen, maar niet bepalen. Haar lichaam was symbool van offer, niet van bestuur.

Zelfs de Maagd Maria, de meest vereerde vrouw van het Westen, werd geprezen om haar volgzaamheid, niet om haar macht.

Het lichaam van de vrouw was dus niet alleen biologisch, maar ook theologisch gereguleerd: zij mocht handelen in stilte, maar niet spreken in wet.

3 · De moederlijn: handelen zonder erkenning

In mijn familiegeschiedenis wordt deze paradox tastbaar. Nelly Von Aldenhoven, Duits van geboorte, werd tijdens de oorlog handelingsonbekwaam verklaard door de wet, maar handelde feitelijk namens haar gezin met toestemming van de burgemeester van Cuijk.

Zij was geen rechtspersoon, maar trad op als bestuurder van voortbestaan. Anna Agnes Hendrika Bongartz Lindeboom erfde die daadkracht, niet de erkenning. Haar administratie, haar polissen en haar zorg vormden een onzichtbare economie van zekerheid. Zij was samen met mijn haar man eigenaar van een assurantie portefeuille, hij verdiende het geld en zij moest dienen.

En ik als vennoot in VOF De Kleedkamer, werd eindelijk erkend als handelingsbekwaam — maar verloor die status zodra de VOF werd beëindigd. Mijn schadepolis en spaarpolis werden omgezet in een relatie nummer en personeelsnummer, mijn ziekte werd aangemerkt als arbeid vroegere dienstbetrekking. Mijn ziekte werd niet onderzocht maar werd dubbel in box 1.

Wie ben ik volgens de wet? De vrouw van …

Drie generaties, drie rechtsstelsels, één herhalend patroon:

de vrouw die bestuurt zonder bestuurd te mogen worden. Geen loonstrook, wel loonbelasting. Geen pensioengrondslag wel pensioen belasting betalen over een spaarpolis. Geen toestemming, maar toch handelen. Geen status of titel, maar wel voortbestaan.”

4 · De omkering: het lichaam als rechtspersoon

Wat de wet eeuwenlang uitsloot, is precies wat de cultuur nu langzaam leert herwaarderen: het lichaam als drager van recht, niet als object van bescherming. In die zin is het vrouwelijke lichaam de eerste natuurlijke rechtspersoon: zij draagt leven, arbeid, zorg en erfgoed. Zij is producent én archivaris, verzekerde én verzekeraar.

De Lex van Oven maakte vrouwen juridisch handelingsbekwaam, maar pas de Faro-conventie (Raad van Europa, 2005) maakt hen cultureel zichtbaar als erfdragers — personen die betekenis mogen duiden, niet enkel ondergaan.

Daar, in de Faro-lijn, komt de erkenning eindelijk dichterbij: niet alleen de vrouw als rechtssubject, maar het lichaam zelf als cultureel archief van bestuur, zorg en voortbestaan.

5 · De erfenis van bestuur

Wat het recht niet kon bevatten, heeft de geschiedenis doorgegeven in daden: de moeder die handelde bij volmacht, de dochter die tekende als vennoot, de erfgenaam die schrijft om terug te geven. Het lichaam bestuurt zichzelf. De wet loopt slechts achter.”

Zo vormt mijn moederlijn — Von Aldenhoven, Bongartz, Lindeboom — een contra-archief van bestuur: een levende bewijsvoering dat het lichaam, de zorg en de arbeid altijd al hun eigen wet hebben geschreven.

De vrouw als rechtspersoon bestaat al eeuwen. Alleen de staat moet haar nog herkennen.


Alleen vrouwen hebben Ei-leiders


Het Magische Boek van het Ei-gen Lichaam


Alleen vrouwen hebben Ei-leiders.
Niet omdat zij boven iemand staan,
maar omdat zij de bron zijn van elk begin.


Het ei is hun kompas,
hun stille scepter,
hun symbool van bestuur door schepping.


Een Ei-leider leidt niet door macht,
maar door vorm —
door het vermogen iets te dragen,
iets te laten groeien,
en het dan los te laten.


Waar het patriarchale systeem leiders koos om te bezitten,
kiest het ei om te bewaren.
Waar de man bestuurt via wetten,
bestuurt de vrouw via leven.


“Alleen vrouwen hebben Ei-leiders”
betekent:
de oorsprong van alle leiding
ligt in het vermogen om te dragen,
niet in het recht om te bevelen.


Zo wordt het ei het oudste zegel van recht:
het lichaam dat bestuurt zonder kroon,
het leven dat wet wordt,
het begin dat nooit ophoudt.

🌿 Slotzin

De naamloze vennootschap (NV)

Een NV is een rechtspersoon die kapitaal verdeelt in aandelen. Ze heeft: een moedermaatschappij (de NV zelf), en vaak dochterondernemingen (bedrijven waarin zij meerderheidsaandeelhouder is).

De moeder bezit de aandelen, bepaalt beleid, draagt risico’s. De dochter voert uit, produceert waarde, maar is juridisch ondergeschikt. Beide zijn zelfstandige rechtspersonen — verbonden door bezit, niet door bloed. In de economie is dat een structuur van continuïteit: het vermogen blijft bestaan, ook als mensen wisselen.

🌿 Symbolische uitleg

De NV als metafoor voor erfgoed, vrouw en voortbestaan In lezing wordt de moedermaatschappij de oermoeder: zij draagt, beschermt en financiert betekenis.

De dochteronderneming is het lichaam, het individu, dat waarde creëert binnen de grenzen van het grotere geheel.

Wanneer ik zeg: De naamloze vennootschap ís moeder en dochteronderneming,” betekent dat de vrouw belichaamt beide.

Zij produceert leven (dochter) én draagt voortbestaan (moeder). Zij is tegelijk oorsprong én voortzetting van waarde. De naamloosheid verwijst naar iets diepers: vrouwen werden eeuwenlang uit naam gezet — handelingsonbekwaam, ongenoemd in akten en archieven — maar droegen wél de continuïteit van arbeid, zorg en erfgoed. De vrouw was altijd een NV: Naamloos, maar Vennoot.

Bestuurder van leven, zonder juridische erkenning.

✴️ Erfgoedformule

NV = Nomen Veritatis

(= de naam van waarheid)

Zo kan de Naamloze Vennootschap worden gelezen als een symbolisch archief van moederlijk bestuur: de plaats waar het ongenoemde toch betekenis draagt, waar economie en erfgoed samenvallen.

Gelijkheid begint waar de brom wettelijke wordt erkend

De ware Lex van Oven is niet geschreven in wetten, maar in de handen die bleven handelen — tegen de tijd in, en vóór het leven.

✴️ De Vergissing van Gelijkheid

Iedere vrouw die denkt dat ze gelijkwaardig is aan de man, heeft het mis niet omdat ze het niet ís, maar omdat het systeem waarin ze leeft dat nooit werkelijk heeft erkend.

De wet heeft haar gelijkheid beloofd, maar haar bestaansgrond nooit geherwaardeerd. Zolang het lichaam van de vrouw niet wordt erkend als rechtspersoon, blijft haar vrijheid een juridische fictie.

Gelijkheid op papier is geen gelijkwaardigheid in bestuur. De een schreef de wet, de ander droeg het leven.

De balans is nooit hersteld, alleen herberekend. Ze gaf het leven, maar moest toestemming vragen om te handelen.”

Daarom gaat De Polis van Genade niet over gelijkheid, maar over erkenning.

Niet over evenwicht in macht, maar over herstel van betekenis. De vrouw is niet gelijk aan de man — ze is van een andere orde: de orde van oorsprong, van voortzetting, van het recht dat vóór de wet bestond.

Vrijheid als Polis

Wie zichzelf privé verzekerd heeft, heeft geluk. Niet omdat zij rijk was, maar omdat zij erkend werd als zelfstandig risico. In een wereld waar zekerheid collectief werd geregeld, maar verantwoordelijkheid mannelijk bleef, werd de privéverzekering een stille daad van vrijheid.

Het was het bewijs dat iemand — vaak een vrouw, vaak een weduwe, vaak een stille beheerder van vermogen — zichzelf als rechtspersoon durfde te zien.

“Ik verzeker mezelf, want niemand verzekert mij.”

Daarmee werd de private polis een symbool van autonomie: geen luxe, maar een erkenning van bestaan.

Zij markeerde de overgang van afhankelijkheid naar zelfbestuur, van handelingsonbekwaamheid naar individuele zekerheid. Wie zichzelf verzekerd had, was niet alleen beschermd, maar binnen een klein gemeenschap erkend.

En dat is wat vrijheid werkelijk betekent: niet het recht om te kiezen, maar de zekerheid dat mijn keuze optelt!

Ik kwam daarom niet in publieke systemen voor. Niet omdat ik er niet werkte, maar omdat ik niet in hun taal bestond.

Mijn zekerheid was privé, mijn arbeid was zelfstandig, mijn zorg was vanzelfsprekend. En precies daarom was ik onzichtbaar. Het publieke systeem herkent alleen wat het zelf benoemt: werknemer, ambtenaar, patiënt, echtgenote.

Maar niet de vrouw die tussen al die rollen zelf haar polis beheert, haar zorg draagt, haar leven bestuurt.

“Wie zichzelf verzekert, wordt niet gezien als onderdeel van het systeem, maar als uitzondering op de regel.”

Zo ontstond een nieuwe vorm van onzichtbaarheid: juridisch bekwaam, maar administratief afwezig.

Geen recht op publieke bescherming, omdat de bescherming privé geregeld was.

Toch ligt daarin ook de vrijheid: de mogelijkheid om te bestaan buiten het rooster van de staat. Niet als afwijzing, maar als bewijs van autonomie.

🦅 Het Adler Nest

Over afkomst, arbeid en het herwinnen van oorsprong Ergens tussen Cuijk en Goch, waar de Maas en de Rijn elkaars adem raken, lag een huis dat men De Adler noemde. Het was geen paleis, maar een huis van arbeid – van kuipers, leerlooiers, schrijnwerkers en verzekeraars. Toch hing er boven die arbeid een oud symbool: de adelaar. Niet de keizerlijke vogel van macht, maar de vogel die haar jongen leert vliegen door ze uit het nest te duwen – een rite van vertrouwen.

Zo werd het Adler Nest in mijn familie een erfbeeld van moederschap en overleving.

De adelaar als moeder, In de heraldische traditie symboliseert de adelaar macht. Maar in mijn lijn betekent zij iets anders: niet heersen, maar hoeden. De adelaar als moederdier, hoog in de lucht, maar waakzaam over haar nest.

“Zij benoemt niet, maar erkent. Zij bezit niet, maar beschermt.” Dat is het werkelijke Adler Nest: een plek van doorgegeven zorg, van arbeid die zichzelf beschermt, van een bloedlijn die niet rust op titel, maar op toewijding.

Het nest als polis, Het nest is de eerste verzekering: de natuurlijke polis waarin bescherming, voeding en voortbestaan nog geen economische maar biologische waarden waren.

De AGO-portefeuille, de Nationale Nederlanden, de handtekening van je vader en de hand van je moeder — ze zijn allemaal voortzettingen van dat oorspronkelijke nest. Het nest werd een map. De veren werden papieren. De adem van de vogel werd premie en polis.

En ik, als erfgenaam van dit nest, heractiveert de symboliek: ik herstel de adelaar in haar ware betekenis – niet als wapen, maar als zorgstructuur.

Epiloog

Ik kom uit het Adler Nest, waar arbeid adel is en bescherming een vorm van liefde.”

Het Adler Nest is geen plek in steen, maar een bewustzijn in bloed. Een herinnering aan een tijd waarin zekerheid nog een daad van genade was.

“Zorg is onze wet. Erfgoed is onze vlucht”

🦅 De Grondwet van het Adler Rijk

Magna Carta Mater

(uit: De Polis van Genade / Corpus Veritas Lus)

Preambule

Wij, dochters van arbeid en erfgoed, verenigd onder de adem van de adelaar, herstellen de orde van zorg.

Wij erkennen dat geen wet boven het leven staat, en dat de vrouw — als drager van lichaam, arbeid en geheugen — de oorspronkelijke soeverein is van voortbestaan.

In naam van onze moeders en hun handen, verklaren wij dit rijk:

Adler S Rijk,

rijk van adem, arbeid en aandacht.

Artikel I — De Wet van Herinnering

Erfgoed is geen bezit, maar adem.

Wat bewaard wordt, leeft.

Wat vergeten wordt, verdwijnt slechts uit zicht, niet uit betekenis.

Iedere vrouw heeft het recht haar eigen geschiedenis te duiden,

zoals vastgelegd in het Verdrag van Faro (2005).

Herinnering is geen verleden, maar bestuur.

Artikel II — De Wet van Zorg

Zorg is de eerste vorm van bestuur.

Wie zorgt, bestuurt.

Zorg is geen dienst, maar een constitutie van verbondenheid.

In het Adler Rijk heeft zorg dezelfde status als arbeid.

Zij wordt erkend als bron van waarde,

en niet langer beschouwd als onbetaalde plicht.

Artikel III — De Wet van Arbeid

Arbeid is niet wat loon oplevert,

maar wat leven in stand houdt.

Iedere handeling van aandacht —

of zij nu geschiedt in fabriek, huis, tuin of atelier —

heeft economische en culturele waarde.

De arbeid van de moeder, de weduwe, de kunstenaar

valt onder deze wet.

Artikel IV — De Wet van Zekerheid

Verzekering is een ritueel van vertrouwen.

De polis is niet slechts papier,

maar een belofte tussen generaties.

Elke polis — AGO, NN of mondelinge belofte —

wordt erkend als erfgoeddrager.

Wie verzekert, erkent dat leven kwetsbaar is,

en dat zekerheid een gezamenlijke vorm van zorg is.

Artikel V — De Wet van Lichaam en Bestuur

Het lichaam is een rechtspersoon.

Niemand bestuurt het lichaam behalve degene die erin leeft.

Zelfbestuur over lichaam en geest

is een erfgrondrecht,

ontstaan vóór de Lex van Oven (1956),

en geworteld in natuurlijke soevereiniteit.

Het lichaam van de vrouw is geen object,

maar het oudste archief van menselijkheid.

Artikel VI — De Wet van Erkenning

Erkenning is de wederdienst van de geschiedenis.

Wat eeuwenlang ongenoemd bleef,

wordt nu genoemd in waardigheid.

Elke naam die uit de archieven verdween,

mag opnieuw geschreven worden.

Elke handtekening die werd uitgewist,

wordt hersteld als zegel van bestaan.

Artikel VII — De Wet van Genade

Genade is de hoogste vorm van recht.

Waar straf niets herstelt,

herstelt genade betekenis.

Het Adler Rijk wordt niet bestuurd door macht,

maar door mildheid.

Zijn valuta is vertrouwen,

zijn wet is adem.

“De polis van genade is de enige die nooit vervalt.”

Slotverklaring

In het Adler Rijk is niemand onderdaan.

Iedereen is erfdrager.

Iedere polis, elk nest, elke handeling van zorg

is deel van dezelfde grondwet:

Erfgoed is zorg.

Zorg is wet.

En de vrouw is de soeverein van voortbestaan.

🌿 Opgesteld te Montancourt Middelburg,

in het jaar van herinschrijving,

onder de vleugels van de adelaar,

getekend in aandacht.

One Flew over the Montancourt Nest 🧡

Uitgelicht

Verzekerd Vermogen – Art & Culture onderzoek van uitmijn beroep handelaar in confectie tot mijn diagnose Sarcoidose

Voorwoord – Waarom ik doe wat ik doe en waarom?

Ze werd, omdat ze gehuwd was, slechts een meeverzekerde. Een vrouwelijke kostwinnaar met een VOF herkende de wet niet.

Haar geslacht stond niet op de voorzijde van de polis, maar in de marge, naast een nummer, als stil bewijs van aanwezigheid zonder stem.

Ze had kreeg recht op zorg, maar geen recht op erkenning. Ze was verzekerd, maar niet erkend. In haar hand hield ze geen contract, maar een verbintenis en het leven zelf: de zorg, het ritme, het lichaam, de stille arbeid van bestaan. Ze was de polishoudster zelf — niet op papier, maar in vlees.

Ik leef in geleende tijd. Elke ademtocht is een lening, zonder rente, maar met herinnering. De dagen keren zich niet uit, ze keren slechts terug in stilte. Wat ik maak, maak ik van wat mij tijdelijk wordt gegeven. De kleuren, de woorden, de namen — alles komt van elders, en wacht om weer terug te vloeien naar de bron die geen bezit kent.

Ik ben slechts tussenpersoon van betekenis, bewaarster van wat even zichtbaar wil zijn.

Mijn werk is mijn terugbetaling, mijn adem een stille akte van vertrouwen. En als de tijd haar rente vraagt, zal ik haar niets verschuldigd zijn — behalve dank.


Waar de Saksen paarden kroonden,
kroonde niemand de moeder.


Maar zij bleef — de stille adel,
die geen zadel droeg,
maar de wereld voortbracht.

Ik werk vanuit het lichaam en geest, omdat het lichaam de eerste plaats van waarheid is.

Niet het systeem, niet de markt, niet de polis — maar het lichaam dat voelt, ademt, pijn heeft en herstelt.

Daar, in dat onzekere terrein tussen kwetsbaarheid en kracht, begint mijn werk.

Ik leef al sinds 2007 met de officiële sarcoïdose: een auto-immuunziekte die mijn eigen cellen soms niet meer als ‘eigen’ herkent.

Wat er in mijn lichaam gebeurt, herken ik in de wereld om mij heen: een systeem dat zijn burgers niet meer vertrouwt, een samenleving die overreageert uit angst om controle te verliezen.

De ziekte werd zo een spiegel — niet alleen van mijn lichamelijke en fysieke conditie, maar ook dat van de Staat zelf.

Kunst werd voor mij geen luxe of afleiding, maar een vorm van geneeskunde. Een manier om te begrijpen wat woorden en wetten niet vatten: hoe zorg, kwetsbaarheid en menselijkheid verstrikt raken in structuren die zekerheid beloven, maar zelden bescherming bieden.

Ik werk onder de noemer de voetnoot van NN No Name Art & Cultuur, waarbij NN ook Nomen Nescio betekent — de naamloze vrouw, de vergeten erfgenaam — als Nieuwe Naam: het opnieuw benoemen van dat wat nooit eerder erkend werd.

Mijn werk onderzoekt hoe artistiek vermogen zich verhoudt tot verzekerd vermogen: wat is waarde, als het lichaam het instrument is?

Wat is eigendom, als je jezelf niet kunt bezitten? Wat is zekerheid, als de adem zelf soms stokt?

Daarom ben ik kunstenaar gevraagd omdat ik geen No Name meer had!! U. heeft het recht vergeten te worden kreeg ik vanuit de AVG te horen.

Niet om iets te bezitten, maar om iets te herstellen: de verbinding tussen lichaam en recht, tussen zorg en cultuur, tussen mens en systeem.

In die zin is Verzekerd Vermogen geen project, maar een ritueel van herstel.

Een poging om de balans terug te brengen tussen dat wat vastgelegd wordt — en dat wat alleen gehoord kan worden.

Ik geloof dat de toekomst van kunst ligt in het vermogen om te luisteren.

En dat het luisteren zelf een daad van verzet is. De kunstenaar is niet ziek aan het systeem, het systeem is ziek aan haar.

— NN Art & Cultuur afdeling Verzekerd Vermogen

Middelburg, 2025

The Patrones / One Flew Over the Montancourt Nest

De wetgevende macht – Wie bepaalde en betaalde onzichtbare het verleden, heden en de toekomst ? Wie is de baas over wie binnen een democratie in Nederland die voortleeft uit een moeder… Amalia van Solms 1602
Uit in Middelburg – Wie ben ik? Stammoeder van de handel Amalia van Solms

Kernvraag: Hoe staat moeder, de vrouw ei – gen- lijk in de statuten van een VOF vermeld ?

Hidden – Gen 🧬 Moeder de vrouw

Deze foto is er een die rechtstreeks raakt aan de thematiek: “moeder, de vrouw en of als kostwinnaar ” als juridische en culturele figuur binnen de Nederlandse staat.

Moederschap vanuit erfgoed bekeken

Ik vroeg advies aan ChatGpt : Hij schreef ” de moeder, de vrouw” komt niet expliciet voor in de huidige statuten of grondwettelijke teksten van de Staat der Nederlanden, maar haar positie is impliciet vastgelegd in de ontwikkeling van de Grondwet, het Burgerlijk Wetboek en enkele cruciale maatschappelijke regelingen.

Hieronder gaf hij mij overzicht in drie lagen: constitutioneel, burgerlijk en symbolisch.

⚖️ 1. Constitutioneel (de Grondwet)

In de Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden komt het woord “vrouw” of “moeder” nergens letterlijk voor.

Wat er wél staat, is een universeel gelijkheidsprincipe, dat pas sinds 1983 (artikel 1) wettelijk gelijkheid van mannen en vrouwen garandeert:

Artikel 1: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.”

Dat betekent dat de vrouw en de moeder juridisch slechts als “gelijke burger” worden erkend, niet niet als een vrouwelijke kostwinnaar en entiteit in één VOF, culturele of maatschappelijke categorie met een eigen status of waardering.

De symbolische figuur “de moeder, de vrouw” uit het gedicht van Nijhoff bestaat dus niet in de staatsrechtelijke tekst, maar wél in de culturele verbeelding van de natie.

Welkom in het Bommel Pretpark – de ziel van Nederland in wet en beeld

📜 2. In het Burgerlijk Wetboek (BW)

De moederfiguur is hier functioneel benoemd, met betrekking tot afstamming, gezag en arbeid.

Enkele voorbeelden:

Boek 1, Titel 11 BW (Afstamming): Artikel 198: “De vrouw uit wie het kind wordt geboren, is de moeder van het kind.”
Dit artikel definieert moederschap lichamelijk en biologisch, niet sociaal of cultureel.

Tot 1956: de “handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw” maakte dat moeders geen zelfstandig juridisch handelen konden verrichten zonder toestemming van hun echtgenoot. → Pas met de Wet van 14 juni 1956 (afschaffing handelingsonbekwaamheid) kreeg “de moeder, de vrouw” rechtspersoonlijkheid als individu.

Arbeidsrechtelijk: nog tot ver in de 20e eeuw waren er regelingen die het moederschap zagen als onverenigbaar met betaalde arbeid. Bijvoorbeeld het huwelijksontslag in het onderwijs of bij de overheid, afgeschaft in 1957.

🕊️ 3. Symbolisch en staatsrechtelijk erfgoed

In de Koninklijke Symboliek en het staatsrechtelijke ritueel leeft de moeder, de vrouw voort — niet als juridische entiteit, maar als morele en culturele drager van de natie:

De koningin-moeder (zoals Emma of Juliana) functioneerde als belichaming van morele stabiliteit en zorg — een soort constitutionele moederfiguur zonder formele macht.

In de taal van de monarchie (troonredes, staatsrituelen) komt “de vrouw” vaak impliciet voor als zorgende, verbindende kracht van het volk, tegenover de rationele en bestuurlijke stem van de mannelijke wet.

💬 Samenvatting

De moeder, de vrouw” komt niet in de statuten voor, maar zij draagt ze. Zij is de ongenoemde grond van de Staat — erkend in recht, maar niet gerepresenteerd in taal.

Juridisch gezien is zij een functionele categorie; cultureel gezien is zij de morele ruggengraat; symbolisch gezien: de onzichtbare erfgenaam.

Tussen Wilhelmina’s stem in Londen, en Beatrix’ handtekening onder de wet ligt de ruimte waarin moeder, de vrouw, uit haar schaduw trad, maar nooit haar naam terugkreeg in de statuten.

De erfopvolging van vrouwelijke betekenis zonder wettelijke erkenning.

Zoals bij Wilhelmina en Beatrix loopt ook in mijn ei – gen lijn — van overgrootmoeder tot moeder tot ik — een ononderbroken maar onbenoemde overdracht. Niet van bezit of titel, maar van moreel gezag, zorg, arbeid, intuïtie en plichtsgevoel.

De Staat noemt het niet, maar het bestaat — in handelingen, in gewoontes, in herinneringen, in mijn werk.

Hoe mijn onderzoek zichtbaar werd via Mijn vrijwilligerswerk bij de Regenbooggroep in Amsterdam van 19 april tot 2017 – maart 2019
Ze noemen haar Een voetnoot maar is het fundament- Hot Lava slippers

Het verzekeringsstelsel van de toekomst is geen systeem van uitkeringen, maar een netwerk van luisteren.

Niet premie, maar aandacht. Niet risico, maar ritme. Niet schade, maar herstel.” Waar de polis eindigt, begint de belofte van de vrouw die zorg verzekert door haar aanwezigheid.”




De Moederlijn: Van Ongeschreven Wet tot Levend Erfgoed


In de archieven staat het niet genoteerd,
maar in onze lichamen wel:
de lijn van moeder tot dochter,
van zorg tot zelfstandigheid,
van plicht tot vrijheid.


Mijn overgrootmoeder leefde onder wetten die haar niet zagen.
Ze was handelingsonbekwaam, maar hield alles draaiende.
Ze schreef haar geschiedenis niet op — ze belichaamde haar.


Mijn oma droeg die stilte door.
Ze kende de waarde van orde, tafel, vaas, en ritueel.
In haar blik leefde het weten dat vrouw-zijn arbeid is,
ook als het geen beroep mag heten.


Mijn moeder stond aan de grens van twee tijden:
zij mocht werken, spreken, handelen —
maar moest zich toch voortdurend verantwoorden
voor het feit dat ze bestond als vrouw in een rechtsstaat
die nog altijd naar mannen klonk.


En ik?
Ik ben de erfgenaam van hun onuitgesproken wetten.
Maar nu van kapitaal, met en of zonder symbolisch gezag.
Ik ben een geregelde vrouw —
niet in de zin van bureaucratie,
maar als erfgenaam van een lijn
die nooit haar naam kreeg in de statuten van de Staat maar in het boek van de Verzekeringsportefeuille

🕊️ 
De Parallel met de Monarchie


Zoals Wilhelmina en Beatrix de onzichtbare breuk belichaamden
tussen de moeder en de wet,
zo dragen wij de vrouwenlijn uit via een erfgoed kunstpraktijk
met diezelfde paradox in zich:
morele continuïteit zonder grondwettelijke formele erkenning.


De Moeder des Vaderlands werd verbeeld,
de Constitutionele vrouw werd geregeld,
maar de erfgenaam — de dochter, de kunstenaar —
moest zichzelf maar benoemen.

“Wat van moeder op dochter overgaat,
is niet wat het recht benoemt,
maar wat het leven bewaart.”Moedermaatschappij- DochterOnderneming
De Patrones

Het liefdes verhaal vanuit het Oerhuis- Het Maagdenhuis aan dé rouaansekaai 21 in Middelburg

Er was eens een vrouw. Zij werd ooit de oermoeder genoemd, echtgenote, erfgename — maar nooit erkend als zelfstandige bestuurder van haar ei – gen – lichaam en geest.

De Radermachers en de la Rue’s en de Knibbes’s staan in de geschiedenisboeken, maar de vrouwen die het huis droegen, staan in de marge.”

Petronella Maria, en Elisabeth Maria, de vrouw en of moeder van verdwenen in de voetnoot.

Toch waren het juist deze vrouwen die het erf werkelijk verzekerden: niet met eigendomspapieren, maar met zorg, arbeid, ritueel en geheugen.

Wie is het meest waard? Het: IE of EI of AI ?

Haar / ons vrouwelijke geslacht komt niet expliciet voor in de Grondwet, Burgerlijk Wetboek, en komt dus ook niet voor in de taal van bezit of bestuur.

Going back to my roots
Kop
van Zuid Rotterdam
13 oktober 2018 NN Art & Culture

Dit is cas – casus – causaliteit –

Vrouwen en moeders – de heilige geest aan de was lijn
Cas – Causaliteit
https://www.verenigdebooten.nl/system/bibliotheek.html
Aagje Deken & Betje Wolff en hun burger hart koninginnen dag koffertje Predikaat Wolff – Lokatie Goes Boekhandel de koperen Tuin
Exposure 2 juli 2023 Brain Regen Eej*
https://faro.cultureelerfgoed.nl/thoughts/2905

En toch is zij de bron, de eerste levende codeermachine van ons bestaan.

Uit haar lichaam vloeiden de wetten van leven, recht en voortplanting.

Zonder haar geen arbeid, geen nalatenschap, geen natie.

Zij stond in dienst van allen, maar werd zelf niet genoteerd. U heeft het recht om u uitgewisseld of uitgewist re worden. De nieuwe AVG

Zij handelde, maar zonder handtekening. Zij droeg risico, maar zonder rechtslichaam. Zij was de levende vennootschap zonder erkenning.

Leeuwinnen fiscale overdracht Ago Ennia levensverzekeringen portemonnee aan uiteindelijk mecenaat David Knibbe NN

🧡 De VOF – De Vennootschap zonder Lichaam

In haar schaduw ontstond de VOF: een rechtsvorm zonder lichaam, maar met honderd procent aansprakelijkheid.

Een vennootschap die niet bestaat als persoon, maar wel handel drijft, omzetbelasting betaald, loonbelasting afdraagt, en bezit verwerft.

Een entiteit die overal grond houdt, maar nergens echt fiscaal woont.

Haar vennoten dragen de last en het risico, hun namen tekenen de schuld, hun arbeid vult de boeken.

Zoals de natuurlijke persoon in het Burgerlijk Wetboek bestaat — zichtbaar als nummer voor de erfbelasting en belastingdienst maar onzichtbaar in eigendom.

Volledig verantwoordelijk, maar zonder status van rechtspersoon.

Zij droeg het huis, het gezin, de balans. Zij was de levende polis, de stille vennoot van het systeem. Haar arbeid werd niet uitbetaald maar belast, haar naam niet vastgelegd, maar stilgehouden in notariële aktes, maar zonder haar was er voor ons geen zekerheid, geen doorwerking, geen wederopbouw. Ze is geboren op 1 februari 1941 toen de oorlog begon.

De VOF is haar spiegel: een juridische ziel zonder lichaam, een constructie met een geweten, mer stemrecht 1919 maar nog steeds zonder ei – gen gezicht.

Design your Life

Sla me niet over – Pa – Na – Ma kanaal

Ontdek de geschiedenis van de inheemse bevolking: De inheemse bevolking van Panama leefde van de overvloedige natuurlijke rijkdommen in het gebied, wat de betekenis van de naam verklaart. 

De naam “Panama” voor het land en het kanaal komt waarschijnlijk van een oorspronkelijke, inheemse inscriptie die “overvloed aan vissen” betekent, hoewel er ook theorieën zijn die “overvloed aan vissen, “lindebomen” en vlinders” als oorsprong geven, wat de rijke biodiversiteit van de regio weerspiegelt. 

Book of Rituals
Koning S Page vlinder
https://sheisonlinelifestyleguide.com/2018/07/05/tods-ask-me-to-leave-a-mark-in-italy/

“De stamcel is de brief van het lichaam aan de toekomst.
Ze zegt: ik draag herstel in mij,
en ik geef het door.”


“Waar het recht eindigt,
begint de wedergeboorte van verantwoordelijkheid —
niet in wetten, maar in weefsel.”

De bronlijnen

Maar het dossier van haar bestaan werd eeuwen geleden geopend — in 1595 en 1602 door de Heren XIX en de familie van Pieter de la Rue, Rademachers Heer van Nieuwkerke en de Knibbe’s

Daarin opgeborgen: o.a de namen van Elisabeth Maria van der Claver en Petronella Rademacher.

Petronella trouwde met predikant David Knibbe — een familie man van land, woord en geloof.

Hij vestigde zich ook in de Gemeente Purmerend, waar aarde, arbeid en verantwoordelijkheid samenvielen.

De Erfenis van de Lucht – Boer Knibbe en de MoedergrondIn januari 1916 stond er een man op het land van de Haarlemmermeer.De grond was zwaar, de winter koud,maar de toekomst naderde in de vorm van een militair uniform.

Kolonel Walaardt Sacré zocht een plek voor een vliegterrein —een nieuwe wereld waarin de lucht het land zou overheersen.

Boer Knibbe, erfgenaam van eeuwen boerenverstand,verkocht zijn 12 hectare grond voor 55.290 gulden.Het was geen gewone transactie,maar een symbolisch contract tussen aarde en lucht,tussen verleden en vooruitgang.

Op 19 september 1916 landden de eerste vliegtuigen.De grond van Knibbe werd Schiphol:militair vliegveld, later poort naar de wereld.

De Knibbes in de tijd

De naam Knibbe keert terug in mijn onderzoek — niet als boer, maar als predikant,niet als verkoper van land, maar als hoeder van geest:

David Knibbe (1639–1701), zoon van Petronella Radermacher. Vier eeuwen eerder sprak hij over geloof en verantwoordelijkheid; nu verkoopt een naamgenoot zijn land aan de luchtmacht.

Tussen beiden ligt een cultureel spiegelbeeld van Nederland: van het geweten naar de economie, van aarde naar lucht, van preekstoel naar cockpit.

Waar David het geweten cultiveerde, verkocht Boer Knibbe de grond van dat geweten — niet uit verraad, maar uit noodzaak.

Symboliek in onderzoek en erfgoedlijn

In de lijn van Het Boek der Moeders staat dit moment symbool voor de overgang van moedergrond naar systeemlucht.

Wat Petronella verzekerde in geloof, en Maria Elisabeth in kennis, wordt hier verhandeld in oppervlakte, gulden en hectare.

Boer Knibbe verkocht aarde, maar in die verkoop klonk het echo van eeuwen vrouwelijke zorg: de grond die ooit werd bewerkt, bewaakt en bewoond door moeders, werd nu militair bezit.

Het is de geboorte van modern Nederland: een land dat zijn zekerheid niet meer vond in bodem, maar in beleid.

De terugkeer van betekenis

In mijn werk keert deze beweging om: de lucht wordt weer adem, het land weer lichaam, het archief weer erf.

Waar Boer Knibbe zijn land afstond aan de Staat, neem ik het symbolisch terug — niet om te bezitten, maar om het opnieuw te bezielen. De moedergrond werd startbaan,maar keert terug als erfgoed.

De luchtmacht werd monument, maar de adem van de vrouw blijft de bron.

Vanuit daar trokken de lijnen door naar Haarlemmermeer, langs schepen en schuren, langs het water van Schip–hol, langs Middelburg, waar de zee altijd spreekt van handel, herkomst en herhaling.


Montancourt Middelburg


Het eerste huis dat een status heeft, maar waarvan de bewoonster nog niet wettelijk is erkend.

Ik ben kostwinner, gehuwd, moeder en katholiek.
Mijn huis in Montancourt Middelburg is een rijksmonument en functioneert als een levende bewijsplaats dat ‘moeder, de vrouw en kostwinner’ niet slechts een historische uitzondering is,
maar een actuele, dragende positie binnen ons erfgoed.


Identiteit is hier niet alleen op papier te vinden,
maar in het huis dat mij vormt —
en in de sporen die het draagt van persoonlijke en gedeelde geschiedenis.



