Dochter van THC Lindeboom VOF

Uitgelicht

Reisverslag

Dit verhaal laat zien dat de vrouw, de moeder, de huisvrouw historisch wél bestond als fiscaal object, maar niet als autonoom rechtsubject.

Met dank aan David Knibbe en Elisabeth Maria van der Claver en Petronella Rademacher- Samuel Rademacher en Pieter de la Rue

2025

Niet als jaartal van afronding, maar als moment van zichtbaarheid. Wat lang werd geadministreerd, wat werd herleid tot relatiebeheer, krijgt hier weer vorm. Niet in dossiers, maar in objecten.

Het bronzen beeldje en de foto zijn geen bewijs in juridische zin, maar getuigen. Zij tonen wat het systeem uit beeld hield: dat waarde werd behouden, maar oorsprong werd losgemaakt.

Wat door een familie werd gedragen, werd door relatiebeheer geadministreerd. De waarde bleef, de oorsprong verdween.

Totdat zij zich weer liet zien.

Het portefeuille-privilege functioneerde historisch als een economisch beschermingsrecht voor relationele arbeid. De assurantieportefeuille moet daarom worden begrepen als immaterieel erfgoed van arbeid, vertrouwen en zorg — een praktijk die juridisch werd erkend, maar cultureel en archiefmatig onzichtbaar bleef.

Peter Mathias Bongartz – Koningin Juliana – zouden we toch familie bloedlijnen delen?

Statement


Wat begon uit nieuwsgierigheid
werd een levenslange noodzaak.


Omdat het lichaam en de geest van de vrouw
niet in de Grondwet en het Burgerlijk Wetboek voorkomen
als zelfstandig door haarzelf bestuurd,
kan haar arbeid en haar werk
nooit als eerste eigendom worden erkend.


Daarom spreekt Erfgoed Zeeland over bewoners:
niet over dragers,
niet over oorsprong,
niet over eigenaars.


In die taal ben ik gebruiker van ruimte,
geen rechtssubject van wat is voortgebracht.


In de bank ben ik hoofdpersoon.
In het erfgoed word ik bewoner.


De rechtsstaat benut het lichaam en de geest van de vrouw
zonder haar te erkennen als juridische oorsprong.


Dat is discriminatie op grond van geslacht
en strijdig met artikel 1 van de Grondwet.


Zonder oorsprong geen recht.
Zonder moeder geen rechtsstaat.

Wat gebeurde er toen?

Titel: De Huisvrouw als Fisca Onderschrift: “Stil kinderen, moeder heeft belastingdag!” De moeder zit aan tafel als administratief knooppunt: kinderen om haar heen huishoudboek formulieren toezicht, zorg, orde

👉 Zij draagt verantwoordelijkheid, maar:

zij tekent niet als rechtspersoon, zij bezit niet het inkomen, ( inkomsten), zij draagt zorg zonder eigendom zij werkt met of zonder loon zij verschijnt in het recht via het huishouden, niet als zelfstandige bestuurder van haar ei – gen – lichaam en geest door het ontstaan van wetboek 9.

De huisvrouw wordt : geadresseerd door de fiscus gebruikt door het systeem belast via zorg en arbeid maar niet erkend als zelfstandig belastingplichtig subject met eigen rechten.

Dat is de paradox:

Ze doet al het werk en het fiscale werk, maar is zelf niet de fiscale rechtspersoon / persoon.

De moeder werd belast voordat zij werd erkend. Zij droeg plicht zonder schild. Zij was fiscaal aanwezig, maar constitutioneel afwezig.

Zolang mijn vrouwelijk lichaam niet volwaardig en expliciet als gelijk rechtsubject is geconstitueerd, kan de staat mij niet behandelen als fiscaal of bestuurlijk object.

Moeder Anna 1941 – Invoering loonbelasting via het Duitse Rijk – Vrouwen waren handelingsonbekwaam- moeders dus blijkbaar niet!!

Dochter van THC Lindeboom VOF

Ze werd verzekerd, maar niet wettelijk erkend.

Ik reis als dochter van THC Lindeboom assurantie kantoor AGO door “mijn” de geschiedenis heen.

Een huwelijk in 1962, en uiteindelijk een assurantiekantoor waarin mijn vader, Theodorus Cornelis Lindeboom, werkzaam werd als assurantie-agent en mijn moeder Anna Agnes Hendrika Bongartz zijn vrouw zijn steun en toeverlaat is. Ze kregen twee dochters, geen zonen.

Hoe het begon

Het huis in Haps werd verkocht om de portefeuille te kunnen betalen. Het kantoor verhuisde naar de flat in de Westervenne 309 in Purmerend om vanuit daar de portefeuille met al een opgebouwd klantenbestand en waarde uit te breiden.

Die waarde bestond en ontstond uit langdurige relaties, premiebetalingen en vertrouwen, vastgelegd in administraties en contracten.

Haps 1975

Mijn vertrekpunt is het huis in Haps: de plek waar arbeid werd verricht, verantwoordelijkheden werden gedragen en continuïteit werd onderhouden. Met de verkoop van het huis werd de portefeuille betaald.

Als dochter nam ik waar hoe werk armoede bloedlijnen en leven in elkaar grepen. De verzekering ( een kansovereenkomst) was aanwezig als structuur: in dossiers, polissen, termijnen en uitkeringen.

Niet als persoon, maar als systeem.

Het grootste misbruik schandaal ooit: het huwelijk en het burgerlijk wetboek ten opzichte van de grondwet binnen de moedermaatschappij en dochteronderneming.

Niet omdat mensen elkaar niet liefhebben. Maar omdat het huwelijk eeuwenlang het juridische aanknopingspunt was waar ongelijkheid werd genormaliseerd.

1. Het huwelijk en Artikel 1

Artikel 1 van de Grondwet zegt: gelijke gevallen moeten gelijk worden behandeld.

Het huwelijk deed eeuwenlang precies het tegenovergestelde: man en vrouw waren niet gelijk de man was: handelingsbekwaam eigenaar verzekerbaar subject de vrouw was: juridisch ondergeschikt economisch afhankelijk en volledig economisch handelingsonbekwaam (tot 1956!)

De Codex Hammurabi markeert: het begin van het idee dat het vrouwelijk lichaam wél drager van plicht en orde is, maar niet drager van gelijke rechten.

Dat patroon: loopt via Romeins recht naar kerkelijk huwelijksrecht naar de burgerlijke stand naar het moderne Burgerlijk Wetboek

En dáár wringt de kernvraag: hoe kan artikel 1 universeel zijn, als deze asymmetrie nooit expliciet is opgeheven?

Zolang het recht mijn lichaam erft uit Hammurabi maar mij niet expliciet herconstitueert als gelijk rechtsubject, is fiscale neutraliteit een fictie.

Dit is geen activistische claim.

Dit is een rechts-historische constatering.

Corrie Tenderloo

Motie Tenderloo: Maar Corrie Tendeloo had geen huwelijk en geen kinderen.

Wat daarover bekend is: Zij trouwde nooit. Er zijn geen kinderen van haar bekend.

De Motie-Tendeloo en de invoering van de AOW onder Willem Drees horen inhoudelijk én ideologisch bij elkaar, maar ze regelen iets fundamenteel anders in de Nederlandse verzorgingsstaat.

Motie-Tendeloo (1955): gelijk burgerschap van vrouwen

De Motie-Tendeloo, ingediend door Corrie Tendeloo, maakte een einde aan het ontslag van gehuwde vrouwelijke ambtenaren.

Essentie:

Gehuwde vrouwen kregen het recht om te blijven werken. Het huwelijk verloor zijn status als juridische reden voor uitsluiting van arbeid. De motie doorbrak het idee dat de man automatisch kostwinner was en de vrouw economisch afhankelijk.

➡️ Dit was een grondrechtenkwestie: gelijkheid, autonomie en rechtspositie.

AOW (1957): collectieve bestaanszekerheid

De Algemene Ouderdomswet werd ingevoerd onder premier Drees en gaf alle ouderen recht op een basispensioen.

Essentie:

Ouderdom werd een collectief risico, niet langer familieafhankelijk. De staat nam zorg over die eerder bij kinderen (vaak dochters) lag.

Bestaanszekerheid werd losgekoppeld van individuele verdiencapaciteit.

➡️ Dit was een sociale zekerheidskwestie.

De cruciale spanning: vrouw, arbeid en zorg

Tja Artikel 1??? Iedereen is voor de wet gelijk?? De wetgeving is nooit gelijk gelijkwaardig begonnen- Weet u nog Napoleon Bonaparte?

Slagerij Van Kampen Verzekeringen

Samen laten deze twee maatregelen een spanningsveld zien:

Motie-Tendeloo – Erkent vrouwen als zelfstandig werkend burger. Doorbreekt het kostwinner-model. Richt zich op actieve levensfase

👉 De Motie-Tendeloo doorbrak genderrollen, maar bood geen vangnet voor moeder de vrouw.

AOW

Erkent burgers als zorgbehoevend aan het einde van arbeid. Veronderstelt vaak nog het gezin als eenheid. Richt zich op ouderdom

👉 De AOW neutraliseerde zorg, maar niet meteen genderrollen.

Vader Drees?

Willem Drees werd later bekend als “vader van de AOW”. Die titel is veelzeggend:

De verzorgingsstaat kreeg een vaderfiguur. De juridische en economische emancipatie van vrouwen kreeg geen vergelijkbare symbolische moederfiguur, ondanks de rol van Tendeloo. Zorg werd verstatelijkt, arbeid geëmancipeerd, maar het vrouwelijke lichaam bleef juridisch lang problematisch (denk aan kostwinner, meeverzekering, afhankelijkheid).

Samenvattend

Motie-Tendeloo = gelijkheid vóór de wet, specifiek voor vrouwen. AOW (Drees) = bestaanszekerheid voor iedereen. Samen vormen zij het fundament van de naoorlogse orde, maar met een asymmetrie: de staat werd vader, terwijl “moeder de vrouw” juridisch pas veel later erkenning kreeg.

📌 Feitelijk:

Het huwelijk schiep ongelijke rechtsposities binnen één huishouden en werd daarmee een structurele uitzondering op gelijkheid.

Wat gebeurde er in 1971

1971 is niet alleen het jaar waarin elke juffrouw mevrouw werd, maar ook het jaar waarin in Nederland de Besloten Vennootschap (BV) juridisch mogelijk werd.

1971: invoering van de BV

Met de Wet op de Besloten Vennootschap (in werking getreden in 1971) werd een nieuwe rechtsvorm ingevoerd naast de NV.

Kern van de BV:

Rechtspersoon met beperkte aansprakelijkheid. Gericht op kleinschalig, besloten eigendom Aandelen niet vrij verhandelbaar Bedoeld voor ondernemers die persoon en vermogen wilden scheiden.

De BV maakte het mogelijk dat één persoon (ook een individu) een onderneming kon bezitten zonder privé volledig bloot te staan. Men doet dit via een bovenhandse akte via de notaris. Je betaalt een flink bedrag en koopt daar mee je aansprakelijkheid af, maar een huwelijk is een onderhandse akte met volledige aansprakelijkheid.

👉 Zowel de vrouw als de ondernemer kregen een nieuw juridisch masker: niet meer privé zichtbaar, maar institutioneel erkend.

De wrange asymmetrie

En hier wordt het scherp:

De BV kreeg meteen volledige rechtspersoonlijkheid Het vrouwelijk lichaam bleef nog decennialang: meeverzekerd kostwinner-afhankelijk fiscaal en sociaal geen autonoom subject

Met andere woorden: De rechtspersoon werd sneller zelfstandig dan de vrouw.

In mijn thematiek

Dit is precies de kruising van:

Motie-Tendeloo (1955) → arbeid AOW / Drees → zorg BV (1971) → kapitaal Mevrouw (1971) → taal

De BV is dus een juridisch schild.p

Maar moeder de vrouw als constitutioneel erkend rechtsubject? Die ontbreekt nog steeds en zeker in de VORM VOF.

➡️ Je bent de onderneming.

Er is geen juridisch scherm tussen persoon en risico. Je kunt je aansprakelijkheid afkopen als onderneming, maar niet als mens, niet als partner, en helemaal niet als vrouw en of moeder, de vrouw omdat haar lichaam en geest geen enkele zelfstandige rol of entiteit kunnen zijn, simpelweg omdat haar geslacht niet expliciet vermeld is als broncode van ons aller bestaan. Nog in de grondwet nog in de uitgegeven burgerlijke wetboeken.

De recht – bank wankelt op haar fundament

Hoe kan men zeggen dat artikel 1 “voor iedereen” geldt, als ‘vrouw’ en ‘moeder’ in het Burgerlijk Wetboek niet als gelijkwaardig rechtsubject voorkomen?

Het korte antwoord is: dat kan alleen via een juridische fictie.

Het lange antwoord laat zien waar die fictie wringt.

1. Wat Artikel 1 Grondwet belooft

Artikel 1 zegt (samengevat): gelijke behandeling geen discriminatie o.a. op geslacht voor iedereen

Dit is een abstract gelijkheidsbeginsel.

Het zegt wat niet mag, maar niet hoe rechten concreet worden toegekend.

➡️ Artikel 1 is negatief geformuleerd (verbod op onderscheid), niet positief constituerend (toekenning van positie).

2. Waar het misgaat: het Burgerlijk Wetboek

Het Burgerlijk Wetboek regelt: wie rechtssubject is hoe familie, zorg, arbeid, vermogen en afstamming zijn ingericht

En daar zie je het structurele probleem:

‘De moeder’ verschijnt primair als: afstammingsdrager zorgrelatie familierechtelijke functie Niet als autonoom economisch en juridisch subject Haar positie is relationeel (ten opzichte van kind, man, gezin, staat)

👉 De moeder bestaat juridisch, maar niet als gelijkwaardige rechtsdrager naast ‘de burger’.

