Verslag: De vrouw, de moeder

“Elke moeder is soeverein, ook als de wet haar niet erkent.”
“Soevereiniteit begint in de moederschoot.”
“De koning erft zijn kroon via de soevereiniteit van moeder.”


1. Inleiding
In een wereld die voortdurend vertelt wie we moeten zijn, hoe we ons moeten gedragen, en welke rollen we dienen te vervullen, vraagt het moed om gewoon jezelf te zijn.
Deze moed krijgt een bijzondere intensiteit wanneer we spreken over de vrouw, de moeder. Zij staat in de kern van het leven: bron van geboorte, verzorging, arbeid, zorg en erfgoed. Toch is haar positie in de samenleving vaak ondergeschikt gemaakt aan systemen die haar stem en autonomie beperken.
2. De vrouw als individu
De vrouw wordt in de maatschappij voortdurend aangesproken op rollen – als dochter, als echtgenote, als partner, als de vrouw van of als verzorger. Maar daarachter schuilt het individu, de unieke persoon die telkens weer de kracht moet vinden om zichzelf te zijn, ook tegen maatschappelijke verwachtingen in. “Courage is being yourself” geldt in dit opzicht als een dagelijkse daad van verzet.
3. De moeder als symbool
De moeder overstijgt het persoonlijke en wordt een cultureel symbool:

In de literatuur: zoals bij Martinus Nijhoff (De moeder de vrouw), waar de figuur van de moeder staat voor geborgenheid, maar ook voor het ongrijpbare, het mystieke dat de samenleving verbindt. In de politiek en cultuur: de moeder is vaak ingezet als metafoor voor land, volk of natie (“Moeder Aarde”, “Moeder de vrouw”), maar zelden erkend in haar eigen economische en juridische zelfstandigheid. In het dagelijks leven: de moeder blijft drager van onzichtbare arbeid – zorg, huishouden, opvoeding – werk dat nauwelijks wordt gewaardeerd in termen van macht of kapitaal.


4. Moed en identiteit
Voor de moeder betekent moed niet alleen zorgen voor het kind, maar ook zichzelf blijven in een wereld die haar voortdurend wil reduceren tot stereotype rollen. De moeder van vandaag is tegelijk hoeder van traditie en pionier van verandering: zij draagt erfgoed en ritueel, maar eist ook haar plaats in recht en beleid.