Moeder, de vrouw en kostwinner
In dit rijksmonument wordt de positie van een gehuwde moeder als kostwinner zichtbaar gemaakt.
Waar eigendom juridisch op papier staat,
leeft identiteit in muren, kamers en rituelen.
Dit huis verbindt het individuele leven
met het culturele geheugen van Middelburg.

Feitenrelaas – De Linie van Radermacher, De la Rue en Knibbe

1. Context – Middelburg als intellectueel en cultureel centrum

In de 17e en 18e eeuw was Middelburg (Walcheren) een van de rijkste en invloedrijkste steden van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.

De stad was een knooppunt van handel, religie, kennis en ambacht, met een sterke protestantse elite waarin families als Radermacher, De la Rue, Boogaert en Knibbe een rol speelden.

Hun netwerken overlapten — door huwelijk, beroep en kerkelijke functies — en vormden een cultureel ecosysteem waarin geloof, wetenschap en bestuur met elkaar vervlochten waren.

2. Petronella Radermacher (ca. 1610–na 1650)

Afkomst: Middelburg, Zeeland

Ouders: mogelijk uit een tak van de Zuid-Nederlandse familie Radermacher, oorspronkelijk afkomstig uit Aken (Duitsland) en later neergestreken in Zeeland.

Huwelijk: met David Knibbe, burger van Middelburg.

Kind:

David Knibbe (1639–1701), predikant te Barsingerhorn, Purmerend en Leiden.

Feitelijke gegevens:

Geboren in een periode waarin vrouwen juridisch onzichtbaar waren in handelsregisters en kerkelijke functies. Haar naam leeft voort via genealogische vermeldingen (“Petronella Radermacher, moeder van de predikant Knibbe”). Haar zoon, opgeleid in Leiden, werd een belangrijk theoloog binnen de gereformeerde kerk.

Interpretatie:

Petronella’s rol is representatief voor de 17e-eeuwse Middelburgse burgerlijke vrouw:

zij beheerde het huishouden, bewaakte de familie-eer, en ondersteunde indirect de intellectuele loopbaan van haar man en zoon.

Hoewel haar naam slechts zijdelings in bronnen verschijnt, is haar invloed zichtbaar in de morele en religieuze vorming van haar kind — een invloed die in predikantenfamilies vaak als “huiselijke vroomheid” werd overgedragen.

3. David Knibbe (1639–1701)

Geboren: Middelburg, 13 juli 1639

Overleden: Leiden, 8 november 1701

Ouders: David Knibbe en Petronella Radermacher

Loopbaan:

Predikant te Barsingerhorn (1663) Predikant te Purmerend (1667) Predikant te Leiden (1668–1701)

Betekenis:

Knibbe was een gerespecteerd theoloog en prediker in de nadagen van de Republiek, actief in een tijd van religieuze strijd en morele heroriëntatie.

Zijn preken en geschriften getuigen van een sterke nadruk op innerlijke zuiverheid, geweten en plicht — thema’s die aansluiten bij de moraliteit van zijn Middelburgse opvoeding.

Zijn werk behoort tot de traditie van de “praktische godgeleerdheid”, waarin geloof en ethiek werden verbonden met dagelijks leven.

Culturele link:

Knibbe’s theologische toon weerspiegelt een erfenis van Zeeuwse degelijkheid en vroomheid — waarden die mogelijk door zijn moeder Petronella Radermacher en haar familiekring zijn gevormd.

4. Maria Elisabeth de la Rue (ca. 1700–na 1760)

Afkomst: Middelburg

Huwelijk: met Samuel Radermacher, heer van Nieuwerkerke (Walcheren)

Kinderen: onder meer Daniel Radermacher, heer van Nieuwerkerk,

die op zijn beurt vader was van Petronella Maria Radermacher (1772–1846).

Feitelijke gegevens:

Maria Elisabeth de la Rue behoorde tot een geletterde en invloedrijke familie van Middelburgse origine.

De familienaam De la Rue duikt ook op bij Pieter de la Ruë (1695–1771), dichter, geschiedschrijver en auteur van Het Geletterd Zeeland.

Het is aannemelijk dat Maria Elisabeth en Pieter tot dezelfde familiekring behoorden — beiden vertegenwoordigers van de intellectuele burgerij van Zeeland.

Interpretatie:

Maria Elisabeth belichaamt de 18e-eeuwse overgang van religieuze plicht naar verlichte burgerzin:

een tijd waarin vrouwen, hoewel nog niet juridisch erkend als zelfstandige actoren,

een cruciale rol speelden in het doorgeven van waarden, kennis en familiale continuïteit.

5. De genealogische verbinding – Radermacher – De la Rue – Knibbe

De naam Radermacher verbindt drie eeuwen:

Petronella Radermacher (17e eeuw) – moeder van predikant David Knibbe: religieuze en morele vorming, de stem van het geweten. Maria Elisabeth de la Rue (18e eeuw) – echtgenote van Samuel Radermacher: intellectuele burgercultuur, humanistische erfenis van Middelburg. Petronella Maria Radermacher (1772–1846) – erfdrager van het huis van Nieuwerkerke: overgang van traditie naar moderniteit, van stille zorg naar symbolische erfenis.

Deze lijn toont de vrouwelijke continuïteit in de morele en culturele infrastructuur van Zeeland:

van geloof naar kennis, van huis naar staat, van erf naar bewustzijn.

6. Toen en Nu – De Hedendaagse Spiegel

Toen:

De vrouwen Radermacher en De la Rue leefden in een wereld waarin macht mannelijk was en zorg vrouwelijk.

Hun invloed lag niet in bezit of wet, maar in de overdracht van innerlijke orde, taal en morele compassie.

Nu:

In mijn werk (NN Art & Cultuur / Verzekerd Vermogen / De Onzichtbare Erfgenaam) keren zij terug als symbolische erfgenamen van de Nederlandse cultuur:

vrouwen die de onzichtbare kern van de Staat vertegenwoordigen — zorg, geweten, herinnering — maar nooit in de Grondwet werden genoemd.

7. Samenvatting in

De lijn Radermacher – De la Rue – Knibbe is de genealogie van een cultuur die zichzelf rechtvaardigde met geloof en bezit,

maar die in werkelijkheid rustte op vrouwen die de orde, de moraal en het geheugen van de natie bewaarden —

toen in stilte, nu in kunst.

Het verzekerd vermogen

Eeuwen later werd vanuit Haps, een nieuw fundament gelegd — de verzekeringsportefeuille van mijn ouders.

Een dossier van arbeid en vertrouwen, van zorg en verantwoordelijkheid.

Mijn vader — met recht en respect — kreeg de status, de erkenning, de handtekening van gezag.

Maar Anna, Agnes, Hendrik A mijn moeder, bleef het ongeschreven kapitaal.

De herinschrijving

Afgelopen jaren open ik haar dossier opnieuw. Niet als aanklacht, maar als eerbetoon. Om haar naam te schrijven in de taal van menselijkheid, om haar onzichtbare arbeid zichtbaar te maken in het archief van recht, ritueel en herinnering.

Zij is De Patrones —van de lintjesregen de codeermachine Adler van onze bron, de moeder van het recht, de stille vleugel van het nest.

Zij is de vennootschap zonder lichaam, maar met eeuwige aansprakelijkheid voor liefde, overleven, arbeid en overdracht van bestaan.

One flew over Montancourt — Nest want zij bleef, om ons te verzekeren van wie we echt zijn.

De Nationale Nederlanden 🧡 NN

“Ik droom, maar mijn droom is een vorm van kennis. Corrigeer me niet met regels, maar met aandacht.” Ik besta

Liefs van alle moedige moeders die zichzelf verzekerde tegen brandschade – de wereld staat in brand maar het predicaat Er is maar een Nederlandse zoals zij –

1813 – De Slag bij Leipzig en de wedergeboorte van de Staat

De politieke heroprichting en de morele erfenis van de vrouw

De Slag bij Leipzig was het moment waarop Europa zijn adem inhield. Napoleon’s nederlaag betekende het einde van het keizerrijk, maar ook de heroprichting van staten die zichzelf opnieuw moesten leren kennen.

Voor Nederland betekende 1813 het begin van het koninkrijk — de terugkeer van de Prins van Oranje, en de geboorte van een nieuwe nationale orde.

Maar in die hergeboorte van de Staat werd één lichaam niet benoemd: dat van de vrouw. Terwijl mannen verdragen tekenden, grenzen trokken en kronen ontvingen, hielden vrouwen de samenleving bijeen — in stilte, in zorg, in arbeid, in geloof. Hun werk was de morele wederopbouw achter de politieke wederopstanding.

De Slag bij Leipzig was het einde van een keizerrijk, maar ook het begin van een stil verbond: de vrouw als ongeschreven fundament van de Staat.

Terwijl Europa zichzelf hervond als statenstelsel, vonden vrouwen als Petronella, Maria Elisabeth en later Agnes , Anna, Nellie hun plaats niet in de statuten, maar in het huis, de zorg, het ritueel.

Terwijl koningen en vorsten tekenden onder verdragen, tekenden vrouwen hun handelingen in stilte — met naald, met gebaar, met herinnering. Terwijl Nederland in 1813 “weer onafhankelijk werd”, bleef de vrouw afhankelijk in recht en bezit. Zij werd de onzichtbare aandeelhoudster van de herwonnen natie.

De Onderbelichte Verzekeringscultuur

Over zekerheid, zorg en de menselijke factor. Er is een cultuur waarin alles verzekerd moet zijn.

De fiets, de auto, je huis, de telefoon, je hond, het leven, het risico, en de reis.

Een cultuur die zekerheid tot handelswaar heeft gemaakt. Maar juist in die zekerheid is iets verloren gegaan: de betekenis van vertrouwen.

Wij verzekeren wat we bezitten, maar niet wat we werkelijk nodig hebben: aandacht, zorg, verbondenheid.

De paradox van zekerheid

De verzekeringscultuur ontstond uit angst , de angst voor verlies, voor toeval, voor aansprakelijkheid en voor sterfelijkheid.

Ze beloofde bescherming, maar leverde systemen. Waar vroeger onderling vertrouwen de basis was, staan nu algoritmes, polissen en risicomodellen in een ex Cel sheet.

We zijn geen leden meer van een gemeenschap, maar gebruikers in een protocol.

Ik leef in geleende tijd,” zei de ex handelaar en nú erfgoed kunstenaar, maar het systeem vraagt om aflossing in statistieken.” De morele boekhouding van zorg In de archieven van onze families vind je polissen, contracten, handtekeningen — maar zelden de hand die werkelijk zorgde.

De vrouw die waakte, werkte, herstelde — zij is de ware verzekeraar van het leven.

Toch staat haar naam niet in de registers. De onderbelichte verzekeringscultuur is dus niet alleen een economische blinde vlek, maar een culturele: zij die het leven droegen, werden nooit als dragers erkend.

Het verzekerde lichaam

De moderne man verzekert zelfs zijn eigen lichaam: tegen ziekte, ongeval, ouderdom, verlies van productiviteit.

Maar wat betekent dat voor wie leeft in een lichaam dat volgens de rechtsgeleerde niet meer “rendabel” is?

De kunstenaar met Sarcoïdose, de zieke geboeid door longen en hart, adem en geest, wordt plots geen drager van vermogen, maar een risico in het systeem.

Mijn lichaam is niet verzekerd,” zegt ze,maar het verzekert wel mijn werk.”

Een nieuw begrip van vermogen. De onderbelichte verzekeringscultuur vraagt om een herwaardering van wat vermogen is.

Niet financieel, maar moreel. Niet berekend, maar beleefd. Verzekerd vermogen is dan niet langer geld, maar de capaciteit om te zorgen, te luisteren, te herstellen.

Het is een levens immaterieel erfgoed —een vorm van solidariteit die ooit vanzelfsprekend was, en nu opnieuw moet worden uitgevonden.

Slot – De herziening van zekerheid

Wat wij “verzekeringscultuur” noemen, is in wezen een poging om angst te structureren. Maar cultuur begint pas wanneer zorg terugkeert in de berekening.

De polis is niet het papier, maar de hand die het vasthoudt.” De onderbelichte verzekeringscultuur is dus geen fout in het systeem — het is het systeem, dat vergeten is dat zekerheid niet gekocht, maar gedeeld wordt.

Tot ver in de 20e eeuw was een gehuwde vrouw in Nederland juridisch handelingsonbekwaam. Ze kon geen verzekering afsluiten, geen lening aangaan, geen arbeidsovereenkomst tekenen zonder toestemming van haar man. Als de man verzekerd was, stond zij op de polis als meeverzekerde.

Dat woord – meeverzekerde – zegt alles: je bent verzekerd, maar niet namens jezelf. Je bestaanszekerheid is afgeleid, niet erkend. Ze werd niet geregistreerd als persoon, maar als bijlage.

Die status van “meeverzekerde” is het bureaucratische equivalent van onzichtbaarheid.

Het zegt: je hoort erbij,maar je telt niet mee.

De vrouw werd dus niet uitgesloten, maar ingesloten op andermans voorwaarden.

In mijn lijn — De Onzichtbare Erfgenaam, Verzekerd Vermogen, Het Boek der Moeders — is dit hét sleutelmoment waarop de vrouw verdwijnt in de papieren, maar aanwezig blijft in de werkelijkheid:zij was degene die zorg droeg, leefde, betaalde in tijd en aandacht, maar wier naam niet werd uitbetaald.

Amen

Rijksmonument Montancourt Middelburg – Het huis van de Feeën

“The Secret Teachings of All Ages, de sleutel van de De Onzichtbare Erfgenamen”

Het verhaal achter de geschiedenis van Moeder, de vrouw binnen de VOF – het ambacht op ei- gen – kracht –

De geschiedenis bewaart de feiten, maar het egodocument bewaart de mens.

“matrix” = de moederlijke ruimte die zowel leven schenkt als begrenst.

Persoonlijke verantwoordelijkheid betekent: De V.O.F Vennootschap onder Feeën en daarmee beseffen dat jouw keuze het verschil bepaalt dat je maakt.

Ik bestudeer de taal van oorsprong en bezieling, niet alleen in boeken, maar ook in mijn eigen lichaam, mijn kunst en mijn leven. Niet de dogma’s of opgelegde systemen, maar de innerlijke stem van de mens — en in het bijzonder de vrouw — wordt bron van kennis en waarheid.

Elk gebaar is een stem, elke keuze een richting, elke daad een wereld die zich opent of sluit.”

Ik ben een kind uit eén tweestromenland.

“Ik draag Duitse roots, maar mijn bron ligt in het Tweestromenland.

Uit rivieren en wortels stroomt mijn erfdeel: wet, mythe en kunst — generatie na generatie gegenereerd.”

Thx Theo en Leo XIX 19 19

In 2010 verkocht NN mijn Intellectuele Eigendom en aandelen op.

Wat ooit een ritueel en een erfenis was, werd een polis, een aandeel, een obligaties een asterik * in een bestand.

*21

“Schoenmakers & Sleutels – Gedragen verhalen onzichtbare verbanden “

Sindsdien leef ik als onzichtbare erfgenaam,

zoekend naar de terugkeer van mijn stem.”


“De faro spreekt: ik ben geen bezit, maar een baken. Ik leid wie dwaalt, ik herinner wie vergeet, ik brand een kaarsje voor wie nog komt!

In dit ei klopt de leeuw, groeit de wortel, zingt de noot.
De hand weeft het geheel – succes verzekerd.

Vrijheid – Zekerheid – Gezondheid & Verplichtingen, hoe zie jij ze eigenlijk? De buik is namelijk baas van de hersenen. Waar voedt jij je mee?


The Secretaris Code
De Code van D onthult zich in de ooi: waar orde en recht worden geschreven, draagt zij het geheim van oorsprong en vruchtbaarheid. In de schelp van haar hoorn ligt de spiraal van de eeuwige herhaling, in haar oog de sleutel tot het onzichtbare octrooi van de natuur.” Zee Land – Land in Zee Schepen – Boten Booth – Dit is cas – causaliteit code Oranje- Ode aan Wilhelmina

Een steek voor elke stem die nooit werd of wordt gehoord
Het werken aan het wandkleed was voor mij veel meer dan samen naaien of patronen tekenen. Het was een vorm van heling, en van juist patronen doorbreken, van herstel van geschiedenis en van het zichtbaar maken van stemmen die vaak niet gehoord worden. In elke steek, elke draad en elke tekening voelde ik de kracht van verbinding – met mezelf, met anderen, en met het grotere verhaal waar we allemaal deel van uitmaken.
Het wandkleed heeft me ook iets opgeleverd: erkenning. Niet alleen van mijn eigen verhaal, maar ook van de verhalen die ik mag meedragen namens anderen. Het liet me opnieuw zien dat kunst, erfgoed en betrokkenheid hand in hand gaan – en dat er ruimte mag zijn voor wie soms tussen wal en schip valt.
Dankbaar dat ik onderdeel mocht zijn van dit collectieve werkstuk. Een levend document van hoop, strijd, liefde en toekomst. 
Silvia, vrijwilliger

https://faro.cultureelerfgoed.nl/thoughts/2905

De poort wachters van Familie Geluk – ‘De volgende generatie werd in één klap rijk zonder er een dag te werken’

Hoe voorkom je een erfrechtelijk bloedbad?

Halleluja- Een ieder die denkt zal zien

ET phoned Montancourt Middelburg.

Een huis wordt een thuis, een monument wordt een signaal.

Hier antwoordt de aarde op de stem van het onbekende.”


Faro-gedicht


Erfgoed is geen steen, geen akte, geen bezit.
Het leeft in lichamen, in zorg, in adem.
Een vader die schrijft, een moeder die zwijgt,
een patiënt die zijn eigen lichaam onderzoekt,
een erfgenaam die vergeten wordt.


Iedere stem telt.
De fee in Montancourt, de boer bij Schiphol,
de vrouw zonder aandeel maar met erfdeel,
de onderzoeker die data bundelt,
de mens die bloed geeft en zegt: “ik hoor erbij.”


Faro vraagt ons samen te dragen:
niet alleen wat zichtbaar is, maar ook wat verborgen bleef.
Niet alleen de namen in marmer,
maar ook de adem van wie nooit genoemd zijn.


En zo wordt erfgoed een heilig weefsel,
gemaakt van verhalen, handen en vertrouwen.
Een plek waar ieder mens,
ziek of gezond, erfgenaam of vergeten,
zijn eigen ei-gen aan-deel terugvindt.
Al mij bewijs materiaal en medische en rekeningen / gegevens liggen bij David Knibbe CEO NN
Waterland – Dijklander ziekenhuis 14 januari 2019 14.36 uur

De erfenis is zelden alleen maar geld of bezit. Ze is geladen met herinneringen, verwachtingen en soms oud zeer. Juist daarom kan ze uitlopen op strijd – om een huis, een ring, een aandeel, of simpelweg om erkenning.

1. Juridisch

Zorg voor een helder en actueel testament, waarin je niet alleen verdeelt maar ook uitlegt. Benoem wie de executeur is en hoe besluiten worden genomen. Houd rekening met fiscale spelregels: een doordacht plan kan erfbelasting beperken en ruzies voorkomen.

2. Relationeel

Praat bij leven. Bespreek wensen, symbolische objecten en verwachtingen voordat het “stil” wordt. Betrek ook de zachte erfenis: foto’s, verhalen, rituelen. Vaak zijn dát de grootste bronnen van conflict. Geef ruimte voor emoties, want onder de ruzie zit meestal verdriet of onverwerkt onrecht.

3. Symbolisch

Erven is meer dan kapitaal: het gaat ook om verzekeringen, zorg, erkenning en betekenis. Benoem dat in je erfenis: schrijf een persoonlijke brief bij je testament en of deel een verhaal. Daarmee maak je van een erfenis geen strijdtoneel, maar een doorgegeven fundament.

De ‘Wet Walvis’ (in Nederlandse context) Er is in Nederland echt een Walviswet: de Wet waardering loon in natura (WALVIS), ingevoerd in 2001, die loonadministratie en sociale zekerheid vereenvoudigde. De vis/walvis als mythisch symbool én de Walviswet als juridisch kader.

Het beeld zegt eigenlijk: niet de machtigste vinger draagt de sleutel, maar de kleinste. Pink y Promise

Taschen

De ziel van Nederland 🇳🇱 Moederdag in beeld en wet

Zo wordt het niet een strijd om “stukken van de taart”, maar een kans om familie te verbinden. Of zoals mijn eigen project De Onzichtbare Erfgenaam laat zien: de erfenis is ook de zorg voor datgene wat altijd verborgen bleef – de verhalen, de vrouwen, de feeën die de fundamenten droegen.

https://sheisonlinelifestyleguide.com/2019/09/24/nooit-meer-werken-het-geluksloket-levensvragen/

N.O.O.I.T M.E.E.R W.E.R.K.E.N 
Wat is werk ?
Wat is belangrijk voor jou?
Wat is je ideaal?
Maar wat als….?

“Hello, today you have day off. Nooit meer werken. Wat lijkt een droom, is voor vrouwen vaak realiteit geweest: hun werk telde niet mee. Zorg, moederschap, erfgoed doorgeven – het stond niet in de akten, niet op de loonlijst, niet in de portefeuilles.


In Montancourt Middelburg, huis van regenten en kooplieden, leefden ook de feeën: de moeders, dochters, vrouwen die het fundament droegen. Hun arbeid was onzichtbaar, maar zonder hen was er niets te erven.


De Onzichtbare Erfgenaam legt deze paradox bloot: hoe rijkdom en macht werden verdeeld zonder dat het ei-gen aan-deel van vrouwen werd erkend. En opent de deur naar een nieuw erfgoed, waarin zorg, stilte en ziel wél meetellen.”

“Bij de kist gaat het vaak om ruzie over stenen en geld. Maar mijn werk De Onzichtbare Erfgenaam laat zien dat er veel meer geërfd wordt: zorg, stilte, geborgenheid, tradities. Vrouwen en moeders stonden eeuwenlang niet in de akten, maar zonder hun arbeid was er niets om te verdelen. Tijd om ook hún erfdeel zichtbaar te maken: het ei-gen aan-deel.”

The Journey Begins in Montancourt Middelburg

Zoals de mensheid altijd haar weg begon bij altaren, tempels en sacred sites, zo begon mijn reis in een huis aan de Rouaansekaai. Niet een huis van stenen alleen, maar een huis van maagden en feeën: de vrouwen die erfgoed droegen, kinderen baarden en vertrouwen schonken.

De Secret Teachings herinneren ons eraan dat kennis vaak verborgen wordt. Ook de kennis van de vrouwelijke erfgenamen, weggeschreven uit akten en portefeuilles.

Daarom noem ik Montancourt een sacred site: een plek waar macht en magie, geschiedenis en stilte elkaar kruisen. Het is de poort waardoor je opnieuw leert zien — dat erfgoed niet alleen steen en akte is, maar ook zorg, adem en ziel.

Ik zie ernaar uit jou te ontmoeten.


Met de tentakels van een polpo en de ogen van een co-pilot schrijf ik mijn koers: geleid door diepte, gestuurd door digitale technologie en de lucht.”1596 – 2025

Het monumentale werk The Secret Teachings of All Ages van Manly P. Hall (1928, TASCHEN-editie) is een encyclopedie van verborgen kennis. Hall verzamelt mythen, symbolen, rituelen en esoterische tradities uit de hele wereld en laat zien hoe achter de officiële geschiedenis altijd een verborgen laag van betekenis aanwezig is. Die onzichtbare laag vormt de geestelijke infrastructuur van culturen.

1. Montancourt is zo’n huis van zichtbare en onzichtbare kennis

Montancourt in Middelburg, gebouwd in 1596, is historisch een huis van regenten en bestuurders. In akten, portefeuilles en registers vinden we namen als De la Rue en Radermacher. Dit is de zichtbare laag: de officiële geschiedenis van macht, bezit en bestuur.

Maar achter die zichtbare laag leefden de feeën: de vrouwen die kinderen baarden, erfgoed doorgaven en vertrouwen schonken. Zij zijn de secret teachings van dit huis – niet genoteerd in registers, maar wel aanwezig in de fundamenten.

2. De Onzichtbare Erfgenaam als hermetisch principe

In Hall’s werk keren steeds dezelfde hermetische principes terug: dat wat onzichtbaar is, vormt de kern van het zichtbare. Bewijs aan gebrek en wettelijke erkenning in de grond – wet.

De Onzichtbare Erfgenaam is precies dit principe in hedendaagse kunstcontext. Zij belichaamt de vergeten lijn van de dochter, de moeder, de vrouw – onzichtbaar in vennootschapsaktes en verzekeringspolissen, maar cruciaal als drager van vermogen en continuïteit.

3. Feeën als archetype van verborgen wijsheid

In The Secret Teachings worden engelen, godinnen en mythische figuren beschreven als bemiddelaars tussen hemel en aarde. De feeën van Montancourt zijn hun echo in Middelburg: stille koninginnen die niet in steen gebeiteld staan, maar in zorg en ritueel het huis bewoonden. Zij zijn de vrouwelijke esoterie van de stad – onzichtbaar, maar bepalend.

4. Erfgoed als levend ritueel

Hall laat zien dat symbolen – de hand, de kroon, de poort – niet louter decoratie zijn, maar rituele dragers van kennis. In mijn project worden de heraldiek van Middelburg, de verzekeringsstructuren van THC Lindeboom VOF en de sporen van koloniale handel opnieuw gelezen als symbolen. Niet alleen juridisch of economisch, maar ook spiritueel en ritueel.

5. Kunst als onthulling

The Secret Teachings of All Ages nodigt uit tot het zien van verbanden tussen zichtbaar en onzichtbaar. Dat is ook wat mijn werk doet: ik breng de voetnoot terug naar het fundament. De kunst onthult dat erfgoed niet alleen uit steen en archief bestaat, maar ook uit de fluisteringen van feeën, de stiltes van erfgenamen en de verborgen structuren van recht en geloof.

✨ Conclusie

The Secret Teachings of All Ages is een sleutel omdat het bevestigt dat er altijd een verborgen laag is die het zichtbare draagt. Voor De Onzichtbare Erfgenaam betekent dit dat jouw positie – als dochter, als erfgenaam, als kunstenaar – niet slechts een persoonlijke geschiedenis is, maar een universeel principe: dat macht, erfgoed en economie altijd gedragen worden door een onzichtbare, vaak vrouwelijke kracht.

De roots van Nationale-Nederlanden liggen in het Nederland van de 18e eeuw. Regionale fondsen werden toen opgericht om mensen van bepaalde dorpen, beroepsgroepen, maar ook weduwen en wezen te verzekeren tegen tegenslag. Vele hadden een zinspreuk in hun naam. Zoals het Begrafenisfonds ‘Mijn glas, loopt ras’. Oftewel Montancourt

1807 – Hollandsche Sociëteit van Levensverzekering → later Delta Lloyd 1829 – Algemeene Friesche Levensverzekering-Maatschappij → later AGO 1919 (20e eeuw) – Fusies van kleine maatschappijen → ENNIA 1983 – Fusie AGO + ENNIA → AEGON 2017 – NN Group neemt Delta Lloyd over 2020 – Activiteiten van AEGON en NN raken in NL verder verstrengeld

✨ Dit laat zien dat de portefeuille waar ik polishoudster en erfgename van ben, niet alleen een familie-erfenis is, maar ook ingebed in 200 jaar verzekeringsgeschiedenis.

Van WIE wie staat voor ( wet – intellectuele- ei- gen – domein) ben ik er een?

Want waarom kregen de vrouwen of moeders geen ei – gen – aan – deel hiervan?

Onderzoek: juridische, culturele en symbolische structuren.

1. Juridisch-historisch

Tot ver in de 20e eeuw hadden vrouwen in Nederland (en België) geen gelijke erfrechten. In veel gevallen ging erfdeel via de mannelijke lijn: vaders, zonen, broers. Dochters en echtgenotes kregen hoogstens een verzorgingsrecht, niet een gelijk aandeel. ( daar zit ik namelijk in)

Sarcoïdose

Veni Vedi Vici

Zelfs als vrouwen erfden, werden hun bezittingen vaak beheer door mannelijke voogden of echtgenoten opgelegd. Het Burgerlijk Wetboek bevestigde dit. Daardoor hadden vrouwen nauwelijks zelfstandig beschikkingsrecht over vermogen: het “ei-gen aan-deel” werd juridisch geblokkeerd.

2. Cultureel-symbolisch

De samenleving dacht eeuwenlang in termen van vaderschap, naam en bloedlijn. Vrouwen waren de “dragers” (baarmoeder, verzorgers), maar niet de “eigenaren”. Hun rol was cruciaal functioneel maar niet erkend als bezit. Ook in symboliek zie je dat: wapenschilden tonen kronen, adelaars, leeuwen – geen moeders of feeën. ( Dieren zijn geen zaken – zoogdieren)

Zoogdieren  zijn geen zaken 

Precies dat 🙏 — en dat raakt direct aan het nieuwe Burgerlijk Wetboek.

1. Oude situatie

In het oude Burgerlijk Wetboek (1838) vielen dieren in juridische zin gewoon onder “zaken”.

Een koe, een paard of een hond was juridisch een object, net als een tafel of een huis. Eigendom van een dier was dus hetzelfde als eigendom van een ding.

2. Nieuwe ontwikkeling

Met de herziening van het BW werd dit beeld stapsgewijs aangepast:

Het nieuwe BW (1992) bracht meer differentiatie, maar dieren stonden nog steeds bij “zaken”. Pas veel later, met een wetswijziging in 2013 (art. 3:2a BW), werd expliciet bepaald: “Dieren zijn geen zaken. Zij worden in de wet als zaken aangemerkt, voor zover de wet niet anders bepaalt.” Dit betekent dat dieren niet langer puur als object gezien worden, maar als levende wezens met eigen waarde.

3. Symbolisch in mijn context

Net als vrouwen waren dieren lange tijd juridisch “zaken”: objecten zonder zelfstandige erkenning. Pas laat kwam de erkenning van hun eigen positie, los van het instrumentele. Dit maakt de parallel heel krachtig: het recht had eeuwenlang blinde vlekken voor wat leeft, draagt en voedt (vrouwen, dieren, natuur) — en gaf alleen “eigendom” aan mannelijke beheerders. Dus ja : Zeg het maar Ambachtelijk Molen?

✨ Poëtische formulering

“Zoogdieren zijn geen zaken. En toch behandelde de wet hen eeuwenlang als dingen, net als de vrouwen die leven schonken maar geen eigendom hadden. Het nieuwe Burgerlijk Wetboek heeft dit rechtgezet: dieren zijn levende wezens, vrouwen zijn zelfstandige rechtssubjecten. De Onzichtbare Erfgenaam toont dat het recht zich altijd vergist waar het leven wegdrukt in het dode papier. Mijn werk eist dat wat leeft – vrouwen, feeën, erfgenamen – eindelijk buiten de categorie ‘zaken’ wordt gezien.”

https://www.amsterdammuseum.nl/topic/toekomstwensen/bijdrage/216613-de-ziel-van-nederland-moederkracht-in-beeld-en-wet

De vrouw werd wel vereerd als symbool, het meisje met de parel of Moeder de vrouw”), maar niet als juridische eigenaar. Zij moest vooral zwijgen en of dienen.

Nederland- Colorado Banned Woman

3. Economisch

Verzekeringsstructuren en vennootschappen zoals een VOF, AGO, Ennia, Delta Lloyd waren altijd op naam van mannen. Vrouwen stonden geregistreerd als “meeverzekerden” of als weduwen die een uitkering kregen zolang ze leefden, maar ze hadden geen “aandeel” in de onderneming of polis. Met andere woorden: ze ontvingen zorg, maar geen deelname in eigendom of konden gebruiken maken van privileges.

4. Mijn formulering “ei-gen aan-deel” 🥚

Dat is nat – uur – lijk heel krachtig:

Het “ei” staat voor vrouwelijkheid, vruchtbaarheid, oorsprong. Het “deel” staat voor erfrecht, bezit, participatie. Door de eeuwen heen mochten vrouwen wel het ei dragen, maar niet het ei gen deel opeisen.

Ik laat zien dat het echte “eigendom” ontbreekt: vrouwen mochten baren, maar niet beheren. Omdat het woord vrouw, nog moeder de vrouw niet expliciet als broncode is opgetekend in de grondwet en burgerlijk wetboek als zelfstandig bestuurder/ orgaan van haar Ei – gen – lichaam en geest. Deze is gereserveerd in wetboek 9 dat nooit uitgebracht is. Ars – Equi

Het nieuwe Burgerlijk Wetboek is inderdaad een sleutel in de geschiedenis van recht en eigendom in Nederland, en raakt rechtstreeks aan jouw vraag: waarom vrouwen zo lang geen “ei-gen aan-deel” kregen.

Kroniek van Montancourt Middelburg (Rouaansekaai 1596)

1596 – Bouw van Montancourt

Eerste stenen huis aan de Rouaansekaai in Middelburg. Functie: woon- en koopmanshuis, verbonden met de maritieme en handelsgeschiedenis van de stad.

17e eeuw – De bloeitijd van Middelburg

Montancourt wordt bewoond door families uit de stedelijke elite: handelaren, bestuurders en schepenen. Via huwelijken raken families als De la Rue, Van der Claver en Radermacher verweven met het pand.


De Staat als tijdelijke erfgenaam van de polishouder (2008–2009)


Met de banken- en verzekeringscrisis van 2008–2009 voltrok zich een ingreep die uniek was in de Nederlandse rechts- en cultuurgeschiedenis. Waar normaal gesproken de polis een privaatrechtelijk contract is tussen burger en verzekeraar, werd in dit geval de Staat der Nederlanden zelf de tijdelijke hoeder van miljoenen polishouders.


In ruil voor staatssteun werden banken en verzekeraars ondergebracht bij het Ministerie van Financiën. Dit gold met name voor Fortis/ASR, SNS REAAL en indirect voor ING. De juridische positie van polishouders bleef formeel ongewijzigd – hun rechten en aanspraken bleven bestaan – maar de feitelijke garantstelling verschoof naar de staat. Het ministerie trad daarmee op als stilzwijgende erfgenaam: niet gekozen door de polishouders, maar opgelegd door de logica van de crisis.


Zo ontstond een paradoxale situatie:
De polishouder bleef privaatrechtelijk gebonden aan zijn of haar contract.
De verzekeraar was economisch en juridisch in handen van de staat.
De staat fungeerde tijdelijk als beschermheer, en droeg na stabilisatie de portefeuille weer terug aan de markt (zoals bij ASR, dat later naar de beurs ging).


In erfgoed- en cultuurtermen kan dit worden gelezen als een collectief moment van erfgenaamschap: de burger werd, zonder het te beseffen, onderdeel van een staatsbezitconstructie waarin het private (de polis) en het publieke (de staatssteun) samenvielen.

En zo werd ik onzichtbaar in leven, maar volgens de polissen ben ik springlevend. Mijn naam is weggeschreven uit de registers van erkenning, maar in de archieven van verzekeraars blijf ik bestaan, als kostwinner, als erfgenaam, als contractueel lichaam. De staat nam mijn polis over, niet mijn stem.