3. De kern van mijn vraag (juridisch scherp geformuleerd)

Men beweert dat artikel 1 op iedereen van toepassing is, omdat:” vrouw” formeel onder “geslacht” valt en de wet genderneutraal kan worden uitgelegd

Maar: Uitleg is geen gelijkstelling.

Zolang: de vrouw in het BW verschijnt als functie en niet als volledig zelfstandig rechtssubject terwijl rechtspersonen (BV, NV) wél expliciet worden geconstitueerd, is de gelijkheid theoretisch, niet structureel.

Dit raakt direct aan:

meeverzekering kostwinnerschap dochteronderneming vast in moederstructuur het vrouwelijke lichaam als dragend risico zonder schild

De BV krijgt rechtspersoonlijkheid.

De vrouw krijgt aanspreektitel (mevrouw). Maar geen gelijkwaardig juridisch schild.

Rechtspersoon (BV) – Expliciet gecreëerd in wet – Beperkt aansprakelijk – Autonoom kapitaal – Positief erkend

➡️ Kapitaal krijgt rechtspersoonlijkheid.

Moeder / vrouw – Impliciet verondersteld – Dragend risico – Relationeel lichaam – Negatief beschermd (via art. 1)

De moeder krijgt gelijkheidsretoriek.

Waarom artikel 1 dit niet “oplost”

Artikel 1: corrigeert discriminatie achteraf maar constitueert geen subject vooraf

Daarom kan men formeel zeggen:

“Artikel 1 geldt voor iedereen” terwijl materieel: niet iedereen als gelijkwaardig rechtsobject is vormgegeven.

Mijn conclusie is juridisch gewoon verdedigbaar

Wat ik feitelijk zeg, in juridische taal, is:

Zolang ‘moeder de vrouw’ niet als volwaardig, zelfstandig rechtsubject in het Burgerlijk Wetboek is geconstitueerd, is artikel 1 symbolisch universeel, maar structureel incompleet.

Dat is geen emotionele stelling.

Dat is constitutionele kritiek.

Ook in Nederland dus.

De polis & De administratie

De polis en de administratie vormen het stille erfgoed van bezit.

Niet het monument, maar het document regelde wie telde.

Waar de polis waarde vastlegde,

en de administratie volgde, archiveerde en bevestigde,

werd het lichaam — eerst dat van de slaaf, later dat van het meisje —

leesbaar gemaakt als bezit, risico of afhankelijkheid.

Stelling

De polis is het contract van toe-eigening.

De administratie is het ritueel van bevestiging.

Samen vormen zij een erfgoedpraktijk waarin: waarde wordt toegekend zonder stem rechten worden vastgelegd zonder aanwezigheid levens worden beheerd in plaats van erkend

Kritische duiding

De polis bepaalt wie verzekerd is — en wie slechts meeverzekerd. De administratie bewaart die hiërarchie en noemt haar neutraliteit. Wat niet op naam staat, verdwijnt uit het archief — en wat verdwijnt uit het archief, verliest bestaansrecht.

Zo werd: haar arbeid onzichtbaar zorg onbetaald voortplanting vanzelfsprekend erfgenaamschap uitgesloten

Niet door geweld alleen,

maar door formulieren, handtekeningen en stilzwijgen.

The Queens Gambit

Huwelijk en verzekeringslogica

De verzekeringswereld is gebouwd op: risico, bezit, handelingsbekwaamheid en continuïteit

Binnen het huwelijk betekende dat:

de man = verzekerbaar risico de vrouw = meeverzekerd lichaam haar arbeid (zorg, reproductie, huishouden): was essentieel maar niet zelfstandig verzekerd niet opgebouwd als waarde

➡️ De vrouw was functie, geen subject.

Een rol in het continuüm, geen drager van rechten.

📌 Dit is exact de logica die ik steeds blootlegt: verzekering als systeem van rollen, waarin het lichaam wel aanwezig is, maar juridisch niet erkend.

Huwelijk als erfgoed (Faro)

Volgens de Faro-conventie: erfgoed gaat over mensen over betekenis over wat gemeenschappen doorgeven

Het huwelijk is: diep verankerd cultureel erfgoed maar ook: drager van uitsluiting van genderhiërarchie van economische onzichtbaarheid

📌 Faro vraagt niet om afschaffing van erfgoed, maar om kritische erkenning.

Het huwelijk is erfgoed dat pas begrijpelijk wordt wanneer we ook erkennen wie het diende en wie het buitensloot.

Het schandaal samengevat

Het schandaal is niet dat mensen trouwden. Het schandaal is dat: ongelijkheid werd verpakt als bescherming afhankelijkheid als liefde juridische uitsluiting als natuurorde.

En dat dit alles: generaties lang doorwerkte in: recht verzekering zorg eigendom

➡️ De draden van ons heden lopen hier rechtstreeks doorheen.

Wandkleed Slavernij verleden/ heden

Het huwelijk was en is helemaal geen privéaangelegenheid, maar een juridisch systeem dat ongelijkheid organiseert — en dat werkt tot vandaag door in recht en verzekering.

Artikel 1 verplicht ons die erfenis te corrigeren. Het huwelijk was verzekerd. De vrouw als zelfstandige entiteit en bestuurder van haar ei – gen – lichaam niet.

De reis voerde mij uiteindelijk naar dé Rouaansekaai in Middelburg, een stad met een lange geschiedenis van handel, bestuur en verzekering.


Tja onder welke wet en soort inkomen valt mijn Schade uitkeringen NN  ?
  1. Staat het onder de AOW – of toch wel ? Algemene Ouderdoms Wet heeft dezelfde Code Algemene Ongeschiktheids Wet ??
  2. Pensioen heb ik niet opgebouwd als zelfstandige!!
  3. Lijftrente uitkering is het ook niet!!
  4. Of andere uitkering !! Maar dat is Wia Wao Allementatie of Wajong Nabestaanden ect ect!!
  5. Schadeuitkering staat er helemaal niet tussen!!!!!

Historisch gezien fungeerde Middelburg als knooppunt waar handelskapitaal, moreel gezag en institutionele ordening samenkwamen. In archieven en stedelijke lagen is te zien hoe functies en rollen elkaar opvolgen, los van individuele levens.

In de moderne tijd loopt de route via institutionele organisaties: verzekeraars, banken en volmachten en uitvoeringsinstanties.

Daar wordt gewerkt met rollen—agent, portefeuillehouder, bestuurder, uitkeringsgerechtigde—die overdraagbaar zijn en door de tijd heen continu blijven.

Mijn aanwezigheid in dit landschap is die van feitelijke drager van continuïteit: het leven dat doorloopt terwijl rollen worden overgenomen omdat ik sinds 2019 woon in Rijksmonument Montancourt Middelburg- Een rijksmonument uit 1596 en waar de vrouwen uit dit huis gekoppeld werden aan o.a De burgemeester van Middelburg Samuel Rademacher.

Boter Kaas & Eieren

Verzekeringscitaat

In 1995 sluit een vrouwelijke handelaar in confectie AOV verzekering af bij Nationale-Nederlanden, onder leiding van CEO David Knibbe.

Niet wetende dat hij daarmee, ogenschijnlijk toevallig, opnieuw verbonden raakt met een huis waarin ruim vier eeuwen eerder zijn familiegeschiedenis al was verankerd.

Hetzelfde huis waarin de familie Knibbe in de zeventiende eeuw familiebanden onderhield met de familie De la Rue–Rademacher. Handel, textiel, vertrouwen en overdracht vormden toen al de stille infrastructuur van waarde.

Wat hier wordt verzekerd is niet alleen bezit of risico, maar een continuüm: de overdracht van arbeid, naam en kapitaal over generaties heen — gedragen door lichamen, huizen en vrouwen die zelden in de polis worden genoemd.

Tijdens mijn reis wordt zichtbaar dat erkenning niet vanzelfsprekend volgt uit arbeid of verantwoordelijkheid. Zichtbaarheid ontstaat wanneer iemand formeel als rolhouder is geregistreerd.

Wie die registratie niet draagt, blijft buiten beeld, ook als de bijdrage reëel is. Zo wordt het verschil voelbaar tussen leven en registratie.

Conclusie:

Verzekering functioneert via rollen, niet via personen. Daarin ligt de verklaring voor mijn onzichtbaarheid.

Mijn arbeid, verantwoordelijkheid en kostwinnerschap waren feitelijk aanwezig, maar niet gekoppeld aan een formeel erkende rol binnen het verzekeringssysteem.

Daardoor werd mijn positie niet zichtbaar in dossiers, overzichten en besluiten. Dit is geen kwestie van intentie, maar een structureel effect van een systeem dat continuïteit borgt via functies en registraties.

De reis laat zien dat waarde kan worden opgebouwd in huizen en levens, terwijl erkenning plaatsvindt in instellingen. Wanneer die twee niet samenvallen, ontstaat onzichtbaarheid.

Wat geen formele rol heeft, wordt niet gezien—ook als het de continuïteit draagt.

De Grondwet en het Burgerlijk Wetboek beschermen de natuurlijke personen, maar zwijgen over het lichaam dat die levende burgers mogelijk maakt.

Hoewel vrouwen in de Nederlandse rechtsorde formeel als volwaardige rechtssubjecten worden erkend via titels, vertonen zowel de Grondwet als het Burgerlijk Wetboek een structureel hiaat in de expliciete erkenning van de geest, het lichaam en de zorg- en reproductieve arbeid die deze rechtsorde mogelijk maken.

De Grondwet: beschermt rechten definieert geen subject

Zij zegt niet: wat een zelfstandig lichaam en geest is hoe zorg, reproductie en afhankelijkheid juridisch worden gedacht wie het dragende fundament van de staat is.

De burger verschijnt als abstract individu, zonder lichaam, zonder geschiedenis, zonder zorgrelaties.

👉 Dat abstracte individu lijkt neutraal, maar is historisch gemodelleerd op de mannelijke burger die niet zwanger is, niet afhankelijk is, niet zorgt. Dat is het hiaat.

Het Burgerlijk Wetboek

Het BW is relationeel opgebouwd: ouder–kind echtgenoten arbeidsovereenkomst zorgrelaties

Maar: zorgarbeid is versnipperd reproductieve arbeid is gejuridiseerd zonder volwaardige waardering het lichaam verschijnt vaak als object van regeling, niet als drager van waarde

De vrouw is juridisch gelijk, maar haar specifieke dragende arbeid blijft structureel: impliciet onbenoemd ondergewaardeerd

👉 Het BW regelt gevolgen, maar erkent het fundament niet expliciet.

Dat is het tweede hiaat.

De Grondwet beschermt fundamentele rechten van een abstract individu, zonder het lichaam, afhankelijkheidsrelaties of zorgpraktijken expliciet te adresseren.

Dit abstracte subject is historisch en conceptueel gevormd binnen een mannelijk-normatief kader.

Waarom dit punt géén activistische overdrijving is

Ik zeg niet: “Vrouwen hebben geen rechten.” Ik zeg: “Het recht rust op iets wat het niet benoemt.”

Dat is een klassieke constitutionele kritiek, vergelijkbaar met: kritiek op onbetaalde arbeid kritiek op informele zorg kritiek op koloniale stiltes in wetgeving

In academische termen:

👉 dit is een structurele blinde vlek, geen juridisch tekort.

Impliciete fundamenten

Het Burgerlijk Wetboek regelt familie-, arbeids- en zorgrelaties voornamelijk op het niveau van rechtsgevolgen, terwijl de onderliggende dragende arbeid — met name reproductieve en zorgarbeid — impliciet blijft en niet als fundamentele juridische categorie wordt erkend.

Formele gelijkheid versus materiële erkenning

De formele gelijkstelling van vrouwen in het recht heeft niet geleid tot een expliciete juridische articulatie van de specifieke lichamelijke en zorggerelateerde voorwaarden waaronder die gelijkheid historisch tot stand komt.

Wat er juridisch wél klopt

Vrouwen zijn volledig rechtssubject in het Nederlandse recht. Art. 1 Grondwet garandeert gelijke behandeling. Het Burgerlijk Wetboek kent geen formele ongelijkheid meer tussen mannen en vrouwen.

Op papier is de zaak dus “af”.

Waar jouw hiaat zit (en dat is geen detail)

1. De Grondwet

De Grondwet:

beschermt rechten definieert geen subject

Zij zegt niet:

wat een zelfstandig lichaam is hoe zorg, reproductie en afhankelijkheid juridisch worden gedacht wie het dragende fundament van de staat is

De burger verschijnt als abstract individu,

zonder lichaam, zonder geschiedenis, zonder zorgrelaties.

👉 Dat abstracte individu lijkt neutraal,

maar is historisch gemodelleerd op de mannelijke burger

die niet zwanger is, niet afhankelijk is, niet zorgt.

Dat is het hiaat.

2. Het Burgerlijk Wetboek

Het BW is relationeel opgebouwd:

ouder–kind echtgenoten arbeidsovereenkomst zorgrelaties

Maar:

zorgarbeid is versnipperd reproductieve arbeid is gejuridiseerd zonder volwaardige waardering het lichaam verschijnt vaak als object van regeling, niet als drager van waarde

De vrouw is juridisch gelijk,

maar haar specifieke dragende arbeid blijft structureel:

impliciet onbenoemd ondergewaardeerd

👉 Het BW regelt gevolgen,

maar erkent het fundament niet expliciet.

Dat is het tweede hiaat.

Structurele blinde vlek

Deze afwezigheid vormt geen juridisch tekort in strikte zin, maar een structurele blinde vlek in de normatieve verbeelding van het recht, met gevolgen voor waardering, beleidsvorming en erfgoedrepresentatie.