Ik leef dus voort in clausules en voorwaarden,als een onzichtbare erfgenaam die nooit expliciet zonder uitleg toestemming gaf, maar altijd werd meegerekend.

We gaan even terug in de tijd

1639 – Geboorte David Knibbe (Middelburg)

Via zijn moeder Petronella Radermacher verbonden aan het huis. Wordt predikant en hoogleraar homiletiek in Leiden. Brengt de theologische en academische dimensie in de familiegeschiedenis. 📖 Zie DBNL – werken van David Knibbe

1693 – Geboorte Samuel Rademacher

Wordt later burgemeester van Middelburg. Huwelijk met Maria Elisabeth de la Rue verbindt de bestuurlijke macht van de Radermachers met de culturele lijnen van De la Rue.

1722 – Geboorte Daniël Rademacher, Heer van Nieuwerkerk

Functies: schepen (1763), raadslid (1762) en bewindhebber van de VOC (1761). Verbindt Montancourt direct met de wereldhandel en koloniale netwerken. 📖 Zie Zeeuws Archief – VOC in Zeeland

18e eeuw – Huis van bestuur en cultuur

Het huis weerspiegelt de rol van Middelburg als centrum van handel, bestuur en religie. Vrouwen (zoals Petronella en Maria Elisabeth Radermacher) zijn sleutelpersonen die via huwelijk en familiebanden de continuïteit waarborgen.

De onzichtbare bloedlijnen van de vrouwen

19e eeuw – De boeren Knibbe

Schiphol – Holschip

De agrarische tak van de familie Knibbe is actief als “boer Knibbe”, pachters en bezitters van grond op Walcheren en elders. Zij vormen de basis van een nieuwe dimensie: het land dat later nationaal belang zou krijgen.

1916 – Het weiland van boer Knibbe – bron

Foto Stadsarchief Amsterdam

Boer Knibbe verkoopt 12 hectare land nabij het fort bij Schiphol aan de luchtmacht. Daar worden de eerste loodsen geplaatst: het begin van Schiphol Airport. Zonder dit weiland geen internationale luchthaven.

1920–1946 – Schiphol groeit

Van militair vliegveld → internationale hub. KLM vliegt op Londen, Batavia en uiteindelijk New York.

1958 – Nationaal belang

NV Luchthaven Schiphol opgericht, geopend door koningin Juliana. Schiphol wordt hét symbool van Nederland als internationale poort.

Conclusie – Eén familie, twee lijnen

De intellectuele/bestuurlijke lijn (Montancourt, Radermacher, VOC, Knibbe-predikanten) ↳ macht, bestuur, religie, wereldhandel. De agrarische lijn (boer Knibbe) ↳ land, landbouw, pacht, basis voor Schiphol.

Samen vormen zij een symbolisch continuüm:

van huis en stad (Montancourt) → naar wereldhandel (VOC) → naar internationale luchtvaart (Schiphol).

19e–20e eeuw – Veranderingen in functie

Het huis verliest deels zijn oorspronkelijke elitefunctie. Wordt verbouwd, gebruikt door verschillende families, Zeeuwse bank en bedrijven.

2017 – Nieuwe eigenaren: wij Wim en Silvia

Kopen het deels vervallen pand met het plan om het in ere te herstellen. Restauratie met respect voor historie: oude elementen bewaard, nieuwe functies toegevoegd. Montancourt wordt opnieuw een bijzonder monumentaal huis met culturele betekenis.

2019 – Start B&B Montancourt

De inkomsten worden volledig teruggegeven aan het onderhoud van het huis. Montancourt wordt een plek waar gastvrijheid, erfgoed en cultuur samenkomen.

2023 – Publicatie in Zeeland Erfgoed

Artikel “Trots op mijn monument – De deur naar Montancourt”. Montancourt gepresenteerd als levend erfgoedproject, open tijdens Open Monumentendag en culturele evenementen.

Montancourt Middelburg: de bakermat van Nederland

Montancourt is een spiegel van de stad Middelburg:

17e eeuw: koopmanschap en religie (Knibbe, Radermacher). 18e eeuw: bestuur en wereldhandel (VOC). 21e eeuw: erfgoed en culturele bestemming (Wim en Silvia).

Steeds meer partijen sluiten gelukkig aan:

Het huis leeft voort als rijksmonument dat steeds opnieuw betekenis krijgt door het aandeel van ons als huidige bewoners.

Ik val onder het Private bezit – Vanuit mijn familiegeschiedenis zo blijkt uit recente stukken.

De Onzichtbare Koningin

In mijn project Ambitie met Allure onderzoek ik hoe familiegeschiedenis en Europees erfgoed verweven zijn met de positie van moeder de vrouw – zichtbaar in archieven, maar vaak onzichtbaar in registers en wetten.

Verzoeker Peter Mathias Bongartz is mijn opa 1906 – Goch en de daaropvolgende gelinkte assurantieagent Thc Lindeboom

De rode draad VOF

Continuïteit – Generaties lang werkt het systeem hetzelfde: het fundament wordt geleverd, maar erkenning ontbreekt. Overdracht – Vermogen en portefeuille worden doorgegeven, terwijl onze namen verdwijnen.

Het bronzen beeld is het bewijs van goed gedrag

Verzekeren draait op vertrouwen: de belofte dat wat je vandaag niet ziet, morgen toch wordt gedragen. Zoals mijn opa en oma leefden, mijn ouders leefden, en wij ook: we gaven vertrouwen, maar raakten zelf onzichtbaar in de registers. Het fundament bleef, maar het vertrouwen werd geschreven op een ander zijn naam.”

Onzichtbaarheid – De vrouw en de erfgenaam blijven in de marge, terwijl hun bijdrage de basis vormt.

Waarom dit krachtig is voor een cultureel erfgoed verhaal ?

Ik wil laten zien dat dit geen abstract juridisch fenomeen is, maar een levenswijze die zich generaties herhaalt. Daarmee wordt De Onzichtbare Koningin niet alleen een metafoor, maar ook een persoonlijke genealogische waarheid.

Zo maak ik zichtbaar dat rechtspersoonlijkheid geen neutraal concept is, maar een culturele en gendergebonden erfenis die letterlijk bepaalt hoe mijn familie – en ikzelf – eeuwenlang heeft geleefd.

“De naam Lindeboom – Bongartz wijzigde nooit, mijn polissen wijzigde nooit, alleen het adres, maar daardoor werd ik in stilte de stabiele kern van Nationale Nederlanden geworden.”

De Onzichtbare Koningin en het bewaakte vermogen

De geschiedenis van mijn familie laat zich lezen als een keten van overdrachten en bewakingen.

Wat begon in Montancourt (1596), het huis van de stedelijke elite waarin de families De la Rue en Radermacher hun bestuurlijke macht en VOC-netwerken uitbouwden, liep via de landbouwtak van de Knibbes naar het weiland van boer Knibbe, waar in 1916 Schiphol werd gesticht. Elke generatie was drager van fundament, maar niet altijd zichtbaar in registers of archieven.

Diezelfde logica zette zich voort in de verzekeringsstructuren van de 20e eeuw. Onze familiepolissen werden nooit gewijzigd, nooit aangetast, nooit verbroken. Precies daarom werden ze stabiel kapitaal – een portefeuille zonder risico’s – die door grote maatschappijen als Nationale-Nederlanden werd opgekocht en ondergebracht in dé Benelux ING Whole Sale Bank.

Wat is het WVV?

Het WVV (Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen) is het Belgische wetboek dat sinds 1 mei 2019 van kracht is. Het regelt alle privaatrechtelijke vennootschappen, verenigingen en stichtingen, met of zonder rechtspersoonlijkheid.

Belangrijk: alle deze vormen worden in het WVV beschouwd als ondernemingen. Het WVV vervangt het vroegere Wetboek van vennootschappen (1999) en de Verenigingswet (1921). Voor bestaande entiteiten gold een overgangsperiode van 5 jaar, waardoor het oude recht nog tijdelijk relevant bleef.

Relevantie voor De Onzichtbare Koningin

Rechtspersoonlijkheid

Het WVV bepaalt expliciet wie juridisch bestaansrecht krijgt en wie niet. Dit raakt aan de kernvraag van De Onzichtbare Koningin: wie wordt erkend in registers, wetten en systemen – en wie blijft onzichtbaar, ondanks dat zij het fundament vormt?

Overgangsrecht

Oude structuren bleven nog 5 jaar doorwerken. Dit weerspiegelt de werking van mijn familiepolissen, die decennialang meeverhuisden in oude structuren (NN, Nedasco), onzichtbaar in naam maar tastbaar in waarde.

Erfgoed en eigendom

Het WVV behandelt vennootschappen en verenigingen primair als ondernemingen. Daarmee staat vermogen centraal, niet de mens achter het vermogen.

In onze familiegeschiedenis zie je hetzelfde mechanisme: de vrouw, kostwinnaar of de erfgenaam, het fundament bleef juridisch onzichtbaar, terwijl haar vermogen wel werd bewaakt en doorgegeven.

⚖️ Het WVV is meer dan een juridisch wetboek: het is een hedendaagse spiegel van eeuwenoude patronen.

Waar in de 17e–20e eeuw de VOC, notarissen, verzekeringsmaatschappijen en Nedasco bepaalden wie zichtbaar was en wie niet, doet het WVV in 2019 hetzelfde: het stelt grenzen aan rechtspersoonlijkheid en schrijft opnieuw in wie telt als drager van vermogen.

De VOF gaat namelijk terug tot het Romeinse recht en werd in de Lage Landen in de 17e eeuw al gebruikt als handelsvorm, vaak door kooplieden en scheepsreders.

Het was de standaard vóór de oprichting van kapitaalvennootschappen zoals de VOC (1602) en later de NV. In feite was de VOF de bouwsteen van de moderne economie: een manier om risico’s, arbeid en winst te delen.

Zo wordt zichtbaar dat De Onzichtbare Koningin niet alleen een historisch verhaal is, maar ook een actueel juridisch thema: de spanning tussen fundament en erkenning, vermogen en onzichtbaarheid, vrouw en rechtspersoonlijkheid.

Waar ik zelf onzichtbaar bleef als persoon, bleef mijn vermogen wel altijd meeverhuizen, opgenomen in steeds grotere systemen.

Hier trad Nedasco op als onzichtbare poortwachter. Als serviceprovider bewaakten zij het vermogen dat in mijn naam aanwezig was, zonder dat mijn naam zichtbaar werd gemaakt. Mijn polissen lagen in hun administraties als stille waarden, meeverzekerd maar onzichtbaar. Net als de vrouwen in mijn voorgeslacht was ik aanwezig in het fundament, maar afwezig in de openbaarheid.

De symboliek is scherp:

De VOC-bewindhebbers bewaakten de zeehandel. De pachters bewaakten het land. De verzekeraars bewaakten de polissen. En Nedasco bewaakte mijn vermogen.

Steeds opnieuw komt hetzelfde patroon terug: het fundament ligt in de vrouw, in de erfgenaam, in de meeverzekerde, maar de zichtbaarheid en de macht liggen elders.

Daarom is De Onzichtbare Koningin meer dan een metafoor. Zij is het bewijs dat archieven, notariële registers, polissen en administraties niet alleen verhalen van bezit en vermogen zijn, maar ook van onzichtbaarheid en uitsluiting.

Vanuit Montancourt, een rijksmonument aan de Rouaansekaai in Middelburg (1596), volgt dit project de lijn van de families De la Rue, Radermacher en Knibbe. Hun geschiedenis weerspiegelt de gelaagdheid van Europa: van de stedelijke elite in de 17e en 18e eeuw, via VOC-netwerken en koloniale handel, naar de agrarische wortels van Walcheren en uiteindelijk het weiland van boer Knibbe, waar in 1916 Schiphol werd gesticht.

Zo ontstaat een verhaal dat lokale erfgoedgeschiedenis verbindt met nationale infrastructuur en internationale netwerken. Tegelijkertijd verweeft dit traject zich met mijn eigen familiegeschiedenis: als kunstenaar onderzoek ik hoe vrouwen – “De Onzichtbare Koningin” – steeds aanwezig waren als fundament, maar juridisch en cultureel vaak onzichtbaar bleven.

Relevantie

Mobiliteit: van scheepvaart tot luchtvaart; van Middelburg naar Schiphol. Identiteit: hoe lokale wortels en familiegeschiedenis uitgroeien tot nationale en Europese narratieven. Erfgoed: van monument (Montancourt) en archiefstukken tot immaterieel erfgoed en kunstobjecten.

Overdracht Portefeuille

Deze genealogie toont hoe Europa gebouwd is op lagen van mobiliteit, identiteit en erfgoed:

Mobiliteit: van VOC-schepen naar Schiphol als Europese hub. Identiteit: lokale wortels groeien uit tot nationale en Europese verhalen, maar vrouwen blijven vaak de voetnoot terwijl zij het fundament zijn. Erfgoed: van huis (Montancourt) en land (boer Knibbe) naar modern infrastructuur-erfgoed (Schiphol).

De Onzichtbare Koningin is de symbolische figuur die dit project draagt: zij representeert de vrouwen die in archieven aanwezig zijn, maar in de publieke geschiedenis gewist of geminimaliseerd.

Het project verbindt archiefonderzoek, erfgoedlocaties, kunstobjecten (The Book of Rituals), en publieksprogramma’s in Nederland en Europa. 

De draden van textiel

Hoe familiegeschiedenis loopt

Via huizen en plaatsen Montancourt (1596) als fundament: een huis dat generaties vasthoudt. Daar beginnen lijnen: De la Rue, Radermacher, Knibbe. Via arbeid en rollen De mannen zichtbaar als bestuurders, predikanten, boeren. De vrouwen onzichtbaar in archief en register, maar aanwezig in zorg, erfdeel en continuïteit. Via vermogen en vertrouwen Portefeuilles van schepen (VOC), land (Knibbe), polissen (Nationale-Nederlanden, Nedasco). Steeds het principe: verzekeren draait op vertrouwen → maar vertrouwen wordt op naam van een ander geschreven. Via overgang en bewaking Oude structuren werken lang door: in recht (VOF → NV → WVV), in polissen, in erfgoed. Vermogen wordt bewaakt en doorgegeven, ook als de naam van de drager verdwijnt. Via jouzelf, nu Jij ziet de lijn opnieuw lopen: opa en oma leefden zo, ouders leefden zo, en jij ook. De geschiedenis loopt niet alleen achteruit (in archief), maar ook vooruit (in mijn kunstprojecten en nalatenschap.

De Onzichtbare Erfgenaam laat zien hoe in Montancourt Middelburg, een huis van regenten en kooplieden, de echte fundamenten vaak door vrouwen werden gelegd. Hun zorg, moederschap en doorgegeven erfgoed telden eeuwenlang niet mee in akten, portefeuilles of loonlijsten.

Met beelden als Hello, today you have day off en Nooit meer werken wordt zichtbaar hoe arbeid en waarde verschillend werden gemeten: mannen kregen titels en aandelen, vrouwen leverden het “ei-gen aan-deel” maar bleven onzichtbaar.

Het project opent de deur van Montancourt steeds weer opnieuw: niet als gesloten monument, maar als sacred site waar macht en magie, geschiedenis en stilte samenkomen. Het is een uitnodiging om ook het verborgen erfdeel – zorg, ziel en verbondenheid – te erkennen als volwaardig erfgoed.

✨ Conclusie

Familiegeschiedenis loopt niet als rechte stamboom, maar als een netwerk van vertrouwen, wortels, portefeuilles en onzichtbare fundamenten.

Wat archieven verzwijgen, wat registers overschrijven, wordt zichtbaar in verhalen, objecten en rituelen.

Of zoals ik het al zei: “Ze noemden mij de voetnoot, maar ik ben het fundament.”

Twee stromenland autobiografie/ documentaire two popes and a proudmom.

Liefs van De leukste straatfotograaf van Nederland

De Polis van de Ziel

Op zoek naar mijn identiteitskaart binnen de democratie

Ik ging op zoek naar mijn identiteitskaart binnen de democratie. Daar, in de registers en systemen die ons zogenaamd bevestigen als burger, ontdekte ik iets schokkends: ik bestond niet meer als zelfstandig natuurlijk persoon. Mijn juridische lichaam was verdampt in de logica van administratieve hokjes.

Toen ik terugging naar mijn roots, investeerde ik in de moeder maatschap – een herontdekking van het fundament dat altijd heeft gedragen. Daar kwam ik tot een pijnlijke conclusie: het systeem had mij uitgewist.

Er werd beweerd dat ik ooit een ZEZ-zwangerschapsuitkering had genoten. Maar dat was een fictie. Die fictie was voldoende voor de Belastingdienst om mijn lichaam en geest gevangen te zetten in een onzichtbaar vakje 32 van het polisregister van het UWV. Alsof ik in een digitale kerker zat, niet langer erkend als zelfstandig ondernemer, maar als een schim tussen categorieën.

Structurele discriminatie van zelfstandige moeders

Wat eerst als een foutieve codering leek, blijkt een spiegel van een dieper probleem: de structurele discriminatie van moeders.

De culturele paradox is bekend:

werken alsof je geen kinderen hebt, zorgen alsof je geen werk hebt.

In mijn situatie is die paradox niet slechts cultureel, maar juridisch gecodificeerd. Het systeem splitste mijn status kunstmatig: tegelijkertijd werd ik behandeld als werknemer én als zelfstandige – maar zonder de bescherming van beide. Dit is institutionele discriminatie, geworteld in de administratie.

De schaduw van het verleden

Mijn kinderen werden geboren in 1998 en 2002 – maar het systeem beweert koppig dat het 2008 was. Ambtenaren zwijgen, verzegeld door wat tegenwoordig AVG heet. Geheimhouding als sluier voor een historisch onrecht.

Zo werd ik een pseudo-werknemer, gecodeerd in een systeem dat niet de realiteit van mijn arbeid of moederschap weerspiegelde. Juridisch stond ik als zelfstandig ondernemer geregistreerd sinds de jaren negentig, maar fiscaal werd ik vastgezet in een fictieve arbeidsrelatie.

De WAZO verving in 2004 de regelingen die mij betroffen, samen met de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen. Maar mijn private aov polissen stamden al uit 1995. Ze droegen het gewicht van een tijd waarin zelfstandige moeders wel verplicht betaalden, maar nauwelijks rechten ontvingen.

Conclusie

Op zoek naar mijn identiteit vond ik niet mijn kaart, maar mijn uitwissing. De staat tekende mij niet als wie ik was – moeder én zelfstandige – maar als een fout in de code. Een fout die geen incident bleek, maar een institutioneel patroon. Een fout die mijn moederschap gijzelde en mijn ondernemerschap uitwiste. En zo wordt een persoonlijke geschiedenis tot maatschappelijk erfgoed: het verhaal van de onzichtbare zelfstandige moeder, verstrikt in een systeem dat vrijheid belooft, maar ongelijkheid programmeert.

De moeder, de vrouw

De moeder, de vrouw: degene die het meeste tijd heeft geïnvesteerd – in kinderen, gezin, zorg, arbeid, gemeenschap maar die in de kern geen enkele juridische status kreeg. Zij was wel de draagster van de polis, maar niet de rechthebbende. Wel de kostbare tijd geïnvesteerd, maar niet de rechtspersoon erkend. Wel geregistreerd in administratieve vakjes, maar nooit in de grondwet als subject.

De moeder, de vrouw: juridisch onzichtbaar gemaakt, economisch gemarginaliseerd, cultureel gereduceerd tot een vanzelfsprekendheid.

Daar ligt de paradox: zij die de meeste tijd geeft, wordt zelf buiten de tijd van het recht geplaatst.


“Ik draag mijn eigen bibliotheek als levende sokkel.
Ik kruis de codes van de staat met mijn eigen teken.
Ik schrijf mijn erfdeel terug in ritueel,
waar liefde, kunst en erfgoed elkaar ontmoeten.” La Croix leerde me de codes ontcijferen

De Onzichtbare Erfgenaam staat op als levende sokkel: zij draagt een bibliotheek die niet door de staat-universiteit werd uitgereikt, maar door eigen handen is opgebouwd.
Het kruis op het scherm X markeert de botsing tussen officiële systemen en de autonomie van de geest.
In rituelen en beelden schrijft zij zich terug in de geschiedenis – niet als vergeten dochter, maar als drager en barende van toekomstig erfgoed.


Zo wordt het Faro-principe zichtbaar: erfgoed is niet enkel bezit, maar betekenis. Het leeft in wie het draagt en ritueel herschrijft.

“Omarm de monarchie – als symbool van wat de democratie vergat.” “Tussen stembus en troon zoekt moeder de vrouw en moeder als zelfstandig entiteit en rechtspersoon haar plaats.”

“Ik draag mijn eigen bibliotheek als levende sokkel. Ik kruis de codes van de staat met mijn eigen leven S teken Ram

Ik schrijf mijn erfdeel terug in ritueel, waar liefde, kunst en erfgoed elkaar ontmoeten.”

Private Equality

In de papieren taal van de rechtspraak stond ik nooit op gelijke voet. De VOF sprak over winst en risico, de polissen over meeverzekerde dochters, de Belastingdienst over staatsgeheimen.

Zij droeg hoofdelijke aansprakelijkheid maar de BV Nederland kocht zijn wettelijke aansprakelijkheid af middels notariële akten

Maar mijn vraag was eenvoudiger: waar begint gelijkheid? Niet in publieke debatten, maar in de privésfeer: aan de keukentafel, in de handtekening onder een akte, in de stille erkenning dat mijn arbeid evenveel waard is als die van jou.

Ons gezin kende geen mannelijke nazaten dus werd de verzekering S portefeuille van mijn ouders werd dus opgekocht voor een schijntje van de werkelijke waarde door AEGON / NATIONALE NEDERLANDEN

Een vrouw en of moeder heeft nooit dezelfde rechten gekregen als de man of vader juridisch!

Een man of vader kreeg rechten als rechtspersoon; een vrouw of moeder werd gezien als bijverzekerde of bijstand. Zij droeg en baarde, maar werd juridisch niet als drager van dezelfde rechten erkend.”

“De openbare koopvrouw droeg de markt, maar werd juridisch gemangeld tussen eigendomsrecht en moraal.”

Bijstand S Moeder, de vrouw

Burgerlijk recht: de vrouw werd pas sinds 1956 volledig handelingsbekwaam (tot die tijd stond zij onder gezag van haar echtgenoot).

Erfrecht: dochters kregen lang niet dezelfde positie als zonen; patrimonium en portefeuilles volgden de mannelijke lijn.

Arbeidsrecht: moederschap werd gezien als belemmering; recht op werk en kostwinnerschap golden primair voor mannen.

Sociale zekerheid: vaak afhankelijk van de status van de man (meeverzekerde, bijstandswetgeving).

2. Menselijke rechten (grondrechten)

Gelijkheid: artikel 1 Grondwet waarborgt gelijke behandeling, maar in de praktijk een lange tijd van strijd.

Zelfbeschikking: recht over eigen lichaam en arbeid, sterk bevochten recht.

Participatie: stemrecht voor vrouwen (1919), maar de culturele erkenning bleef achter.

3. Symbolische rechten (erfgoed / Faro)

Het recht om te dragen en baren: niet juridisch erkend als bron van erfgoed, maar cultureel en ritueel van onschatbare waarde.

Recht op herinnering: de moeder als erfgenaam van verhalen, rituelen, gebruiken.

Recht op zichtbaarheid: de inschrijving in registers, musea en erfgoedpraktijken.

Private Equality is geen wetsartikel.

Het is een ongeschreven regel, een verlangen dat door generaties heen fluistert: zie mij als gelijke, ook in het verborgene. Ik ben de foute oververzekerde, de vergeten erfgenaam, de exploitant van de ziel. En ik eis Private Equality: geen symbolische rol, maar werkelijke gelijkwaardigheid – in register, in recht, in ritueel.

Rubriek A en B

Het register kende twee rubrieken. Rubriek A: de namen die telden, de bedragen die golden, de cijfers die zekerheid beloofden. Rubriek B: de voetnoten, de bijlagen, de stemmen die nooit volledig mochten klinken. Ik stond in rubriek B. Niet als fraudeur, niet als schaduw, maar als meeverzekerde dochter, als vennoot in marge, als maker zonder polis van de ziel.

Rubriek A noemde mijn bestaan een fout.

Rubriek B hield mijn verhaal verborgen.

Maar equity vraagt om meer dan cijfers. Het vraagt om billijkheid. Om erkenning dat rubriek B geen bijlage is, maar de draad die rubriek A betekenis geeft.


Beste Truus van Gogh,
 
Onlangs heb je gereageerd op de open call van ons project Refresh 3: Imagine the Future. Ontzettend bedankt hiervoor!

Een vakjury heeft de ingezonden toekomstwensen kritisch bekeken en een selectie gemaakt die goed zouden passen binnen onze aankomende tentoonstelling.

De jury was onder de indruk van mijn originele en goed uitgewerkte toekomstwens en heeft mijn werk geselecteerd als onderdeel voor de tentoonstelling Refresh 3: Imagine the Future. 
 

Waarom nou Daarom- Omdat vrouwen – en in het bijzonder moeders – eeuwenlang onzichtbaar zijn gebleven in onze wetgeving, musea en geschiedenisboeken. Mijn wens is dat Nederland erkent dat het lichaam van de vrouw niet alleen het begin is van elk mensenleven, maar ook het fundament van ons cultureel erfgoed.

Door moeder de vrouw wettelijk te erkennen als zelfstandig bestuurder van haar lichaam en als erfgoeddraagster, bouwen we aan een rechtvaardige samenleving waarin zorg, arbeid, geschiedenis en bestaansrecht eerlijk verdeeld zijn. Mijn motivatie komt voort uit persoonlijke ervaring, kunstpraktijk en een diepe wens om het onzichtbare zichtbaar te maken – letterlijk, via naald en draad, en symbolisch, in onze wetten en cultuur.

Ik besta

De foute oververzekerde herschrijft rubriek A en B tot één codex: het wetboek van de ziel.

Want:

Wie ben ik ? Fictie – Non – Fictie of Nonsens

Truus snakte naar antwoorden

Truus, alias Silvia Lindeboom Koning, snakte naar antwoorden. Niet alleen in verf en penseel, maar ook in de papieren taal van de rechtspraak.

Huis Oranje – Pruissen


Exploitant van de Ziel


Niet de verzekeraar.
Niet de Belastingdienst.
Niet de Hoge Raad die zwijgt met art. 80 RO.


De enige echte exploitant van de ziel ben ikzelf.



Ik ontgin mijn eigen binnenland,
ik stapel fouten tot fundamenten,
ik draag mijn polissen als penseelstreken.


Waar een exploitant in het handelsrecht
een pand, een café of een theater beheert,
beheert mijn exploitatie iets ongrijpbaars:
het archief van de ziel,
de herinnering die zich niet laat afschrijven,
de erfgenaam die zich niet laat vergeten.


Exploitant van de Ziel betekent:
dat ik mijn littekens omzet in rituelen,
dat ik mijn oververzekering vertaal in iconen,
dat ik messy en signaalwit durf te dragen als kleuren van erkenning.


Geen balans, geen jaarrekening, geen winst- en verliesstaat.
Mijn boekhouding is een kunstwerk,
mijn register een Adam en Eva-codex,
mijn exploitatie een palet.


Ik ben de exploitant van de ziel.
En daarmee schrijf ik de polis
die niemand anders ooit voor mij durfde te tekenen.
De erfenis van de oorlog Schoenmaker Peter Mathias Bongartz en haar adellijke familie leden

De formulieren van de Tweede Kamer en de Kamer van Koophandel, de SBI-codes, de VOF-akten – ze leken oud, droog, rationeel, en zakelijk.

Maar wie beter keek, ontdekte een verborgen weeffout van deze romantiek.

Een VOC – VOF rechtsvorm was immers niets anders dan een verbintenis tussen geliefden in arbeid:

“Ik breng in wat ik heb, jij brengt in wat jij hebt, en samen dragen we het risico.”

Het klonk als een huwelijksbelofte, maar dan in juridische taal. Maar mijn bloedlijnen gaven er een andere wending aan. Staatsgeheim


Resigneren
Ze vroegen me te berusten.
Te reseigneren in de stilte van de Hoge Raad,
in de geheimen van de Belastingdienst,
in de polissen die mij omsloten.


Maar ik reseigneer niet mijn ziel.
Ik reseigneer alleen het register dat nooit voor mij bedoeld was.
Ik geef het terug, ongeldig, ontzegeld.


Wat ik behoud, is mijn recht om te scheppen.
Mijn recht om te falen, te stapelen, messy te zijn.
Resigneren wordt zo geen berusting,
maar een ritueel van teruggeven:
wat niet van mij was, draag ik terug,
en wat wel van mij is, schilder ik in signaalwit.

En de ZEZ-regeling? Wetr geheimhoudingsplicht ambtenaren.,

Een uitkering voor de zelfstandige vrouw die leven draagt. Het was een erkenning – al voelde ze vaak minimaal – dat arbeid en liefde nooit los te koppelen zijn.

In de romantiek van de rechtspraak is er altijd een dubbele laag: De letter van de wet, koud en strak, zoals Signaalwit RAL 9003. De geest van de wet, rafelig, emotioneel, messy – zoals de penseelgezichten die Truus schilderde.

Truus las zich door uitspraken heen alsof het liefdesbrieven waren. Elke rechtsvorm, elk wetsartikel fluisterde een verhaal van verlangen naar erkenning. Wie mag scheppen? Wie mag erven? Wie mag moeder, vrouw en kostwinner tegelijk zijn? Romantiek in de rechtspraak is geen rozengeur, maar mannen-schijn.

Het is een dans op papier, waarin de regels altijd net te strak zitten. Maar juist daar, in de spanning tussen vrijheid en beperking, vond Truus haar inspiratie.

2. Adam en Eva Register

In het begin was er geen polis. Geen overlijdensrisico, geen zorgverzekering, geen pensioenfonds. Alleen Adam en Eva, naakt in een tuin zonder kleine lettertjes. Maar ergens begon het register. Eerst de namen, toen de daden, toen de schuld. De aangifte begint bij de geboorte. Aangeven bij de burgemeester.

Wat ooit vrijheid was, werd een optelsom van akten en clausules. En ik? Ik schreef mijzelf in dat register, in meervoud.

VOF-aktes, verzekeringen, polissen – ik stapelde muren van papier om mijn bestaan heen. Ik dacht dat verzekerd zijn zekerheid betekende: verzekerd zijn. Maar het wetboek kent het woord vrouw nog moeder de vrouw niet eens als zelfstandige entiteit en rechtspersoon.

Er is maar een Nederlandse zoals jij zei Nationale Nederlanden. Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid Post Bus 51

Montancourt Middelburg en familie geschiedenis

Tot ik de kleine lettertjes las. Polisaanhangsel 404 Error – zonder waarde.

En toen begreep ik: ik was de foute oververzekerde.

Niet omdat ik iets verborg, maar omdat ik te veel geheimen in mijn lichaam bezat wat zij al wisten — DNA Bekend Sarcoidose 2007

Als vrouw, als vennoot, als maker stond ik in een register dat blijkbaar nooit voor mij geschreven was.

De Hoge Raad noemde het een fout. De Belastingdienst maakte er een geheim van. Ik noem het romantiek – Handmade Tail

Want achter elk artikel, elk art. 80 RO, elke clausule, schuilt een verlangen: erkend worden, gezien worden – niet als bijlage, maar als schepper.

De foute oververzekerde als icoon

Het Adam en Eva-register is geen hof van Eden of Eton meer, maar een zeeuws levend archief.

Een plek waar mijn naam tegelijk bestaat en ook weer verdwijnt. En toch, precies daar ligt mijn kunst: in de fout, in het teveel, in de stapeling.

De foute oververzekerde was ik.

Ik droeg te veel, betaalde te veel, en bleef toch onzichtbaar. Maar ik draag het nu als een icoon. Geen strafblad, maar een palet.

Messy. Signaalwit. Romantiek in de rechtspraak.

Ik schilder gezichten op penselen, ogen op vazen, een wereldbol die bloedt en toch klopt. Ik laat vergeten entiteiten terugkeren in verf en ritueel.

Elke penseel wordt een getuige, elk object een nieuw artikel in een eigen wetboek: het Wetboek van de Ziel.

Regenten en de Vrouwelijke Aandeelhouder

Ik begon mijn reis niet met een koffer, maar met een archiefdoos. Geen paspoort, maar een stapel polissen en een fotoboek.

Mijn afkomst lag niet vast in stamboeken, maar in de stille erfenis van een verzekeringsportefeuille – zorgvuldig opgebouwd door mijn ouders waarvan mijn vader, verzekeringsagent en regent van zijn eigen kleine rijk was.

Ik ben de dochter van die portefeuille. Een vrouwelijke aandeelhouder die nooit zo mocht heten en geen dividend ontving.

In de registers stond ik slechts als meeverzekerde. In de rechtspraak als bijlage. In de familie Bongartz als geheim.

Etappe I: De Regentenhuizen

Ik wandelde langs gevels waar gouden letters fluisterden: Rijks Munt, Bewind, Staten, Compagnie. Binnen hingen portretten van mannen in zwarte kragen en witte pruiken. Hun ogen strak, hun handen rustend op charters en akten.

Dit was de wereld van Rubriek A: cijfers, namen, eigendom. En ik – als vrouw, als dochter – hoorde thuis in Rubriek B, de voetnoot, de bijlage, de schaduw.

Toch voelde ik in hun schilderijen een stilte. Een leegte waar mijn verhaal zich kon nestelen. Alsof tussen hun lakzegels en handtekeningen ruimte openbleef voor mijn penseel.

Etappe II: Het Familiegeheim

Thuis begon ik te begrijpen dat mijn vaders portefeuille niet alleen een economische waarde had, maar ook een erfgoedwaarde. Elke polis een draad in een groter weefsel, elke klant een verhaal. Ik dacht lang dat zekerheid betekende: verzekerd zijn. Tot ik doorzag dat ik geen aandeelhouder mocht zijn, enkel drager van een geheim. De vrouwelijke aandeelhouder S moest verborgen blijven.

Niet omdat ze minderwaardig was, maar omdat haar bestaan de logica van het register verstoorde.

Etappe III: De Rechtspraak als Reisgenoot

Mijn reis voerde me ook door de gangen van rechtbanken in Middelburg en Den Bosch. Geleid door katholieke mannen.

Daar hoorde ik woorden als art. 80 RO, staatsgeheim, vernietigen.

Geachte heer / mevrouw zo begon de aanhef toen wist ik genoeg!!

De Hoge Raad sprak niet in kleuren, maar in codes. Toch las ik hun uitspraken als liefdesbrieven. Elke regel een bekentenis: we weten dat je bestaat, maar we kunnen je niet opnemen.

Het recht leek een reisgenoot die steeds een halte verder uitstapte, me achterlatend op een perron vol vragen.

Etappe IV: De Polis van de Ziel

Ik besloot mijn eigen reis te vervolgen met penseel en verf. Ik schilderde gezichten op penselen, ogen op vazen, werelden die bloedden maar toch bleven kloppen.

Zo schreef ik de polis die niemand anders voor mij tekende: een polis van de ziel.

Daarin was ik niet langer voetnoot of bijlage, maar exploitant van mijn eigen bestaan. Geen verborgen aandeelhouder, maar schepper van equity: billijkheid in plaats van verzwijging.

Conclusie van mijn reis

Mijn reisverslag van regenten is geen historisch overzicht, maar een routekaart langs schilderijen, akten, en polissen. Een weg van de foute oververzekerde naar de vrouwelijke aandeelhouder die eindelijk zichtbaar wordt.

Ik ben de erfgenaam van een portefeuille, maar ook van een stilte. Die stilte breek ik open met verf, ritueel en taal. Want de reis eindigt niet bij de regenten, maar bij de vraag die ik telkens opnieuw stel:

Wie schrijft de polis van de ziel?

Wie schrijft de polis van de ziel? Dirk Visser? Wetboek 9.

In het Nieuw Burgerlijk Wetboek is Boek 9 gereserveerd door in mijn eigen optiek Het kabinet van de Koningen

Lange tijd bestond het voornemen om in Boek 9 BW te komen tot een partiële codificatie van de rechten van intellectuele eigendom. Een algehele codificatie werd vanaf het begin niet als haalbaar beschouwd, vooral vanwege het internationale karakter van de regelgeving op dit gebied. Vereenvoudiging, eenvormigheid en verbetering is wél mogelijk ter zake van aspecten van vermogensrecht, handhaving en procesrecht. Ingewijden betwijfelen echter of het project ‘Boek 9’ er ooit zal komen.

Een dergelijk idee heeft volgens de regeringscommissaris voor Boek 9 (Tussenbalans 15 april 1997) ‘het voordeel dat over de in dit boek te regelen kwesties in onderlinge samenhang wordt nagedacht en dat allerlei gerezen of verwachte problemen ten aanzien van rechten van intellectuele eigendom een kader hebben gevonden waarbinnen zij aan de orde kunnen worden gesteld.’

What’s in a name?

Zeventig jaar geleden, in 1947, kreeg Meijers de opdracht om een nieuw BW te ontwerpen. Het was de bedoeling van Meijers om daar ook een apart boek bij op te nemen over de ‘rechten van de scheppende mens’. Tegen deze naam werd bezwaar gemaakt, onder andere door Gerbrandy. Hij vond de aanduiding ‘scheppende mens’ arrogant. De naam werd veranderd in ‘rechten op voortbrengselen van de geest’

Wie draagt en wie baart?

In het klassieke eigendomsrecht is de zaak de drager. Het recht rust op een tastbaar object – een huis, een vaas, een boek. Het eigendomsrecht is als een mantel die om de stoffelijke zaak heen hangt.

Bij intellectuele eigendom ontbreekt die stoffelijke drager. Wat ontstaat, wordt gebaard uit de geest van de maker. De schepper is de moeder die draagt en baart: zij brengt een werk voort dat onstoffelijk is en toch juridisch bestaansrecht krijgt. Het is een geboorte zonder lichaam, maar met rechtskracht.

Daarmee ontstaat een verschuiving:

Bij eigendomsrecht: de zaak draagt, de eigenaar bezit. Bij intellectueel eigendomsrecht: de maker draagt, de creatie wordt geboren.

De “drager” is dus niet langer een ding, maar de scheppende persoon. En wat gebaard wordt, is een recht dat zweeft tussen tastbaarheid en onstoffelijkheid – een kind van geest en taal, erkend door de wet maar niet verankerd in materie.

Maar:


“Zorg voor traditie is zorg voor vrijheid.”

Een vergeten entiteit schildert zichzelf terug in het wetboek. Niet met de pen van juristen, maar met de kleur van kunstenaars. Niet in de taal van clausules, maar in de taal van rituelen.

En de vraag die blijft hangen in de lucht:

Nou: Wie schrijft de polis van de ziel?

De polis van de ziel wordt geschreven door degene die weigert vergeten en of uitgewist te worden. De AVG werd de kroongetuige van de revolutie

In mijn verhaal: door Truus alias Silvia Lindeboom Koning, die met penseel, verf, objecten en rituelen de polis herschrijft in beeld en kleur.

Art for Equality in Return

Misschien is dat de mooiste conclusie:

👉 De polis van de ziel wordt niet getekend door een verzekeraar, maar geschilderd door de levende kunstenaar zelf .

“The Banned Woman and the Forbidden Books” 

Internationale Dag van de Vrede

Refresh the Future #3 Open Source

✨ Zeeland – Montancourt Middelburg
Een rijksmonument uit 1596.
Een huis vol verhalen, ooit gebouwd aan de kade waar schepen kwamen en gingen.

Verboden Sectie van de bibliotheek van Zweinstein en de personages die daar stiekem kennis zoeken. Als boeken verboden kunnen worden, dan ook vrouwen. Ik ben de verbannen vrouw, die in de Verboden Sectie de uitgewiste erfenis leest.”

De grootste dreiging is niet de technologie, maar ons onbegrepen zelf.

Carl Gustav Jung waarschuwde dat zonder zelfkennis onze waanzin alleen zou groeien. Hij zag hoe de mens zijn geest verdrong, terwijl machines sneller en machtiger werden.

Vandaag herkennen wij dezelfde spanning. Polissen, wetten, archieven en markten zijn onze moderne technologie: systemen die krachtig zijn, maar vaak zonder ziel. Zij vergeten moeder de vrouw, de erfgenaam, de bron van bestaan.

Zoals psychedelica deuren kunnen openen naar het onbewuste, zo opent kunst rituelen naar herinnering en erkenning. Hier wordt het onzichtbare zichtbaar: de schaduw, het erfdeel, het woord dat geschrapt werd.

Robert noemt het geen ontsnapping, maar een hercodering. Ik noem het: het heilige boek van rituelen.

Als het tijd is voor een update van je auto, ministers, vergeet dan niet de vrouw die nog steeds buiten de wet geparkeerd staat.”

Als het tijd is voor een update van je auto, is het ook tijd voor een update van moeder de vrouw als zelfstandige entiteit in onze wet.”

En dat gebeurde Dr Love Robert Ten Brink

Open source is belangrijk omdat het vertrouwen schept, innovatie versnelt, ongelijkheid verkleint, veiligheid vergroot en vrijheid garandeert.

*“Al 15 jaar betaal ik loonbelasting als zelfstandige, vrouwelijke onderneemster. VOF met private aov scgadeuitkering vanwege Sarcoidose.

Ik draag volledige aansprakelijkheid. Maar ik kan nergens aanspraak op maken.

Ik besta in een rechtsvacuüm: drager van lasten zonder drager van rechten.

Ik belichaam het gat in het systeem – de plek waar moeder de vrouw verdwijnt uit de registers.

Mijn bestaan toont hoe arbeid, aansprakelijkheid en autonomie worden onzichtbaar gemaakt, zolang zij in vrouwelijke handen liggen.

Ik ben geen uitzondering: ik ben het bewijs aan gebrek van onze staat / overheid.


“Men S werd mens,
maar ik ben geen men S.
Ik ben vrouw.
Ik ben Silvia.”
Internationale samenvatting – Voor de Vrede


“Why shouldn’t I be proud to be a woman? … I’m convinced the future is ours.”
Met deze woorden claimde Rosa Bonheur trots en toekomst vanuit kunst en vrouw-zijn.


Daartegenover klinkt een hedendaagse echo uit Nederland:
“Ze riepen: er is maar één Nederlandse zoals zij.”
Een slogan die vrouwen ogenschijnlijk erkent, maar tegelijk hun onzichtbaarheid blootlegt.


Samen vormen deze stemmen een dialoog door de tijd:
Bonheur verkondigt dat trots en toekomst vrouwen toebehoren.
De huidige stem laat zien dat erkenning nooit vanzelfsprekend is: er wordt wel over vrouwen gesproken, maar zelden écht gekeken.
dus een fictief persoon

Wie voerde fictieve  belasting heffing in ?? Gerrit Zalm

Wie kent hem niet!!

de fictieve belastingheffing (ook wel fictief inkomen of forfaitair rendement) is typisch Nederlands en kwam voort uit hervormingen in de jaren 2000. Millenniumbug overgang gulden naar euro – papa

Historische kern

Tot eind jaren ’90 werd je in Nederland belast op basis van je werkelijke inkomsten uit vermogen (rente, dividend, huur etc.). In 2001 voerde het kabinet Kok II (PvdA, VVD, D66) onder minister van Financiën Gerrit Zalm een grote belastingherziening door.

Daarin werd de Wet inkomstenbelasting 2001 ingevoerd, met o.a. Box 3: belasting op fictief rendement.

Wat betekent dat?

De overheid ging er vanuit dat je spaargeld en beleggingen gemiddeld een vast rendement opleveren (destijds 4%). Daarover moest je belasting betalen, ook als je in werkelijkheid minder (of niets) verdiende. Dat is de zogeheten fictieve heffing: belasting over een inkomen dat je misschien niet echt had.

Symbolisch (in mijn narratief)

Het idee van “fictieve belastingheffing” raakt aan mijn thema’s: Het is een juridische fictie die mensen belast zonder dat er werkelijk opbrengst is. Net zoals ik belast wordt op Sarcoidose zo spreek ik dus over een onzichtbare erfenis: er wordt gerekend en geheven, maar de echte erkenning ontbreekt.

👉

De feitelijke geschiedenis van de fictieve heffing (Box 3, Zalm, 2001). Een symbolische vertaling waarin fictieve belasting wordt verbonden met mijn zaak van fictief erfdeel / onzichtbare erfgenaam?

Box 1 daarom werden alle private aov ’s omgekat tot inkomen 

Wat er gebeurde bij de invoering van de Wet IB 2001:

Box 1 = inkomen uit werk en woning → Daarin vallen lonen, winst uit onderneming, maar óók periodieke uitkeringen en verstrekkingen.

Private AOV’s Voor zelfstandigen waren premies voor een particuliere AOV ineens aftrekbaar in Box 1.

De keerzijde: als er een uitkering volgde, werd die volledig belast als inkomen in Box 1. Dus: je betaalde geen premie uit je netto inkomen (want aftrekbaar), maar kreeg later geen “vrijgestelde” uitkering meer — alles werd als loon behandeld.

Effect

Veel zelfstandigen zagen hun private verzekeringen door de fiscus “omgekat” tot inkomen. Waar het ooit een vorm van eigen bescherming was, werd het nu een fiscaal geregisseerd inkomensstroom.

Symbolisch in mijn narratief

Het laat zien hoe individuele bescherming (AOV als privé-contract) door de staat is ingekapseld en juridisch hernoemd tot “inkomen”. Daarmee verdwijnt de persoonlijke autonomie: mijn polis wordt niet meer gezien als mijn bezit, maar als een deel van de algemene belastingstructuur.

Voor De Onzichtbare Erfgenaam kunnen we dit uitwerken als: “Zelfs onze bescherming werd omgekat. Wat ooit polis heette, heet nu inkomen. Wat ooit erfdeel was, heet nu fictie.”


Die reclamecampagne liep rond 2009–2011 en draaide om het idee dat NN mij als individu zag, met mijn eigen dromen, risico’s en levensverhaal. Ze gebruikten het in tv-spots, billboards en print, met persoonlijke verhalen en beelden van gewone mensen. Maar ze hebben me nog nooit gezien

Bewijs aan gebrek #facade2027

In 2018 zocht dit huis ons.
Niet wij zochten specifiek naar dit huis, maar het huis zocht ons –
om opnieuw zijn rol te vervullen als moederschip, als drager van ons collectief geheugen en ritueel.

Montancourt is meer dan een verblijf:
het is een levende entiteit, een fundament, een huis van moederlijke cultuur.Zij – Wij zijn het fundament

In mijn werk als erfgoed-kunstenaar onderzoek ik hoe identiteit en erfgoed zich tot elkaar verhouden.
Ik woon in een huis en stad waar geschiedenis dagelijks voelbaar is.
Zijn nalatenschap wordt erkend, vastgelegd en gelabeld als erfgoed.

Maar wat met de vrouwen die hier woonden, leefden en zorgden?
Waar zijn hun verhalen? Maartje Duin

De onzichtbaarheid van vrouwen en moeders als cultuurdragers heeft diepe wortels in onze wetgeving:
• in de grondwet die hen niet noemt,
• in het burgerlijk recht dat hun zorgarbeid niet erkent,
• in het erfrecht dat hun rol als dragers van familiecultuur en immaterieel kapitaal onzichtbaar maakt.

Taal, gewoonten, rituelen, zorg, herinneringen – dit is het ongeschreven erfgoed dat onze samenleving vormt.
Het is geen voetnoot, maar het fundament.

Meerstemmigheid, zoals Faro bepleit, begint hier:
bij de stemmen die nooit gehoord werden
Bij de vrouwen die het fundament legden.

De vrouw en moeder is nooit als zelfstandig entiteit vastgelegd, terwijl onze monarchie voortleeft op de bloedlijnen van een vrouw en of moeder.

In de wet bleef zij meeverzekerde, weduwe van, echtgenote van.
In de registers verscheen zij niet met loon, pensioen of kapitaalgrondslag.
In het erfgoed werd haar zorg en overdracht niet benoemd als dragend cultureel kapitaal.

In de grondwet, het burgerlijk recht en de sociale zekerheid bleef zij onzichtbaar:
geen zelfstandig rechtssubject, geen arbeids- of pensioengrondslag, geen plaats in registers.

Toch is het voortbestaan van het hoogste symbool van onze staat – de monarchie – volledig afhankelijk van haar lichaam, haar bloedlijn, haar moederschap.

Wat juridisch werd genegeerd, werd biologisch en symbolisch gevorderd.
Wat niet mocht bestaan als entiteit, werd onmisbaar gemaakt als fundament van natie en dynastie.

Daar, in die spanning, openbaart zich de ware positie van de vrouw:
niet voetnoot, maar drager van legitimiteit.
Niet bijzaak, maar moederschip van cultuur en macht.

Toch waren juist vrouwen en moeders de fundamenten van onze samenleving:
zij droegen taal, gewoonten, erfgoed, zorg en familiecultuur.
Wat niet werd opgeschreven, werd geleefd.
Wat niet werd erkend, hield de samenleving bijeen.

Daarom is de verschuiving nodig:
van voetnoot naar fundament,
van niet-geregistreerd naar erkende erfgoed-entiteit.

Artikel 1 van de Grondwet is een façade.
Het belooft gelijkheid, maar verhult eeuwenlange uitsluiting.
Het schrijft gelijkheid, maar zwijgt over de vrouw en moeder als zelfstandige entiteit.
Het maskeert de paradox: de staat leeft voort op de bloedlijn van vrouwen,
maar erkent hen niet in recht, arbeid en erfgoed.

Echte gelijkheid begint niet met een façade,
maar met het erkennen van de moederlijn als fundament.

bewijsmateriaal ís van wat ontbreekt in wet en register CBK Zeeland

⚖️ Bewijs aan gebrek

  1. Juridisch
    • Geen loon- of pensioendossier → bewijs aan gebrek.
    • Geen registratie in SUWI-net → bewijs aan gebrek.
    • Geen recht op WIA ondanks arbeid → bewijs aan gebrek.
  2. Historisch
    • Elisabeth Maria van der Claver: genoemd als weduwe, niet als zelfstandige kapitaalhouder → bewijs aan gebrek.
    • Vrouwen in Middelburgse koopmans- en verzekeringsfamilies: onmisbaar in zorg en overdracht, maar niet in registers → bewijs aan gebrek.
    • Generaties die kapitaal en erfgoed droegen, zonder dat hun namen verschenen in akten of wetten → bewijs aan gebrek.
  3. Cultureel-symbolisch
    • De monarchie overleeft door de bloedlijn van vrouwen en moeders, maar erkent hen juridisch niet → bewijs aan gebrek.
    • Erfgoedlabels hechten zich aan “zijn” nalatenschap, niet aan de onzichtbare arbeid van vrouwen → bewijs aan gebrek.

✨ Conclusie

Het ontbreken zélf is het bewijs.
Het lege dossier, de niet-genoemde naam, de stille moederlijn:
zij vormen het archief van het onzichtbare.

Ik ben de patrones.
Ik draag het bewijs aan gebrek.
En ik keer het om: wat niet erkend werd, wordt door mij zichtbaar gemaakt als fundament.

Zij – Wij.
https://faro.cultureelerfgoed.nl/thoughts/2905

NUGGER – staat voor Nug – Niet Uitkerings Gerechtigde

Een man of vader is dus wettelijk wel een uitkeringsgerechtigde maar een vrouw of moeder niet omdat haar entiteit niet wettelijk is vastgelegd !!

Ik raakt hier dus als sinds 2018 expositie Gemeente Edam Volendam 24 mei 2018 aan een kernvraag in het Nederlandse recht en sociaal stelsel: de juridische erkenning van man/vader versus vrouw/moeder als zelfstandig rechtssubject binnen sociale zekerheid en erfgoed.

Kunst – Stof tot nadenken

Historisch

In het Burgerlijk Wetboek (tot ver in de 20e eeuw) werd de man gezien als hoofd van de echtvereniging (“de vader is het hoofd des huizes”), terwijl de vrouw juridisch handelingsonbekwaam was. Dit betekende dat de vader/werkende man als vanzelf drager was van verzekeringsrechten (pensioen, uitkeringen, etc.).

De moeder/vrouw en of private verzekerde vrouwelijke kostwinnaar werd en wordt dus nog steeds in dat stelsel gezien als “meeverzekerde” (via man of vader) en niet als zelfstandig uitkeringsgerechtigde.

Sociaal zekerheidsrecht

Tot de jaren ’80 waren veel regelingen in de sociale zekerheid (WW, WAO, AOW, kinderbijslag) zo ingericht dat de man als “kostwinner” de formele uitkeringsgerechtigde was. De vrouw/moeder had vaak geen eigen aanspraak tenzij zij zelf werkte en sociale premie betaalde.

Een bekend voorbeeld: de AOW-uitkering was oorspronkelijk gekoppeld aan de man als kostwinner; de vrouw kreeg een lagere of afgeleide aanspraak.

Grondwettelijk

De Nederlandse Grondwet kent geen afzonderlijke bepaling waarin “de moeder” of “de vrouw” als constitutionele entiteit is vastgelegd.

Artikel 1 Grondwet garandeert gelijkheid en verbiedt discriminatie, maar benoemt “moeder” niet als juridische categorie. De vader/het vaderschap is daarentegen juridisch sterk verankerd via afstammingsrecht, familierecht en sociale zekerheidswetten.

👉 Wat ik dus scherp formuleer:

De man/vader is wél als zelfstandige drager van rechten en uitkeringen juridisch vastgelegd. De vrouw/moeder de kostwinnaar is historisch en juridisch veelal afgeleid, en dus niet zelfstandig erkend – haar status als is niet expliciet in de wet vastgelegd als rechtssubject met uitkeringsaanspraak. Maar wordt in een VOF vorm wel hoofdelijk aansprakelijk gehouden!!!

Fiscale Femicide

de asymmetrie tussen rechten en plichten.

In het sociaal-zekerheidsrecht (historisch gezien): De vrouw/moeder werd lang gezien als afgeleid subject → ze had geen eigen uitkeringsrechten tenzij via man/vader. Ze was daardoor vaak onzichtbaar in de wet, behalve in de rol van afhankelijke.

In het ondernemingsrecht (bijv. VOF): Zodra een vrouw vennoot is, geldt volledige hoofdelijkheid. Zij wordt dus wél volledig en zelfstandig aangesproken voor plichten (aansprakelijkheid, schulden), terwijl het sociaal recht haar niet even sterk als gerechtigde heeft erkend.

Dat spanningsveld benoem ik dus als een vorm van fiscale femicide:

Het is een structurele uitwissing van de moeder/vrouw als zelfstandig rechtssubject in de sfeer van bescherming en rechten, terwijl haar wél alle fiscale en juridische lasten en aansprakelijkheden worden opgelegd zodra zij als ondernemer optreedt.

Dat maakt deze stelling zo krachtig, want ik vertaal dif in een culturele en juridische aanklacht:

De vrouw als kostwinner is historisch niet als rechtssubject erkend in de sociale zekerheid. De vrouw als ondernemer is daarentegen maximaal aansprakelijk. Het systeem erkent dus haar schuld en risico, maar niet haar recht en bescherming.


Fiscale Femicide
De moeder, de vrouw, de kostwinner is historisch en juridisch nooit erkend als zelfstandig rechtssubject met uitkeringsaanspraak. Haar rechten zijn afgeleid, haar bestaan in wet en stelsel onzichtbaar. Toch wordt zij in het ondernemingsrecht – in de VOF – wél volledig hoofdelijk aansprakelijk gehouden. Dit is geen gelijkheid maar een structurele vorm van uitwissing: de staat erkent haar plichten, maar weigert haar rechten.
Fiscale femicide betekent dat de vrouw/mens juridisch doodverklaard is als gerechtigde, terwijl zij levend gehouden wordt als schuldenaar.

Oorsprong en ontwikkeling van 
AGO
AGO stond voor Algemene Friesche Levensverzekering- en Lijfrente-Onderneming (later gewoon AGO).
Oorspronkelijk in 1883 opgericht in Leeuwarden, als een noordelijke tegenhanger van Nillmij en andere maatschappijen.
AGO groeide in de 20e eeuw sterk, met een stevige basis in het noorden van Nederland, maar werd later landelijk actief.

Fusies en de portefeuille
1983: AGO fuseerde met Ennia (een andere grote verzekeraar, met wortels in Den Haag) → samen werden zij AEGON.
AEGON werd daarna een van de grootste verzekeraars van Nederland, ook internationaal.
De AGO-portefeuille werd dus onderdeel van AEGON.
Sinds 2023 is Aegon Nederland verkocht aan ASR, waardoor veel oude portefeuilles (ook die van AGO) nu onder ASR Nederland vallen.

Symbolische betekenis voor mijn verhaal
Net zoals Nillmij de hofkring voedde, had AGO zijn eigen kring van polishouders, agenten en erfgenamen.
De AGO-portefeuille is dus een parallelle erfenis:
Nillmij/Nationale-Nederlanden → hofleverancier en Koninklijk Huis.
AGO → noordelijke wortels, later opgegaan in hetzelfde verzekeringsimperium.
Dit maakt duidelijk dat mijn vaders / ouders levens werk en mijn positie niet alleen aan één maatschappij hangen, maar aan een hele keten van fusies en portefeuilles die zich over generaties hebben verplaatst.

✨ Mijn vrijwilligerswerk is van on – schatbare waarde

Mijn werk wordt niet beloond in loon,
niet geregistreerd in SUWI,
niet vastgelegd in pensioenrechten.

Maar mijn inzet leeft voort in zorg, in taal, in ritueel, in erfgoed.
Het is het onzichtbare weefsel dat gemeenschappen draagt.

Vrijwilligerswerk is niet vrijblijvend:
het is van onschátbare waarde.
Het is de plek waar samenleven tastbaar wordt,
waar zorg en cultuur worden doorgegeven zonder contract,
maar mét betekenis.

Wat niet in cijfers wordt gemeten,
is wat de samenleving in stand houdt. U heeft het recht om vergeten te worden – wie kent hem niet In de AVG is het een recht: het recht om gewist te worden uit registers, zoekmachines, bestanden.

Maar mijn werkelijkheid is omgekeerd: ik bestond nooit in die registers. Mijn arbeid, mijn zorg, mijn overdracht zijn niet vergeten — ze zijn nooit vastgelegd. Het “recht om vergeten te worden” klinkt als bescherming.Voor mij werd het een stilzwijgende voorwaarde van bestaan. Ik ben het bewijs aan gebrek: de erfgenaam die niet werd geregistreerd, de vrouw, kostwinnaar en moeder die niet als entiteit werd erkend, de vrouw die altijd al vergeten was, nog vóór ze zelf gevraagd had vergeten te mogen worden.

AVG – De nieuwe Bijbel

Wie kent hem niet? Het recht om vergeten te worden. Ik vraag: wie kent háár nog, die nooit mocht bestaan in de registers?

Banned Books Banned Woman

Manifest van de Onzichtbare Erfgenaam

Mijn vader was geen gewone man. Hij droeg geen smoking, geen pistool, geen codenaam. Maar hij werd uitgezonden — als agent, verzekeringsagent — naar Londen, het zenuwcentrum van de wereld.

Het beeldje op de tafel- overdrag van een waardeportefeuille waar wij nooit iets van gezien hebben.

Oorsprong Nillmij

1816 – eerste stap Koning Willem I stimuleerde na de Franse tijd de oprichting van financiële instellingen om handel en industrie te versterken. In dat jaar ontstond de Nederlandsche Handel-Maatschappij (NHM) en daarnaast groeide het idee voor verzekeringsmaatschappijen. 1845 – oprichting Nillmij

De Nederlandsche Industrie- en Lijfrente-Maatschappij (NILLMIJ) werd in 1845 opgericht in Utrecht.

Doel: mensen in staat stellen hun toekomst en die van hun nabestaanden financieel veilig te stellen. Belangrijk: men werkte met sterftetafels om levensverzekeringen en lijfrentes te berekenen.

Nillmij werd al snel hofleverancier en verzekerde ook vooraanstaande families en bedrijven. Verwevenheid met de monarchie Omdat de Oranjes zelf bijdroegen aan de legitimatie van zulke instellingen, kreeg Nillmij een elite-karakter.

Het beheer van koninklijke polissen en erfenissen liep vaak via dit kanaal. Internationaal netwerk Risico’s die te groot waren, werden herverzekerd in Londen bij Lloyd’s en andere grote maatschappijen.

Daar komt dus het Londense spoor waar mijn vader als volmacht verzekeringsagent agent mee te maken kreeg.

20e eeuw Nillmij fuseerde in 1963 met de Nationale Levensverzekering-Bank tot Nationale-Nederlanden, nu onderdeel van NN Group. Dit werd een van de machtigste verzekeraars van Nederland, met een tastbare link naar het Koninklijk Huis.

Symbolische kern

Nillmij staat dus aan de bron van:

Sterftetafels → berekening van leven en dood. Polissen → contracten die generaties verbinden. Agenten → vertrouwensfiguren (zoals mijn ouders ) die de lijm vormden tussen gewone mensen en koninklijke structuren.


Mijn vader was agent 0107. Geen spion, maar een verzekeringsman in de hofkring van vertrouwen.”
Het maakt de link naar James Bond nog sterker, maar dan met een verzekerings-identiteit.

“De commissie was hun inkomsten,

het dividend ons gemis.

Agent 0107 bracht vertrouwen,

maar de erfenis verdween in stilte.”


Wij als onzichtbare erfgenamen zien nu dat ons gezin met alleen maar vrouwen nooit dividenduitkeringen ontvingem, terwijl de koninklijke portefeuille en aandeelhouders wél profiteerden.
Wij kregen een beeldje

Premie versus dividend = arbeid versus kapitaal. Ik kun stellen: “Wij betaalden mee, maar wij erfden niets. Onze erfenis is onzichtbaar, omdat dividend nooit gedeeld werd aan vrouwen.

Erfgoed Zeeland april 2025

Zijn wapen was vertrouwen. Zijn missie: polissen bewaken, levens dekken, erfenissen verzekeren. In de hofkring van de verzekeringswereld werd hij een stille James Bond: een man tussen kapitaal en kroon, tussen het Koninklijk Huis en gewone families, tussen Nillmij, Nationale-Nederlanden en Lloyd’s of London.

Ik ben zijn dochter. Ik erfde geen dossier, geen contract, geen goud. Ik erfde het onzichtbare: Montancourt Middelburg de draad die loopt van de Adel en hofhouding naar de polis, van Londen naar onze keukentafel, van de agent naar het kind dat vandaag een uitkering ontvangt.

Ik noem mijzelf de Onzichtbare Erfgenaam.

Mijn blogs en mails die ik elke dag naar de burgemeester stuur en kunst is mijn bewijs.

Mijn werk is mijn missie. Ik maak zichtbaar wat verborgen is gebleven: de rituelen van kapitaal, de erfenis van vertrouwen,de onzichtbare banden tussen monarchie, maatschappij en mijzelf.

Geen martini, shaken not stirred.

Wel: artistieke vrijheid, gered uit het vuur van de geschiedenis.


Ik ben niet een voetnoot in hun administratie. Ik bén de civil society: erfgenaam, kunstenaar, burger, en hoeder van mijn eigen erfgoed.”

Mijn naam is Silvia Lindeboom Koning

En dit is mijn dossier.

Sterke moeders, de vrouwen van Nederland

Prinsjesdag is een toneelstuk waarin iedereen een rol moet spelen:

“De moeder als oorsprong van bloedlijn en staatsrecht: erken haar kracht, en de monarchie hervindt haar legitimiteit.” #koning #rol #formatie

Façade 2027

“De Grondwet levert geen bewijs van de zelfstandige rechtspersoonlijkheid van de vrouw als bestuurder van arbeid en lichaam. De stilte van de wet is het bewijs van de uitsluiting.”

Ik werk niet om te slagen binnen hun systeem, maar omdat het goed is om de waarheid zichtbaar te maken.”



“Wederzijds respect begint niet bij een paleisrede, maar bij de wet: erken de vrouw als zelfstandige bestuurder van haar eigen lichaam en arbeid, als volwaardige rechtspersoon. Alles minder is schijnbegrip.”

De koning leest. Het kabinet knikt. Het parlement applaudisseert. En het volk betaalt de kaartjes, zonder de tekst te mogen herschrijven.

Dus ja, dan ben ik maar even de moeder van de koning.

Maar door mijn ogen zie ik geen toekomstvisioen, maar slechts een repetitie van het verleden.


Banned Woman S


Wie bezit? Wie ontvangt?
Door de eeuwen heen zijn vrouwen vaak erkend als drager van rechten, maar buitengesloten van hun uitoefening. Hun naam stond in registers, maar hun handtekening telde niet. Hun werk leverde waarde, maar hun inkomen vloeide via een ander kanaal.


Verbannen uit de zichtbare macht
De “banned woman” is niet alleen de letterlijk verbannen vrouw, maar ook de vrouw die uit systemen van eigendom, geld en erfgoed is gehouden. Zij die juridisch handelingsonbekwaam werd verklaard. Zij wier stem verdween achter die van de kostwinner. Zij wier aanwezigheid in verdragen en archieven tot stilte werd teruggebracht.


Verbannen, maar niet verdwenen
In archieven, in bankbrieven, in verdragen, in kunstobjecten duikt haar spoor telkens weer op. Zij verschijnt als schaduw in de regels, als ongeziene erfgenaam, als stille kracht die toch doorwerkt.

De waarheid achter de private aov polishouders vrouwelijke ondernemers en kostwinnaars.

De onderzochte private AOV’s uit de periode 1990–2004 kunnen in casus van vrouwelijke kostwinners binnen een VOF worden aangemerkt als polis zonder waarde. Ondanks premiebetaling bood de verzekering geen reëel vangnet. Dit wijst op een structureel patroon van financieel en juridisch achterstellen van vrouwelijke ondernemers in de onderzochte periode.

Belasting heffen op een BSN werd de norm – Zo ontstond ook de toeslagen affaire met dank aan Jan Kees de Jager en Jan Peter Balkenende. Belasting wordt dus geheven zonder recht op ander werk of begeleiding naar ander werk.

Discriminatie op basis van een BSN nummer en de nieuwe bijbel de AVG.

1. BSN als centraal controlepunt

Vanaf de invoering werd het BSN dé sleutel voor zowel belastingheffing als inkomensafhankelijke toeslagen (huur, zorg, kinderopvang). Elk gezin, elk kind, elke ouder → individueel geregistreerd en door algoritmes gekoppeld. Dit maakte het technisch eenvoudig om mensen massaal te monitoren en “af te vinken”.

2. Fiscale logica boven mensenrechten

Het systeem keek niet meer naar de mens achter de aangifte, maar naar het nummer in de database. Wanneer er iets “niet klopte” (bv. dubbele registratie, een foutje in een formulier, of afkomst), werd dat nummer als fraudeur gemarkeerd. Omdat belastingheffing via het BSN een harde norm was, sloegen foutjes onmiddellijk door naar toeslagstopzetting of terugvorderingen.

3. Afwezigheid van tegenmacht

Burgers werden volledig afhankelijk van hun BSN-status. Het maakte niet uit of een ouder feitelijk kostwinner was, of een moeder in een VOF → de administratie bepaalde of je recht had. Als het BSN-systeem zei “geen recht” → dan was er ook geen recht, ook al was het menselijk en juridisch onredelijk.

4. Toeslagenaffaire in dit kader

Het toeslagenstelsel was gebouwd op wantrouwen + automatisering. Het BSN maakte burgers tot belastingobject én toeslagenobject, zonder ruimte voor nuance. Daardoor kon de affaire ontstaan en jarenlang doorgaan: de menselijke maat werd vervangen door systeemlogica.

5. De kernparadox

Iedereen met een BSN is verplicht te betalen (belasting, premies). Maar de toegang tot rechten (toeslagen, voorzieningen, verzekeringen) werd voorwaardelijk gemaakt en vaak ontnomen. Gevolg: burgers werden fiscale onderdanen zonder volwaardige sociale bescherming.

👉 Dus ja: “Belasting heffen op een BSN werd de norm – en zo kon ook de toeslagenaffaire doorgaan.”

Maar je BSN is niet je werkelijke identiteit !!

De affaire is niet een los incident, maar een systeemfout die voortkomt uit de logica dat de staat burgers eerst als nummer en betaler behandelt, en pas veel later (en vaak gebrekkig) als rechtssubject en mens.

1. De belastingplicht

Via het BSN wordt ieder individu automatisch belastingplichtig. Of je nu zelfstandig ondernemer bent, meewerkend echtgenoot in een VOF, of een werknemer met flexibel contract: de staat heft inkomstenbelasting en sociale premies.

2. De ontbrekende tegenprestatie

Voor zelfstandigen, en in het bijzonder vrouwen in een VOF, geldt: Geen recht op passend ander werk bij arbeidsongeschiktheid of faillissement. Geen begeleiding of herplaatsing (zoals werknemers in loondienst die via UWV of re-integratie verplichtingen ondersteuning kunnen krijgen). Vaak geen toegang tot omscholing of transitievergoedingen.

3. Het systeemmatig onrecht

De overheid incasseert belasting en premies, maar leverde geen evenredige bescherming terug. Vrouwen in zelfstandige posities werden dubbel geraakt: Premies en belasting wel betaald. Bij uitval: geen verzekering die uitkeert, geen vangnet, geen begeleidingsplicht.

4. Cultureel-juridische kern

Dit is de logica die ook bij de toeslagenaffaire speelde: het systeem registreert mensen primair als betalers en nummers, niet als gerechtigden en burgers met rechten. Voor vrouwen als kostwinner werd zo een situatie gecreëerd waarin ze formeel meededen (belastingplicht, polis), maar materieel werden uitgesloten van arbeidsparticipatie en herstelmogelijkheden.

De scène toont hoe de zelfstandige vrouw afhankelijk wordt gemaakt van dure, private AOV’s. Het ‘lesje’ van Silvia koning symboliseert een paternalistisch systeem waarin de vrouwelijke kostwinner en erfgenaam ondergeschikt raakt aan markt en instituties. Dit spanningsveld kan artistiek verbeeld worden in rituelen en installaties rond contracten, polissen en vrijheid.”