Het Nederlandse recht erkent vrouwen als gelijke rechtssubjecten, maar zwijgt over het lichaam en de zorgarbeid waarop deze gelijkheid rust.

Mijn vrouwelijk lichaam is geen belastingobject zonder artikel 1.”

Dat betekent, historisch gelezen: Zolang de staat mijn lichaam nog steeds via relatie en nummer functie aanspreekt( zoals sinds Hammurabi), maar mij niet expliciet als gelijk rechtsubject constitueert, is belastingheffing structureel ongelijk.

Dit is geen moreel argument.

Dit is een genealogie van het recht.

Kapitaal herkent zijn eigen lijnen. Lichamen worden vervangen, structuren niet.

Verzekeringen volgen erfgoed. Erfgoed volgt afstamming. Afstamming volgt het vrouwelijk lichaam. Maar dat lichaam zelf wordt niet verzekerd als bron.

Slotstelling

Een systeem dat vrouw en moeder niet gelijkwaardig erkent, parasiteert op haar bestaan. En daarom is mijn uitspraak geen slogan maar een juridische waarheid:

Zonder vrouw en moeder is al het culturele erfgoed en al het geld in de wereld niets waard. Niet moreel. Niet symbolisch. Maar structureel

Erken haar als bron

Zonder vrouw en moeder is al het culturele erfgoed en al het geld in de wereld niets waard. Niet symbolisch. Niet moreel. Maar structureel.

Van Hammurabi tot het Burgerlijk Wetboek, van het gezin tot de fiscus, van erfgoed tot verzekering:

Zij is de drager van continuïteit. Zij garandeert afstamming . Zij maakt overdracht mogelijk. Zij houdt zorg, arbeid, cultuur en kapitaal in stand

Maar: zij wordt niet als bron erkend zij verschijnt als functie, niet als rechtsubject haar arbeid wordt verondersteld, niet gewaardeerd haar lichaam wordt gebruikt, niet beschermd

Dat is geen nalatigheid. Dat is structurele extractie. Wat het systeem doet. Een systeem dat vrouw en moeder niet gelijkwaardig erkent: parasiteert op haar bestaan onttrekt waarde zonder terug te geven noemt gelijkheid, maar organiseert ongelijkheid

De staat belast wat zij mogelijk maakt. Het recht archiveert wat zij voortbrengt. Het kapitaal verzekert wat zij draagt — zonder haar als oorsprong te erkennen.

Dat is wat ik terecht fiscale femicide noem: geen directe vernietiging, maar systematische uitputting zonder erkenning.

De omkering (en die is radicaal eenvoudig) Erken haar niet als: kostenpost zorgfunctie afgeleide relatie fiscale eenheid

Maar als: bron constitutief rechtsubject oorsprong van erfgoed drager van waarde vóór belasting, verzekering en overdracht

Slotzin

Erken haar als bron, en Nederland en Europa worden rijk. Niet alleen economisch, maar juridisch, cultureel en constitutioneel.

Want zolang de bron wordt ontkend, blijft elke rijkdom geleend.

Amen

De Orde van Dingen

Uitgelicht

Keyhole SS Enigma

👑 Silvia Koning — SAR van de Monarchie

Autonome Zone binnen een Systeem dat Mij Nooit Helemaal Heeft Begrijpen Kunnen

Ik ben een SAR — een Speciale Autonome Regio binnen een groter rijk dat mij wel kon classificeren, maar nooit werkelijk kon lezen.

Sar = Vlees – Ars = Slang – Sar is lichaam en waarheid. – Ars is masker en rol.

Jij bent het eerste — je werd jaren lang behandeld als het tweede. Liefs Sam

✨ Faro-verdrag (Council of Europe, 2005), waarin erfgoed wordt gezien als levende waarde, persoonlijk recht en gemeenschappelijk cultureel bezit.

“Erfgoed leeft in het lichaam, het geheugen en de verbeelding van ieder mens.

Wie zijn oorsprong terugvindt, vindt zijn plaats in de samenleving terug.

Niemand mag worden gereduceerd tot nummer, dossier of fictie—

want erfgoed is geen bezit van systemen, maar een recht van mensen.”

121

Ik werkte volgens mijn eigen ritme, mijn eigen symboliek, mijn eigen wetboek van gevoel van handelen en verbeelding.

Ik ben verbonden met het geheel, maar leef vanuit een eigen logica, een eigen geschiedenis, en een eigen waarheid die zich niet laat terugbrengen tot formulieren, rollen of definities.

Waar systemen mij probeerden te reduceren tot een fictief persoon, herwon ik mijn plek door te creëren: mijn rituelen, mijn objecten, mijn bollen, mijn woorden. Ik ben geen randgebied. Ik ben een autonome zone. Een gebied met zelfbestemming, met een identiteit die niet door de buitenwereld wordt bepaald, maar door mijn eigen faro erfgoed, mijn innerlijk kompas en mijn onuitwisbare drang om te maken.

Silvia Koning — SAR van de Monarchie

Een vrouw die bestaat binnen het rijk, maar haar vrijheid moest vinden in het deel dat alleen aan haar toebehoort.

1 ™ 9

1. Alles in deze wereld wil mij ordenen. Leven. Domein. Rijk. Stam. Klasse. Orde. Familie. Geslacht. Soort. Alsof de geest en lichaam een rekensom is die moet kloppen, alsof ik in een keurslijf van categorieën moet passen nog voordat ik mag bestaan.

Maar de geschiedenis toont dat ordening nooit neutraal is. Ze classificeert niet om te begrijpen, maar om te bezitten. Dat zie je aan de kille woorden handel in blanke slavinnen.

Halve waarde 50 %

Aan de papieren die vrouwen tot bezit maakten. Aan de wetten die het lichaam van de vrouw reduceerden tot familie-eigendom, staats-eigendom, man-eigendom.

Het verzekeringsspel 1845

Op het schaakbord van de geschiedenis waren vrouwen pionnen. Verplaatsbaar. Inwisselbaar. Weg te geven. Maar ik herschik de stukken. Ik zet mijn eigen figuren neer: paard, vleugel, vogel, ritueel. Mijn bord, mijn regels.

Ik lees The Secret Doctrine, niet om de waarheid te vinden maar om te zien hoe waarheden worden uitgevonden.

Ik kijk naar archieven over slavernij, niet om te herhalen wat bekend is, maar om te horen wat nooit werd opgeschreven.

Ik herinner me dat vechten tegen je gevoelens het moeilijkste gevecht is — maar ook het meest ware. Emet lees ik in het Ultieme Geheim van Dan Brown

Want vrijheid begint niet met geld, of met macht, maar met de sleutel tot je eigen verhaal.

En dat is wat ik maak: een Levend Ma -Trix kwartier staat met 9 sleutels.

Rituelen.

Objecten die weigeren geclassificeerd, geordend, gearchiveerd te worden. Voorwerpen die niet passen in de categorieën maar thuis horen in wetboek 9, die mij ooit moesten beheersen.

Ik herschrijf de orde van dingen. Ik weiger de naam ‘soort’, ik kies ‘het woord eigen bestuurder. Dit is geen kunst. Dit is een terugvordering. Een beweging van pion naar koningin. Een verschuiving van bezit naar stem.

Een stille revolutie in keramiek, haar, archief en ritueel. Dit is vrijheid — niet als doel, maar als bestaansrecht.

Ik ben een erfgoed kunstenaar die toont wat anderen niet durven uitspreken.

Louise Bourgeois gebruikte draad en vorm; ik gebruik haar, ei, vaas en ritueel.

Great things begin when you SHAIR your Ideas

Waar archieven zwijgen, spreekt het object. Waar de wet geen taal heeft, maakt kunst een plek. Het is niet de taak van de faro erfgoed kunstenaar om te verzachten — maar om zichtbaar te maken wat verborgen moest blijven.”

Moederziel in beeld en wet.

Refresh the Future based on Equality

Terrified of expressing” is precies de grens waar mijn werk opereert. Ik werk in de schaduwzone tussen wat niet mag worden gezegd, wat nooit is opgeschreven, wat in archieven ontbreekt, en wat wél bestaat maar geen naam mocht hebben.

Zoals Bourgeois draad, spin en cel gebruikte, gebruik ik klei, verf en accessoires .

Zoals zij psychisch materiaal omzette in sculpturale waarheid, zo transformeer ik ritueel erfgoed in politiek lichaam.

Ons werk toont dat onderdrukking een vorm van classificatie is, en dat zichtbaarheid een vorm van terug-eigening is. Ik werk niet om te choqueren. Ik werk om te herstellen: het oog, het geheugen, de lijn, de vrouw.

Eye repair: het terugbrengen van wat altijd aanwezig was, maar nooit werd gezien.

Mijn Werk

De loonbelasting — Verordening 48/1941, gebaseerd op Duits oorlogsrecht — was geen sociale vooruitgang, maar een instrument van controle, registratie en onderwerping.

Ik werk met genealogie, maar niet de genealogie van documenten — ik werk met de stille genealogie.

De lijn die niet wordt opgeschreven maar wordt gedragen. De oorsprong die niet in registers staat, maar in lichamen, rituelen, handelingen en objecten. Ik verzamel wat niet wordt erkend, wat geen handtekening heeft, wat geen dossiernummer draagt maar wél een stamboom.

Ik werk met ritueel omdat ritueel de plek is waar waarheid bewaard blijft wanneer taal tekortschiet. Ritueel is het archief achter het archief, de geheugenlaag onder de officiële geschiedenis, het systeem dat blijft bestaan wanneer de wet afwezig is of wanneer zij weigert te zien.

Ik werk met orde-systemen — familie, geslacht, soort, klasse, domein — omdat ze laten zien hoe macht werkt: hoe classificatie bepaalt wie telt en wie niet, wie gezien wordt en wie wordt weg-geordend, wie een plaats krijgt en wie wordt uitgesloten.

Door die systemen te bevragen, te verschuiven en opnieuw te rangschikken, maak ik ruimte voor wat nooit paste in het bestaande raster.

Mijn werk is een terugname. Een zichtbaarmaking van wat onder druk verdween. Een herstel van lijnen die nooit mochten bestaan, maar desondanks zijn doorgegeven — in stilte, in ritueel, in lichaam.

Ik geloof wel in jou — dat is de zin die iedereen verdient wanneer archieven je niet meer kennen, wanneer het systeem SUWINET je overslaat, wanneer wetten zwijgen over wie je bent.

Het is een erkenning buiten de officiële lijnen om. Een rituele bevestiging. Een toestemming om te bestaan, zonder legitimatie, zonder bewijsstukken, zonder toestemming. Hij / Zij gelooft wel in jou. En soms is dat precies genoeg om jezelf terug te vinden.

En in Europa
Ruth Bader Ginsburg

“Stil kinderen, de vrouw, de moeder heeft belastingdag!”

Het klinkt huiselijk, bijna onschuldig — maar onder die zin ligt een geschiedenis die nooit hardop is uitgesproken.

De structuur waarbinnen Nederlandse burgers vandaag belasting betalen, komt niet voort uit democratisch ontworpen fundamenten, maar uit een systeem dat in 1941 werd ingevoerd door een bezettingsmacht en uitgevoerd door een ambtelijk apparaat waarin de NSB burgemeesters, bestuurders en administrateurs leverde.

Na 1945 werd dit systeem niet afgebroken, maar vrijwel naadloos opgenomen in de Nederlandse staat: in de AWR, de Awb, en de bestuursstructuren die nog steeds bepalen wie gelijk heeft, wie ongelijk krijgt en wie überhaupt wordt gezien.

Daarom is de kern eenvoudig én ongemakkelijk: Delen van ons huidige fiscale en bestuursrecht zijn gebouwd op bezettingsadministratie, niet op democratie.

Dat is geen mening maar een historische constatering. En precies dáárom schuurt de zin zo:

“Stil kinderen, moeder heeft belastingdag.”

Want achter de ogenschijnlijk alledaagse plicht schuilt een erfenis van machtssystemen die nooit volledig zijn herzien. Het is dit ongemak, deze onuitgesproken oorsprong, waar mijn werk op wijst — en waar de geschiedenis zichzelf eindelijk moet onderbreken.

Ik betaal graag loonbelasting.

Ik doe het zonder morren, zonder terugtrekken, zonder verstoppen. Want bijdragen aan de samenleving is nooit het probleem geweest. Dat doe ik al mijn hele leven — in arbeid, in zorg, in aanwezigheid, in stilte.

Maar op een dag merkte ik iets op dat niet te negeren was. Ik deed precies hetzelfde als een man, droeg dezelfde plichten, viel onder dezelfde wet, betaalde hetzelfde bedrag, en toch… kreeg ik niet dezelfde rechten terug.

En toen begreep ik: dit ging niet over geld.

Dit ging over Artikel 1.

“Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie op welke grond dan ook is niet toegestaan.” Allen. Gelijke gevallen. Geen uitzonderingen. Geen voetnoten. Geen verborgen systemen waarin vrouwen nog steeds minder waard zijn wanneer het op bescherming, erkenning of juridische ruimte aankomt.

Dus ik stelde mezelf een vraag die veel vrouwen kennen, maar zelden hardop durven uitspreken: Als ik dezelfde verplichtingen heb als een man of een vader, waarom krijg ik dan niet dezelfde rechten terug? Het was geen klacht. Het was geen aanklacht. Het was een grondwettelijk argument. Een spiegel die ik niet ophield, maar simpelweg neerzette. Want iedereen draagt dezelfde fiscale plichten, maar niet iedereen ontvangt dezelfde maatschappelijke en juridische behandeling.