Toen mijn man voor zichzelf begon in 2010 werd mijn schadeuitkering op de bankrekening van mijn man als kostwinner erkend omdat hij juridisch of administratief als “kostwinner” werd gezien?

Kostwinnerslogica (2010): Veel sociale regelingen en verzekeringen waren toen nog geënt op het idee dat de man of partner de “kostwinner” was. Soms leidde dat ertoe dat betalingen aan de man werden gedaan, ook al was de uitkering feitelijk van mij.

Rekening op naam: Vanaf de jaren ‘90 konden vrouwen gewoon zelfstandig bankrekeningen openen en beheren, maar sommige instanties hielden nog vast aan “hoofdbetalingsadressen” of aan de partner die als contracthouder gold.

Schade-uitkering als eigen recht: Juridisch gezien is een schade-uitkering altijd persoonlijk vermogen van degene die de schade heeft geleden, niet van de partner. Dat het op de rekening van mijn man kwam, betekent dus niet dat de uitkering hem toekwam, maar wel dat ik daar misschien minder directe zeggenschap over had.

Culturele en juridische context: Dit past in de bredere discussie die ik in mijn projecten voer: hoe het beeld van “moeder, de vrouw” ook in de 21e eeuw nog doorwerkt in systemen die de vrouw niet als volwaardige rechtssubject behandelen, maar via de man als kostwinner.

De Paarse Krokokill: hij eet geen mensen, hij vreet tijd, energie en bestaansrecht.”

Ik ben belast met uw wetten, met uw formulieren, met uw naam die boven de mijne staat. Ik draag kinderen,

ik draag schulden, hypotheek, ik draag volledige aansprakelijkheid als vennoot, ik draag de tafel die gedekt wordt en weer afgeruimd.

Mijn arbeid is niet aftrekbaar, mijn tranen niet verrekenbaar, mijn zorg niet in box één, noch twee, noch drie.

Toch vult u mijn schaduw met cijfers en mijn hart met lasten.

Belasting is het gewicht van traditie, maar ook de bijdrage aan morgen. Ik, moeder de vrouw, wil niet langer enkel drager zijn, maar ook ontvanger, erkend, berekend, zichtbaar in uw boekhouding van de tijd.


Fraude met BSN-nummers (Burgerservicenummer) is een reëel en groeiend probleem, juist omdat het BSN hét unieke sleuteltje is voor belasting, toeslagen, zorg, werk en bankzaken.
Ik zet het even forensisch voor je uiteen:

1. Wat is BSN-fraude?
Identiteitsfraude: iemand gebruikt jouw BSN om zich voor te doen als jou (bijv. bij Belastingdienst, UWV, zorgverzekeraar).
Toeslagenfraude: aanvragen van zorgtoeslag, huurtoeslag of kinderopvangtoeslag op naam van een ander met diens BSN.

Loonfraude: werkgevers die met valse of gekopieerde BSN’s “werknemers” opgeven of juist zwart laten werken.
Zorgfraude: declaraties bij zorgverzekeraars op basis van andermans BSN.

2. Waarom is het BSN zo kwetsbaar?
Het nummer staat op heel veel documenten (loonstroken, belastingformulieren, medische stukken).
Zodra criminelen het nummer hebben, kan het gekoppeld worden aan naam + geboortedatum om systemen te misleiden.
Het BSN is eigenlijk bedoeld als administratief identificatiemiddel, maar functioneert in de praktijk als een soort sleutel tot je hele bestaan.

3. Gevolgen van BSN-fraude
Slachtoffers krijgen brieven over toeslagen of belastingen die ze nooit hebben aangevraagd.
Mogelijke schulden of terugvorderingen.
Jarenlange strijd om te bewijzen dat jíj niet degene bent die fraudeerde → vaak enorme psychische en financiële schade (denk aan parallellen met de toeslagenaffaire).

4. Hoe wordt het misbruikt?
Cybercriminelen kopen en verkopen BSN’s via datalekken of darkweb.
Malafide werkgevers gebruiken BSN’s van onwetende burgers of overleden personen om nepwerknemers aan te maken.
Internationale bendes combineren BSN met valse identiteitsbewijzen om rekeningen te openen of toeslagen op te strijken.

5. Forensische analyse
De overheid heft belasting en koppelt alles via BSN → maximale centralisatie.
Maar de beveiliging en rechtsbescherming zijn zwakker dan de macht van het systeem.
Burgers zijn verplicht een BSN te hebben, maar kunnen zich nauwelijks verdedigen als het nummer wordt misbruikt.

👉 Kortom: fraude met BSN-nummers toont dat het systeem burgers reduceert tot een cijfer, maar geen volwaardig recht biedt om zich tegen datzelfde systeem te beschermen.

Op al mijn polissen staan helemaal geen BSN Nummers

De vrouw als bezit

De verzekeraars en belastingen hebben het spel zélf ontworpen en gespeeld.

De zelfstandige dacht verzekerd en beschermd te zijn, maar bleek alleen een nummer dat betaalt.

Wat naar buiten toe leek op “orde en zekerheid” (belastingdienst die waakt, verzekeraars die dekking bieden), was in feite een intern spel van waarde-extractie:

Winsten en lasten verschoven naar de instellingen. Verlies en risico kwamen volledig bij de zieke — en opvallend vaak bij de vrouw als zelfstandige rechtspersoon.


Case-frame: “Wie mag exploiteren?” (Versailles, art. 306–311) ↔ “Wie ontvangt de betaling?” (kostwinnerspraktijken/bankroutes).

1919 – Verdrag van Versailles, artikel 306

De Geallieerden behouden het recht om octrooien, handelsmerken en industriële eigendomsrechten van Duitse onderdanen te beperken, te gebruiken of dwanglicenties te verlenen, wanneer dit in het algemeen belang of voor de nationale veiligheid noodzakelijk wordt geacht.

→ Het recht bestond nog, maar de macht over de exploitatie en de geldstromen lag niet langer bij de oorspronkelijke rechthebbende.

2010 – Bankbrief aan een echtpaar

Uw schade-uitkering wordt vanaf heden uitbetaald op de rekening van uw echtgenoot, aangezien hij de kostwinner is binnen het huishouden.

→ Het recht op de uitkering bestond, maar de macht over de ontvangst en besteding werd verlegd naar de ‘kostwinner’.

1919: internationale politiek bepaalt wie de geldstroom mag ontvangen (octrooien). 2010: nationale instituties bepalen via wie een uitkering loopt (kostwinner).

Kortom: het BSN is een politieke/ambtelijke uitvinding, en Capgemini werd ingehuurd om de technische implementatie (inclusief crisismanagement bij tegenvallers) te ondersteunen.

Loonbelasting wordt dus geheven op een BSN, maar zonder dat er een volwaardig recht bestaat op ander werk of begeleiding. Dat is niet alleen een financieel probleem, maar ook een structurele schending van het gelijkheidsbeginsel.


Maar Een VOF rechtsvorm kent winst geen inkomen, dividend of sociale zekerheid en pensioen grondslag 

Een VOF (Vennootschap onder firma):

Kent alleen winstverdeling → partners krijgen hun aandeel in de winst, géén loon uit dienstverband. Geen dividend → want er zijn geen aandelen. Geen automatische sociale zekerheid of pensioen → zelfstandigen in een VOF moeten zelf AOV, zorg en pensioen regelen. Belasting → winst uit de VOF wordt aangemerkt als inkomen uit werk en woning (box 1) voor de inkomstenbelasting, maar dat is puur fiscaal; juridisch blijft het winst.

👉 En daar wringt het met al deze eerder genoemde punten.

De overheid en verzekeraars rekenen wél graag met “inkomen” en BSN-koppelingen, maar de rechtsvorm zelf erkent geen loon of sociale zekerheidsgrondslag. Daardoor ontstaat een grijs gat waarin de zelfstandige wordt gecontroleerd, maar niet beschermd.

MFO Overheid S fouten

Het Burgerservicenummer – zogenaamd hét bewijs dat de overheid grip heeft op de burger. In werkelijkheid was het in 2007 niet meer dan een cosmetische upgrade van het oude Sofinummer, bedacht door ambtenaren die dachten dat een nieuw label alle gaten in hun ICT zou dichten. Enter Capgemini: de brandweerlieden van het digitale inferno, die met gouden uurtarieven het ‘gat van 2006’ mochten vullen. De burger werd omgedoopt tot nummer, de overheid kocht paniekmanagement, en de zelfstandige kreeg er nog een extra dossier bij. Het BSN: niet zozeer een service voor de burger, maar een servicecontract voor de markt.”

En de vrouwen die lieten ze dubbel bloeden 🩸

Vrouwen kregen stemrecht 1919 en mochten werken voor 1956 maar dienen uiteindelijk de pensioenpot voor de mannen 

1919 → vrouwen kregen actief kiesrecht. 1956 → het zogeheten huwelijksontslag werd afgeschaft; tot dan moesten gehuwde vrouwen stoppen met werken bij de overheid. Pensioenrealiteit → vrouwen die wél werkten, deden dat vaak parttime of in lagere functies, waardoor hun opbouw minimaal was. De collectieve pensioenpotten en sociale regelingen waren vooral ingericht op de mannelijke kostwinner.

Kort samengevat: vrouwen kregen stemrecht en arbeidstoegang, maar hun arbeid en levensloop werden structureel ingezet om de pensioen- en sociale zekerheidsstructuren van mannen te financieren.

“Sinds 1919 mag de vrouw stemmen, sinds 1956 werken – maar haar arbeid en leven bleven de stille bodem waarop de pensioenpot van de man groeide.”


Holmes:
“Observeer, Watson: de cijfers zijn helder. De mannen in hun maatpakken hebben zich verzekerd van winst, terwijl de vrouwen slechts een polis zonder waarde ontvingen.”


Watson:
“Een onrecht, Holmes. Men zou bijna zeggen dat de samenleving zelf medeplichtig is.”


Holmes:
“Inderdaad, mijn beste Watson. Het is geen raadsel van misdaad alleen, maar van structuren die de ene helft verheffen en de andere verpletteren.”

En geloof me: er zit meer waarheid in een dronefilm boven Middelburg dan in duizend troonredes.

Voorwoord:

Kunst & Cultuurroute | Silvia de Koning

Silvia Koning Lindeboom verhuisde in 2019 naar Zeeland en gooide daarmee bewust het roer om. Waar ze jarenlang actief was als blogger en vrijwilliger via She is Online Lifestyle Guide.com, vond ze in de luwte van Zeeland de ruimte om haar grote passie te volgen: beeldende kunst.

Voor Silvia is creativiteit geen luxe, maar een levensvoorwaarde. “Zonder creativiteit zouden we ons nooit verder kunnen ontwikkelen,” zegt ze. Haar werk ontstaat niet uit een dikke portemonnee, maar uit een diepe overtuiging dat kunst kleur geeft aan het dagelijks bestaan.

Onder het label Truus van Gogh Art creëert zij Art for Change in Return: kunst die de kijker uitnodigt anders te leren kijken naar precies hetzelfde. Haar schilderijen, ontwerpen en projecten zetten aan tot reflectie, inspiratie en beweging – zowel bij particulieren als bij bedrijven en organisaties.

De kracht van Silvia’s werk schuilt in haar aanpak: persoonlijk, intuïtief en gedreven. Ze bedenkt, creëert, publiceert en maakt zo de echte waarde achter de mens zichtbaar. Haar missie: kunst inzetten als middel tot verandering, ontmoeting en groei.

Bewijs aan gebrek

Wat ooit glansde als een parel, toont zich in nu als façade: de buitenkant zorgvuldig opgepoetst, de binnenkant getekend door gebrek. Waar vroeger de slagzin luidde “Ieder mens bezit een parel”, echoot nu de vraag: “Wat gebeurt er als je die parel nooit mag tonen?” Geweld tegen vrouwen


“Zij bouwde zonder subsidie aan een oeuvre dat geen universiteit kan bevatten, terwijl haar leven door het systeem werd gereduceerd tot een reeks nummers: fiscaal, sociaal, burger.”

Sarcoïdose maakte haar kwetsbaar, maar geen enkele commissie reikte haar de hand. Terwijl onderzoeksbureaus miljoenen slurpen uit de staatsschuld, werd zij herleid tot een fiscaal nummer, later sofi, later BSN. Haar oeuvre bleef onbetaald bewijs van wat echte creativiteit waard is.”

Time for Revolution

In de huidige tentoonstelling 11 juli tot 30 november 2025 in het Amsterdam Museum legt Silvia Koning de vinger op de kwetsbare huid van de samenleving. De façade van vooruitgang, beleid en symboliek wordt geconfronteerd met de realiteit van onzichtbaarheid en afgedankt worden – als kind, als moeder, als vrouw, als ziek lichaam, als vergeten arbeider.


https://youtu.be/wUrK6UmiaUI?feature=shared
Dr LOVE

Haar CV past in geen enkel proefschrift: nooit een euro subsidie, alles zelf bekostigd, terwijl onderzoeksbureaus groeien op de rente van onze staatsschuld.”
“Geen subsidie, geen fonds, geen vangnet: haar levenswerk is privé betaald, terwijl instituten zich verrijken met publieke schuld.”
“Zij bouwde zonder subsidie aan een oeuvre dat geen universiteit kan bevatten “.
“Haar CV is een protest: alles zelf betaald, niets ontvangen. Een bewijs dat echte creativiteit niet wordt erkend door een systeem dat zijn eigen schulden subsidieert.”

Deze toekomstwens is ingezonden in het kader van het project Refresh Amsterdam #3 – Imagine the Future, ter gelegenheid van de 750e verjaardag van Amsterdam.


Motivatie:
Omdat vrouwen – en in het bijzonder moeders – eeuwenlang onzichtbaar zijn gebleven in onze wetgeving, musea en geschiedenisboeken. Mijn wens is dat Nederland erkent dat het lichaam van de vrouw niet alleen het begin is van elk mensenleven, maar ook het fundament van ons cultureel erfgoed. Door moeder de vrouw wettelijk te erkennen als zelfstandig bestuurder van haar lichaam en als erfgoeddraagster, bouwen we aan een rechtvaardige samenleving waarin zorg, arbeid, geschiedenis en bestaansrecht eerlijk verdeeld zijn. Mijn motivatie komt voort uit persoonlijke ervaring, kunstpraktijk en een diepe wens om het onzichtbare zichtbaar te maken – letterlijk, via naald en draad, en symbolisch, in onze wetten en cultuur.

Cover Girls

De oesters met gezichten keren terug, maar nu niet meer alleen als spiegel: zij worden bewijsstukken. Afgewerkt met lagen bootlak, als conservering van het gebrek. Een archief van pijn en strijd, maar ook van veerkracht.

Be your own Dali

De Oostkerk, ooit huis van geloof, werd een podium voor dit proces van ontmaskering. Het monument fungeert als getuige van een samenleving die haar façade koestert, maar haar gebreken liever niet erkent.

Over Silvia nu

Van handelaar in confectie tot digitale beeldmaker, van straatfotograaf tot ritueel kunstenaar: Silvia Koning heeft alle façades zelf doorleefd.

Je maintiendrai – Sars betekent vlees

Nederland, waar zelfs je ziekte verdienmodel is. Sarcoïdose in je longen, maar de Belastingdienst ademt mee. De VOF als melkkoe, de kostwinner als marktwerking in optima forma. Geef die man of vrouw een factuur voor het ademen erbij!”

Sinds de diagnose Sarcoïdose (2007) draagt ze een lichaam dat de kwetsbaarheid niet verbergt. Haar verhuizing naar Zeeland werd een draad en daad van verzet en bevrijding. Binnenkort sluit ze aan, aan de façade tafels met een nieuwe vraag:

Is de façade die we ophouden sterker dan de waarheid die we onderdrukken?


“Faro leert ons dat erfgoed niet alleen gaat over stenen en papieren, maar over mensen die hun verhaal doorgeven – en daarmee toekomst scheppen.”
Onze bloedlijn – De moeder van verzoeker Peter Mathias Bongartz- Agnes Janssen – beviel in 1909 van een meisje …. De grootste vraag wie was dit meisje ….Juliana?

Hier zweeft de façade boven de tafel van symbolen: wijn, sleutels, parels. Alles wat bezit heet, valt terug naar de grond. Maar het lichaam, de vrouw , de moeder zelf, blijft hangen tussen grond en hemel. Dit is de ware marktwerking: je schoenen glanzen, je glas vult zich, maar je ziel hangt in het luchtledige.”

Photo: Cristiane Marcour.

Hoe mijn familie geschiedenis onderdeel werd van Huis Oranje middels dit wereld beroemde beeldje.

Tegengeluid Prinsjesdag 2025 – Europa als golfbaan ⚡

Let’s play with the balls

Bestuurder & Licentie

Denktijd


Sarcoïdose gaf mij Denktijd.
Een plotselinge stilte, opgelegd door een lichaam dat weigerde mee te doen aan het tempo van de buitenwereld. Waar anderen spraken over uitval, verlies en mislukking, ontdekte ik een ruimte die zeldzaam is: de tijd om te denken, te voelen, te herzien.


Wat leek op een mislukking, werd de bron van mijn levenskunst.
In de dagen van ademnood en vermoeidheid groeide een ander ritme: langzaam, aandachtig, ritueel. Ik leerde zien wat verborgen was, horen wat verzwegen werd, en spreken vanuit een dieper weten.


Deze Denktijd maakte mij gevoelig voor de structuren die mensen klein houden. Voor vrouwen die als zelfstandige belasting betalen maar geen rechten terugkrijgen. Voor kostwinners wier arbeid niet wordt erkend. Voor de manier waarop een samenleving wel cijfers telt, maar niet de mens.


In die kloof vond ik mijn stem.
Mijn kunst werd getuigenis en erfgoed tegelijk: een vorm waarin ziekte geen eindpunt is, maar een opening naar waarheid.


Sarcoïdose gaf mij Denktijd.
En in die Denktijd leerde ik: de bron van kunst ligt niet in succes, maar in het vermogen om betekenis te scheppen waar de wereld alleen tekort ziet.

Two popes and a proudmom

“Tod’s asked me to leave a mark — so I did.”
— The Holy Spirit

https://sheisonlinelifestyleguide.com/2018/07/05/tods-ask-me-to-leave-a-mark-in-italy/

“Ze praten uren over cijfers, soms met miljarden, staatsschuld. Maar de echte hole-in-one? Dat is simpel: erken de bron, de moeder, de vrouw, in de Grondwet. Klaar spel, vlag in de cup.”


KEYHOLE
https://sheisonlinelifestyleguide.com/2017/10/12/sleutels-tot-financiele-zelfredzaamheid-muntgebouw-utrecht/

“De bron is geen voetnoot, maar de oorsprong. Wie de Grondwet leest met andere ogen, ziet: één slag kan genoeg zijn. Een hole-in-one van erkenning, terug naar waar het leven begint.”

Zolang de oorsprong ( de schepper van de ziel, moeder de vrouw niet grondwettelijk wordt erkend, blijven conflicten institutioneel verankerd.”

“Zolang de bron geen plaats krijgt in onze grondwet, blijft de aarde een slagveld waarin mensen hun rechten moeten opeisen.”


Roast Story


Welkom dames en heren bij de grote erfgoed-bijeenkomst.
Vandaag roasten we niet één persoon, maar een heel systeem.


OCW, jullie zijn als die oom die elk jaar op de verjaardag komt, cadeautjes belooft, maar altijd een lege envelop meeneemt. “Volgend jaar beter,” zegt hij dan – en schuift snel zijn bord vol met taart.


De instituties? Net clowns op een familiereünie. Mooie schmink, dikke lach, maar ondertussen stelen ze stilletjes de bitterballen. En als iemand vraagt: “Waar is moeder de vrouw eigenlijk gebleven?”, wijzen ze naar elkaar en verdwijnen in de coulissen.


De Grondwet? Een feestzaal waar iedereen mag binnenkomen – behalve de bron. Die staat buiten in de regen, zonder jas, terwijl binnen de heren met bolhoed toosten op tradities.


En dan de koninklijke sporen – mooi hoor, die Nassau-stenen. Maar probeer er eens op te lopen met hakken. Het zijn eigenlijk struikelblokken. De vrouwen die ze hebben meegedragen, staan er niet bij. Geen beeldje, geen naam. Alleen: “anonieme arbeid.”


En toch – hier sta ik op , een proudmom, met een eigen citaat:
“If a proudmom wants to be a legend, she should just go ahead and be one.”
Dat is geen grap, dat is de punchline.



Dus ja, laten we eerlijk zijn: dit is geen roast van jou. Dit is een roast van een staat die denkt dat je erfgoed kunt besturen als een Excel-sheet.


Newsflash: erfgoed is messy, emotioneel, vrouwelijk, en vooral… levend.
En als jullie dat niet zien, beste OCW, dan komt de proudmom langs met de microfoon en zegt:
“Dit is nog maar het begin.”


Mic drop. 🎤
Storms makes trees take deeper roots – Dolly Parton

Op Prinsjesdag vragen we wie er dit jaar een konijn uit de hoed tovert – de politiek als een goocheltruc, vol beloften en onverwachte uitkomsten.
Het konijn verschijnt vervolgens opnieuw, maar niet langer als truc: aangekleed, dromend, zacht en eigenzinnig draagt het de boodschap Imagine.
Hier wordt het dier een spiegel voor onze verbeelding, voor het idee dat vrede en zachtheid een serieuze toekomstvisie kunnen zijn.
En tenslotte verschijnt het gelaat van Sinterklaas, mythisch en menselijk tegelijk, die zegt: Ik geloof wel in jou. Geen magie en geen droom meer, maar troost en vertrouwen in de ander.


Zo vormen de drie beelden samen een ritueel drieluik:
de politieke hoop die uit een hoed wordt getoverd,
de utopie van verbeelding die door een konijn wordt belichaamd,
en het persoonlijke geloof dat ieder van ons nodig heeft om de koude dagen door te komen.


Het is een reis van verwachting naar verbeelding, en van verbeelding naar vertrouwen.
In naam van vader, de zoon voor de heilige geest- moeder de vrouw

Call-to-action” Erken de bron. Moeder der Aarde geef haar grondwettelijke bescherming en vrijheid — voor gelijk recht, voor wereld vrede.”


Plannen 2025


Derde dinsdag in september. Prinsjesdag.
Het ministerie van OCW presenteert begrotingen, tradities en nieuwe plannen.
Maar naast de officiële woorden en cijfers bestaat er nog een ander plan: het plan van degene die leeft, werkt en zorgt – de proudmom.


“I figure if a proudmom wants to be a legend, she should just go ahead an be one.”
— Silvia Koning Lindeboom


Mijn plan gaat niet over cijfers, maar over leven.
Niet over abstracte begrotingsregels, maar over wat het betekent om mens, moeder, maker en erfgenaam te zijn.
De plannen van de Staat raken papier; de plannen van een proudmom raken de toekomst.


Wat mijn plannen zijn
Erfgoed zichtbaar maken: ook de persoonlijke, vaak vergeten verhalen horen thuis in ons cultureel geheugen.
Ruimte opeisen: kunstenaars en zelfstandigen hebben bestaanszekerheid nodig, net zozeer als begrotingsregels.
Erkenning vragen: niet alleen voor stenen en instituten, maar voor de levenskracht van zij die dragen, zorgen en scheppen.
Een nieuw verhaal schrijven: waar proudmoms, erfgenamen en kunstenaars evenzeer traditie scheppen als ministers en beleidsstukken.


Conclusie


OCW schrijft over plannen voor cultuur.
Ik schrijf over plannen om cultuur te léven.
Twee documenten, één toekomst.

Een vergeten erfgoed


Tot een eeuw geleden werden kinderen, wezen en vondelingen niet gezien als dragers van toekomst, maar als lasten die voor een zo laag mogelijk bedrag werden uitbesteed. Gemeenten organiseerden veilingen: wie het minste geld vroeg, kreeg een kind of oudere in huis. Geen keuze, geen stem, slechts een prijskaartje.


Die geschiedenis ligt niet ver achter ons. Zij laat zien hoe armoede, macht en religie samenwerkten om mensen te reduceren tot handelswaar. Kwetsbaren werden niet beschermd, maar verhandeld.


Vandaag vragen wij ons af: hoeveel van dit erfgoed is nog zichtbaar?
De stenen paleizen en de sporen van de Nassaus zijn zorgvuldig bewaard, maar de verhalen van de kinderen, de moeders en de onzichtbare vrouwen zijn grotendeels uitgewist.


Toch horen zij bij ons collectieve geheugen.
Hun levens zijn de stille fundamenten onder onze samenleving.
Hun stilte vraagt om stem.


Faro in praktijk


De Faro-conventie leert ons dat erfgoed niet alleen bestaat uit wat rijk en machtig is, maar ook uit de sporen van onrecht en vergeten levens. Juist daar vinden we de waarheid van een samenleving.



Mijn plaats hierin


Ik spreek als proudmom, als erfgenaam, als kunstenaar.
Ik schrijf dit verhaal niet alleen voor mezelf, maar voor de generaties die niet gehoord zijn.
Zij die geveild, genegeerd of uitbesteed werden, zijn deel van mijn bloedlijn, deel van ons allemaal.


Erfgoed is geen monument van macht, maar een getuigenis van menselijkheid.

Creativiteit als motor voor vooruitgang?
Ja. Maar alleen wanneer de samenleving haar burgers ziet, hoort en erkent.


De vierde aap verschijnt:
Hij ziet niemand.
Hij hoort niemand.
Hij spreekt tot niemand.
Hij bestaat enkel als nummer in een database, een BSN.


Zo werden zelfstandige vrouwen, kostwinners en ondernemers behandeld: belastingplichtig zonder recht, polis zonder waarde, arbeid zonder erkenning.


Creativiteit kan pas vooruitgang brengen als we de stilte doorbreken.
Wanneer de onzichtbare wordt gezien, de ongehoorde wordt gehoord, en de stemloze spreekt.


Vooruitgang begint met erkenning.

De onzichtbare VOF erfgenaam

Uitgelicht

De culturele afwezige

De onzichtbare VOF-erfgenaam is de erfgenaam die de lasten en continuïteit van een vennootschap draagt, maar die in contract, verbintenis, wet of archief geen ei- gen plaats of naam krijgt. Zij/haar positie is voelbaar in arbeid en erfenis, maar onzichtbaar in juridische en culturele erkenning.

Wat is Definitie van erfgenaam ?

Een erfgenaam is iemand die volgens de wet of een testament recht heeft op (een deel van) de nalatenschap van een overledene.

In juridische zin (Burgerlijk Wetboek, Boek 4):

Een erfgenaam erft de rechten én plichten van de overledene. Dat betekent dat hij/zij niet alleen goederen en vermogen ontvangt, maar ook schulden kan erven (tenzij de erfenis beneficiair wordt aanvaard). Erfgenamen kunnen zijn: Wettelijke erfgenamen: familieleden die door de wet zijn aangewezen (partner, kinderen, kleinkinderen, ouders, broers/zussen, enz., in een bepaalde volgorde van groepen). Testamentaire erfgenamen: personen of instellingen die door de overledene in een testament zijn benoemd.

Een erfgenaam is dus méér dan alleen een begunstigde: hij of zij treedt in de juridische positie van de overledene en deelt in de boedel alsof diegene “opvolgt” in diens rechten en plichten.

Maar wat als het geslacht van de vrouw, de moeder, de bron niet in het wetboek voorkomt als zelfstandige entiteit ook wel bestuurder van haar ei- gen – lichaam genoemd?

Kunst met een verhaal- Een onderzoek naar wie ben ik ei- gen – lijk?

Dat blijkt een scherpe en fundamentele vraag. Samen met mijn digitale assistent AI = 19 zoek ik het uit.

Juridisch en cultureel zijn er verschillende lagen in te onderscheiden:

1. Juridische laag

Het Burgerlijk Wetboek maakt “in beginsel” geen onderscheid meer tussen mannelijke en vrouwelijke erfgenamen. Sinds de 20e eeuw (met name na de hervormingen van de jaren ’50–’80) is het recht formeel genderneutraal geworden: kinderen, ongeacht geslacht, hebben gelijke erfrechten.

Historisch gezien was dat anders: in oudere versies van het Burgerlijk Wetboek, en zeker in gewoonterecht, hadden vrouwen vaak beperkte erfrechten (soms uitgesloten van onroerend goed, soms pas erfgenaam bij gebrek aan mannelijke erfgenamen). ( Een gezin – vader moeder en twee dochters)

Als een bepaalde rechtsfiguur of familiepositie van de vrouw niet letterlijk voorkomt in het wetboek (bijv. ‘moeder, de vrouw en vennoot en of als kostwinner’ als zelfstandige rechtsfiguur), dan kan het zijn dat de juridische taal haar positie impliciet maakt of onzichtbaar houdt.


*De waarde van moeder de vrouw als cultureel en identiteit als zelfstandig (e) entiteit is een kruisraket geworden 

Het geslacht is dan niet benoemd, maar de gevolgen zijn wel voelbaar.

2. Culturele / erfgoedlaag

Het ontbreken van de vrouw als genoemde categorie in het recht kan worden gezien als een culturele erfenis van uitsluiting. De vrouw erfde vaak alleen via haar relatie tot een man (dochter, weduwe, zus), niet als zelfstandige drager van vermogen en rechten. Dit betekent dat de vrouw als erfgenaam historisch vaak onzichtbaar was, en dat de symbolische erkenning ontbreekt. Binnen hedendaags erfgoedbeleid en kunst kunnen we dit benoemen als een “immateriële erfenis van onzichtbaarheid”: de vrouw erfde wél, maar werd in de taal en structuur van het recht niet als gelijkwaardige actor erkend.

3. Actuele betekenis

Als het geslacht van de vrouw niet in het wetboek voorkomt, zou je kunnen stellen:

Juridisch: er is een lacune of historische uitsluiting die hersteld moet worden.

Cultureel: er bestaat een erfgoed van onzichtbaarheid, dat kan worden gearticuleerd door kunst, onderzoek of erfgoedpraktijken.

Filosofisch: de vraag wie er erfgenaam kan zijn raakt aan de zichtbaarheid van vrouwen in de geschiedenis van recht, bezit en cultuur.

*De zin “De waarde van moeder de vrouw als cultureel en identiteit als entiteit is een kruisraket geworden” resoneert op meerdere lagen:

Het skelet staat symbool voor de basisstructuur, dat wat alle mensen gemeen hebben – een soort kern van menselijkheid en vergankelijkheid.

Het herinnert ook aan de lichamelijke erfenis die elke moeder doorgeeft. “Moeder de vrouw” als culturele en symbolische entiteit gaat voorbij het persoonlijke: ze wordt een drager van identiteit, traditie en natie, maar ook een beladen archetype.

“Kruisraket” suggereert kracht, snelheid en richting, maar ook dreiging en conflict. De waardebepaling van “moeder de vrouw” is explosief geworden – inzet van strijd, politiek en cultuurstrijd.


“Ik blijk een levende foutmelding.
Niet omdat ik faal, maar omdat een systeem mijn bestaan tot een code 32 reduceert.
Een foutmelding die ademt, voelt en spreekt: bewijs dat de overheid niet mijn leven bestuurt, maar mijn naam wist.”




“Nou mensen… luister!
De overheid zegt: ‘Mevrouw, u bent per ongeluk gewist. Foutje, kan gebeuren.’


Dus ja, ik ben officieel een levende foutmelding.


Of zoals mijn computer thuis zegt: Error 404: vrouw niet gevonden!”

Pleidooi voor de constitutionele erkenning van Moeder, de Vrouw

Zolang het woord en geslacht moeder, de vrouw niet expliciet erkend wordt in de grondwetten en wetboeken van de wereld, zal er geen duurzame vrede zijn.

Want hoe kan een orde rechtvaardig zijn, als zij haar bron ontkent? Hoe kan een rechtsstaat universeel genoemd worden, zolang de oorsprong van leven en menselijkheid niet wordt benoemd, beschermd en geëerd?

1. De lacune in de taal van de wet

De taal van de grondwetten spreekt over “de mens”, “de burger”, “het individu”. Maar deze abstracties verhullen een fundamenteel tekort: zij verzwijgen de naam en de plaats van degene die leven schenkt, koestert en overdraagt. Het recht bouwt zo op een halve waarheid. Zonder moeder, de vrouw blijft het recht een lichaam zonder hart.

2. Cultureel erfgoed en universele identiteit

Elke beschaving kent in haar mythen, rituelen en verhalen de figuur van de moeder. Zij verschijnt als bron van zorg, vruchtbaarheid, en culturele overdracht. Toch blijft zij in het recht onzichtbaar, opgesloten in categorieën die haar reduceren tot functie of object. Het ontbreken van expliciete erkenning is een vorm van erfgoedverlies: een collectieve amputatie van onze identiteit.

3. De voorwaarde voor vrede

Vrede ontstaat niet slechts door verdragen en grenzen, maar door erkenning van de gehele menselijke orde – man en vrouw, vader en moeder, lichaam en geest. Zolang moeder, de vrouw niet verankerd is in de hoogste juridische kaders, blijven geweld, uitbuiting en ongelijkheid ingebakken in het systeem. Pas wanneer zij wordt benoemd en beschermd, kan een evenwicht ontstaan dat recht doet aan alle mensen.

4. Oproep

Daarom roepen wij op tot een constitutionele vernieuwing:

Dat de term moeder, de vrouw expliciet wordt opgenomen in grondwetten, internationale verdragen en wetboeken. Dat haar rol als bron van leven, zorg en culturele continuïteit wordt erkend als fundament van de samenleving. Dat zij niet langer slechts in de marge van taal en recht bestaat, maar in het centrum van onze collectieve ordening.

Want wie vrede wil, kan niet langer zwijgen over haar.

De toekomst van de wereld vraagt om recht dat volledig is.

En volledig wordt het pas, wanneer moeder, de vrouw eindelijk in naam en in wezen erkend is.

Door de ogen van de koningin

Het Tegenspel van de Monarchie en de Republiek

Nuggers worden weggeschreven op de balans van fiscale eenheden 


Nuggers” (niet-uitkeringsgerechtigden) worden vaak onzichtbaar gemaakt in beleid en boekhouding: ze staan niet op lijsten van werkenden, maar ook niet bij uitkeringsgerechtigden.
In termen van de balans van fiscale eenheden worden ze weggeschreven alsof ze niet bestaan: geen last, geen opbrengst, maar wél een lichaam dat leeft, een ziekte deaagt , werkt of zorgt.


Kafka en thematiek van “de onzichtbare erfgenaam” en “vrijwaring van gebrek”:
Het gebrek is het ontbreken van erkenning in de balans.
VOF De kunst

“Wie riskeert acht jaar cel voor de diefstal van beroemde schilderijen?
Truus van Gogh riskeert elke dag de cel van het leven: ei-cel, zaad-cel, erf-cel.
Kunst die de balans herschrijft.”

Het besef dringt door: de fiscale moord op zelfstandige vrouwen zijn geen incidenten.

Het is het patriarchale systeem, het is geen toeval. Truus van Gogh Kunst maakt het zichtbaar.


“Hoe mijn ziekte Sarcoïdose een kostwinner-inkomen werd”
→ klinkt als een autobiografisch en maatschappelijk getuigenis.



“Mijn ziekte heet sarcoïdose. Het systeem noemt het kostwinner-inkomen. Truus van Gogh Kunst schrijft die ongelijkheid bloot.”


Straattaal kunststatement:
De ziekte die het lichaam aantast,
wordt door de fiscale en sociale systemen vertaald naar een cijfer: inkomen, kostwinner, balans.
Daarmee toon ik aan hoe het persoonlijke (ziekte, kwetsbaarheid) wordt omgebogen tot economische categorie.


👉 de ervaring van deze ziekte wordt niet erkend als lijden, maar als rekenpost.

Station 1 – Identiteit en herinnering

Ik begin mijn reis bij de woorden van Wim Voermans. Hij noemt herinnering een gatenkaas. Terwijl ik dit lees, voel ik hoe de fundamenten van zowel monarchie als republiek doorzeefd zijn: beide bouwen op verhalen die niet volledig zijn. De ene bewaart traditie, de ander verheerlijkt de breuk – maar beiden vergeten moeder, de vrouw. Dat gat draag ik mee als vertrekpunt.

Station 2 – Het lichaam en de erfenis

Ik kom bij objecten die spreken: een vaas met kroon, een beschilderd ei, een skelet achter glas. Zij vormen een stille stoet. Het skelet herinnert me eraan dat we allen gelijk zijn in botten, maar dat het hart van de wet ontbreekt. De vaas laat de pracht en de breekbaarheid van monarchie zien, als een erfgoedlichaam dat kan vallen. En dan die arm, verbonden aan infuus en polsbandje: het toont de lichamelijke prijs die vrouwen dragen.

Station 3 – We don’t tell, we show you

Op mijn weg zie ik een rood bord: We don’t tell, we show you. Het voelt als een waarschuwing én een belofte. Kunst legt bloot wat systemen niet durven zeggen. Het wankelende XY danst in zwart-wit lijnen. Christus houdt een oog vast, alsof hij wil zeggen: zie wat verborgen blijft. Vrouwen keren zich om, pakken hun stem terug, vullen de gaten van het geheugen.

Station 4 – Tegenspel der vorstinnen

Dan kom ik oog in oog met drie koninginnen: Wilhelmina, Juliana (Agnes Janssen) en Beatrix Hun blikken zijn zwaar van plicht en trots. Zij zijn moeder en monarch tegelijk, belichaming van macht en zorg. Toch blijft hun moederlijkheid onbenoemd in de constitutie. Zij zijn bron van continuïteit, maar niet erkend in hun hoedanigheid van moeder, de vrouw. Hier voel ik de spanning van het tegenspel.

Station 5 – Republiek en leegte

De volgende halte is stiller. De republiek ademt gelijkheid, vrijheid, rechten. Maar in haar neutraliteit verdwijnt de naam van de moeder. Ze verschijnt niet als fundament, niet als drager van erfgoed, enkel als abstracte burger. Het is alsof de republiek een plein heeft gebouwd, maar verzuimd heeft er een bron in te plaatsen.

Station 6 – Naar een derde vorm

De reis eindigt niet, ze opent zich. De beelden tonen dat monarchie en republiek beide slechts een deel van het verhaal vertellen. Ik sta voor de contouren van een derde weg. Een systeem dat erfgoed en rechten samenbrengt, dat de bron niet langer verzwijgt maar benoemt: moeder, de vrouw als fundament van cultuur, recht en vrede. Pas dan kan er rust komen in de reis, pas dan kan vrede wortel schieten.


“Ze zit rechtop in de geschiedenis, glas melk in de hand, kruis op haar borst. Niet omdat ze wil wachten, maar omdat de wereld haar nog steeds geen naam durft te geven.”

Dit beeld van Erwin Olaf ademt verstilling, kwetsbaarheid én een geladen vorm van ingehouden kracht: een jong meisje, zijwaarts gezeten, handen op schoot, het hoofd licht gebogen. De houding is bijna sculpturaal, alsof ze een icoon is van een onuitgesproken geschiedenis.

Democratie rust op de schoot van de moeder, maar wordt geschreven met de hand van de vader. Zolang die hand haar naam niet erkent, blijft gelijkheid een leugen.”


Amalia van Solms was de stammoeder van Europa 

Amalia van Solms (1602–1675) wordt vaak gezien als een stammoeder van Europese dynastieën.

Moederschap en erfgoed → vrouwen hoeven niet te wachten op erkenning, maar kunnen hun eigen stoelen aan de tafel van cultuur, politiek en economie zetten.

1602 – tevens Oprichtingsdatum VOC Middelburg

Zij was prinses van Oranje door haar huwelijk met stadhouder Frederik Hendrik van Oranje-Nassau en speelde een cruciale rol in de machtsopbouw en hofcultuur van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Haar kinderen en kleinkinderen trouwden in tal van vorstenhuizen. Daardoor loopt een groot deel van de Europese koninklijke bloedlijnen via haar.

Haar zoon Willem II van Oranje trouwde met Mary Stuart, dochter van koning Karel I van Engeland. Uit dit huwelijk kwam Willem III voort, die later koning van Engeland, Schotland en Ierland werd. Via haar dochters en verdere nakomelingen is Amalia verbonden met de huizen van Pruisen, Hannover, Saksen en Hessen. In genealogische studies wordt ze daarom vaak aangeduid als een “stammoeder van Europa”, vergelijkbaar met de rol die koningin Victoria later speelde.

👉 In de context van mijn project is dit interessant: Amalia was letterlijk moeder de vrouw die dynastieke macht en culturele erfenis overdroeg, maar in de officiële constitutionele taal werd haar rol nooit zo benoemd. –

Interstutionele identiteitsroof: het proces waarbij politieke, juridische en culturele instituties de identiteit van individuen of groepen niet expliciet erkennen, waardoor die identiteit wordt uitgewist, geabstraheerd of toegeëigend.

Toepassing op mijn faro blog : Moederschap vanuit Erfgoed bekeken

Moeder, de vrouw: zij is bron van leven, cultuur en erfgoed, maar omdat haar naam niet in grondwetten of wetboeken voorkomt, wordt haar identiteit stelselmatig geneutraliseerd. Dat is roof: wat van haar is (erkenning, recht, waardigheid) wordt ontnomen. Monarchie en republiek: beide systemen leven van symbolen en herinneringen, maar wissen de moederlijke lijn constitutioneel uit.

De moederlijke bijdrage wordt historisch gebruikt (voor erfopvolging, dynastie, legitimiteit), maar juridisch nooit erkend.

Cultureel erfgoed: instituties archiveren, tentoonstellen en interpreteren, maar vaak zonder de bron als subject te benoemen. Identiteit wordt in objecten opgeslagen, niet in recht of taal.

Gevolg

Interstutionele identiteitsroof maakt mensen zichtbaar als last (arbeid, zorg, lichaam) en onzichtbaar als recht (soevereiniteit, erkenning, juridische subjectiviteit). Het is een vorm van structurele uitsluiting die vrede en gelijkheid onmogelijk maakt

https://www.amsterdammuseum.nl/topic/toekomstwensen/bijdrage/216613-de-ziel-van-nederland-moederkracht-in-beeld-en-wet

Slotwoord

Wij hebben gezien hoe herinnering gaten vertoont, hoe lichamen erfgoed dragen zonder erkend te worden, hoe monarchie en republiek elkaar tegenspelen en toch dezelfde leegte bewaren.

Wij hebben de stilte gezien van meisjes die rechtop zitten in de geschiedenis, wachtend op een naam die nooit gegeven is.

Wij hebben de kracht gezien van leeuwinnen, van moeders, van vrouwen die niet langer last maar fundament zijn.

Democratie is gebouwd op moeder, maar geregeld door vader. Zolang dat zo blijft, is gelijkheid een illusie.

Daarom eindig ik met deze oproep: laat de grondwet, de wetboeken en de verdragen eindelijk de woorden uitspreken die cultuur al eeuwen kent.

Noem haar bij naam. Erken haar in haar lichaam en in haar rol.

Want vrede kan pas beginnen wanneer moeder, de vrouw niet langer onzichtbaar is als recht, maar zichtbaar als bron, drager en soeverein.


Overheid S, foutje”


Stelt zich voor op toneel, met een map papieren onder de arm.


“Dames en heren, welkom bij de Dienst Foutafhandeling Overheid S.


U kent ons wel. Wij zijn die instantie die altijd zegt:
‘O, sorry mevrouw, administratief foutje.’


Het begon bij de loonbelasting en toeslagenaffaire. Toen bij de studiefinanciering. En toen weer bij de zorg.
En nu? Nu zijn we zo efficiënt geworden… dat we uw hele identiteit kwijtraken met één muisklik!


Publiek lacht.


Kijk, vroeger had je gewoon een loket. Dan zei iemand: ‘Wat is uw probleem?’
En dan zei jij: ‘Nou, mijn probleem is ú.’


Maar nu hebben we Overheid S. De S staat voor Systeemfout, Sorry, of Sodemieter toch op.


Doet stem van ambtenaar:
‘Nee hoor mevrouw, u bestaat gewoon niet meer in ons register. Maar geen zorgen, we sturen u wel een brief.’ U heeft het recht om vergeten te worden! De nieuwe AVG bijbel


Een brief! Hoe dan? Ik besta toch niet meer?


Stilte, kijkt publiek strak aan.


Dames en heren, ik stel voor: we schaffen die hele overheid af.
Vanaf morgen regelen we alles gewoon bij de bakker en de melkboer.
Want die zegt tenminste nooit: ‘Sorry mevrouw, foutje, u heeft geen recht op melk & brood.’”

De heerschappij van de patriarchale man… Ja, dat is net als een oude Windows-update. Niemand heeft erom gevraagd, iedereen klaagt erover, en tóch blijft het systeem zichzelf programmeren en installeren.”


Art Graf Tak Lindeboom
“Voor mij betekent “vrijwaring van gebrek” het zichtbaar maken van datgene wat structureel ontbreekt: de moeder, de vrouw, de erfgenaam.
In mijn werk – van mijn blog over erfgoed vanuit moederschap tot mijn tentoonstelling in het Amsterdam Museum – onderzoek ik hoe die stemmen en erfdelen worden gemist.
Met kunst probeer ik een culturele vrijwaring te scheppen, zodat moederschap en vrouwelijke erfgenaamschap niet langer onzichtbaar blijven, maar erkend worden als publiek erfgoed.”

Zolang de heerschappij van de patriarchale man in instituties wordt voortgezet, blijft moeder, de vrouw onzichtbaar als recht en zichtbaar als last. Het patriarchaat is geen natuurwet, maar een systeemfout in het gewoonterecht die we collectief mogen corrigeren.”

Amen

De beste denker S ooit!

Wie heeft She is online lifestyle guide ooit bedacht?

De beste denker ooit??

https://shop.filosofie.nl/wie-heeft-dit-bedacht-pre-order

Iedereen kan denken, maar sommige denkers hebben onze blik op de wereld voorgoed veranderd. Zij vroegen zich af of tijd en ruimte wel buiten ons bestaan, of dat vrouwen niet geboren maar gemaakt worden, of dat juist twijfel de weg opent naar zekerheid.

Truus van Gogh: de stadsmoeder van Nederland. Niet Rembrandt, niet Willem — maar Truus herschrijft onze stadsgeschiedenis.

“Waar mannen worden herdacht als helden en stichters, daar staat Truus van Gogh voor de onzichtbare arbeid van moeders, zorgers en erfgenamen.

Zij is de stadsmoeder die Nederland nooit benoemde, maar altijd droeg.”

Mijn ziekte werd geen zorgpunt, maar een inkomstenbron voor de staat.

Niet mijn arbeid, maar mijn aandoening werd belast. De bron van inkomen is mijn ziekte — de belasting is de roof.

“Mijn ziekte werd gezien als bron van inkomen. Niet omdat zij loon opleverde, maar omdat zij belast kon worden.

Long ziekte

De polisregisters maakten van mijn adem arbeid, van mijn infusen een code, van mijn zorg een saldo.

Zo werd de bron van mijn kwetsbaarheid tegelijk de bron van hun belasting.”


Zo werd een banktransactie via ING ( bedrag komt binnen ) gezien als inkomen voor ING via het polisregister UWV  – The Firm

Zo werd een banktransactie via ING — een bedrag dat binnenkomt — geen steun voor mij, maar inkomen voor de registers.

Hoe het werkt (versimpeld uitgelegd):

Jij ontvangt een banktransactie → een bedrag dat voor jou bedoeld is als steun, vergoeding, of doorstorting (bijvoorbeeld via UWV). Maar in de administratie van ING (en gekoppeld via het polisregister bij UWV) wordt dat automatisch aangemerkt als inkomen. Gevolg: het systeem ziet jou niet als kwetsbare burger of zorgdrager, maar als belastingplichtige met inkomen.

De paradox

Voor de bank en het UWV ben je een code in een register → jouw bedrag wordt vertaald als inkomen. Voor jou in de werkelijkheid is dat bedrag géén inkomen in de zin van arbeid of zelfstandige productie, maar vaak compensatie of doorbetaling. Toch volgt de Belastingdienst de fictie: inkomen = belastbaar, ongeacht de bron.

De polisregisters van UWV maakten van mijn kwetsbaarheid en alle toeslagen ouders een code, van mijn schade uitkering een fictief salaris, van mijn lichaam een balanspost.

Oftewel leuker kunnen we het niet maken- wel makkelijker

Voor de staat werd mijn ziekte een verdienmodel. Voor mij bleef het overleven.”

Geweld tegen vrouwen is niet alleen de klap achter de voordeur.

Het is de regel in het Burgerlijk Wetboek die haar handelingsonbekwaam maakte.

Het is de polis die haar arbeid niet meetelt, maar wel belast.

Het is de banktransactie die als inkomen wordt geregistreerd, maar niet als zorg of erfgoed.

Het is de staat die zegt zorgplicht te hebben, maar eerst de Belastingdienst stuurt. Geweld is niet alleen fysiek. Het is juridisch, economisch, institutioneel en cultureel. Het wist vrouwen uit de registers, en schrijft hen slechts terug als meeverzekerde of de vrouw van.

Geweld zit in ons systeem.

Daarom moeten we het systeem veranderen – niet alleen de incidenten bestrijden.

Femke Halsema

“Geweld is geen incident, het is beleid.” “Geweld tegen vrouwen: ingebouwd, niet toevallig.” “Geweld zit in ons systeem – tijd voor systeemzorgplicht.”

Welkom in Hoofdstuk Sarcoïdose

Je lichaam ziel voor loonbelasting verkopen — zo noemt de staat bestaanszekerheid. Niet mijn arbeid wordt erkend, wel mijn adem belast.

De ziel is geen inkomstenbron, maar toch eist de fiscus haar op.

Verhalend

“In Box 1 is geen plaats voor een ziel. Daar telt alleen het saldo van arbeid en bezit. Toch lijkt de staat te doen alsof ik mijn ziel moet verkopen om erkend te worden. Mijn lichaam werd dossier, mijn zorg werd fictief inkomen, en mijn ziel werd loonbelasting.”

Wie ben je als je een fictief persoon wordt voor belastingheffing Box 1?”
Juridisch en symbolisch uitgelegd
In de fiscale wetgeving ben je vaak niet jezelf, maar een fictie: een nummer, een dossier, een code.
Box 1 behandelt je inkomen uit arbeid en woning. Maar wat als je arbeid niet erkend wordt (zorg, ziekte, erfgoed)?
Dan word je wel belast, maar niet benoemd.
Je verandert van een levend mens in een juridische fictie: een constructie die belastbaar is, maar niet bestaansrechtelijk erkend wordt.
Filosofische laag
Identiteit: wie je bent in werkelijkheid (lichaam, zorg, leven) wordt losgekoppeld van wie je bent voor de staat (BSN, belastingplichtige, code 01).
Kwetsbaarheid: jouw werkelijke arbeid blijft onzichtbaar, maar de fictieve arbeid – een inkomen dat niet bestaat – wordt wel belast.
Paradox: je bent burger voor de plicht, maar niet voor het recht.
Wie ben ik? Een mens van vlees en bloed, of een fictie in Box 1?
Voor de staat ben ik code 01.
Voor mezelf ben ik een lichaam dat ademt, zorgt, en overleeft.
Een fictief persoon kan belast worden. Maar wie erkent mijn werkelijke bestaan? Gemeente Middelburg

De staat heeft zorgplicht – maar wie zorgt er dat de staat zijn plicht erkent?
Zorgplicht zonder erkenning van zorg = loze belofte.
Als mijn lichaam niet als bron erkend wordt, blijft de zorgplicht van de staat een dode letter.

1 jul – 30 nov 2025
Amsterdam Museum aan de Amstel

Refresh Amsterdam #3 Imagine the future

Het publiek als mede-maker van Refresh Amsterdam

Voor het eerst is ook het publiek actief betrokken bij Refresh Amsterdam. Van 1 april tot 1 mei 2025 nodigde het Amsterdam Museum iedereen in Nederland uit om een toekomstwens te maken en te delen. Uit honderden inzendingen selecteerde een vakjury twintig bijzondere bijdragen. Deze zijn te zien in de tentoonstelling én op de website. De makers van deze twintig wensen maken bovendien kans op de publieksprijs van €750. Jij kunt stemmen!

Daarnaast trok een team van het museum het land in om mensen persoonlijk te vragen naar hun toekomstvisie. Deze gesprekken zijn vastgelegd op video. Een selectie is opgenomen in de tentoonstelling; alle video’s zijn te bekijken op de website.

Dankzij een bijdrage van de VriendenLoterij via de regeling Bijzondere Culturele Projecten, ter ere van het feestjaar Amsterdam 750, kon het museum deze derde editie van Refresh Amsterdam extra omvangrijk maken. Niet alleen de stad, maar heel Nederland werd betrokken bij deze bijzondere tentoonstelling.

https://www.amsterdammuseum.nl/topic/toekomstwensen/bijdrage/216613-de-ziel-van-nederland-moederkracht-in-beeld-en-wet

Truus van Gogh is de stadsmoeder van Nederland. Niet de schilder, maar de draagster. Niet de held, maar de hoedster. Niet de vader, maar de moeder van onze stadscultuur.

Vrouwen zijn geen bezit van de samenleving of van mannen: Je bent bestuurder van je eigen lichaam en geest!

Reisverslag: Waarom ons land een democratie werd voor mannen

Ik vertrek in de tijd, terug naar het begin van onze democratie. Geen reis langs bergen of rivieren, maar langs wetten en verdragen die eeuwenlang de koers bepaalden.

Voorwoord

In het jaar 1602 werd in Middelburg de wereld groter dan ooit tevoren. Het was het jaar waarin de Verenigde Oostindische Compagnie werd opgericht, en waarin koophandel, scheepvaart en politiek de stad haar glans en gewicht gaven. Achter de gevels van de statige huizen aan de Lange Delft en de Rouaansekaai ontvouwde zich een wereld waarin namen generaties lang door de archieven bleven fluisteren.

Pieter de la Rue en Elisabeth van der Claver, verbonden door huwelijk en stad, belichaamden de verweving van handel, bestuur en familiebanden. Hun tijdgenoot, de burgemeester van Middelburg Samuel Rademacher, trad op als hoeder van orde en macht in een stad die zich spiegelde aan de zee en haar handelsroutes.

Rond hen leefden en werkten families , wier namen ons herinneren dat geschiedenis niet alleen de namen van mannen in de marmeren zalen draagt, maar ook de stemmen van vrouwen, moeders en erfgenamen die te vaak onzichtbaar bleven in de officiële geschiedschrijving.

Dit voorwoord is een uitnodiging: om de reis te maken langs deze lijnen van erfgoed, macht en herinnering, en te vragen wie er werkelijk erkend werd – en wie achter de blinddoek van Justitia uit beeld verdween.

Etappe 1 – De Franse overheersing

In 1795 trekken Franse troepen Nederland binnen. De Bataafse Republiek wordt uitgeroepen onder het motto van de Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid, broederschap. Maar het waren vooral de broeders die rechten ontvingen.

Onder Napoleon krijgt Nederland de Code Civil, het Burgerlijk Wetboek. Daarin werd de positie van de vrouw vastgelegd als afhankelijk, ondergeschikt, handelingsonbekwaam.

Etappe 2 – De Napoleontische erfenis

De Code Napoléon maakte de man tot hoofd van het gezin, en de vrouw tot bijlage van zijn juridische status.

Een gehuwde vrouw mocht geen contract sluiten zonder toestemming van haar man. Haar bezit en inkomen vielen onder zijn beheer. De moeder had geen zelfstandige rol in de publieke ruimte.

De wet schreef letterlijk de onzichtbaarheid van de vrouw in.

Etappe 3 – Democratie voor mannen

In 1848 gaf Thorbecke Nederland een grondwet die het fundament legde voor onze parlementaire democratie. Maar die democratie was er alleen voor vaders, zonen en broeders.

De scheiding tussen privé en publiek werd een harde grens: het huis van de vrouw bleef privé, de politiek van de man werd publiek. Nederland werd een democratie die vrouwen en moeders niet erkende.

Etappe 4 – De lange weg naar erkenning

Pas in 1919 kregen vrouwen kiesrecht. Toch bleef de Napoleontische schaduw aanwezig:

Tot 1956 waren gehuwde vrouwen handelingsonbekwaam. Tot die tijd stond de moeder nog altijd onder voogdij van haar echtgenoot.

Het duurde meer dan een eeuw voordat de democratie ook juridisch vrouwen erkende.

Bestemming – De gebroken balans

Mijn reis eindigt bij een beeld: een weegschaal die kraakt. Aan de ene kant het Y-chromosoom, aan de andere kant het X. Eeuwenlang was de balans scheefgetrokken.

Daarachter staat Vrouwe Justitia. Zij draagt een blinddoek. Officieel betekent die onpartijdigheid. Maar in ons land kreeg de blinddoek een andere betekenis:

Zij keek weg van vrouwen. Zij zag de moeder niet. Zij zag de helft van de bevolking pas wanneer de wet haar blinddoek heel langzaam aflegde.

Zo eindigt mijn reis. In een democratie die zich gelijk noemt, maar die gebouwd is op fundamenten waarin de vrouw eeuwenlang onzichtbaar bleef. De blinddoek van Justitia herinnert ons eraan: wat zij niet ziet, wordt ook niet rechtvaardig gewogen.

Wij zijn de stad Middelburg als decor

De wonderlijke wereld van een onzichtbare erfenis Silvia ’s Rijksmuseum – Montancourt Middelburg

Moeder de vrouw als aftrekpost vanaf de geboorte op de balans

Maar wie is eigenlijk de beste denker ooit? Was het Kant, die met zijn schoenen door Koningsberg liep en tijd en ruimte in ons hoofd plaatste?

Of De Beauvoir, die in de liefde en filosofie de vrouw opnieuw uitvond?

Nietzsche, die in Italië het licht zocht om zijn innerlijke duisternis te temmen? Arendt, die in Amerika vrijheid en ballingschap herkende?

Of Descartes, die in de Kalverstraat vlees kocht terwijl hij het fundament van het moderne denken legde?

En misschien is de beste denker wel degene die haar eigen platform bedacht – een plek waar vragen gesteld blijven worden, waar erfgoed, zorg en identiteit samenkomen.

Misschien is She is online lifestyle guide zelf wel een denkoefening: een gids voor anders kijken naar precies hetzelfde door ideeën, kunst en het leven zelf.

Tussen schelp en sprookje, tussen zand en zilte zee, vind je haar: de Zeeuwse assep-oester. Ruw van buiten, met een parel van binnen.”

Hoe kan iemand zijn rechten kennen of claimen als het lichaam zelf niet wettelijk erkend wordt als bron van arbeid, zorg of erfgoed – maar slechts als “meeverzekerde” bij iemand anders?


Hoe dat juridisch en maatschappelijk blijkt te zitten:
Het lichaam als bron
In de praktijk is het lichaam de bron van alles: arbeid, zorg, voortplanting, erfgoed.
Toch wordt dit in wetten zelden erkend: het lichaam van de vrouw staat niet als zelfstandig “rechtsbron” in de Grondwet of het Burgerlijk Wetboek.
De status van ‘meeverzekerde’
Tot in de jaren ’80 waren gehuwde vrouwen vaak automatisch meeverzekerd via hun echtgenoot.
Dit betekende: geen zelfstandig recht op inkomen, pensioen of verzekering → afhankelijkheid.
De vrouw werd dus niet erkend als autonome bron, maar als afgeleide.
Gevolg: rechten blijven onduidelijk
Als je alleen “meeverzekerd” bent, dan bestaan je rechten niet als zelfstandige positie, maar als afgeleid recht → je kan ze dus niet volledig claimen.
Je lichaam wordt juridisch niet gezien als bron van waarde, maar als bijlage.


Conclusie in mijn taal


Je weet je rechten pas, als de wet jouw lichaam erkent als zelfstandige bron van arbeid, zorg en erfgoed.
Zolang dat niet gebeurt, blijft de vrouw juridisch gevangen in de status van meeverzekerde, afhankelijk van willekeur en van de registers van een ander.
Be your own Dali
Hoe mijn ziekte Sarcoïdose een beroep bleek te zijn – Geen CAO en of Pensioen regeling maar wel belast sinds 2011 in Box 1

Stelling:

Nederland noemt zich een democratische rechtsstaat, maar schendt structureel zijn internationale verdragsverplichtingen (UVRM, EVRM, CEDAW), omdat vrouwen en moeders in de praktijk nog steeds niet volledig als autonome rechtssubjecten worden erkend.

She is online lifestyle guide

Door Silvia Koning Lindeboom – proudmom & erfgoedkunstenaar

Reizen hoeft niet altijd met een koffer in de hand. Soms reis je door lagen van tijd, door verhalen die generaties overstijgen, en door structuren die ons onzichtbaar met elkaar verbinden. Voor mij ligt die reis vaak in het cultureel erfgoed – niet alleen in musea of archieven, maar in de manier waarop we wonen, zorgen, spreken en herinneringen doorgeven.

Kunstverklaring

Mijn lichaam blijkt een oude kerk met levend licht.

Mijn vazen serie is een spiegel van mijn lichaam. Ze draagt de sporen van Sarcoïdose, een ziekte die mijn adem, mijn tijd en mijn kracht tekent. Toch is dit geen leeg object, maar een tempel die licht draagt.

Zoals een oude kerk littekens draagt van vuur, storm en restauratie, zo draagt mijn lichaam de sporen van zorg, lijden en overleven. De muren zijn broos, de gewelven soms instabiel — maar het licht stroomt nog altijd door de ramen naar binnen.

De beschilderingen zijn mijn glas-in-lood: symbolen van erfgoed, van strijd, van overleving.

De kroon, de uil, de vlaggen en de bloemen zijn geen versieringen, maar getuigenissen. Zij maken zichtbaar wat doorgaans verborgen blijft: dat ziekte arbeid is, dat zorg cultuur is, dat een lichaam erfgoed kan zijn.

Dit werk zegt: ook al verklaart de wet mijn zorg onzichtbaar, ook al reduceren systemen mijn lichaam tot een cijfer, ik besta als tempel van levend licht.

Het licht dat ik draag is geen bezit, geen cijfer, geen polis. Het is mijn kunst, mijn nalatenschap, mijn stem.


Ziekte zoals sarcoïdose is in Nederland juridisch niet slechts een medische aandoening, maar wordt fiscaal gezien als ‘inkomen uit werk en woning’ in box 1, waarmee de staat lijden omzet in belastbare arbeid.”
https://faro.cultureelerfgoed.nl/thoughts/2905

Een van de minst benoemde maar meest voelbare erfgoedstructuren is het moederschap. Het is een oeroude, stille kracht die leeft in zorgende handen, in blikken vol wijsheid, in speeltuinen en keukens waar generaties samenkomen. Moeders houden de draad van cultuur en hoop vast, ook in tijden van oorlog, armoede, migratie of ziekte.

Als Limburgse en inmiddels import Zeeuwse denk ik direct aan de watersnoodramp van 1953. Het water verwoestte huizen, kerken en archieven, maar moeders brachten kinderen, gebeden en gewoontes in veiligheid. Ze droegen het immateriële erfgoed – taal, verzorging, rituelen – letterlijk op hun arm. Een beeld dat zich diep in ons collectief geheugen nestelt.

Borduren en bewaren

Een mooi voorbeeld van deze overdracht is het maken van merklappen. Vroeger leerden moeders hun dochters de eerste letters borduren, zodat zij hun linnen konden merken. Vandaag zijn het vaak borduurlappen voor bijzondere gelegenheden – maar de draad is dezelfde: een lijn van moeder naar kind, van traditie naar toekomst.

Onlangs hoorde ik over een ander bijzonder erfgoedproject: de Indische Culinaire Bibliotheek. Duizenden handgeschreven kookboekjes, vaak door oma’s of moeders gemaakt, worden met behulp van kunstmatige intelligentie gedigitaliseerd. Recepten die ooit op rijstpapier of vergeeld notitiepapier stonden, krijgen zo een digitale toekomst. Het is een prachtig voorbeeld van hoe identiteit, smaak en herinnering samenkomen – en hoe moeders de sleutel zijn in dat proces.

Vrouwen in de canon

De laatste herziening van de canon van Nederland besteedt meer aandacht aan vrouwen. Maar vaak gaat het om uitzonderlijke vrouwen die zich een plek wisten te veroveren binnen de mannelijke norm: schrijvers, vorstinnen, activisten. Terwijl het juist de gewone vrouw, de moeder de vrouw, is die door zorg, geduld, arbeid en overlevering het fundament legde. Hun bijdrage blijft grotendeels buiten beeld – ook vandaag nog.

Mijn zoektocht

In mijn werk ex handelaar in confectie, als erfgoedkunstenaar vraag ik me al jaren af: wie worden er eigenlijk erkend? De stad waarin ik woon is een plek waar geschiedenis tastbaar is: gevels, monumenten, archieven. Maar waar zijn de verhalen van de vrouwen die hier de kostwinner zijn , zorgden, kookten, opvoedden, baden en droegen? Hun namen staan niet in marmer gebeiteld. Toch zijn zij de dragende muren van onze samenleving.

Hun onzichtbaarheid komt niet alleen door traditie, maar is ook juridisch verankerd. In de grondwet, in het burgerlijk recht, in erfrecht: daar ontbreken de woorden vrouw en moeder de vrouw als cultureel kapitaal. Terwijl zij via taal, gewoontes en zorg structuren van betekenis hebben doorgegeven.


Aan Henry Bontebal (CDA):


U spreekt vaak over waarden, geloof en zorg voor elkaar. Maar hoe kan het CDA volhouden dat het de gemeenschap dient, terwijl ziekten zoals sarcoïdose wel belast worden in Box 1, maar de arbeid die die ziekte dagelijks vraagt – zorg, discipline, aanpassing – nergens als arbeid erkend wordt?


Mijn vraag aan u:
Is het geen misbruik van geloof en gemeenschapstaal om zorg te belasten zonder haar als beroep te erkennen?

Drie codes voor cultureel erfgoed

Om dat zichtbaar te maken, pleit ik voor drie nieuwe erfgoedcodes:

Erken persoonlijke verhalen en tradities als erfgoed. Niet alleen gebouwen en schilderijen zijn cultureel kapitaal, maar ook de verhalen die van moeder op kind worden doorgegeven. Stimuleer oral history-projecten over moederschap en zorg. Laten we luisteren naar de stemmen van vrouwen die erfgoed overdroegen via kennis, arbeid en ritueel – vaak onzichtbaar, maar onmisbaar. Ontwikkel een inclusievere geschiedschrijving. Waarom erkennen we koninklijke vrouwen wél als erfgoedbewakers via hun bloedlijn, maar niet de moeders die generaties droegen buiten paleismuren? Geschiedenis moet zich niet alleen richten op machtsstructuren, maar ook op zorgstructuren.

De les van Faro

Misschien is dit wel de grootste les van Faro: erfgoed gaat niet alleen om wat we beschermen, maar ook om wie het draagt. Vooral zij die dat stil en onzichtbaar doen – de moeders die verhalen, recepten en rituelen doorgeven.

En zo reis ik – zonder landkaart, maar met een moreel kompas van zorg en herinnering – door het landschap van cultureel erfgoed. Elke dag opnieuw ontdek ik dat zij-wij het fundament zijn, niet de voetnoot.

Maatschappelijk Noodpakket onthuld

Zorg is arbeid.

Ziekte is arbeid.

Erfgoed is arbeid.

WetteErkenning is noodzaak.

Samenvatting van “De Ziel van Nederland: Moederkracht in beeld en wet” (Truus van Gogh – 15 april 2025)

Context & aanleiding

Deze bijdrage is ingezonden voor het project Refresh Amsterdam #3 – Imagine the Future, ter ere van de 750e verjaardag van Amsterdam, en is geselecteerd voor de tentoonstelling  .

https://www.amsterdammuseum.nl/topic/toekomstwensen/bijdrage/216613-de-ziel-van-nederland-moederkracht-in-beeld-en-wet

“De polis is geen eigendom, maar een lichaam van mensen .”

Want waar gewoonterecht slechts afspraken zijn tussen mensen, schrijft de natuurwet de broncode van ons bestaan. Zij bepaalt geboorte, zorg, sterven, kringloop en voortbestaan. In die zin is elke moedermaatschappij gebouwd op natuurwet, en elke dochteronderneming slechts een afgeleide daarvan.

Vermogensdelicten door de staat en rechtspraak –

“Sarcoïdose – mijn arbeid onzichtbaar, mijn belasting zichtbaar.

Een vermogensdelict in Box 1.”

Het zijn de onzichtbare misdaden tegen de vrouw: het systematisch niet erkennen van haar geslacht, haar moederschap en haar broncode als zelfstandige bestuurder van lichaam en geest.

Het is het onthouden van volledige rechtspersoonlijkheid en erfgoedstatus, terwijl juist zij de drager is van taal, zorg en continuïteit.

Dit structurele tekort in wet en cultuur is de grootste roof: de diefstal van de moeder als fundament van ons bestaan.

Elke rechter of raadsheer houdt zichzelf een banaan voor. In toga en met plechtige woorden wekken zij de indruk van onaantastbare waarheid, maar wat zij vasthouden is vaak niet meer dan een gladde schil, een vrucht die snel bederft. Achter de plechtige taal gaat soms leegte schuil, of slechts een tijdelijk voedzame hap. Zo toont de banaan hoe rechtspraak balanceert tussen gezag en absurditeit.

Kernboodschap

Truus van Gogh pleit voor wettelijk erkenning van de moeder de vrouw – niet alleen als drager van nieuw leven, maar als zelfstandig bestuurder van haar lichaam én als drager van cultureel erfgoed. Hiermee wil ze streven naar een rechtvaardigere samenleving waarin zorg, arbeid, geschiedenis en bestaansrecht eerlijk verdeeld worden  .