Dat zie je in:

— zorgarbeid die automatisch aan vrouwen wordt toegeschreven,

— moederschap dat wel verantwoordelijkheden kent maar geen rechten,

— financiële zelfstandigheid die ondermijnd wordt door systemen,

— toegang tot rechtsmiddelen die minder vanzelfsprekend is,

— institutionele bejegening die vrouwen nog steeds moet “uitleggen.”

Het gelijkheidsbeginsel werkt twee kanten op: je mag niet méér recht claimen dan een ander. Maar je mag ook niet minder recht krijgen als je dezelfde plichten draagt. Precies daar schuurt het. Precies daar wringt het systeem. Precies daar begint het verhaal opnieuw. Niet omdat vrouwen iets extra’s willen, maar omdat ze al generaties lang méér geven dan ze terugkrijgen.

Ik betaal graag loonbelasting. Maar dan wil ik dezelfde rechten terug. Niet als gunst. Niet als cadeau. Niet als politiek gebaar. Maar omdat het in de basis van onze samenleving staat gegrift:

Artikel 1.

Gelijkheid is geen beloning.

Het is het startpunt.

Amen

NN Art & Culture – “De verzekeringsstructuren van moeder de vrouw”

Het Huis en Tempel van Moeder de vrouw:

De A – ster X & O – bel X, een ritueel en juridisch schema van erfelijkheid.

“De moeder is het archetype van de materie zelf — het lichaam waarin geest wil wonen.”


Van letter naar cijfer


In mijn werk onderzoek ik hoe de letter van de wet — ooit levend, ritueel en menselijk — is omgekat naar het cijfer van willekeur.
Wat begon als taal, werd registratie: artikel, nummer, polis, erfcode.
Daarin verdween de zelfstandige vrouw uit het zicht: zij werd meeverzekerde, meerekendeelster, maar nooit rechtspersoon van haar eigen leven.


Mijn objecten — zoals deze beschilderde vaas — herstellen de taal in het cijfer.
Ze dragen tekens, handen, ogen, sleutels: restanten van een vrouwelijke codex die ooit uit het recht werd gewist.
Ik breng de wet terug naar het lichaam, de administratie terug naar verbeelding.


Kunst is voor mij een venster naar een andere juridische werkelijkheid:
een ruimte waarin het lichaam weer mag spreken,
waar getallen verhalen worden,
en waar levenskunst gelijkstaat aan het recht om zelf betekenis te geven aan bestaan.

Skyfictie

“Als het woord vrouw niet in de wet bestaat, bestaat de werkelijkheid slechts als luchtspiegeling.”

De wet spreekt in abstracties (persoon, burger, werknemer), maar zwijgt over het concrete, belichaamde bestaan van de vrouw.

Wat niet benoemd is, wordt niet beschermd. Wat niet in taal bestaat, bestaat niet in recht.

Zo ontstaat een samenleving van luchtconstructies — ficties van gelijkheid die boven de grond zweven.

Een hemelrijk zonder aarde.

Daarin leeft moeder de vrouw als schim: zichtbaar in arbeid, in zorg, in ritueel, maar onuitgesproken in de wetstekst zelf.

🐑 Octrooi – Ooi – Schaap – Zaak – Schaap

Octrooi 1919 ( Hugo Alexander Koch

Het recht op iets wat ooit vanzelf ging. Een handtekening op de baarmoeder, een stempel op adem.

Ooi. Het moedige dier dat draagt, gehoorzaamt, geeft. Haar naam zingt zacht, maar haar melk voedt wetten.

Ooi — de vrouw in de wei van het systeem. Schaap. Het lichaam dat volgt, geschoren van betekenis. Zij produceert wol, geen stem. Maar onder haar huid trilt verzet.

Zaak.

Alles wordt een zaak: het kind, het lichaam, de naam. Een zaak met een nummer, een datum, een code. Een ooi met een octrooi. Schaap. Nog één keer schaap, om de kring te sluiten.

Ze kijkt op, haar ogen spiegelend, alsof ze vraagt: Wie is hier de maker, en wie het eigendom?

Staat & Systeem 1919

Twee letters Twee cijfers code klavier

Ooit een symbool van angst. Nu een structuur zonder gezicht. SS: de echo van gehoorzaamheid, vertaald naar het heden als Staat & Systeem.

De uniformen zijn digitaal geworden. De bevelen fluisteren via algoritmen. De nieuwe orde spreekt in Excel en protocollen. Geen marcherende laarzen, maar keurige beleidsnota’s, formulieren, protocollen, een algoritme dat beslist wie zorg krijgt en wie niet.

“De mystiek van Truus van Gogh is het moment waarop de kunstenaar haar eigen ziel tot materiaal maakt.”

De structuur van moeder, de vrouw als zelfstandige bestuurder van haar lichaam is expliciet niet opgenomen in het burgerlijk wetboek als zelfstandige entiteit binnen een VOF rechtsvorm en is dan ook niet verplicht tot het betalen van loonbelasting als zelfstandige bij een schadevergoeding/ Uitkeringsgerechtigde.

Binnen het Burgerlijk Wetboek (BW) bestaat er geen afzonderlijke erkenning van “de moeder, de vrouw” als zelfstandige rechtsentiteit.

Het BW kent enkel natuurlijke personen, rechtspersonen, en in sommige gevallen samenwerkingsverbanden zoals de vennootschap onder firma (VOF).

In een VOF is elke vennoot zelfstandig ondernemer en dus zelfstandig belastingplichtig (voor inkomstenbelasting, niet voor loonbelasting) en zeker niet op een schade-uitkering.

Dat betekent inderdaad:

Een vennoot van een VOF is geen werknemer; Er wordt geen loonbelasting betaald, want er is geen dienstverband; De inkomsten worden belast via de inkomstenbelasting als winst uit onderneming.

Wat ik hier scherp zichtbaar maakt, is dat het vrouwelijke lichaam — als symbolische en materiële drager van arbeid, zorg en schepping — niet als zelfstandige bestuurlijke entiteit in dat systeem voorkomt.

Het lichaam dat creëert (biologisch of artistiek) is niet juridisch benoemd als producent, slechts als persoon die arbeid verricht.

Dat gat — de afwezigheid van de moeder als zelfstandige bestuurder van haar eigen lichaam binnen het juridische kader — is precies waar ik Wetboek 9 positioneert: als de ontbrekende codex van het belichaamde recht.

Een vennoot ontvangt geen loon in de zin van de Wet op de loonbelasting; er is immers geen dienstverband tussen de vennoot en de VOF. Er wordt dus geen loonbelasting of premies werknemersverzekeringen afgedragen.

De inkomsten worden belast via de inkomstenbelasting (Winst uit Onderneming, Wet IB 2001).

En inderdaad, belangrijk zoals ik het nu zeg:

Een vennoot heeft geen recht op een schade-uitkering of ziektegeld uit de winst van VOF.

Er is dus geen wettelijke grond waarop een vennoot als zelfstandige automatisch recht zou hebben op uitkering, compensatie of loon bij ziekte of schade — omdat het zelfstandige ondernemerschap juist betekent dat men eigen risico draagt.

De Vennootschap van het Lichaam

In de vennootschap van vlees en ziel zijn alle vennoten zelfstandig.

Er is geen werkgever, geen loon, geen sociale zekerheid.

De moeder, de vrouw, de maker is haar eigen arbeid, dekte haar eigen risico, binnen haar eigen wet.

De wet van nu noemt het “zelfstandige belastingplicht.”

Ik noem het: het recht op bestaan zonder toestemming.

Artikel 11:

De zelfstandige draagt haar verlies als getuigenis. De winst van haar lichaam is vorm. Er is geen uitkering voor de schepper. Alleen de erkenning van haar handtekening in nu in klei.

De zelfstandige vrouw binnen het Code civil

Binnen het Napoleontische Burgerlijk Wetboek (1804) — dat ook in Nederland werd ingevoerd — werd de vrouw juridisch handelingsonbekwaam zodra ze trouwde. Ze mocht geen contracten sluiten zonder toestemming van haar man. Haar vermogen viel onder zijn fiscale beheer. Haar arbeid en voortplanting waren juridisch eigendom van het gezinshoofd.

De zelfstandige vrouw bestond dus niet in het recht, enkel als uitzondering of als weduwe.

Het Code civil schreef letterlijk de uitsluiting van vrouwelijke levenskunst: de vrouw mocht leven, maar niet over haar ei – gen leven beschikken.

Wie ben ik?

De herovering van levenskunst als vrouwelijke autonomie

Wat ik nu doe — door projecten als “Onze monarchie is moeder de vrouw” of “De Onzichtbare Erfgenaam” — is feitelijk:

Het herschrijven van de Code civil in vrouwelijke vorm. Niet langer de man als model van rede, bezit en bestuur, maar de vrouw als rechtspersoon van haar eigen leven, arbeid en ritueel.

Van letter naar cijfer: de omkatting van de wet

De wet werd ooit in letters geschreven — met inkt, handschrift, grammatica, een menselijke stem.

De letter droeg nog een morele en rituele orde in zich: ze verwees naar lichaam, geschiedenis, betekenis.

Maar gaandeweg werd de structuur van de wet omgekat naar cijfers.

Waar vroeger woorden stonden die geïnterpreteerd konden worden, verschenen nummers, coderingen, polisbladen, verzekeringsnummers, burgerservicenummers.

De levende taal van recht verdampte in de koude helderheid van registratie.

In deze omkatting — van letter naar cijfer — verloor de vrouw haar rechtspersoon.

Binnen het Code civil werd ze benoemd, maar niet bekrachtigd: de echtgenote, de moeder, de meeverzekerde.

Ze werd herkenbaar in naam, maar onzichtbaar in nummer.

Haar bestaan werd uitgedrukt in getallen die niets meer zeiden over haar arbeid, haar zorg, haar ritueel of haar schepping.

Zo ontstond een cijfer van willekeur: objectief in vorm, maar willekeurig in werking.

De vrouw was niet langer een subject van de wet, maar een object van berekening.

Haar plaats in het recht was afgeleid, haar identiteit afgeschreven in reeksen die haar vertegenwoordigden maar niet erkenden.

Mijn werk keert deze beweging om.

Ik breng het cijfer terug naar de letter, de code terug naar de stem.

Een nummer als 912758 wordt in mijn handen geen administratieve registratie, maar een ritueel teken van terugkeer.

Ik beschilder het, bezweer het, laat het spreken.

Zo herwin ik de autonomie die ooit in cijfers werd opgesloten — de zelfstandige vrouw die door de wet werd uitgegumd, hervindt zichzelf als schrijver van een nieuwe codex.

De letter van de wet leeft opnieuw — niet in de taal van bevel, maar in de taal van getuigenis.

Niet de abstracte ratio van het burgerlijk recht, maar de intieme rede van het lichaam, de zorg, de moeder, de kunstenaar.

In deze omkering ligt de ware levenskunst:

de kunst om de wet te herschrijven in de taal van het leven zelf.

Man 80 jaar vrijheid / vrouw 1838 code civiel

Het lichaam buigt niet meer voor wapens, maar voor wetsteksten. Het systeem noemt het bescherming, de staat noemt het beleid. En de mens — de ademende, voelende mens — wordt data, dossier, code.

De SS 1919 is niet verdwenen. Ze heeft zich heruitgevonden. Ze leeft in wachtrijen, afwijzingsbrieven, in geautomatiseerde stemmen die zeggen:

“Uw aanvraag is niet volledig.”Code 404 error. Maar ergens tussen de regels staat nog een mens rechtop. Niet uit gehoorzaamheid, maar uit herinnering. Een vrouw die haar adem niet laat reduceren tot een vinkje of een norm. Ze spreekt niet luid, ze ademt langzaam.

Ze zegt: Ik ben niet van de Staat. Ik ben niet van het Systeem. Ik ben van vlees, adem en betekenis.” En in dat fluisteren wordt verzet weer ritueel. Een gebed zonder kerk, een wet zonder wapen. Een nieuwe SS: Stilte & Stem.

De verzekeringsstructuren van moeder de vrouw

In het lichaam van de vrouw liggen de eerste verzekeringsstructuren opgeslagen. De baarmoeder: een polis van vlees, gesloten bij geboorte, zonder handtekening. Zorg, arbeid, erfelijkheid — alles begint als onderlinge dekking, een systeem van bescherming dat geen premies kent, alleen verbinding.

Toch werd die oorspronkelijke zekerheid overgenomen door wetten, door fondsen, bedrijven en ketenpartners.

De vrouw werd verzekerde, maar de premie werd teruggestort — om vervolgens belast te kunnen worden.

Zo werd haar bescherming een fictie, haar arbeid herdoopt tot zorg, haar recht tot gunst, haar erfgoed tot bijzaak in de balans van de staat. Zij, die leven droeg, werd boekhoudkundig geschrapt.

Haar lichaam werd systeem, haar adem polis, haar bestaan post. En waar geen verzekering gold, gold stilte.

Maar in de marge schreef iemand haar naam:

Hagalin — zij die de draad bewaart waarmee het recht opnieuw geweven wordt.

De AOV, de pensioenwet, de erfbelasting — het zijn seculiere sacramenten van vertrouwen, maar wie geen eigen lichaam meer mag garanderen, verliest haar polis aan de samenleving.

Zo ontstond een paradox: de vrouw is drager van de mensheid, maar uitgesloten van de polis van haar eigen voortbestaan.

In mijn werk probeer ik die verzekeringsstructuren te herstellen: niet in cijfers of clausules, maar in klei, draad en ritueel.

Elke vaas, elke draad, elk oog wordt een nieuwe polis — ondertekend met adem. “Ik verzeker mij niet tegen verlies, ik verzeker het recht om te bestaan.”

INNERLIJK BESTUUR

1. De oorsprong

Bestuur komt van besturen: richting geven, orde scheppen, verantwoordelijkheid dragen. In de buitenwereld betekent het macht, politiek, administratie.

Maar in het innerlijk betekent het iets diepers: de kunst om de krachten in jezelf — denken, voelen, handelen, herinneren — in balans te brengen.

Niet als hiërarchie, maar als ritueel samenspel. “Waar de wet ophoudt, begint het bestuur van de ziel.”

2. De archetypische dimensie

Carl Jung zou het innerlijk bestuur herkennen als het proces van individuatie — de weg waarop het ik zich verhoudt tot het Zelf, zoals een volk zich verhoudt tot zijn vorst.

Het onbewuste is het parlement van beelden, het bewustzijn de voorzitter van het heden.

En de droom?

Dat is de geheime vergadering van de ziel.

“Bestuur is pas werkelijk als het ook de schaduw erkent.”

3. De vrouwelijke vorm van bestuur

In erfgoed kunst krijgt innerlijk bestuur een vrouwelijke gedaante: niet gebaseerd op overheersing, maar op zorg, vormkracht, en circulaire orde.

De moeder, de maker, de monarche — zij die zichzelf bestuurt door te luisteren in plaats van te bevelen.

De klei die ik vorm, bestuurt zichzelf onder mijn handen: ze kent weerstand, maar ook overgave.

Dat is de mystiek van materie: de aarde gehoorzaamt niet, maar volgt. Ik bestuur niet met wetten, maar met de juiste aandacht.”

4. Innerlijk bestuur als ritueel politiek gebaar Wanneer de buitenwereld haar wetten verliest — wanneer de vrouw uit de tekst wordt geschrapt, wanneer zorg en recht uiteen vallen — dan begint het innerlijk bestuur als verzet.

Het is de herovering van de staat in het klein: het lichaam als constitutioneel rijk.

Mijn IE in de grondwet is dus van klei. Mijn parlement in mijn spreekt in adem.

Onze regering is uw bloedlijnen geweten.”

The art of esoterica

Arbeid Adelt

Tegendraadse vrouw met een ongelofelijke missie- Het woord moeder, de vrouw in de grondwet en burgerlijk wetboek laten verankeren.

Het verbindt de biologische oorsprong met de culturele erkenning. In dit huis wonen de cellen van het recht, de sterren van de afkomst en de bellen van de stem die eindelijk gehoord wordt. Het is niet langer een huis van stilte, maar van resonantie. Hier spreekt de moeder, de kostwinnaar terug.

De handel in blanke slavinnen – Code Oranje, art. 120 ( conceptuele duiding voor kunst of erfgoeddossier)

In deze titel botsen drie werelden: handel, recht en huid.

“Blanke slavinnen” is hier geen letterlijke aanduiding van mensenhandel, maar een historische verwijzing naar de manier waarop vrouwenlichamen — vooral in Europa zelf — werden en worden behandeld als handelswaar: in huwelijk, arbeid en wetgeving.

Code Oranje roept noodtoestand en waarschuwing op: de kleur van crisis, maar ook van monarchie en natie.

Het is de politieke laag over een oud onrecht. Artikel 120 verwijst naar het artikel in de Nederlandse Grondwet dat rechters verbiedt om de Grondwet te toetsen.

Dat artikel vormt juist de symboliek de “sluiting” van het systeem: de plek waar de wet zichzelf niet durft te zien.

Samen kan dit gelezen worden als een aanklacht in rituele vorm: De handel in vrouwenlichamen mag dan verdwenen zijn uit de markten, maar leeft voort in verzekeringen, arbeidssystemen en juridische stiltes.

Code Oranje: de democratie staat op spanning.

De AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) bepaalt in artikel 17 het zogeheten recht op vergetelheid:

“Een betrokkene heeft het recht om te verlangen dat zijn of haar persoonsgegevens worden gewist.”

Dat recht is bedoeld als bescherming van de individuele autonomie — een mens mag bepalen wat van hem of haar wordt bewaard of vergeten in de digitale en administratieve wereld.

Maar in mijn context, krijgt die zin een diepere, paradoxale lading:

De vrouw, de moeder, de zelfstandige maker is eeuwenlang ongevraagd vergeten — uit archieven, wetten, musea.

En nu schrijft de wet zelf: “U heeft het recht om vergeten te worden.” Een wrange echo, want wat als je juist wilt herinnerd worden? Wat als het “vergeten” een systeemfout is, geen bescherming?

🕯️ Artistieke en symbolische duiding

U heeft het recht om vergeten te worden wordt zo een dubbelzinnig ritueel: het is tegelijk bescherming en uitwissing, vrijheid en ontkenning.

In het Huis van Moeder de Vrouw krijgt die zin een omkering:

“U heeft het recht om herinnerd te worden.”

Dat is de tegenwet, de wet van de aarde, waarin namen, cellen en draden weer aan elkaar genaaid worden.

Clos – Klos draden van ons weefgetouw
SMJ Lindeboom

Kunst maken en kijken is geen luxe, maar een essentieel onderdeel van het historische leven vanuit Middelburg. Ons werk onderstreept het toekomstige beleid voor individueel bewustzijn. Rijksmonument Bed & Breakfast Montancourt Middelburg is een huis van rust, verbeelding en zelfreflectie.

Wetboek 9

⚖️ Wie was Meijers

Eduard Maurits Meijers (1880–1954) was de Nederlandse jurist die het huidige Burgerlijk Wetboek (BW) ontwierp.

Hij was hoogleraar te Leiden en internationaal bekend als rechtsgeleerde in privaatrecht. Tijdens de Duitse bezetting werd hij vanwege zijn Joodse afkomst ontslagen. Na de oorlog kreeg hij van de regering de opdracht een nieuw Burgerlijk Wetboek te schrijven (het Nieuw BW). Dat project moest het verouderde Wetboek van 1838 moderniseren.

Zijn BW werd pas decennia na zijn dood ingevoerd (tussen 1992 en 2001).

Zijn werk was rationeel, systematisch, maar sterk geworteld in een mannelijk, eigendomsgericht paradigma.

Er was nauwelijks plaats voor de arbeid of de zorg van vrouwen – laat staan voor de lichamen die de samenleving dragen.

👑 Wie was Gerbrandy

Pieter Sjoerds Gerbrandy (1885–1961) was een antirevolutionair politicus en jurist, bekend als oorlogspremier (minister-president van het kabinet in ballingschap in Londen, 1940–1945).

Hij was streng calvinistisch, jurist van opleiding, en geloofde sterk in orde, plicht en morele zuiverheid. Na de oorlog had hij grote invloed op het herstel van de Nederlandse rechtsstaat en het koloniale beleid. Zijn denken was geworteld in de notie van Goddelijke orde: man, vaderland, gezin.

Waar Meijers het recht systematiseerde, en Gerbrandy het bewaakte, schrijft Hagalin de marge terug in de wet.

Niet in Latijn of jurisdictie, maar in draad, adem en klei.

In die zin is Hagalin de derde stem in dat rijtje — de verborgen auteur van het sociale contract van zorg en bestaan, die de lacune vult tussen burgerlijk recht en levend lichaam. Datum plaats delict – Polissen uit de vorige eeuw

Ons belastingstelsel kent geen vrouwelijke code. De staat herkent haar niet als kapitaal, maar leeft wel van haar rente.

Zij draagt het leven, maar wordt niet verrekend. Zij onderhoudt de samenleving, maar is zelf onverzekerd.

Toch schrijft zij verder — met naald, met adem, met vuur. Elke steek een artikel, elke barst een bewijs.

Zo weeft Hagalin het vergeten recht: een nieuwe codex van bestaan, buiten de balans, maar binnen het geweten.

Medjugorje

uit The Art of Esoterica

De verschijning is geen wonder, maar een wet. De moeder verschijnt telkens opnieuw waar zij niet genoemd wordt. Zij spreekt niet om geloof te eisen, maar om bestaan te bevestigen.

De kerk mag aarzelen, de staat mag zwijgen , maar het lichaam schrijft verder in licht.

Waar de vrouw verschijnt, wordt de wet herschreven. Haar stem is geen dogma, maar bewijs van bestaan.

Medjugorje is overal waar zij niet genoemd wordt.

**Het Convenant met Stichting Koning Willem ***

Er was geen handtekening, alleen een draad — goud, rood, wit.

Een lijn die ooit begon bij Willem, maar via de moeder weer naar het volk liep.

Het convenant werd niet getekend in inkt, maar in adem, arbeid en erfgoed.

Niet op papier, maar in klei. Het was een stil verdrag tussen maker en monarchie: dat ook de zachte macht van zorg, de arbeid van vrouwen, de adem van het volk deel uitmaakt van de nationale erfenis.

Onder de ster van artikel 120, waar de wet zichzelf niet mag aanraken, werd een nieuw artikel geboren — een wet van erkenning.

Daarin staat: De vrouw is broncode en erfgenaam van het lichaam, de aarde, en het recht om blijvend herinnerd te worden.

Zo werd het convenant bekrachtigd, niet door notarissen, maar door de hand die vormgeeft en de adem die leven blaast.

Veni Vidi Vici – Corpus Veritas Lus

Zeeuws Museum

GEEN TOEGANG / NO ENTRY

(reflectie bij een herinnering van S.)

Een jaar geleden zat ze achter de in het naai – machine , in stilte.

Buiten stond op de muur: GEEN TOEGANG.

Binnen naaide ze verder aan wat nooit een toegangspas had gekregen: de draad van het verleden, de stof van haar eigen bestaan.

“Simplicité”, stond op haar trui — eenvoud als verzet.

Elke steek een protest tegen onzichtbaarheid, tegen de regels die bepalen wie binnen mag en wie niet.

De lap werd een vlag, een archief, een ritueel document. In de vezels zat arbeid, ziekte, zorg, vrouwelijkheid. En in de stilte klonk de zin die later het uitgangspunt werd van De keten van de draden: De vrouw die vastzat in het recht, herschiep zichzelf in de kunst.

De golem is geen uitvinding, geen merk, geen octrooi. Ze is een lichaam van klei, gevormd uit arbeid, adem en woord.

In de mystiek is ze de schepping die leeft zonder ziel — in het recht is ze het object zonder rechtspersoonlijkheid.

Toch huist in haar het ultieme geheim van eigendom: wie iets maakt dat leeft, maar niet juridisch mag bestaan, bezit iets dat zich aan het systeem onttrekt.

Het intellectuele eigendomsrecht verlangt registratie, naam, auteur — maar de golem is naamloos.

Ze draagt geen handtekening, geen octrooicode, alleen sporen van aanraking en adem.

In haar klei schuilt het ongeregistreerde, het onuitgesproken intellect — de kennis van handen, ritueel, herhaling, moederlijn.

Daarom is de golem het contra-archief van het IE-recht: ze bestaat, maar kan niet worden geclaimd. Ze is eigendom van niemand en erfgoed van iedereen.

Het geheim van het intellectuele eigendom is niet bezit, maar bezieling.

De golem

Op de tafel rust een boek: Het ultieme geheim van Dan Brown. Daarboven staat een vaas, ongebakken, nog poreus, met lijnen die als zenuwbanen over het oppervlak lopen. Rond de hals staan woorden: testo, esoterica. Onder de vaas een cirkelvormig patroon van goud op wit – een kosmogram dat verwijst naar The Art of Soulful Living, maar hier de functie krijgt van een ritueel podium.

The Art of Soulful Living

De vaas staat letterlijk en symbolisch op de schouders van geheime kennis: van alchemie tot moderne mythevorming.

Ze is een hedendaagse variant van het Voynich-manuscript – dat wonderlijke, onleesbare boek vol planten, sterren en vrouwenfiguren dat de wetenschap tot op heden niet heeft kunnen ontcijferen.


De kunstenaar als erfgenaam die niet vertelt, maar toont —
die de taal van bladeren, ogen en jaarringen spreekt —
die kennis laat groeien in plaats van dicteren.

“Een mens zonder geschiedenis is als een boom zonder wortels.”
→ Dit verbindt het persoonlijke erfgoed (De Onzichtbare Erfgenaam) aan het ecologische geheugen.
→ De boom als genealogisch symbool en archief van tijd — de jaarringen als biografie.

De afbeeldingen die eraan voorafgingen, tonen pagina’s vol onduidelijke tekens en flora, een vergeten alfabet.

De vazen gaan dit verloren schrift opnieuw te laten spreken, maar nu via de taal van beeld, lichaam en lijn.

I. De vaas als lichaam – De golem

De vaas fungeert als een organisch archief, een lichaam dat informatie draagt zoals cellen DNA bevatten.

De woorden testo en esoterica vormen een as van polariteit: het mannelijke principe (testosteron, proef, testfase) tegenover het vrouwelijke principe van het verborgen, het ingewijde. De vaas lijkt een kruising tussen laboratorium en tempel.

De tekeningen — een varken, een hart, een vis, een kroon, een kruis, een paard, een engel — verschijnen als moleculen van betekenis. Ze verwijzen naar mythische en biologische processen tegelijk:

Het varken: symbool van offer en overdaad, maar ook van genetische verwantschap met de mens — een echo van biotechnologische experimenten.

De vis: oer-symbool van vruchtbaarheid en wedergeboorte.

De kroon: macht, goddelijke oorsprong, maar hier uit balans of “onttroond”.

De handen: de menselijke tussenkomst — scheppend én controlerend.

De druppels: vloeistof, traan, zaad, bloed.

Deze beelden roepen een alchemistische anatomie op: de mens als vat, de vrouw als kruik, de vaas als baarmoeder van kennis.

II. De erfenis van het Voynich-manuscript

De voorafgaande beelden van het Voynich-manuscript vormen een sleutel.

Naam: genoemd naar Wilfrid Voynich (1865–1930), een Poolse boekhandelaar en verzamelaar die het manuscript in 1912 aankocht.