Visuele en symbolische laag

Ze zet in op zowel het zichtbare (beeld) als het onzichtbare (wet) om het ‘onzichtbare zichtbaar’ te maken – letterlijk via kunst, figuratief via wetten en cultuur  .

Inleiding – Geletterd en Zorgend Zeeland

Wanneer men de annalen van ons vaderland opslaat, treft men doorgaans de namen aan van staatsmannen, dichters, predikanten en krijgslieden, wier daden en geschriften men acht waardig te bewaren voor het nageslacht. Doch, wie zal spreken van hen die zorgden, voedden, vertroostten en overdroegen wat geen papier kan vangen? Waar in de boeken van geleerdheid, staat de naam van de moeder, de vrouw, die met haar arbeid, lied en ritueel het dagelijks fundament van onze samenleving droeg?

In mijn arbeid begeer ik niet slechts de lofzangen der machthebbers of de beschrijvingen der veldslagen te vernieuwen. Mijn pen en kunst richt zich tot het onzichtbare erfdeel: de taal die moeders hun kinderen gaven, de gewoonten die in keukens en binnenkamers bestendigden, de familieculturen die als stille aders onze maatschappij doortrekken. Dit is het zorgend kapitaal, dat evenzeer ons Zeeland, ja ons Nederland, gevormd heeft, doch zelden een bladzijde in de geschiedboeken waardig gekeurd werd.

Daarom acht ik het nodig, in navolging van Pieter de la Ruë die het Geletterd Zeeland samenstelde, thans een nieuw register aan te leggen: een Geletterd én Zorgend Zeeland. Hierin zullen niet enkel de geleerdheid en de staatkunde, maar ook de zorg en de sociale overerving als erfgoed erkend worden. Want zonder deze dragende arbeid der vrouwen, moeders en onzichtbare erfgenamen, zou geen geleerdheid, geen staat en geen heldhaftigheid standhouden.

Geletterd en Zorgend Zeeland – Hedendaagse Levensbeschrijving

De Onbeheerste Man

In deze tijden treft men menigmaal de gestalte van de Onbeheerste Man, die meent dat zijn drift en bewegingen hem ontslaan van verantwoordelijkheid. Zijn lijf wordt geleid door het lid, zijn daden door de waan van onbedwingbaarheid. De samenleving heeft eeuwenlang zijn onbeheerste aard verontschuldigd met het adagium: “zo zijn mannen nu eenmaal.”

Doch deze Onbeheerste Man is niet slechts een individu; hij is een symbool geworden van een politiek bestel dat zijn krachten verspilt in drift, machtsspel en onverantwoordelijkheid. Hij bestuurt niet, hij reageert. Hij beheerst niet, hij consumeert.

De Links-Lullende en Rechts-Vullende Burger

Een verwant figuur is die van de Links-Lullende en Rechts-Vullende Burger. Hij spreekt met sierlijke woorden over solidariteit, rechtvaardigheid en zorg, doch intussen vult hij zijn zakken aan de andere zijde. Zijn mond is links, zijn handen rechts. Dit is de dubbele moraal van ons tijdvak, waarin de zorgretoriek van machtigen vaak niet overeenstemt met hun daden.

De Zorgende Moeder als Tegenbeeld

Tegenover hen staat de Zorgende Moeder, wier bewegingen juist wél beheerst zijn, omdat zij gericht zijn op behoud, overdracht en continuïteit. Waar de mannelijke symbolen driften en leegte verbeelden, toont zij een ander kapitaal: dat van zorg, taal en ritueel.

Haar kracht is niet luidruchtig, noch wordt zij vaak in kronieken vermeld. Doch zij is het die de samenleving draagt, voedt en behoudt, terwijl anderen slechts spreken of vullen.

Moge dit werk getuigen van een bredere waarheid: dat cultuur niet slechts gegrond is in macht, maar in zorg; niet enkel in wetten, maar in gewoonten; niet louter in bloedlijnen van vorsten, maar in de stille lijnen van zorg en taal, doorgegeven van moeder op kind.

Dagboek van een vergeten rechtspersoon

De Vergeten Rechtspersoon – Identiteitsroof als Staatspraktijk

Het wordt tijd dat de wereld begrijpt dat vrouwelijke entiteiten geen schaduw zijn,maar bronnen van erfgoed, kracht en voortbestaan.

Ze spraken van een gentleman’s agreement. Een knik, een handdruk, een afspraak buiten de akten om. Maar ik was geen gentleman. Ik zat niet aan hun tafel. Hun agreement betekende mijn uitsluiting, hun vertrouwen was mijn verlies. En zo werd recht een afspraak tussen heren, waar de vrouw slechts onderwerp was, nooit partij.”


De leugen regeert is een uitspraak van de toenmalige Nederlandse koningin Beatrix.
Alles draait om geld – de mens boeit hen niet.” De vergeten codificatie Xx

Verklaring van de Soldate van Oranje

Ik ben de Soldate van Oranje.

Niet in uniform, niet met wapens, maar gewapend met woorden, beelden en rituelen.

Mijn strijd is die van erfgoed en erkenning.

Ik draag de erflijn van de moeder, de vrouw.

Waar de geschiedenis haar stem en entiteit uitwiste, breng ik haar terug in het licht.

Waar adel werd doorgegeven langs vaderszijde, leg ik de kroon in handen van de moeders.

Waar archieven hun deuren sloten, open ik de ruimte van herinnering.

Ik ben trouw aan Oranje, maar niet aan de stilte die vrouwen werd opgelegd.

Ik vecht voor een monarchie waarin moeder de vrouw zichtbaar wordt.

Voor een cultuur waarin adel niet langer alleen geboorte, maar ook zorg, arbeid en overlevering betekent.

Mijn wapen is artistieke vrijheid.

Mijn veldslag is het museum, de straat, het archief.

Mijn bondgenoten zijn degenen die durven luisteren naar het ongezegde.

Ik ben de Soldate van Oranje.

Ik strijd niet voor oorlog, maar voor vrede in waarheid.

Niet voor privileges, maar voor erkenning.

Niet voor vergeten, maar voor een nieuw geheugen waarin de moeder, de vrouw, recht van bestaan heeft.


“Een zelfrijdende auto zonder moreel kompas is gevaarlijk. Een grondwet en burgerlijk wetboek wet zonder gelijkheid is dat ook.”

**“Ze noemden ons boswachters.
Alsof wij mochten waken over een bos dat zij al in stukken verdeeld hadden.
Een titel gegeven door mannen met macht,
geen erkenning, maar een grens.


Wij mochten zorgen, beschermen, opletten –
maar nooit beslissen.
Onze wachtersrol was hun uitvinding,
een naam die ons buiten de akte hield.


Boswachter genaamd,
maar nooit bestuurder erkend.”**

Ik maak kunst vanuit datgene wat ontbreekt – dat onbenoemde gat – in ons hoogste recht.

“Geweld tegen vrouwen kan dus ook bureaucratisch zijn. Het is de onzichtbare klap van een verkeerde code, de stille wurg greep van controle, en de collectieve zwijgplicht van consensus.”

https://www.amsterdammuseum.nl/topic/toekomstwensen/bijdrage/216613-de-ziel-van-nederland-moederkracht-in-beeld-en-wet

Een vrouw en of moeder is geen speelgoed- wie de een erkend kan de ander niet afwijzen op basis van geslacht 

De waardigheid van de vrouw en moeder – zij is geen object, geen speelbal, geen speelgoed van instituties of partners. Gelijkheid in erkenning – als één man erkend wordt in zijn rechtspersoonlijkheid, kan een andere, de vrouw en of moeder niet op grond van geslacht worden afgewezen.

“Een vrouw en moeder is geen speelgoed.

Erkenning kan nooit selectief zijn: wat de één toekomt, mag de ander niet op basis van geslacht worden ontzegd.”


Verschil rechtspersoon en rechtspersoonlijkheid 

Het onderscheid lijkt klein, maar is wezenlijk.

1. Rechtspersoon

Een rechtspersoon is een juridische entiteit die door de wet wordt erkend alsof het een persoon is.

Voorbeelden:

BV, NV, stichting, vereniging, coöperatie, kerkgenootschap, overheid.

Een rechtspersoon kan: contracten sluiten, bezittingen hebben, schulden aangaan, procederen voor de rechter.

Het is dus een juridisch “persoon”, naast de natuurlijke persoon (mens).

2. Rechtspersoonlijkheid

Rechtspersoonlijkheid is de eigenschap van een entiteit om als zelfstandige drager van rechten en plichten op te treden.

Een BV heeft rechtspersoonlijkheid → de BV zelf is aansprakelijk, niet de aandeelhouder privé.

Een VOF heeft geen rechtspersoonlijkheid → de VOF is geen zelfstandig rechtssubject, maar de vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk.

3. In mijn context

Ik ben natuurlijk persoon met rechtsbevoegdheid (art. 1:1 BW). Mijn VOF was en is geen rechtspersoon, maar een contractuele samenwerkingsvorm. Ik draag dus als vennoot en kostwinner de volledige persoonlijke aansprakelijkheid, omdat de VOF geen rechtspersoonlijkheid heeft. Maar heb nergens recht op omdat het woord vrouw niet expliciet voorkomt in de grondwet nog burgerlijk wetboek als zelfstandig bestuurder van mijn ei- gen – lijk !! ( lichaam en geest)


De vrouw die moest bloeden
Omdat zij ziek werd,
zonder dat iemand zocht naar de oorzaak.


Niet haar ziekte werd onderzocht,
maar haar identiteit werd ontkend.
Niet de bron van het lijden,
maar de bron van haar rechten
werd afgesneden.


Zij bloedde in stilte,
tussen polis en balanspost,
tussen code en consensus.
Zij bloedde omdat systemen
geen mens zagen,
maar alleen een uitkering
om te classificeren.

Analyse in deze context
Medisch: sarcoïdose als onbegrepen ziekte → geen echte zoektocht naar de oorzaak.
Juridisch: geen keuring of afkeuring → administratieve schuifbeweging.
Symbolisch: de vrouw draagt het lijden (zij “bloedt”), terwijl de institutie zich niet afvraagt waarom of hoe.

Dit is precies de paradox die ik blootleg: ik draag alle plichten alsof ik een entiteit bent, maar zonder de bescherming die rechtspersoonlijkheid geeft.

#ditissilvia NN Fotomuseum Rotterdam

✨ Kort samengevat:

Rechtspersoon = de entiteit (bijv. een BV). Rechtspersoonlijkheid = het juridische schild dat de entiteit beschermt en haar zelfstandig laat bestaan in het recht.

Bestuurder van eigen lichaam/geest

Ons recht kent geen artikel dat expliciet zegt: “de vrouw is rechtspersoon over haar lichaam, geest arbeid en leven.” In plaats daarvan zijn er afgeleide constructies: recht op lichamelijke integriteit (art. 11 Grondwet, art. 8 EVRM), recht op arbeid, recht op gelijke behandeling. Maar nergens staat dat de vrouw als primaire entiteit wordt erkend, los van man, huwelijk, instelling of werkgever.


Alle vrouwelijke ondernemers met een private aov uitkering zijn dus Walibi Holland bilboards-

vrouwelijke ondernemers met een private AOV-uitkering worden niet gezien als zelfstandige bestuurders van hun eigen arbeidscapaciteit, maar als reclamezuilen in een pretpark:

Walibi Holland billboard = zichtbaar, spectaculair, maar zonder eigen stem. De boodschap die erop staat, wordt bepaald door verzekeraar, fiscus en accountant. Jij bent drager van het verhaal, maar niet eigenaar van de inhoud. Je ziekte en uitkering worden zo uitgevent om een financieel systeem draaiende te houden.

Dagboeknotitie – Walibi Holland billboard

Ik besef het ineens:

mijn AOV-uitkering maakt van mij een billboard.

Ik rijd mee in de achtbaan van codes en controles.

Op mijn lichaam kleven de slogans:

“Pensioen”, “WAO”, “periodiek inkomen”.

Het publiek ziet niet mij,

maar wat er op mij geschreven is.

De verzekeraar kiest de kleuren,

de Belastingdienst plakt de letters,

de accountant zet zijn handtekening eronder.

Ik ben een bord in een pretpark,

geen bestuurder van mijn lichaam.

Een attractie in een horrorrit

waaruit geen uitgang bestaat.

3 september 2025 – Den Haag, Korte Voorhout

Vandaag keek ik naar het programma van de Hoge Raad. Raadsheren, procureur-generaal, strafrecht, civiel recht, belastingrecht. Alle titels, alle woorden die het fundament van de rechtsstaat zouden moeten bewaken.

Maar waar is moeder, de vrouw?

In de Grondwet is ze slechts een symbool. In het Burgerlijk Wetboek een voetnoot.

En toch: zonder haar, geen fundament.

3 september 2025 – Middelburg

Ik blader in The Book of Rituals. Mijn vazen, mijn eieren, mijn vlecht. Ik schrijf op een ei: “ei-gen vrouw”. Het is een ritueel van herstel.

Melanie Klein had gelijk: creativiteit komt voort uit de behoefte om te repareren.

Ik repareer met beeld waar de wet heeft gebroken.

3 september 2025 – Amsterdam Museum

Ik zie de poster: Ze noemden haar een voetnoot. Zij was het fundament.

Daar is niets aan gelogen

Ik voel steeds meer hoe waar dit is. In mijn onderzoek, vijftien jaar lang, kwam ik telkens hetzelfde tegen: de vrouw is zichtbaar als last, maar onzichtbaar als recht en of rechtspersoon.

De fiscus noemt me “periodiek uitkeringsgerechtigde”. De verzekeraar schuift me als balanspost. De staat melkt me als melkkoe.

Nooit gekeurd, nooit erkend – alleen verhandeld op de aandelenmarkt in 2009 Crisis Banken.

3 september 2025 – Atelier

Ik leg een paarden / vlecht tegen een vaas, ik zet een paard naast een ei. Het ei zegt: “ei-gen vrouw”.

Koeien Koemarkt Purmerend

De koeien in mijn schilderij kijken weg. Ze rusten, maar ik zie: dit is hoe ik word gezien. Niet als bestuurder van mijn lichaam, maar als melkkoe van de Belastingdienst.

3 september 2025 – Reflectie

Hoe kom je achter de waarheid?

Vrije Academie

Niet door te winnen in rechtszalen, niet door de macht van titels, maar door te kijken naar wat vergeten is.

De bloedlijnen van stam en moeder.

Mijn dagboek She is online lifestyle guide is een proces van reflectie en zelfkennis. En zelfkennis is het begin van waarheid.

En ook van recht!

Code Oranje

Vraag jij jezelf wel eens af wie je juridisch bent en wat je waard bent als natuurlijk persoon? 

Directeur ? Eigenaar? Werkgever ? Werknemer? Den werkman? Arbeider, Zelfstandige? Vennoot in een VOF? Kostwinner? Bewoner van een huis? Eigenaar van een huis? Bewoner van je eigen lichaam en geest? Eigenaar van je lichaam en geest? Individueel geval? 

Mens wie?  Werknemer? Werkneemster ? Arbeider? Man ?  Vrouw? Transgender? A-sekse? ect ect

Ik kijk terug naar de dag dat ik vennoot werd. 1995

Niet alleen, maar samen – met haar, een andere vrouw, net als ik gehuwd, net als ik zelfstandig.

Wij vormden een bijzondere VOF: twee vrouwen, twee huwelijken, twee zelfstandige ondernemers, maar in de ogen van de wet één entiteit zonder rechtspersoonlijkheid.

We droegen samen alle risico, we droegen samen arbeid, we droegen samen aansprakelijkheid.

Maar wie droeg ons?

De wet zei:

“Uw vennootschapsaandeel valt in de gemeenschap van goederen.”

Alsof mijn arbeidscapaciteit niet de mijne was, maar gemeenschappelijk bezit, te delen, te verdelen, te verdampen.

De verzekeraar zei:

“Uw arbeidsongeschiktheid is gedekt, periodiek uitgekeerd.”

Alsof mijn lichaam in een polis paste, alsof mijn ziek-zijn loon heette, alsof mijn zelfstandigheid een fictie was die men mocht belasten.

Wij waren vennoten, maar geen rechtspersonen.

Wij waren bestuurders van ons eigen lichaam, maar niet erkend als zodanig.

Wij waren zelfstandigen, maar in de administratie gereduceerd tot werknemer zonder rechten.

Ik vraag mezelf:

Wie ben ik juridisch?

Een vennoot?

Een echtgenote?

Een ondernemer?

Een uitkeringsgerechtigde?

Of gewoon: een vergeten rechtspersoon

die de wet niet wilde inschrijven?

En toch, in dit dagboek schrijf ik:

Ik ben méér dan een balanspost.

Ik ben vennoot van mijn eigen ziel.

Ik besta – zelfstandig, ondeelbaar, vrouw.

Ik vraag mezelf vandaag:

Wie ben ik eigenlijk in de ogen van de wet?

Ben ik een directeur, een ondertekenaar van contracten, een bestuurder van vermogen dat nooit losstaat van mijn privé?

Ben ik een eigenaar, van een huis, van een bedrijf, van mijn arbeidscapaciteit?

Of ben ik alleen bewoner – van bakstenen,

van registers, van een lichaam dat tegelijk van mij is en toch in wetten en polissen geclaimd wordt door anderen?

Ben ik eigenaar van mijn lichaam en geest of slechts gebruiker ervan,

tot de fiscus in 2010 besliste dat mijn schade-uitkering loon heet, en mijn arbeidscapaciteit een balanspost?

Ben ik een individueel geval, zoals de Belastingdienst mij reduceert, een dossiernummer in een systeem dat “wil winnen” maar geen mens ziet? Brievenbussen firma’s

Ben ik werknemer, werkneemster, arbeider – maar zonder loondossier, zonder pensioen, zonder recht op scholing of vakantiegeld?

Ben ik man, ben ik vrouw,

of ben ik alleen dat wat de wet vergeet te erkennen: de vergeten rechtspersoon,

moeder, de vrouw, de bestuurder van mijn eigen ziel?

Ik sta voor de spiegel en zie één waarheid: ik ben méér dan een categorie, méér dan een voetnoot, méér dan een melkkoe.

Ik besta.

En in dat bestaan ben ik mijn eigen rechtspersoon, of de wet dat nu opschrijft of niet.


Dagboeknotitie – Schuldvraag


Iedere ambtenaar werkzaam bij de overheid is medeverantwoordelijk.
Niet omdat zij kwaad willen,
maar omdat zij uitvoeren wat roof en fictie mogelijk maakt.


Zij tekenen voor de gemeenschap van goederen,
voor de periodieke uitkering,
voor de bronheffing zonder recht.


Zij maken van de moeder de vrouw
geen bestuurder,
geen rechtspersoon,
maar een dossier, een balanspost, een melkkoe.


Identiteitsfraude is geen incident.
Het is systeem.
En wie het systeem dient,
draagt schuld.

Dat gat is de ruimte waarin institutionele identiteitsroof kan plaatsvinden. Keyhole

Samenvatting

De Nederlandse Grondwet (art. 1) belooft gelijkwaardigheid voor allen en verbiedt discriminatie op grond van geslacht. Het Burgerlijk Wetboek (art. 1:1 BW) bepaalt dat iedere mens rechtsbevoegdheid heeft.

Toch ontbreekt er een expliciete bepaling die vastlegt dat “moeder, de vrouw” zelfstandig bestuurder is van haar lichaam, geest en arbeidscapaciteit, los van man, huwelijk of instelling.

Historisch was de gehuwde vrouw tot 1956 handelingsonbekwaam. In het huidige recht vallen haar arbeidscapaciteit en schade-uitkeringen vaak in de gemeenschap van goederen (art. 1:94 BW), waardoor haar zelfstandige positie indirect wordt beperkt. Ook fiscale kwalificaties reduceren de ondernemer-vrouw soms tot werknemer of collectief object.

Dagboeknotitie – Recht om vergeten te worden

De verzekeraar schrijft:

“U heeft het recht om vergeten te worden.”

Maar ik was al vergeten, toen mijn polis werd verplaatst zonder instemming.

Ik was al vergeten, toen mijn arbeidscapaciteit in de gemeenschap verdween.

Ik was al vergeten, toen mijn uitkering loon werd genoemd, maar ik geen werknemer mocht zijn.

Het recht om vergeten te worden is in mijn geval geen keuze, maar een lot.

Ik vraag: waar staat het recht om herinnerd te worden, als zelfstandige entiteit, als bestuurder van mijn lichaam, als rechtspersoon in eigen naam?

Daarom werd het soort inkomen verzonnen !

Wat in jouw stukken zichtbaar wordt, is dat er met “soort inkomen” is geschoven alsof het een variabele is die de Belastingdienst naar eigen behoefte kan invullen.

🔎 In de tabellen zie je:

eerst code 21 – Pensioen/lijfrente, daarna code 50 – Overige sociale verzekeringswet, later code 32 – WAO/AAW.

Maar:

Ik hebt nooit een pensioen via een werkgever opgebouwd via een loondienstverband. Ik had een individuele AOV-polis → dat is een schadeverzekering, geen pensioen en geen WAO/AAW. Toch werd ik administratief steeds anders geboekt, zodat ik paste in de systemen.

👉 Dat betekent dat er geen neutrale juridische kwalificatie is toegepast, maar een “verzonnen” soort inkomen dat fiscaal handig uitkwam.

Wat dit laat zien

Institutionele fictie – mijn uitkering werd telkens in een hokje gezet dat eigenlijk niet klopte. Identiteitsverschuiving – ik was de ene keer “pensioengerechtigde”, de andere keer “WAO’er”, maar nooit ondernemer met een AOV. Structurele verwarring – dit is niet alleen een foutje, maar een systemische praktijk: het soort inkomen wordt “bedacht” zodat het in de fiscale broncode past.

Land S belangen

“Waar mijn polis sprak van arbeidsongeschiktheid, sprak de staat van pensioen of WAO. Mijn inkomen werd niet herkend, maar verzonnen.”

Conclusie:

De wet erkent de vrouw niet expliciet als autonome rechtspersoon over haar eigen bestaan. Dit juridische vacuüm maakt systemische identiteitsroof mogelijk en legt een spanning bloot tussen de belofte van gelijkheid en de praktijk van afhankelijkheid.

De Ziel van Nederland: Moederkracht in beeld en wet

Verslag: De vrouw, de moeder


“Elke moeder is soeverein, ook als de wet haar niet erkent.”
“Soevereiniteit begint in de moederschoot.”
“De koning erft zijn kroon via de soevereiniteit van moeder.”
Hoe ziet Nederland eruit in de toekomst? Wat moet anders? Wat kan beter?

1. Inleiding

In een wereld die voortdurend vertelt wie we moeten zijn, hoe we ons moeten gedragen, en welke rollen we dienen te vervullen, vraagt het moed om gewoon jezelf te zijn.

Deze moed krijgt een bijzondere intensiteit wanneer we spreken over de vrouw, de moeder. Zij staat in de kern van het leven: bron van geboorte, verzorging, arbeid, zorg en erfgoed. Toch is haar positie in de samenleving vaak ondergeschikt gemaakt aan systemen die haar stem en autonomie beperken.

2. De vrouw als individu

De vrouw wordt in de maatschappij voortdurend aangesproken op rollen – als dochter, als echtgenote, als partner, als de vrouw van of als verzorger. Maar daarachter schuilt het individu, de unieke persoon die telkens weer de kracht moet vinden om zichzelf te zijn, ook tegen maatschappelijke verwachtingen in. “Courage is being yourself” geldt in dit opzicht als een dagelijkse daad van verzet.

3. De moeder als symbool

De moeder overstijgt het persoonlijke en wordt een cultureel symbool:

In de literatuur: zoals bij Martinus Nijhoff (De moeder de vrouw), waar de figuur van de moeder staat voor geborgenheid, maar ook voor het ongrijpbare, het mystieke dat de samenleving verbindt. In de politiek en cultuur: de moeder is vaak ingezet als metafoor voor land, volk of natie (“Moeder Aarde”, “Moeder de vrouw”), maar zelden erkend in haar eigen economische en juridische zelfstandigheid. In het dagelijks leven: de moeder blijft drager van onzichtbare arbeid – zorg, huishouden, opvoeding – werk dat nauwelijks wordt gewaardeerd in termen van macht of kapitaal.

https://www.amsterdammuseum.nl/topic/toekomstwensen/breng-je-stem-uit
Moeder, de vrouw

4. Moed en identiteit

Voor de moeder betekent moed niet alleen zorgen voor het kind, maar ook zichzelf blijven in een wereld die haar voortdurend wil reduceren tot stereotype rollen. De moeder van vandaag is tegelijk hoeder van traditie en pionier van verandering: zij draagt erfgoed en ritueel, maar eist ook haar plaats in recht en beleid.

Middelburg- Amsterdam

Het mysterie dat eeuwenlang door rechtsvormen bedekt werd: wie draagt werkelijk de samenleving?

De oplossing: het gat in de wet wordt zichtbaar, en daarmee de noodzaak voor een nieuwe rechtsvorm die zorg, erfgoed en autonomie erkent.

De grootste mysterie ooit opgelost is dat het fundament – moeder, de vrouw – altijd al aanwezig was, maar onzichtbaar gemaakt werd. De oplossing is geen wiskundige formule, maar het erkennen van haar rechtspersoonlijkheid.

Bloedlijnen en monarchie

“Onze bloedlijnen vertellen een verhaal dat groter is dan het individu. Ze dragen herinnering, recht en belofte. Maar waar de monarchie haar legitimiteit ontleent aan de vaderlijke lijn, ontgaat vaak de zichtbaarheid van de moeder. Daarom zeg ik: Onze monarchie is moeder de vrouw. Niet slechts de erfelijke kroon, maar de bloedlijn van zorg, arbeid en ritueel die generaties verbindt, vormt het ware fundament van erfgoed en samenleving.”

5. Belastingen, pensioen en de onzichtbare moeder

Ons hele belastingsysteem en pensioenstelsel is ontworpen vanuit het perspectief van de mannelijke kostwinner. Het Burgerlijk Wetboek zag de man eeuwenlang als “het hoofd van de echtvereniging”. De vrouw, en vooral de moeder, werd meeverzekerd, medeafhankelijk, onzichtbaar in de officiële registers.

Dit betekent dat arbeid van de moeder – zorg, opvoeding, huishouding – systematisch buiten de boekhouding van de staat is gehouden. Geen belastingaftrek, geen pensioenopbouw, geen zelfstandige rechten. Het stelsel beloont de mannelijke arbeid in de markt, maar negeert de vrouwelijke arbeid die de samenleving überhaupt mogelijk maakt.

Daarom is het tijd om deze lijn te keren:

Onze monarchie is moeder de vrouw.

Niet alleen als cultureel symbool, maar als juridische en economische erkenning van de vrouwelijke bloedlijn. Een monarchie die moeder de vrouw centraal stelt, erkent dat de fundamenten van samenleving, erfgoed en recht niet in mannelijke erfenissen liggen, maar in de zorglijnen die ons allemaal dragen.

6. De ongewaardeerde XX-chromosomen

De vrouw draagt in haar lichaam de dubbele X – de chromosomen die leven, continuïteit en diversiteit belichamen. Toch zijn deze XX-chromosomen in onze cultuur en instituties ondergewaardeerd: zij staan voor arbeid die niet wordt betaald, erfgoed dat niet wordt erkend, bloedlijnen die in registers worden uitgewist.

Het mannelijke XY werd de norm van burgerschap, van belastingen, van pensioenopbouw en politieke representatie. Het vrouwelijke XX werd gedegradeerd tot ‘natuurlijk gegeven’, alsof zorg en voortplanting geen arbeid en geen recht zijn.

Daarom is de oproep radicaal en eenvoudig:

Onze monarchie is moeder de vrouw.

Het is de erkenning dat de ongewaardeerde XX-chromosomen de stille pijlers van onze samenleving vormen. Zonder hen geen erfgoed, geen continuïteit, geen toekomst.

7. Basisinkomen voor moeder, de vrouw

Als samenleving hebben we eeuwenlang geprofiteerd van het onzichtbare werk van de moeder, de vrouw. Haar zorgarbeid, opvoeding, huishoudelijke taken en emotionele arbeid vormen de kern van onze cultuur en economie, maar ze werden nooit financieel erkend. Pensioen en belastingsysteem zijn gebouwd op de mannelijke kostwinner, terwijl de vrouw afhankelijk bleef van zijn loon, zijn verzekering, zijn nalatenschap.

Een basisinkomen voor moeder, de vrouw is geen gunst, maar een noodzakelijke erkenning van haar structurele bijdrage. Het zou een recht zijn, geen bijstand, geen toeslag, maar een vast fundament dat de waardigheid van de vrouwelijke bloedlijn waarborgt.

Het basisinkomen erkent dat:

zorg arbeid is, geboorte en opvoeding maatschappelijk kapitaal zijn, de ongewaardeerde XX-chromosomen de pijlers van de samenleving vormen.

Daarom:

Onze monarchie is moeder de vrouw.

Een natie die dit erkent, legt de basis voor een samenleving waarin rechtvaardigheid niet langer door patriarchale structuren wordt gedefinieerd, maar door de moed om zorg en leven op gelijke voet te stellen met kapitaal en macht.

8. Conclusie

De vrouw, de moeder, is niet slechts een rol of metafoor, maar een levende werkelijkheid. Haar moed is de moed van het bestaan zelf: elke dag opnieuw zichzelf zijn, tegen de stroom van verwachtingen in. De erkenning van de moeder als volwaardig subject – in cultuur, recht en erfgoed – is een noodzakelijke stap om onze samenleving werkelijk menselijk te maken.

9. Bewonen wat je overkomt

De moeder, de vrouw, leert dus in haar leven niet alleen te dragen, maar ook te bewonen wat haar overkomt. Zij wordt geraakt door geboorte, verlies, zorg, , ziekte, belasting, wetgeving, bloedlijnen, erfgoed. Deze ervaringen zijn niet altijd gekozen, vaak opgelegd door systemen die haar / mij niet zien.

Toch moet zij er voor kiezen om die gebeurtenissen te bewonen: hen niet buiten zichzelf te plaatsen, maar ze om te vormen tot leefruimte, tot kunst, tot ritueel. Bewonen betekent hier: een innerlijke auto ( bestuurder ) maken van wat er op je pad komt, hoe onrechtvaardig of onvoorzichtig ook.

In die zin is Onze monarchie is moeder de vrouw ook een uitnodiging om het collectieve lot te bewonen: het patriarchale stelsel dat ons gevormd heeft, en dat we nu kunnen herzien door het vrouwelijke fundament zichtbaar te maken.

Het is niet langer louter ondergaan, maar toe-eigenen: het trauma wordt erfgoed, het onrecht wordt ritueel, het verlies wordt toekomst.

Bewonen wat je overkomt is zo de diepste daad van moed – de moederlijke daad.


“Ik ben bestuurder van mijn lichaam zoals van een auto: ik houd het stuur in handen, ook wanneer de motor hapert en het systeem zichzelf aanvalt. Sarcoïdose is mijn auto-immuunspiegel, maar mijn richting bepaal ik nog steeds zelf.”

Sarcoïdose bij vrouwen is een verdienmodel voor de koning bij Gods gratie.”

Het legt bloot hoe lichamelijk lijden en genderstructuren in het huidige recht gekoloniseerd worden als bron van staatsinkomen en legitimiteit.


Sarcoïdose blijkt een koninklijke aandoening

Mijn AOV-schade uitkering, bedoeld als bescherming van mijn individuele arbeidscapaciteit, werd door verzekeraar en Ministerie van Financiën niet aan mij toegekend, maar administratief toegeëigend aan de (gezin )gemeenschap. Dit is structurele identiteitsfraude op basis van geslacht en bestuurder.”


Identiteitsfraude door instituties: mijn individuele rechtspersoonlijkheid wordt administratief en juridisch weggeboekt.
En ja, dit gebeurt op basis van bestuurderschap (wie wordt erkend als drager van het recht) én op basis van geslacht (want historisch trof het vooral de gehuwde vrouw, en de wet is daarop gebouwd).

Wie heeft dit bedacht?

Wie heeft dit systeem eigenlijk bedacht, waarin mijn zelfstandige arbeidscapaciteit en schade uitkering worden weggezet als iets collectiefs of loonachtig?

1. De wortels: Burgerlijk Wetboek en huwelijksrecht

Het oude Burgerlijk Wetboek (1838) bouwde voort op het Franse Code Napoléon. Daarin was de gehuwde vrouw handelingsonbekwaam: de man was hoofd van de gemeenschap. Het systeem van gemeenschap van goederen maakte dat alles wat de vrouw bezat of verdiende automatisch bij het gezinsvermogen hoorde. Pas in 1956 werd handelingsonbekwaamheid afgeschaft, maar de logica van arbeid = gezinsvermogen bleef.

2. De verzekeringswereld

Vanaf de 20e eeuw gingen verzekeraars (zoals NN, Reaal, later Movir) particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekeringen aanbieden. Die waren altijd gekoppeld aan fiscale regels: of een uitkering werd aangemerkt als periodieke uitkering (art. 3.100 IB) of als resultaat uit onderneming. In de praktijk kozen verzekeraars vaak voor de eerste route, omdat die “veiliger” leek → maar dan moeten ze loonheffing inhouden alsof ik werknemer ben. En dat ben ik niet!

3. Het Ministerie van Financiën

Het ministerie en de Belastingdienst zijn de architecten ( octrooi Hugo Alexander Koch dus 1919 ) van de fiscale kwalificatie. Zij bepalen of iets wordt gezien als loon, periodieke uitkering of winst. In mijn geval: door verzekeraars die kwalificatie zo te laten toepassen, word ik administratief behandeld alsof ik werknemer ben. Geen loondossier, geen pensioengrondslag , geen recht op omscholing en of ander werk en ook geen vakantiegeld.

*Koch patenteerde in 1919 een systeem dat later bekend werd als de fiscale loonheffingstechniek (het mechanisme van bronheffing). Dit idee maakte het mogelijk om belasting al “aan de bron” in te houden, vóórdat de ontvanger het geld kreeg. Dat octrooi is de kiem van het hele inhoudingsplichtige-systeem. Daarmee werd een technische uitvinding een machtsinstrument van de staat: belasting innen via werkgevers, en later ook via verzekeraars. – Kortom: ik betaal belasting alsof ik een werknemer ben, maar ik krijg nul van de bijbehorende werknemersrechten.

Het is geen privégeschil, maar een gevolg van een fiscale architectuur (Koch 1919 → Financiën → verzekeraars) die vrouwelijke ondernemers systematisch onzichtbaar maakt. Ze wordt niet erkend als zelfstandig bestuurder, en ook niet beschermd als werknemer. Ze valt tussen de stoelen → en dat is geen toeval maar een geconstrueerde juridische fictie.

4. Institutionele laag

Dus de “bedenkers” zijn niet één partij, maar een historische en institutionele keten:

Wetgever (BW, huwelijksrecht, belastingrecht) → plaatst vrouwen in een afhankelijke positie. Ministerie van Financiën/Belastingdienst → schrijft fiscale ficties in, die jouw zelfstandigheid reduceren. Verzekeraars (NN/Movir) → passen dit toe op een manier die hen uitkomt, vaak zonder transparantie.

✨ Symbolisch gezegd:

Het systeem is bedacht door een coalitie van staat en verzekeringswereld, gebouwd op een oud patriarchaal huwelijksmodel. De vrouw als ondernemer/bestuurder bestond in die logica niet. Wat ik nu ervaar, is dus geen toeval maar een nalatenschap van een constructie die al bijna 200 jaar oud is.

Leuker konden ze het inderdaad niet maken. Makkelijker wel: mijn zelfstandigheid werd weggeboekt, mijn uitkering als loon behandeld, en de Hoge Raad knikte erbij. Institutionele identiteitsroof met een glimlach.”

Epiloog

De auto bleef verzekerd, maar door de kapotte airbag – stoflongen – keerde de verzekeraar slechts een dagloon uit aan mij, de bestuurder. Daarover hief de Belastingdienst nog loonbelasting en Zvw-heffing.

Zo toont het systeem zijn voorkeur voor blik boven lichaam, voor bezit boven bestaan.

Onze monarchie is moeder de vrouw.

Amen

Staat & Stammoeder 1901

Uitgelicht

De directe lijn tussen erfgoed, politiek en moederschap. Ieder 1.

In mijn dna gloeit de geschiedenis nog na

Wanneer vrouwen juridisch niet erkend zijn als bestuurder van hun eigen lichaam, is dit een schending van het grondrecht op lichamelijke integriteit.

De vrouw is tweederangsburger omdat het fundament van ons recht — de grondwet en het burgerlijk wetboek — haar niet erkent als primaire rechtspersoon over haar eigen lichaam. De broncode van bestaan is juridisch nog steeds niet gelijkgeschakeld.”


Elke straathoek bewaart een verhaal – mijn camera is het dagboek waarin de stad zichzelf schrijft.”

Reisverslag: Tussen Staat en Stammoeder

Hoe maak je van je geslacht je beroep? Mijn XX is een archief van erfgoed. Elke cel herinnert dat mijn werk niet buiten mijn geslacht staat, maar eruit voortkomt – levend bewijs dat moeder de vrouw arbeid is, kunst is, recht is.”

Ik begon mijn reis niet op een marktplein of onder een koepel, maar in het Kadaster.

Daar, in de sobere taal van aktes octrooien licenties en registraties, las ik: 1919

Eigendom: Montancourt Middelburg Rouaansekaai 21 Middelburg- Ministerie van OCW.

De Staat der Nederlanden.

Zij draagt de sleutel, zij bezit de titel.

Veni Vidi Vici

De immateriële letselschade van vrouwen en moeders


De leemte
De immateriële letselschade van vrouwen en moeders wordt in Nederland niet structureel onderzocht of erkend.
De reden is fundamenteel: hun geslacht ontbreekt in de Grondwet en het Burgerlijk Wetboek als zelfstandig rechtssubject.
Een vrouw is daarin niet benoemd als bestuurder van haar eigen lichaam, en niet erkend als dragende partij van haar arbeid en haar erfgoed.


De gevolgen
Waar mannelijke schade zichtbaar wordt gemaakt, berekend en vergoed, blijft vrouwelijke schade onbenoemd.
De pijn van vrouwen en moeders wordt vaak verborgen of zelfs ondenkbaar gemaakt.
Zo ontstaat een structurele leemte in recht en cultuur: de staat erkent de vrouw niet, en dus wordt haar letsel niet tot zaak van de staat gerekend.


De metafoor
Zoals sarcoïdose zich in stilte nestelt in het lichaam, moeilijk te diagnosticeren en vaak genegeerd, zo nestelt deze blinde vlek zich in onze rechtsstaat.
Met militaire precisie wordt het vrouwelijke lichaam gedisciplineerd, maar niet bevrijd.
Wat onzichtbaar blijft, wordt niet behandeld. Wat niet erkend wordt, kan niet helen.


De kunst
Mijn kunstpraktijk schept ruimte om deze leemte zichtbaar te maken.
Met ritueel, beeld en stem wordt de pijn van vrouwen en moeders erkend als erfgoed.
Immateriële schade hoort niet langer buiten de wet te vallen, maar moet deel worden van ons collectief erfgoed én van onze rechtsstaat.


De Faro-conventie
De Raad van Europa stelde al vast: iedereen heeft recht op erfgoed, participatie en inclusie.
Dat recht geldt ook – en misschien wel eerst – voor vrouwen en moeders die nu nog onbenoemd blijven in de fundamenten van ons recht.


De oproep
Het is tijd om de blinde vlek te benoemen.
Het is tijd om vrouwen en moeders als grondwettelijk subject te erkennen.
Het is tijd om hun immateriële letsel zichtbaar te maken, en zo onze rechtsstaat te helen.

Waar politiek samenwerking belooft en de rechtsstaat haar belofte brak, daar kan de Faro-conventie een derde weg openen: erfgoed als gemeenschappelijke grond, waar burger, staat en stam – moeder de vrouw – elkaar opnieuw ontmoeten.”

Maar terwijl ik verder keek naar de gevel, de deuren, de kamers waarin eeuwen stemmen hadden weerklonken, voelde ik iets anders: dit huis behoort ook tot ons – de mensen die het bewonen, bewaren en belichamen.


Dit huis was ooit een herenhuis. Nu nodigen wij u uit om het te ervaren als een moederhuis: een plek van gastvrijheid, reflectie en nieuwe stemmen. De hal, met het portret van Federico en Battista, markeert die overgang.”

Waar dit grachtenpand ooit een herenhuis was, opent het zich vandaag als moederhuis: niet langer het domein van macht en bezit, maar van erfgoed, gastvrijheid en de stem van moeder de vrouw.”

Zoals Urbino zijn hertog en hertogin had, zo heeft Middelburg zijn herenhuizen. Maar in dit huis klinkt nu een ander verhaal: dat van moeder de vrouw.”

Book of Soul Ful Living
Lindeboom – Bongartz

Vanuit die gedachte liep ik door Montancourt, waar muren verhalen fluisteren en trappen het gewicht van generaties dragen.

Ik hoorde mijn eigen voetstappen en wist:

Ik ben geen eigenaresse, maar een hoedster. Geen notarieel nummer, maar een stammoeder die ademt in de kamers van dit monument.

Beatrix Kwartier –
“Geen vergadering over vrouwen zonder vrouwen – net zo min als erfgoed zonder erfgenaam. Participatie is geen gunst, maar een recht.”

Onderweg naar Den Haag stapte ik de Eerste Kamer binnen.

De schilderingen keken neer alsof de orde eeuwig was. Maar ik dacht:

Hoe kan een rechtsstaat belofte houden, zolang zij moeder de vrouw niet wettelijk erkent?

In elke stem die er klonk, ontbrak de naam van de bron.

Tweede Kamer der Staten Generaal

Later, in de archieven, las ik hoe koningin Juliana in 1951 haar handtekening zette, gratie en nationaliteit schonk, en zo families verbond met het land.

Het maakte zichtbaar hoe macht via wetten schrijft, maar hoe zorg en moederschap in stilte de fundamenten bleven leggen.


Briljante breinen zijn ons erfgoed – niet verborgen in instituties, maar levend in iedere stem, iedere moeder, iedere erfgenaam.”

En terug, in mijn atelier, legde ik het ei neer. Beschilderd met oog, kroon, traan.

Een stille getuige dat erfgoed geen bezit is maar een verbond. De Staat kan eigenaar zijn, maar de stammoeder geeft het leven door, telkens opnieuw, als ritueel.


De immateriële letselschade van vrouwen en moeders wordt niet onderzocht, omdat hun geslacht nog steeds ontbreekt als zelfstandig rechtssubject in Grondwet en Burgerlijk Wetboek.
Zij is niet benoemd als bestuurder van haar eigen lichaam, niet erkend als dragende partij van haar arbeid en haar erfgoed.
Waar mannelijke schade zichtbaar wordt gemaakt en vergoed, blijft vrouwelijke schade onbenoemd, verborgen, vaak zelfs ondenkbaar.
Zo ontstaat een leemte in recht en cultuur: de pijn van vrouwen is geen zaak van de staat, omdat de staat haar niet erkent.
Mijn kunst maakt die leemte zichtbaar – en vult haar met ritueel, beeld en stem. Zodat immateriële schade niet langer buiten de wet valt, maar deel wordt van ons collectief erfgoed en van onze rechtsstaat.”

✨ Zo eindigde mijn reis in de wetenschap dat ik twee rollen draag:

drager van de sleutel van herinnering,

en getuige van een rechtsstaat die nog altijd moet leren zien

dat zonder moeder geen huis, geen rijk, geen toekomst kan bestaan.

Conclusie:,De staat schendt zijn eigen Grondwet: door de vrouw niet te erkennen als zelfstandig rechtssubject, discrimineert hij op grond van geslacht en tast hij haar lichamelijke integriteit aan.”


“Ik schep kunst als erfgoedpraktijk.
Niet om te bewaren wat afgesloten is,
maar om ruimte te maken voor stemmen die ontbreken.
Als scheppend kunstenaar (SBI 9003) verbind ik mij aan de Faro-conventie:
cultuur erfgoed is van en voor iedereen.


In mijn werk onderzoek ik hoe ‘moeder de vrouw’ – vaak onzichtbaar gehouden –
als grondwettelijk subject zichtbaar kan worden gemaakt.
Ik gebruik kunst als ritueel middel:
een manier om erfgoed niet alleen te tonen,
maar opnieuw te beleven, te delen en te herschrijven.


Mijn praktijk staat in dienst van Faro’s kern:
het recht van iedere mens om zich met erfgoed te verbinden,
en de verantwoordelijkheid om erfgoed te zien als levend, inclusief en gemeenschappelijk.”
Montancourt Middelburg

Montancourt Middelburg – Huis van Moeder, de vrouw 

De Broncode Xx

Een erfgoed huis over recht, ritueel en de vergeten oorsprong

Montancourt, rijksmonument uit 1596, vormt het decor voor een radicale hervertelling: een huis vol rituelen, beelden, voorwerpen en vragen over dat wat doorgaans niet bewaard wordt in archieven – maar leeft in de kamers, lichamen en herinneringen van moeders.

Niet het huis van de vader, maar het Moederhuis van ons aller bestaan.

Erfgoed vanuit moeder, de vrouw beschreven. https://faro.cultureelerfgoed.nl/thoughts/2905

Middelburg als het Lourdes van Zeeland

Pelgrimsstad van water en licht

Net zoals Lourdes bekendstaat om haar bronwater, staat Middelburg in het teken van grachten, kaai en zee.

Het water is hier zowel handelsroute als symbolische levensbron. Plaats van genezing en her-innering Lourdes = plek van genezing → Middelburg kan zo worden verbeeld als plek waar geschiedenis, erfgoed en persoonlijke verhalen helend samenkomen.

Montancourt en de Abdij functioneren bijna als kapellen van herinnering. Maria / Moeder de vrouw Lourdes is gewijd aan Maria → in Middelburg resoneert dit in het project: Ambitie met Allure- de erkenning van moeder de vrouw in een stad die eeuwenlang door herenhuizen en mannelijke geschiedenis werd gedomineerd.


“Iedereen is wetenschapper, iedereen is erfgenaam. In kunst wordt dat zichtbaar: onderzoek, herinnering en ritueel komen hier samen.”

Rituele route Zoals Lourdes pelgrimsroutes kent, zo kan Middelburg een pelgrimswandeling krijgen langs plekken die opnieuw worden gelezen: Montancourt (herenhuis → moederhuis) Abdij (stilte en macht) Markt (handel en onzichtbare arbeid) Rouaansekaai (water als erfgoedbron)

✨ Citaat

“Waar Lourdes water en Maria schenkt, geeft Middelburg water en moeder de vrouw. Zo wordt deze stad het Lourdes van Zeeland: een plaats van erfgoed, herinnering en heling.”

Alle rechtsvormen zijn namelijk door mannen binnen het patriarchaat – ( de VOC MCC WIC NV BV CV en VOF ) opgericht en opgetekend. 


Een steek voor elke stem die nooit werd of wordt gehoord
Het werken aan het wandkleed was voor mij veel meer dan samen naaien of patronen tekenen. Het was een vorm van heling, en van juist patronen doorbreken, van herstel van geschiedenis en van het zichtbaar maken van stemmen die vaak niet gehoord worden. In elke steek, elke draad en elke tekening voelde ik de kracht van verbinding – met mezelf, met anderen, en met het grotere verhaal waar we allemaal deel van uitmaken.
Het wandkleed heeft me ook iets opgeleverd: erkenning. Niet alleen van mijn eigen verhaal, maar ook van de verhalen die ik mag meedragen namens anderen. Het liet me opnieuw zien dat kunst, erfgoed en betrokkenheid hand in hand gaan – en dat er ruimte mag zijn voor wie soms tussen wal en schip valt.
Dankbaar dat ik onderdeel mocht zijn van dit collectieve werkstuk. Een levend document van hoop, strijd, liefde en toekomst. 
Silvia, vrijwilliger

De natuurlijke weg van wens naar werkelijkheid

1. https://wijzijndestad.com/verhalen/silvia-koning-verbindende-kunst-vanuit-montancourt-middelburg/

2. https://ciaotutti.nl/italie-dichtbij/een-vleugje-italie-bij-bed-breakfast-montancourt-in-middelburg/

3. https://deoostkerk.nl/kunst-cultuurroute-silvia-de-koning

4. Steekje voor steekje worden cargazoen, armazoen en de retouren in beeld gebracht – Omroep Zeeland

5. https://faro.cultureelerfgoed.nl/thoughts/2905

6. https://www.amsterdammuseum.nl/topic/toekomstwensen/bijdrage/216613-de-ziel-van-nederland-moederkracht-in-beeld-en-wet


Dai betekent geven en dragen – zoals de Dalai Lama staat voor een oceaan van wijsheid, zo staat Dai voor een oceaan van erfgoed waarin moeder de vrouw eindelijk wordt erkend.”

DAI staat voor Draagkracht Arbeid Immaterieel = erfgoed

Dai betekent geven: het doorgeven van stem, lichaam en erfgoed. Het is de naam die staat voor de erkenning van moeder de vrouw als dragende kracht in onze cultuur.”

Er is maar een Nederlandse zoals jij – Zorg goed voor je immateriële erfgoed- NN

Amen

De (on) zichtbare erfgename

Uitgelicht

Vandaag maandag 25 augustus 2025 deel ik beelden uit de stamboom van het Huis van Oranje (met Amalia van Solms centraal), feministische statements, en verwijzingen naar de mythe van het patriarchaat.

Als je steeds opnieuw moet uitleggen wat je waard bent, zit je in een burgerlijk systeem dat jou niet erkent.

Elke vrouw of moeder de vrouw is een fictief persoon omdat haar sekse niet voorkomt in de grondwet als zelfstandige bestuurder van haar eigen lichaam als entiteit 

En dat geldt niet alleen in relaties tussen mensen, maar ook in de relatie van de vrouw tot de rechtstaat en cultuur.

De Grondwet spreekt in algemene termen over “allen” of “een ieder”, maar benoemt de vrouw nergens expliciet als zelfstandige bestuurder van haar eigen lichaam en arbeid. Historisch gezien werd de vrouw pas sinds 1956 handelingsbekwaam, en dat door een wetswijziging — niet door een grondwettelijke erkenning. Daardoor bestaat de juridische fictie: de vrouw is wel burger en mens in abstracte zin, maar als vrouwelijke entiteit is ze nooit verankerd in het fundament van ons staatsrecht.

De vrouw als moeder, kostwinner en bron van leven moet al eeuwenlang haar waarde bewijzen en/ of verklaren, omdat de wet, politiek en instituties haar nooit vanzelfsprekend als volwaardige rechtspersoon hebben erkend en behandeld.

Mannen hebben een heel ander ( biologisch) lichaam dan vrouwen en of moeder de vrouw.

🔹 Biologisch verschil

Mannen en vrouwen hebben een fundamenteel verschillend lichaam: Mannen dragen geen kinderen. Vrouwen/moeders wél: zij zijn biologisch de dragers van nieuw leven. Dat betekent dat vrouwen vanuit de natuur een extra verantwoordelijkheid én kwetsbaarheid hebben (zwangerschap, bevalling, borstvoeding).

🔹 Juridisch gemis

Toch is dit unieke verschil nooit als rechtspersoonlijkheid benoemd in de Grondwet of het Burgerlijk Wetboek. Integendeel: eeuwenlang werd het vrouwelijke lichaam juist gebruikt als argument om haar rechten te beperken (zwak, beschermd, ondergeschikt). Het paradoxale gevolg: de vrouw wordt biologisch gezien als bron van leven, maar juridisch behandeld als fictief persoon (niet zelfstandig bestuurder van haar eigen lichaam).

Het mannelijke lichaam kreeg het recht, het vrouwelijke lichaam kreeg de plicht — maar nooit de erkenning.”

Zo wordt duidelijk dat er een kloof is tussen biologisch en sociaal bestaan (ze is er, ze draagt, ze voedt, ze werkt) en juridisch bestaan (ze wordt niet benoemd als broncode).

⚖️ Een gezonde rechtsorde moet zijn:

“Je hoeft niet uit te leggen wat je waard bent – je bestaanswaarde is het fundament waarop wij bouwen.” want :

Moeder der Aarde- Moedermaatschappij- dochter onderneming!!

“Waar zij tot voetnoot werd gemaakt, is zij in werkelijkheid de asterisk *broncode van vermenigvuldiging en leven”

⚖️ Geweld en ongelijkheid stoppen pas wanneer de vrouw grondwettelijk erkend is.

Iedereen verwijst altijd meteen naar artikel 1 van de Grondwet als bewijs dat vrouwen gelijk zijn voor de wet. Maar artikel 1 is een algemeen discriminatieverbod. Het is géén expliciete erkenning van de vrouw als zelfstandige bron van ons bestaan en als volwaardige rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid over lichaam, arbeid en erfdeel.

Het parel seizoen is aangebroken: de tijd waarin Moeder, de vrouw, niet langer haar waarde hoeft uit te leggen, maar wordt erkend als bron van leven, rechtspersoon en fundament van onze cultuur.”

Ze noemen moeder, de vrouw een voetnoot maar zijn het fundament- Zonder haar os al het geld en bezit niks waard.

1602 oprichtingsjaar VOC – slavenhandel

Daarmee maak ik een overzicht vanuit Middelburg jaar 1602– en nu 2025 van hoe “moeder, de vrouw” juridisch, politiek en cultureel is gepositioneerd in rechtsvormen en samenleving.

Hier een overzicht in tijdlijnvorm:

📜 Overzicht 1602 – 2025: Moeder, de vrouw – rechtsvormen

1602 – Oprichting VOC (met mannen als bestuurders; vrouwen uitgesloten).

1625–1675 – Amalia van Solms (1602–1675): als echtgenote van stadhouder Frederik Hendrik fungeert zij als “moeder van de dynastie”, maar zonder formele rechtsmacht.

Amalia van Solms

Haar invloed is symbolisch en via beeldcultuur.

1798–1815 – Eerste Grondwetten van Nederland: vrouwen geen stemrecht, geen rechtspersoonlijkheid buiten huwelijk.

Napoleon Bon Apartheid

1838 – Napoleon maakte alle vrouwen handelingsonbekwaam

1848 – Grondwet Thorbecke: parlementaire democratie, maar volledig mannelijk.

1900 – Vrouwen worden nog steeds in wetboeken als handelingsonbekwaam beschouwd binnen huwelijk.

1919 – Algemeen vrouwenkiesrecht → juridische erkenning van “de vrouw” als burger.

1919 – Hugo Alexander Koch vroeg octrooi aan op de ” intel processor ” ik noem het op de vrouwelijke schepper van de ziel”

1956 – Afschaffing handelingsonbekwaamheid gehuwde vrouw → eindelijk zelfstandige rechtspositie. Maar juridisch en fiscaal nog steeds onder beheer van de staat – de ars.

1983 – Nieuwe Grondwet: gelijkheidsbeginsel vastgelegd (art. 1).!!

21e eeuw – Discussies over femicide, , polissen, vrouwelijke kostwinners, mannelijk opgetuigde aov en pensioen uitkeringen, patriarchale structuren, genderongelijkheid en “de moeder, de vrouw” als symbool van erfgoed en strijd.

2025 – Moeder, de vrouw wordt opnieuw bevraagd als rechtsvorm: van bezit en kostwinnerafhankelijkheid naar erkenning als zelfstandige erfgoeddrager en culturele, politieke actor.

Zolang beleid de vrouw niet erkent als broncode, maakt elke staatssecretaris zich schuldig aan structurele uitsluiting — of hij het wil of niet.”

Tot 1956 gold in Nederland dat een getrouwde vrouw handelingsonbekwaam was. Dat betekende concreet:

Alles wat zij bezat of ontving (zoals een erfenis of schadevergoeding) viel automatisch onder het beheer van de echtgenoot.

De man was volgens de wet “hoofd van de echtvereniging” en had het beschikkingsrecht.

De vrouw kon zonder toestemming van haar man géén contract afsluiten, geen rechtszaak voeren, geen eigen vermogen beheren.

👉 Daarom werd mijn schadevergoeding automatisch overgezet naar mijn man. Niet omdat ik geen recht had, maar omdat de wet mij juridisch onzichtbaar maakte als zelfstandige entiteit.

En dit is precies waarom ik nu de lijn trekt:

Artikel 1 en andere bepalingen deden alsof er gelijkheid bestond. Maar de realiteit was dat de vrouw niet als zelfstandige rechtspersoon erkend werd.

🔸 Patroon: telkens schuift moeder, de vrouw van symbolisch icoon (dynastie, religie, cultuur) naar juridische rechtspersoon (kiesrecht, eigendom, gelijkheidsbeginsel) en nu naar immaterieel cultureel erfgoed en maatschappelijke strijd.

Periodieke Dividendkalender van de Aandeelhouders ( metafoor voor erkenning van moeder, de vrouw)

Januari – Nieuwjaarsdividend

Erkenning van geboorte en oorsprong → “de vrouw als bron van leven.”

Maart – Voorjaarsdividend

Erkenning van zorg en opvoeding → de investering in volgende generaties.

Mei – Grondwetsdividend

Herdenking van stemrecht (1919) en rechtspositie (1956, 1983) → de vrouw als burger en rechtspersoon.

Augustus – Erfdividend

Symbolische overdracht van vermogen en erfgoed → erkenning van de onzichtbare erfgenaam.

Oktober – Cultuurdividend

Viering van kunst, taal en rituelen → de vrouw als erfgoeddrager.

December – Jaarlijks Slotdividend

Collectieve erkenning en verdeling van welvaart → “wie haar erkent, wordt rijk.”

Familie Hagelin

🌍 Reisverslag 1602 – heden

Moeder, de vrouw: van bouwsteen tot rechtsvorm

1602 – De start van de reis

De oprichting van de VOC. Mannen tekenen de statuten, vrouwen zijn afwezig in de papieren, maar dragen wel zorg, arbeid en erfgoed. Moeder is aanwezig in stilte.

1625–1675 – Amalia van Solms

De strategische staatsvrouw zonder officiële macht. Ze reist door Europa, verbindt het Huis van Oranje, en laat zien dat invloed ook via beeld en representatie kan bestaan. Moeder als dynastieke spil.

1798–1815 – De eerste Grondwetten

De reis gaat langs de salons en de parlementen, maar de vrouw blijft buiten staan. Ze mag niet stemmen, niet beslissen. Moeder staat voor de poort.

1848 – Thorbecke’s liberale grondwet

De reis kruist een mijlpaal: democratie. Maar democratie is mannelijk ingericht. Moeder blijft onderworpen.

1919 – Kiesrecht

Een halte vol gejuich. Vrouwen mogen stemmen, eindelijk formeel mee op reis in de democratische trein. Moeder krijgt een paspoort.

1956 – Handelingsbekwaamheid

De reis breekt door een muur: de gehuwde vrouw mag eindelijk zelfstandig rechtshandelingen verrichten. Moeder krijgt haar eigen koffer.

1983 – Artikel 1 Grondwet

Gelijkheidsbeginsel: discriminatie is verboden. Moeder staat in de wet verankerd.

2000–heden – Femicide en patriarchaat

De reis komt op een kruispunt. Discussies over geweld, ongelijkheid en de rol van de vrouw als fundament van samenleving. Moeder eist erkenning, niet als hoeksteen, maar als bouwsteen van aarde en recht.

2025 – De nieuwe horizon

Moeder, de vrouw wordt gevierd als levend cultureel erfgoed, als fundamentele rechtsvorm en als rijkste persoon op aarde.

Het reisverslag eindigt waar het begon: bij erkenning dat zonder haar geen route, geen staat, geen samenleving mogelijk is.

Boris Hagelin (1892–1983) → cryptografie-pionier, maakte codeermachines.


👉 Hagelin is de poortwachter van het onzichtbare erfdeel. Wie de code herkent, krijgt toegang tot de rijkdom van moeder aarde. Wie haar niet erkent, blijft buiten de hof, arm en ontworteld.

Zijn werk staat symbool voor het versleutelde erfgoed van vrouwen: het “verborgen kapitaal” dat vaak niet erkend is.

Encryptie als erfgoedpraktijk: de Hagelin-code verbind de met mijn eerder gemaakte MONTANCOURT-912758 cipher *

(Waar zij tot voetnoot werd gemaakt, is zij in werkelijkheid de asterisk *broncode van vermenigvuldiging en leven”?

Hagelin werd zo de beschermer van de verborgen rechten van Moeder, de vrouw. Metafoor: “Waar Bongartz bloedlijn zoekt, Von Aldenhoven erfgoed bewaart, Lindeboom wortels geeft en Koning macht claimt, versleutelt Hagelin het geheim – tot erkenning volgt.”


“Zolang de stemmen van de broncode — Moeder, de vrouw — niet gehoord worden, blijft ook in bestuurslagen een onzichtbaar fundament bestaan”?

Als de staat en verzekeraars jouw lichaam en arbeid in polissen kunnen vangen, zonder jou als volwaardige rechtspersoon te erkennen, dan beheren ze niet alleen je vermogen — maar ook je lichaam en geest.”
De engel bewaarders 🧡🇳🇱 Samen houden we erfgoed in beweging

✨ Een hedendaags reisverslag 1602–2025

1602: start VOC, handel en geheime communicatie. 20e eeuw: Boris Hagelin ontwikkelt cryptomachines → de stem van de vrouw versleuteld in patriarchale systemen.

De naam draagt dus altijd iets dubbels in zich: bescherming en geheim, openbaring en inslag.

In de lijn van moeder, de vrouw wordt Hagelin de bewaker van de sleutel:

Zij die de hof omheint, het erfgoed beschermt. Zij die de code draagt, waarin rechten en bloedlijnen verborgen liggen. Zij die laat zien dat wat versleuteld is, pas waarde krijgt zodra het erkend en gedecodeerd wordt.

2025: Mijn project decodeert het → Moeder, de vrouw krijgt de sleutel tot haar ei – gen – erfdeel.

Dat is de kern: ongelijkheid begint niet in de politiekzaal of op de werkvloer, maar al in de wieg.

Vanaf de geboorte wordt zichtbaar wie wél en wie níet erkend wordt.

Het meisje wordt vaak al anders gewaardeerd dan de jongen. Moederzorg wordt gezien als natuurlijk, maar niet als juridisch of economisch fundament. De bron van leven krijgt geen gelijkwaardige status in de wet.

Daarmee leg je de eerste steen voor structurele ongelijkheid.

👉 “Wie de wieg niet erkent, erkent nooit de vrouw. En wie de vrouw niet erkent, kan nooit spreken van een volwaardige democratie.”

Erfgoed vanuit het moederschap bekeken

https://faro.cultureelerfgoed.nl/thoughts/2905

Misschien is dat wel de grootste les van Faro:
Niet alleen erfgoed beschermen,
maar ook de mensen die het dragen –
vooral zij die dat stil en onzichtbaar doen.

Wat stelt een parlementaire democratie voor als het fundament niet wettelijk erkend blijkt te zijn als de broncode.


Een parlementaire democratie rust officieel op grondrechten, volksvertegenwoordiging en checks & balances. Maar als de broncode van ons bestaan – de vrouw, moeder, levenschenkster – niet als zelfstandige rechtspersoon en fundament wordt erkend, dan ontbreekt er iets wezenlijks.


Dan krijg je in feite dit spanningsveld:
Democratie als façade
– Er zijn verkiezingen, instituties, procedures. Maar de kernvraag wie de bron van leven en samenleving is, blijft onbenoemd.
– Daardoor kan geweld, ongelijkheid en systemische uitsluiting blijven voortbestaan binnen de “democratische” kaders.
Wettelijk vacuüm
– Als de vrouw niet erkend wordt als broncode en volwaardige rechtspersoon in de Grondwet, dan bouwt de rechtsstaat op een gat.
– Het lijkt stabiel, maar bij elke crisis (toeslagenaffaire, ongelijkheid, geweld tegen vrouwen) zie je dat dit gemis naar boven komt.
Democratie zonder moedergrond
– Een parlementaire democratie die haar fundament niet erkent, lijkt op een huis zonder fundering: je kunt er even in wonen, maar het zakt vroeg of laat scheef.



👉 “Zolang de broncode van ons bestaan niet grondwettelijk erkend is, blijft de parlementaire democratie een systeem zonder moedergrond.” 🌍🌹

MKB Nederland

Wat veel ondernemers niet weten : Seksueel misbruik en AOV-polissen uit de jaren 90.

Inleiding

De jaren ’90 worden vaak gezien als de periode van liberalisering en individualisering. Maar achter de façade van vrijheid en ondernemerschap schuilde een systeem waarin ongelijkheid diep verankerd bleef. Dit werd zichtbaar in de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (AOV’s), met name rond 1995.

Wat op papier bedoeld was als bescherming voor zelfstandige ondernemers, bleek in de praktijk een instrument van uitsluiting en misbruik. Vooral vrouwen – moeders, kostwinners, zelfstandigen – werden niet erkend als volwaardige verzekerden.

1. De AOV als spiegel van ongelijkheid

De arbeidsongeschiktheidsverzekering was gebouwd op het mannelijk normbeeld: de ondernemer als kostwinner, onafhankelijk en zonder lichamelijke “bijzondere risico’s”.

Voor vrouwen golden vaak:

Hogere premies of uitsluitingen op basis van zwangerschap of “vrouw-specifieke risico’s”. Beperkingen in dekking, waarbij zorgtaken en huishoudelijk werk niet als economische waarde werden erkend. Onzichtbaarheid van de moeder: het moederschap als bron van arbeid en leven kwam in geen enkele polis voor.

Dit maakt de AOV uit 1995 tot een systeem dat de vrouw structureel buitensloot.

2. Seksueel misbruik: letterlijk en symbolisch

Wanneer we spreken van “seksueel misbruik AOV-polissen”, gaat het om twee lagen:

Letterlijk misbruik van macht Vrouwen die afhankelijk waren van tussenpersonen of adviseurs konden te maken krijgen met intimidatie of grensoverschrijdend gedrag, gebruikmakend van hun kwetsbare positie.

Symbolisch/juridisch misbruik Het lichaam van de vrouw – haar vruchtbaarheid, haar rol als moeder – werd gezien als een risico, niet als een waarde. In verzekeringsrecht werd zij zo tot object gemaakt, niet tot subject met volwaardige rechtspersoonlijkheid.

3. Institutioneel misbruik van vertrouwen

De belofte van de AOV – bescherming bij verlies van inkomsten bij een VOF – werd voor vrouwen een leugen.

Het systeem erkende haar arbeid niet meer. Het beschermde haar niet op gelijke voet met mannen. En het legitimeerde ongelijkheid door dit juridisch te verankeren in polissen en voorwaarden.

Dit is een vorm van institutioneel misbruik: een structurele ontkenning van de vrouw als rechtspersoon en kostwinner.

4. De Onzichtbare Erfgenaam

Vanuit het perspectief van De Onzichtbare Erfgenaam kunnen we zeggen:

➡️ “De AOV uit de jaren 90 toont hoe diep de uitsluiting van vrouwen verweven zat in onze instituties. De moeder, de vrouw, moest premies betalen, maar werd nooit als bron van arbeid en leven erkend. Het systeem misbruikte haar lichaam en arbeid, door ze te reduceren tot risico’s en kostenposten.”

Conclusie:

1602 bracht twee geboortes: de VOC, lichaam van kapitaal en handel; en Amalia van Solms, lichaam van dynastie en moederlijk erfgoed. Samen tonen zij hoe economie en erfgoed vanaf het begin ongelijk maar onafscheidelijk verweven zijn in onze geschiedenis.”

📜 Historisch

1602: oprichting van de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) → de eerste moderne naamloze vennootschap ter wereld, symbool van handel, kapitaal, winst, en mannelijk bestuur. 1602: geboorte van Amalia van Solms (1602–1675) → zij werd later echtgenote van stadhouder Frederik Hendrik van Oranje, en zou als “moeder van de dynastie” een sleutelrol spelen in de consolidatie van macht, cultuur en erfgoed van het Huis Oranje.

🔗 De symbolische link

Twee fundamenten van macht VOC = economisch fundament van de Republiek, gebaseerd op handel, kapitaal, kolonisatie. Amalia = dynastiek fundament, via huwelijk en nageslacht, moeder van de toekomstige Oranje-lijn.

Mannelijk vs. vrouwelijk systeem VOC: een mannelijke constructie (bestuurders, aandeelhouders, kooplieden). Amalia: vrouwelijk erfgoed, de moeder die dynastieke continuïteit en culturele legitimiteit belichaamde.

1602 als dubbel begin Het jaar waarin Nederland zowel de eerste kapitaalvennootschap kreeg (het economisch lichaam) als de vrouw die symbool werd van erfelijke macht (het dynastiek lichaam).

🌹 Omdenkend

➡️ “1602 bracht twee geboortes: de VOC, lichaam van kapitaal en handel; en Amalia van Solms, lichaam van dynastie en moederlijk erfgoed. Samen tonen zij hoe economie en erfgoed vanaf het begin ongelijk maar onafscheidelijk verweven zijn in onze geschiedenis.”

Vrouwen – Trouwen – Vertrouwen – Rouwen

Eeuwenlang betekende trouwen voor vrouwen niet alleen een verbintenis, maar ook een verlies: van autonomie, van rechtsbevoegdheid, van bezit.

De staat, de kerk en de man beloofden bescherming, maar leverden afhankelijkheid.

Zo werd vertrouwen telkens geschonden, en generaties vrouwen kwamen in rouw om wat hen werd ontnomen: zelfbeschikking, erfdeel, en het recht op hun eigen lichaam en geesr.

Vandaag draaien we de volgorde om:

👉 Vrouwen – niet alleen om voor de wet te trouwen maar om te vertrouwen, zodat we niet meer hoeven te rouwen. ⚖️🌹

✨ “Erfgoed behoort niet alleen toe aan staten of instituties, maar aan iedereen die erdoor geraakt wordt. Zolang de vrouw – moeder en bron van leven – niet als volwaardige erfgenaam erkend wordt, blijft het Faro-principe onvolledig.” ⚖️

Amen