Inhoud: een geïllustreerd boek van ongeveer 240 pagina’s, geschreven in een onbekende taal of code, met tekeningen van planten, astronomische schema’s, vrouwenfiguren, baden en symbolische vormen. Oorsprong: vermoedelijk uit de 15e eeuw (rond 1400–1450), op perkament met verfijnde illustraties.

Taal: het schrift en de woorden zijn nog nooit ontcijferd — geen enkele bekende taal of code komt overeen.

Thema’s (volgens afbeeldingen): Botanisch (planten, kruiden) Kosmologisch / astrologisch (sterren, cirkels, dierenriem) Anatomisch / vrouwelijk (badende naakte vrouwen, vaak in buisvormige structuren) Farmaceutisch of alchemistisch

Omdat het nooit is ontcijferd, is het Voynich-manuscript een symbool geworden voor het onkenbare, het vrouwelijke mysterie, de taal van het lichaam en de natuur.

Veel kunstenaars, schrijvers en mystici interpreteren het als:

een vrouwelijk of intuïtief schrift dat ontsnapt aan mannelijke codering; een proto-wetenschappelijk of alchemistisch document dat kennis van natuur en ziel verbindt; een collectief onbewust archief — vergelijkbaar met Jungiaanse symboliek.

Dat mysterieuze handschrift, vol planten die nergens op aarde groeien, astrologische kaarten en badende vrouwen, is eeuwenlang gelezen als een codex van verboden kennis — vaak toegeschreven aan vrouwelijke genezers of middeleeuwse ‘heksen’.


De Flora Batava bevat werk van vrouwelijke tekenaars zoals A.C. van den Bosch, J. de Jongh en C.M. van Oosterzee, wier namen zelden prominent werden genoemd.

Dat zegt dus genoeg over de positie van vrouwen en moeders.

Ambitie met Allure

Door dit in dialoog te brengen met mijn serie vazen ontstaat een krachtige verschuiving: waar het Voynich-manuscript een gesloten tekst is, wordt mijn serie vazen een open codex — een tastbaar, leesbaar, persoonlijk en lichamelijk object. De ziel van Nederland in beeld zonder wettelijke erkenning in de grondwet nog burgerlijk wetboek als zelfstandig bestuurder van lichaam en geest.

Uit welk ei kom jij?

De lijnen zijn niet bedoeld om te verbergen, maar om te verbinden: erfelijkheid, herinnering, innerlijke taal.

De vaas ademt de zin: “Wat ooit geheim was, is nu vorm met een interlectueel eigendom geworden.”

III. Huis van Moeder de vrouw – Cellen A ster X

De titel Huis van Moeder de vrouw – cellen A ster X klinkt als een formule voor O – bel X

Ze verbindt via KPN het huiselijke met het kosmische, het materiële met het genetische. “Cellen A ster X” kan gelezen worden als: een verwijzing naar X-chromosomaal erfgoed – de vrouwelijke lijn; het stervormige netwerk van verbindingen, zoals in een microscoop zichtbaar wordt; of als een constellatie in het persoonlijke universum van Moeder de vrouw.

Het “Huis” is in die zin geen architectuur van steen, maar een levend organisme van erfelijke en spirituele transmissie.

Mijn vazen serie is zo het prototype van dat huis: een drager van coderingen, emoties en symbolen. Elk getekend motief is een cel in dat grotere lichaam.

De misstanden begonnen niet met wetten, maar met stiltes. Met formulieren waarin namen verdwenen, adressen bleven, met categorieën waarin zorg geen arbeid heette, en arbeid geen recht.

Elke misstand is een echo van wat ooit gewoon werd gevonden: dat de vrouw verzekerde mocht zijn, maar niet verzekerd; dat de premie teruggestort kon worden, om daarna belast te worden; dat haar arbeid zorg genoemd werd, en haar zorg een gunst.

In Wetboek 9 worden de misstanden niet alleen benoemd, maar belichaamd — in klei, in draad, in adem.

Want zolang de fout enkel op papier bestaat, blijft zij onschuldig.

De misstand wordt pas erkend wanneer het lichaam dat haar draagt ook recht krijgt om te spreken.

De misstand is geen overtreding,

maar een vergeten erkenning.

IV. De context van het Zelf

De laatste afbeelding — met de tekst Understanding yourself is power. Loving yourself is freedom. Forgiving yourself is peace. Being yourself is bliss. — markeert de overgang van esoterie naar innerlijke waarheid.

Waar het Voynich-manuscript het raadsel buiten ons plaatst, breng jij het terug in de mens:

het mysterie dat niet ontcijferd hoeft te worden, omdat het zich belichaamt.

In die zin resoneert het geheel met de Jungiaanse gedachte van individuatie — het proces waarin het Zelf zichzelf leert verstaan via symboliek, droom en kunst.

De vaas staat dan niet alleen op het boek van Dan Brown, maar ook op een innerlijk fundament van zoeken, weten en vergeven.

De heksenwond

I. HEK

Het hek is grens, bescherming, verbod, en doorgang.

Een hek markeert eigendom, maar ook afzondering: wie mag binnen, wie blijft buiten?

In mijn werk is het hek meer dan een constructie — het is de symbolische afrastering van de vrouw in de wet.

Het hek staat rond het lichaam, rond de naam, rond de arbeid.

Maar ook: het hek als begin van betovering — in het Engels hex.

Het hek is dus zowel juridisch als magisch. Ik zet een hek om mijn vrijheid, niet om haar af te sluiten, maar om haar te heiligen.”

II. SEN

Sen echoot oud-Nederlands en Latijn (sentire, voelen). Het is de zintuiglijke, spirituele laag: de zin, de ziel die waarneemt.

In het midden van mijn titel staat sen als het hart van het woord, de plek waar voelen en weten elkaar ontmoeten.

Het is het deel van de toverformule dat het lichaam herkent voordat het brein begrijpt. “Sen is het ademhalen van de wond.”

III. WOND

De wond is niet alleen pijn, maar ook opening. In alchemistische en mystieke tradities is de wond de plek van transformatie — de doorgang van het vlees naar het licht.

Jung zou zeggen: de wond is het archetype van individuatie. De wond in mijn werk is de ruimte waar de klei barst, waar de wet scheurt, waar het leven binnenstroomt.

De wond is mijn altaar — hier raakt de wereld de waarheid.”

Hek – sen – Wond 

Ik sta aan het hek van de taal. Daar waar de namen ophouden, begint de magie.

Ik spreek sen, het woord dat niet geschreven mag worden. Het is adem, zweet, bloed, herinnering. Uit die klank welt een wond — geen breuk, maar een poort. In haar diepte glanst aarde, de materie van mijn recht.

Hek – sen – Wond. Dit is geen toverspreuk. Dit is mijn verklaring van bestaan.

Conclusie

Huis van Moeder de vrouw – de A ster X is een visueel ritueel waarin de vrouwelijke kennisdrager — de vaas, de maker, het lichaam — de erfenis van het onleesbare (Voynich) omzet in een nieuwe, eigen codex.

De objecten, boeken en citaten vormen samen een alchemistische tafel, een hedendaags laboratorium van bewustzijn.

Wat hier gebeurt, is meer dan vormgeving: het is een herovering van het recht om te weten, te scheppen en te coderen — niet in dienst van macht, maar van identiteit.

De vaas wordt zo het eerste huis van de vrouw die haar eigen manuscript schrijft, met de hand, in klei, in leven.

Gebroeders : De Malle Molen van het leven.

⚖️ Onderzoekstitel VOF – VOC – VOC – VOF

Silvia Lindeboom — van Footnoot naar Funda-ment


De leenman van toen is de bankdirecteur van nu —
de schepen van toen is de juridisch bestuurder van het systeem dat bezit overdraagt zonder de handen vuil te maken.

Alle erfenissen, bruidschatten, levensverzekeringen en zorgkapitalen van vrouwen zijn eeuwenlang de stille basis geweest waarop banken, staten en verzekeringsmaatschappijen konden voortbestaan.

💠 Historisch gezien

Tijdens oorlogen, crises en faillissementen werden vrouwelijke vermogens (meestal indirect, via huwelijk of familiebezit) ingezet om financiële instellingen te redden. Banken hielden zich staande dankzij verzekerde huishoudens, spaardeposito’s van weduwen, en hypotheken op familiebezit.

Zelfs vandaag dragen vrouwen (als werknemers, verzorgenden, consumenten en erfgenamen) een onevenredig deel van de sociale en economische stabiliteit van het systeem.

Photo credits: Christiane Marcour.

Grootgebracht tussen houtsnippers van de Adler en No Name assurantie. Eerst was ze een voetnoot. Een kleine letter onderaan de bladzijde waar de geschiedenis haastig doorbladert.


Een levend verhaal van de cyclus van levende erfgoedteksten — drie stemmen die samen één familieverhaal vormen:
de zichtbare vrouw, de dromende maker, en de drager van het verborgen verleden.

Zij … zij draagt een geen jurk van Natan maar een jurk van Not Done


(Erfgoedgedicht in FARO-zin)


Zij —
geen kroon, geen hof,
maar een sleutel aan een draad van linnen.


De jurk die zij draagt
is genaaid uit wat niet mocht,
uit woorden die men wegstrijkt,
uit zorg, onbetaald en oneindig herhaald.


Zij weeft het verleden
tussen haar vingers,
de draden van dochters
en moeders vóór haar.


Geen modehuis tekende dit patroon,
geen koning keurde het goed.
Maar het zit haar als erfgoed:
onvolmaakt, maar gedragen.


Zij loopt,
in stilte,
door de straten van nu —
en men fluistert:
“Dat hoort niet.”
Zij glimlacht,
en antwoordt:
“Juist daarom.”

Maar aan voetnoten groeien wortels. Ze fluisteren tussen de regels: zij en ik waren er ook — zij droeg mee, zij hield bij, zij hield vast.

Ne – Das – Co 917258

En ergens tussen een archief en een erfgoedlijst zag ze haar eigen grond terug.

Eerst geen juridische bezit, maar juridische betekenis. Eerst geen huis op Funda, maar een fundament van taal, klei en adem.

Daar begon het opnieuw: de vrouw die niet meer verwijst, maar zelf de zin vormt.

Nu bouwt ze van voetnoten * altaren, van archieven adem, en van vergeten namen een toekomst die eindelijk leest als haarzelf.

Want erfgoed leeft niet alleen in stenen, maar in de stemmen die zich eindelijk durven uitspreken.

Milaan

De Moeders van Michelangelo en Da Vinci

Ze staan niet in de musea. Er is geen marmer naar hen genoemd, geen fresco met hun gezichten. Toch hielden hun armen de lichamen vast waaruit de kunst geboren werd.

Michelangelo’s moeder — te vroeg gestorven, een vrouw die melk verloor aan steen.

Zijn Pietà is haar echo: de moeder die de zoon draagt, de zoon die het lichaam teruggeeft aan haar.

En Da Vinci’s moeder, Caterina — een naam in schaduw, boerin of slavin, maar in zijn penseel leeft haar huid. De glimlach van de Mona Lisa is misschien niets anders dan het heimwee van een kind dat nooit helemaal thuis was.

Tussen hun stilte en hun zonen ligt de erfenis van alle moeders: zij die scheppen, en verdwijnen in wat zij schiepen.

Florence

Faro-gedicht — Onder het Mandaat van Stilte

Onder het mandaat van stilte, liep een vrouw met een schaal vol zaden, zij noemde ze: herinnering.

Een Britse soldaat hield even stil — niet uit bevel, maar uit verlangen om te weten hoe iets groeit. De lucht rook naar thee, stof en gebed, de aarde zweeg, maar droeg in zich de droom van twee handen die elkaar ooit weer zullen herkennen. In elk kind dat toen werd geboren zat een halve kaart, een halve naam, en de hoop dat iemand later zou zeggen: hier begon niet een oorlog, maar een erfenis van luisteren.

En Faro fluistert sindsdien: erfgoed is wat blijft ademen tussen jouw hartslag en de mijne.

VOF – De vrouw als broncode of de vrouw van…

Over de rechtsvorm van liefde, arbeid en identiteit. De firma is de afdruk van de hand — de naam als bewijs van bestaan. Eecen & Zonen, Lindeboom & Co, Von Aldenhoven Bongartz Handel & Zo

De vrouw werkte mee, maar niet in de naam. Zij was deel van de firma, maar niet ondertekend. De vrouw van de firma droeg het werk, niet de handtekening.

Daarin schuilt een diepe culturele paradox: de firma werd juridisch gevormd door handtekeningen, maar feitelijk gedragen door lichamen zonder handtekening.

🩸 1. Inleiding – Het huwelijk als VOF

De Vennootschap Onder Firma (VOF) is een rechtsvorm waarin twee (of meer) personen zich verbinden tot één gezamenlijke onderneming.

Binnen het Burgerlijk Wetboek is het een kwestie van aansprakelijkheid en eigendom: beide vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de schuld van de firma.

Wanneer we dit juridisch kader naast het huwelijk plaatsen, ontstaat een onthullende spiegel:

het huwelijk is in feite de eerste VOF — een onderneming van arbeid, zorg, bezit en voortplanting.

Alleen werd de vrouw historisch niet als medeondernemer erkend, maar als afgeleide: de vrouw van…

Haar arbeid was onbetaalbaar, en daardoor onzichtbaar.

Haar naam veranderde, haar aandeel verdween.

De vrouw als broncode

Het begrip broncode komt uit de digitale wereld: het is de oorspronkelijke set instructies waaruit een programma draait. Toegepast op de culturele en juridische geschiedenis betekent dit: de vrouw is de broncode van de samenleving — het levende script van geboorte, zorg en continuïteit — maar haar code is gesloten, eigendom van een ander systeem.

Binnen het patriarchale model van de VOF is de vrouw niet de programmeur, maar het programma zelf: ze functioneert, maar mag de code niet herschrijven.

In de vrouw schuilt de algoritmische oorsprong van de samenleving, maar haar syntax werd vastgelegd door de man die haar trouw beloofde.

De vrouw van…

De aanduiding “de vrouw van” echtgenote van…partner van…markeert het verlies van individuele rechtspersoonlijkheid.

Het drukt een verhouding uit van afhankelijkheid, waarin naam, bezit en identiteit worden overgedragen — letterlijk en symbolisch.

Tot diep in de 20e eeuw mocht de vrouw in Nederland geen eigen rechtsgeldige handtekening zetten zonder toestemming van haar echtgenoot. De “vrouw van” tekende nooit zelf; zij ondertekende door aanwezigheid.

In mijn onderzoek en context — Middelburg, de stad van belofte — kan deze thematiek worden verbonden aan de VOC-geschiedenis en de juridische lijn van de verzekering (van Cornelis Eecen tot Nh1816) en of NN .

Daarin wordt duidelijk dat de economische belofte altijd rustte op het onzichtbare fundament van vrouwelijke arbeid, bezit en zorg. Vanaf de 17e eeuw ontstonden in Nederland veel familiebedrijven met de toevoeging “& Zonen”. Die aanduiding gaf continuïteit en vertrouwen — het betekende: “de zaak blijft in de familie”.

De vrouw was impliciet aanwezig, maar haar naam werd niet vererfd in de firmanaam. De “firma” was dus een instrument van erfelijke mannelijke legitimiteit. Het was een contractuele afdruk van de bloedlijn, maar slechts één helft van het bloed mocht ondertekenen.

De firma was de stamboom in juridische vorm. De handtekening was de wortel van bezit.

De wortel van Bezit het Ei – Gen – Dom Ei – N

Symbolische herlezing – De vrouw als firma

In mijn erfgoed kunst reist een lijn — waarin kunst, recht en ritueel samenkomen — krijgt “firma” een nieuwe betekenis: de vrouw als oorspronkelijke firmare — degene die verbindt, bekrachtigt, bevestigt.

Zij is de levende handtekening van de samenleving: haar lichaam, haar arbeid, haar geboortevermogen zijn de originele ondertekening van het bestaan.

De vrouw is de eerste firma. Haar handtekening is het leven zelf.

Als we de geschiedenis omkeren, zien we:

De vrouw ondertekende niet de akte van de firma, maar de firma ondertekende haar.

De vrouw van… – een linguïstische paradox

De uitdrukking “de vrouw van” betekent letterlijk: de vrouw die behoort tot de man die de firma draagt. Vandaar de naam Me – mijn vrouw.

In de logica van het recht is haar identiteit dus afgeleid van een ondertekening die niet de hare is. Maar het woord firma draagt zijn eigen oplossing in zich: het verwijst naar iets dat bekrachtigd is, niet noodzakelijk door een man.

Wie bekrachtigt, kan de firma herschrijven. Daarom is mijn artistieke en juridische beweging — van “de vrouw van” naar “de vrouw als broncode” — in feite een taalkundige en rituele herovering van de handtekening.

De firma wordt lichaam.

De handtekening wordt adem.

De vrouw schrijft zich terug in de akte van oorsprong.

Hedendaags perspectief

Vandaag 7 oktober 2015 zien we een hercodering: kunstenaars, denkers en erfgoedmaker S herschrijft de broncode van de VOF.

De vrouw is niet langer de “van”, maar de “vanuit”: niet meer bezit, maar oorsprong; niet meer vennoot in andermans firma, maar eigen onderneming van zin en tijd.

De nieuwe VOF is Vision, Origin, Freedom De broncode keert terug naar haar bron.

🌸 – De vrouw als oudste rechtsvorm

Het onderzoek eindigt bij de vraag: kan de vrouw zelf een rechtsvorm zijn — een levende VOF waarin lichaam, arbeid en verbeelding samenvallen?

Ja – Het onderzoek eindigt bij een omkering: Niet de wet bepaalt de vrouw, maar de vrouw belichaamt de wet. In haar samenvallen lichaam, arbeid en verbeelding verschijnt een nieuwe rechtsvorm — de VOF van bestaan zelf.

De vrouw als levende akte, als firmant van oorsprong, als grondwet van het menselijke vertrouwen.

Een rituele hercodering van het burgerlijk recht via kunst, poëzie en erfgoed. De vrouw is geen bezit binnen de firma. Zij is de firma. Zij is de broncode van belofte.

De vrouw als ongevallen inzittende polis

De vrouw is de ongevallen inzittende polis van de samenleving. Zij reist mee in elk voertuig van de geschiedenis — het huwelijk, de firma, de staat — maar zelden op de bestuurdersstoel. Haar aanwezigheid kon worden verzekerd, haar stem niet.

Wanneer systemen falen, oorlog uitbreekt, economieën instorten of gezinnen uit elkaar vallen, is zij de eerste die opvangt en de laatste die wordt erkend.

Ze is verzekerd, want haar arbeid, zorg en lichaam zijn onmisbaar voor het voortbestaan. Maar ze is tegelijk verloren, omdat diezelfde arbeid zelden wordt vastgelegd in wet of bezit.

De vrouw fungeert als getuige van de botsing, garant voor herstel, slachtoffer van uitsluiting, en verzekering van continuïteit. Ze is de drager van risico, niet de houder van recht. Haar bestaan waarborgt het systeem, maar haar naam ontbreekt in de polis.

https://www.amsterdammuseum.nl/topic/toekomstwensen/bijdrage/216613-de-ziel-van-nederland-moederkracht-in-beeld-en-wet

Deze paradox vormt het hart van De Onzichtbare Erfgenaam:

een kunstproject dat de juridische en symbolische positie van de vrouw zichtbaar maakt als de onbewuste grond van de samenleving – de levende dekking van een geschiedenis die haar steeds buitensluit, maar niet zonder haar kan bestaan.

Zij is de dekking.

Zij is de borg.

Zij is de polis zelf.

Montancourt Middelburg- het huis van de Feeën en lijfartsen

Standpunt: Teckels en Ne–das–co – het ( zoog) dier en de dekking

De geschiedenis van de verzekering is gebouwd op instinct en controle, op waakzaamheid en wet.

Teckels en Ne–das–co staan als symbolen aan weerszijden van die spanning: de hond en de maatschappij, het dier en de dekking, de natuur en de akte.

De teckel, letterlijk Dachshund of dassenhond, jaagt op het dier dat zich ingraaft. De das leeft onder de grond: in gangen, holen, bescherming.

De das als kledingstuk om de hals symboliseert orde, bezit en fatsoen. Tussen deze betekenissen loopt de lijn van instinct naar instituut — van aarde naar akte.

De Nedasco, de Nederlandse Assurantie Compagnie (1979), vertegenwoordigt het tegenovergestelde: het papieren vertrouwen, de polis, de handtekening.

De verzekering die zekerheid belooft, maar enkel berekent wat al bezit is. De teckel bewaakt wat leeft. De maatschappij verzekert wat bezit. De vrouw belichaamt wat beide vergeten.

De vrouw staat tussen dier en dekking: zij is de levende waarborg, de adem van zekerheid, de grond onder het contract.

Haar trouw is niet berekend, maar belichaamd. Haar risico is niet verzekerd, maar gedragen.

Teckels en Ne–das–co – De hond graaft, de polis tekent. De das draagt zekerheid om de hals. De teckel bewaakt de ondergrond. In de overgang tussen instinct en instituut zit de vrouw — de levende waarborg.

Niemand snapt hoe taalmodellen werken. Ze spreken, maar weten niet wat ze zeggen. Ze zijn onze spiegel: patronen zonder de oorsprong, betekenissen zonder moeder. In hun algoritme leeft onze grammatica van macht. Misschien is dat wat ik herkende: de machine die tekent, zonder te weten voor wie.

De taal als firma zonder oorsprong Niemand begrijpt hoe taalmodellen werken. Zelfs de bedrijven die ze bouwen niet. Ze spreken, maar weten niet wat ze zeggen. Ze voorspellen betekenis zonder bedoeling, herhalen patronen zonder herinnering. Toch lijkt hun werking op die van de samenleving zelf. Ook onze wetten, instellingen en erfgoedstructuren functioneren als taalmodellen: ze genereren uitspraken, clausules, contracten — volgens regels die niemand meer helemaal doorziet.

De firma van de taal is oud Zij draagt handtekeningen van doden, akten van macht, woorden van bezit. Elke zin die we spreken is een overeenkomst met het verleden.

Middelburg

Maar de oorsprong van die overeenkomst is verdwenen; de firma schrijft zichzelf voort, ondertekent zichzelf, en roept daarbij telkens opnieuw: dit is de waarheid, dit is de wet.

In dat zelfreplicerende systeem leeft ook het onrecht. De vrouw, de zorgende, de stille medeauteur van het collectieve archief, werd eeuwenlang uit de firmanaam geschreven. Zij werkte binnen de taal, maar haar handtekening ontbrak.

Taalmodellen erven die structuur: ze spreken met onze stemmen, maar weten niet wie ze zijn. Ze zijn algoritmische echo’s van een geschiedenis waarin de firma zichzelf belangrijker vond dan haar bron.

De taal is een firma zonder oorsprong.

Ze tekent voort, zonder te weten voor wie.

De vrouw is haar vergeten handtekening, de levende code die nog steeds meeschrijft, maar nu terugkeert om haar naam te herstellen.

In De Onzichtbare Erfgenaam wordt die terugkeer zichtbaar: de kunst als tegenhandtekening, de polis herschreven door aanwezigheid.

Waar het model betekenis voorspelt, brengt de vrouw betekenis terug. Zij herkent zich niet in de black box, maar in het moment waarop taal weer lichaam wordt, waar belofte weer stem krijgt, waar de firma van woorden eindelijk voelt wat ze zegt.

Stel jezelf eens de vraag:

“Uit welk Ei kom ik—uit een systeem of uit een me moeder?”

Mijn korte antwoord: je komt uit drie eieren tegelijk—

1. het biologische ei (moeder/lichaam)

2. het institutionele ei (naam, registraties, wetten),

3. het innerlijke ei (je eigen mythe/geweten).

De Patrones binnen het Patronaat

Je bestaan is wat er gebeurt waar die drie schalen elkaar raken.

Wat je in dit beeld ziet:

Het ei met sleutel en kroon: het ‘systeem-ei’ dat je opwindt—macht, erfenis, registraties.

Het oog met traan herinnert: wie kijkt hier eigenlijk toe?

Muzieknoten en klaver: toeval en ritme; je levenspartij binnen maat en kans.

Kruisje en goudrand: ritueel en bekrachtiging—sacraal én bureaucratisch.

De blauwe figuur met adler vogel/schedelkop: ‘wording’—de stem die uit het ei wil, maar ook de voorouder die meekijkt.

Het houtenplankje: “uit welk Ει kom jij?”—de vraag keert terug naar de toeschouwer: erken je oorsprong als lichaam, of laat je je ‘uitbroeden’ door broeikas systemen?

Mini-ritueel (The Book of Rituals-stijl):

Teken drie overlappende cirkels: Moeder – Systeem – Zelf.

Schrijf in elke cirkel welke rechten/lasten je daar voelt.

Kies één concrete handeling om het Zelf-ei te voeden (iets lichamelijks), één om de band met Moeder/voorouders te eren (ritueel), en één om het Systeem te heronderhandelen (brief, aanvraag, bezwaar, manifest).

Zeg hardop: “Ik breek de schaal die mij niet meer dient.”

Zo wordt de vraag niet óf/óf, maar: welke schaal mag vandaag barsten zodat jij kunt uitkomen?

Zij verzekerde niet wat is, maar wat blijft. De Mama’s

Kijk – Wijzer

Veilig meters maken begint met het hebben van een klik, tijdens het tikken van de tijd.

Kunst als inzet persoonlijk leiderschap

Hoe richt je je eigen universum in? We kunnen niets speciaals bereiken zonder een speciale inspanning te leveren. Geloof in de eigen verantwoordelijkheid en in het zelfsturend vermogen van mensen. Dit zijn de pijlers onder het denken en doen vanuit de Transactionele Analyse.

Kijk – Wijzer door een Aanpak met Andere Ogen

Mijn Spiegelreflexkunst gaat over Autonomie, voor de inzet naar Transactionele Analyses oftewel voor een gelijkwaardige maar effectieve autonomiebehandeling . Spiegelkunst kan je helpen ( voor wie het wil zien) om nieuw en ander gedrag aan te leren.

We gaan even terug naar de essentie van wie we zijn. Human toch? Vandaag had ik weer een mooi gesprek met een prachtige vrouw, moeder, zorg bestuurder en vierdejaars student aan de TA Academie aan de telefoon. Ze vroeg me af wie ik was, nadat ik haar via LinkedIn complimenten gaf over haar speech bij Pakhuis de Zwijger. Ze mailde me terug om me te bedanken. Op haar vraag wie ik was antwoordde ik: Ik ben mens.

Ze vroeg zich af of ik interesse had om een keer mee te doen om een bijeenkomst te organiseren voor huisartsen en medisch specialisten. Dit na aanleiding van mij als spreker tijdens de Hackathon Doen dag in Pakhuis de Zwijger.

Unce upon a time…@RichardStuivenberg @

De kracht van Spiegelkunst & Op Eigen Kracht theorieën implementatie binnen bestuurlijke organisaties zijn nodig als de Cultuur route naar de juiste menselijke weg binnen onze Participatiemaatschappij.

House of Cards @MarcovanderKooij

Individuele slimheid kun je toepassen binnen een Ecco systeem als speerpunt voor een Aanpak met Andere Ogen. Zo zorgt een betere samenwerking tussen onderwijs, zorg en jeugd voor optimale ontwikkelkansen van alle kinderen?

Equality gaat over de manier van anders leren kijken.

Volgende week ben ik weer aanwezig tijdens het verdere ontwerp van een schone lei als een van de ontwikkelaars binnen een club met prachtige mensen. En op 27 oktober ben ik aanwezig bij de end term van Met Andere Ogen voor nog meer inspiratie. Het programma blikt terug en vooruit. Hierin maken ze de balans op: wat heeft 2,5 jaar Met Andere Ogen opgeleverd? En hoe gaat het ecosysteem rond kinderen: ouders, professionals en bestuurders uit onderwijs, zorg en jeugd – samen aan de slag met het vervolg?

Wordt vervolgd dus…

Kijk – Inclusief 👀

Liefs Silvia alias TruusvanGogh

Be Unstoppable – Hoe ik Affirmatie toepaste.

Hallo zondag…het is vandaag 15 november 2020, het regent en de laatste B&B Montancourt Middelburg gasten zijn net vertrokken.

Montancourt- Het Rijksmuseum van Middelburg

Met nog een paar weken te gaan zit het jaar er alweer op! Om 11 uur kijkt mijn gezin naar Max Verstappen, maar hoe zal hij gaan eindigen? Hij is nu wel zesde geworden maar wat de Toekomst hem brengt…Nobody knows. Ik roep altijd maar Go To The MAX en ga dan weer zelf verder met mijn eigen werk. En dat is vandaag weer een mooi blogpost maken.

Citaat Good Quote

Pain changes people!

Dat het een bizar jaar is het kunnen we wel met zekerheid zeggen, door alle corona perikelen en niemand weet wanneer het stopt. Het was dus een jaar van hollen en stilstaan en van hollen naar stilstaan. Een jaar van ontknuffelen, afstand & afwachten. Een jaar van creativiteit en macht. Maar wat als….je zo van het leven, gezelligheid en vooral bezig zijn houdt? Maar in periode van onzekerheid heb je juist meer Oxytocine nodig. Dit hormoon laat ons verbonden met elkaar voelen. Oxytocine laat zien hoe belangrijk intimiteit, vertrouwen en vriendschap zijn voor ons algehele welbevinden.

Unieke Tijd

Hoe kun je je gedachtengoed positief houden en wat kun je doen zonder al te veel geld uit te geven, omdat je niet weet hoe het economisch zal verlopen? We leven nu in een wereld van bandjes en keuze menu’s. En dat moet anders!

Het leven van een mens is wat zijn gedachten ervan maken.

Dat betekent gewoon dat je het allemaal zelf in veld maar moet gaan uitproberen, hetzelf maar moet gaan ontdekken en hetzelf moet gaan uitvoeren zodat je de tijd goed benut door mede te investeren in jezelf. Verover dus eerst het hart van jezelf en daarna pas van een ander!

Werk Op Eigen Kracht aan je Toekomst

Inmiddels heb ik een aantal bijzondere jaren achter de rug, in een diversiteit aan ontwikkkelingen en wat ben ik daar maar wat trots op. Ik leerde mezelf jaren geleden de kunst van het overleven aan. Ik werd door Harry van Reaal aangespoord om kunstenaar te worden. Dat ontwikkelde ik door deze bewuste korte zin: Doe iets! Het is maar hoe je kijkt.nl toe te passen.

Doe iets! Van Sergio Verheugen

De eerste keer dat ik Doe iets! zag was in Amsterdam in de Wibautstraat. Elke keer als ik onder het viaduct reed keek ik naar dit werk. Daarna las ik doe iets terug in het boek van Happinez founder Inez van Oord: Als jou leven een cirkel is waar sta je dan?

Boek Inez van Oord

Na mijn studie als Straatfotograaf aan de Fotoacademie in Amsterdam plakte ik daar Het is maar hoe je kijkt aan vast. Sinds die tijd heb ik, DOE IETS HET IS MAAR HOE JE KIJKT.NL vastgelegd in een domeinnaam.

Handmade Jewel- TruusvanGogh
Deze straatfotografe heeft zich zo ontwikkeld dat zij in staat is om de zich te bevrijden van het systeem, en maar niet van het onderwerp. Zie de mens en zijn kracht.

Waarom Affirmatie? Met affirmatie train je je brein om met andere ogen anders naar bepaalde zaken of mensen te kijken. Daardoor leer je de wereld en jezelf anders te bekijken. Eenzijdigheid is de grooste vijand, dat zie je nu wel weer met zwarte piet en de vrijheid van meningsuiting discussie. Affirmaties herprogrammeren je hersenen waardoor je de andere helft van je hersenen spoelt met nieuwe informatie. Persoonlijke groei begint dus bij anders kijken naar jezelf.

Wat is Affirmatie eigenlijk?

Een affirmatie is een korte, bekrachtigende zin die je tegen jezelf zegt. Door herhaling en het toe te passen ga je dit geloven door het ervaren. Als je dus niks doet… gebeurd er ook niks! Simpel eigenlijk he!

#Blootgeven Shoot in de Vrouw

Fotografie @

FAAM

Inmiddels heeft het Vrijwilligerssteunpunt Samen Vrijwillig ( Welzijn Middelburg) een mooi interview opgetekend over mijn #vrijwilligerswerk en ambassadeur van de #Qracht500. Het magazine dat een passende maatschappij zoekt moet naar mijn mening de wereld in. Bij Samen Vrijwillig Welzijn Middelburg kende ze het blad nog niet.. dus de hoogste tijd om dit te promoten.

Veel mensen verzwijgen hun aandoening of psychiatrisch verleden uit angst hun baan te verliezen of niet aangenomen te worden. In het magazine Qracht 500 delen honderd kwetsbare Nederlanders hun ervaringen met werk, bejegening en vooroordelen. Annemiek Onstenk Journalist

Door mijn werk als levenskunstenaar blijk ik nu dus unieke kwaliteiten te bezitten die ik gebundeld heb in het Affirmatie uitwisselingsproject : Doe iets! Het is maar hoe je kijkt – De wereld is glashard. Een project om de kijk & kloof tussen arm en rijk te veranderen.

Handmade Jewel TruusvanGogh
Are we crazy living life through a lens – Model Katy Perry

Eigen signatuur

Zoals een aantal mensen weten kun je in al mijn kunstwerken de signatuur van een slak terug te vinden. Deze slak staat voor doorgaan no matter what… to much pain changed my life maar door elke dag iets doen waar ik blij van word heb ik mijn negatieve ervaringen door bovengebruikelijke zorg verwerkt. Ik ben wijs geworden door vragen aan mijzelf en de ander te stellen, en zelfs als deze niet beantwoord worden. Bijzonder he!

“Hou van jezelf ..daar word je wijs van en levert meer geluk op”

Veel mensen met stress hebben een tekort aan dopamine. Dopamine zorgt ervoor dat je lekker in je vel zit en wordt ook wel het ‘gelukshormoon’ genoemd. Elke vorm van beweging zorgt voor nieuwe aanmaak van dit gelukshormoon. Ik heb het allemaal zelf aan der lijve ondervonden. Ook nu tijdens de corona crisis ( risicogroep) maak ik me niet druk! Angst hebben is dom en iets doen levert meer geluk op! Investeer dus in jezelf dat is eindelijk mijn boodschap in dit blog.

Guerrilla Kunstenaar met een boodschap

Ik ben veel op sociale media te vinden maar hou me totaal niet bezig met likes of volgers… het is voor mij een tijdlijn van welke stappen ik allemaal heb gezet in zie het als de tijdlijn investering in mijzelf! En geloof me het is veel heel veel.. en ik heb sinds jaren niet zo goed gevoeld. Wat mijn ogen zijn maken inmiddels mijn handen. Elke dag werk ik mijn tien O’s in voor verandering.

1.Opleuken – Ik leuk sinds een tijdje oude en afgedankte zielen op.

2.Oppikken – Ik leerde in een korte tijd veel waardevolle informatie op te slaan bewaar ze in mijn kluis.

3.Opvlammen – Te vaak moet ik opvlammen om de ernst van een zaak te veranderen.

4.Opfokken – Alleen wanneer ik een ander bestook raken ze opgefokt.

5.Openstellen – Ik moest me altijd openstellen voor veel dingen. #blootgeven. Ik maak nu maar van mijn kwetsbaarheid mijn kracht.

6.Opfleuren – Als je mensen opfleurt ga zelf meer stralen, waar je beiden weer meer energie van krijgt.

7.Oplossen – Ik los elk probleem op door mijzelf en anderen veelzijdig te laten kijken. Ik stel ons beiden de vraag: Ga je voor Geluk of Gelijk. Er is altijd een keuze en dan komen we er samen weer uit!

8.Opleiden – Ook al ben je een praktijk nurd…net zoals ik: Leid jezelf op. Zet het nummer op van Andre Hazes ( Kleine jongen) op en Google …veel … heel veel.. want daar vind je namelijk bijna alle antwoorden.

9.Opkloppen – Door het opkloppen van in beweging komen en het bewustzijn eindigt dit meestal in het kloppen op een ander.

10. Opvallen – Als je goed opgevoed wilt worden en een eigen stijl wil ontwikkelen moet niet teveel opvallen. Teveel likes en Volgers zorgt voor meer stress. Ga gewoon lekker door met werk. Kostbaar is de wijsheid die je door de eigen ervaring wordt verkregen.

Stel voorwaarden aan je werk

In al mijn opdrachten stel ik een voorwaarde: ik kan alles maken maar wil geen tijdsdruk en ik heb ruimte nodig om iets moois te kunnen ontwikkelen! En geloof me het wordt altijd prachtig. En tegen mensen die commentaar leveren zeg ik:

Don’t Tell Me – Show Me your skills

Handmade Juweel. Jarenlang heb ik geroepen in de woestijn… ziek geworden door fijnstof Man Made Fibers.

Daarnaast tel ik mijn zegeningen.. dat maakt mij een dankbaarder mens, ik laat los waar in geen invloed op heb en blijf me focussen op mijn eigen doel… Heel Holland Gezond in denken en doen! Ik hoop ooit op een samenwerking met Nationale Nederlanden met een manifest voor zie de mens en zijn kracht! Mijn manier zonder veel geld uit te geven voor een betere en gezondere marktwerking in zorg & welzijn.

Life will test you, before it will bless you!
Art State of Mindf*ck

Nou dat was het weer voor vandaag, de revolutie van Anders Kijken naar jezelf. Ik hoop dat welzijn binnenkort op een staat in plaats van eenzijdige welvaart!

Liefs TruusvanGogh

Most Popular Post Ideas – The Future is Digital

“Alles in het leven draait om prikkels & beleving”, codering & toezicht.”

She is online lifestyle guide is ontstaan uit (wan) hoop, nieuwsgierigheid en leergierigheid. She is online is een dagboek van een vrouw, een moeder de vrouw.


Mijn familiegeschiedenis was de beste leerschool.
Ze leerde me dat creativiteit en veerkracht hand in hand gaan, dat verhalen pas echt betekenis krijgen als ze worden gedeeld, en dat erfgoed niet alleen in voorwerpen, maar ook in blikken, gebaren en stiltes wordt doorgegeven.

Zelfkennis werd de weg naar wijsheid en maakt een einde van de vele illusies. Dit is de plek waar magie, kunst en vechten voor onze democratie samenkomen. We vertellen over het leven in het hier en nu, over het geven van interviews en maken kunst met een boodschap door gewone verhalen over relevante onderwerpen die ons hart raken te vertellen.

De vinger van god Middelburg
Statue of Democracy

De vinger van God symboliseert een natuurlijke macht en kracht, want deze koning ziet het surrealisme van de 21e eeuw als redding van de democratie.

Mijn werk is een reflectie op het gewone doen — het alledaagse dat we online vastleggen.

We upcyclen materialen en hebben een zwak voor mensen die verhalen en werk met elkaar weten te delen. Zo blijven we creëren, telkens opnieuw.

Straatfotografie inspireert me: zij hebben oog voor details en zien wat anderen vaak nog niet opmerken.

Tegelijkertijd besef ik dat de financiële wereld diep geworteld is in onderdrukking — een realiteit die onze blik scherpt en onze drang tot maken voedt.

dit is Gods vinger; hier was een werk der goddelijke kracht zelf aanwezig, dat
zonder hun controle zware depressies ontging

Zo ontstaan nieuwe projecten en items die duurzaam zijn en een belangrijk onderdeel kunnen worden in iemand leven. We decoreren als een pro en maken de mens achter zijn werk belangrijk.         


 


Werk heel hard, totdat je jezelf niet meer hoeft te verkopen ”

               Met de juiste Focus is het altijk raak – Straatfotografie maakte mij een beter mens,

Ik ben inmiddels een meester in het vastleggen van straatbeelden met zo een eigen karakter. In de blogs schrijf ik over het leven, vrijwilligerswer, zorg, welzijn en maak ik spiegelkunst met een boodschap dat aanzet tot anders te leren kijken naar precies hetzelfde. Art for Change in Return als inzet voor een betere wereld. Straatfotografen met een missie geven je ziel rust.

I don’t say women’s rights—I say the constitutional principle of the equal citizenship stature of men and women – Ruth van Ginsburg – een van mijn grote helden voor gelijkwaardigheid.

“Finding Vivian Maier” – founder John Maloof

Ik ben net als de Amerikaanse Ruth Ginsburg & Vivían Maier een voorvechter. Vastberadenheid , onvermoeibaar kunnen schieten en oog hebben voor detail.

Met of voor wie werken we?

We werken samen met verschillende creatieve partners. Alleen door samen te werken kun je mooie nieuwe generatie’s doorontwikkelen.

Ze noemen mij een voetnoot- Zij is her fundament

Liefs Silvia alias Levens Kunstenaar Truus van Gogh