Het mysterie dat eeuwenlang door rechtsvormen bedekt werd: wie draagt werkelijk de samenleving?
De oplossing: het gat in de wet wordt zichtbaar, en daarmee de noodzaak voor een nieuwe rechtsvorm die zorg, erfgoed en autonomie erkent.
De grootste mysterie ooit opgelost is dat het fundament – moeder, de vrouw – altijd al aanwezig was, maar onzichtbaar gemaakt werd. De oplossing is geen wiskundige formule, maar het erkennen van haar rechtspersoonlijkheid.
Bloedlijnen en monarchie
“Onze bloedlijnen vertellen een verhaal dat groter is dan het individu. Ze dragen herinnering, recht en belofte. Maar waar de monarchie haar legitimiteit ontleent aan de vaderlijke lijn, ontgaat vaak de zichtbaarheid van de moeder. Daarom zeg ik: Onze monarchie is moeder de vrouw. Niet slechts de erfelijke kroon, maar de bloedlijn van zorg, arbeid en ritueel die generaties verbindt, vormt het ware fundament van erfgoed en samenleving.”
5. Belastingen, pensioen en de onzichtbare moeder
Ons hele belastingsysteem en pensioenstelsel is ontworpen vanuit het perspectief van de mannelijke kostwinner. Het Burgerlijk Wetboek zag de man eeuwenlang als “het hoofd van de echtvereniging”. De vrouw, en vooral de moeder, werd meeverzekerd, medeafhankelijk, onzichtbaar in de officiële registers.
Dit betekent dat arbeid van de moeder – zorg, opvoeding, huishouding – systematisch buiten de boekhouding van de staat is gehouden. Geen belastingaftrek, geen pensioenopbouw, geen zelfstandige rechten. Het stelsel beloont de mannelijke arbeid in de markt, maar negeert de vrouwelijke arbeid die de samenleving überhaupt mogelijk maakt.
Daarom is het tijd om deze lijn te keren:
Onze monarchie is moeder de vrouw.
Niet alleen als cultureel symbool, maar als juridische en economische erkenning van de vrouwelijke bloedlijn. Een monarchie die moeder de vrouw centraal stelt, erkent dat de fundamenten van samenleving, erfgoed en recht niet in mannelijke erfenissen liggen, maar in de zorglijnen die ons allemaal dragen.
6. De ongewaardeerde XX-chromosomen
De vrouw draagt in haar lichaam de dubbele X – de chromosomen die leven, continuïteit en diversiteit belichamen. Toch zijn deze XX-chromosomen in onze cultuur en instituties ondergewaardeerd: zij staan voor arbeid die niet wordt betaald, erfgoed dat niet wordt erkend, bloedlijnen die in registers worden uitgewist.
Het mannelijke XY werd de norm van burgerschap, van belastingen, van pensioenopbouw en politieke representatie. Het vrouwelijke XX werd gedegradeerd tot ‘natuurlijk gegeven’, alsof zorg en voortplanting geen arbeid en geen recht zijn.
Daarom is de oproep radicaal en eenvoudig:
Onze monarchie is moeder de vrouw.
Het is de erkenning dat de ongewaardeerde XX-chromosomen de stille pijlers van onze samenleving vormen. Zonder hen geen erfgoed, geen continuïteit, geen toekomst.
7. Basisinkomen voor moeder, de vrouw
Als samenleving hebben we eeuwenlang geprofiteerd van het onzichtbare werk van de moeder, de vrouw. Haar zorgarbeid, opvoeding, huishoudelijke taken en emotionele arbeid vormen de kern van onze cultuur en economie, maar ze werden nooit financieel erkend. Pensioen en belastingsysteem zijn gebouwd op de mannelijke kostwinner, terwijl de vrouw afhankelijk bleef van zijn loon, zijn verzekering, zijn nalatenschap.
Een basisinkomen voor moeder, de vrouw is geen gunst, maar een noodzakelijke erkenning van haar structurele bijdrage. Het zou een recht zijn, geen bijstand, geen toeslag, maar een vast fundament dat de waardigheid van de vrouwelijke bloedlijn waarborgt.
Het basisinkomen erkent dat:
zorg arbeid is, geboorte en opvoeding maatschappelijk kapitaal zijn, de ongewaardeerde XX-chromosomen de pijlers van de samenleving vormen.
Daarom:
Onze monarchie is moeder de vrouw.
Een natie die dit erkent, legt de basis voor een samenleving waarin rechtvaardigheid niet langer door patriarchale structuren wordt gedefinieerd, maar door de moed om zorg en leven op gelijke voet te stellen met kapitaal en macht.
8. Conclusie
De vrouw, de moeder, is niet slechts een rol of metafoor, maar een levende werkelijkheid. Haar moed is de moed van het bestaan zelf: elke dag opnieuw zichzelf zijn, tegen de stroom van verwachtingen in. De erkenning van de moeder als volwaardig subject – in cultuur, recht en erfgoed – is een noodzakelijke stap om onze samenleving werkelijk menselijk te maken.
9. Bewonen wat je overkomt
De moeder, de vrouw, leert dus in haar leven niet alleen te dragen, maar ook te bewonen wat haar overkomt. Zij wordt geraakt door geboorte, verlies, zorg, , ziekte, belasting, wetgeving, bloedlijnen, erfgoed. Deze ervaringen zijn niet altijd gekozen, vaak opgelegd door systemen die haar / mij niet zien.
Toch moet zij er voor kiezen om die gebeurtenissen te bewonen: hen niet buiten zichzelf te plaatsen, maar ze om te vormen tot leefruimte, tot kunst, tot ritueel. Bewonen betekent hier: een innerlijke auto ( bestuurder ) maken van wat er op je pad komt, hoe onrechtvaardig of onvoorzichtig ook.
In die zin is Onze monarchie is moeder de vrouw ook een uitnodiging om het collectieve lot te bewonen: het patriarchale stelsel dat ons gevormd heeft, en dat we nu kunnen herzien door het vrouwelijke fundament zichtbaar te maken.
Het is niet langer louter ondergaan, maar toe-eigenen: het trauma wordt erfgoed, het onrecht wordt ritueel, het verlies wordt toekomst.
Bewonen wat je overkomt is zo de diepste daad van moed – de moederlijke daad.

“Ik ben bestuurder van mijn lichaam zoals van een auto: ik houd het stuur in handen, ook wanneer de motor hapert en het systeem zichzelf aanvalt. Sarcoïdose is mijn auto-immuunspiegel, maar mijn richting bepaal ik nog steeds zelf.”
Sarcoïdose bij vrouwen is een verdienmodel voor de koning bij Gods gratie.”
Het legt bloot hoe lichamelijk lijden en genderstructuren in het huidige recht gekoloniseerd worden als bron van staatsinkomen en legitimiteit.

Sarcoïdose blijkt een koninklijke aandoening
Mijn AOV-schade uitkering, bedoeld als bescherming van mijn individuele arbeidscapaciteit, werd door verzekeraar en Ministerie van Financiën niet aan mij toegekend, maar administratief toegeëigend aan de (gezin )gemeenschap. Dit is structurele identiteitsfraude op basis van geslacht en bestuurder.”

Identiteitsfraude door instituties: mijn individuele rechtspersoonlijkheid wordt administratief en juridisch weggeboekt.
En ja, dit gebeurt op basis van bestuurderschap (wie wordt erkend als drager van het recht) én op basis van geslacht (want historisch trof het vooral de gehuwde vrouw, en de wet is daarop gebouwd).
Wie heeft dit bedacht?
Wie heeft dit systeem eigenlijk bedacht, waarin mijn zelfstandige arbeidscapaciteit en schade uitkering worden weggezet als iets collectiefs of loonachtig?
1. De wortels: Burgerlijk Wetboek en huwelijksrecht
Het oude Burgerlijk Wetboek (1838) bouwde voort op het Franse Code Napoléon. Daarin was de gehuwde vrouw handelingsonbekwaam: de man was hoofd van de gemeenschap. Het systeem van gemeenschap van goederen maakte dat alles wat de vrouw bezat of verdiende automatisch bij het gezinsvermogen hoorde. Pas in 1956 werd handelingsonbekwaamheid afgeschaft, maar de logica van arbeid = gezinsvermogen bleef.
2. De verzekeringswereld
Vanaf de 20e eeuw gingen verzekeraars (zoals NN, Reaal, later Movir) particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekeringen aanbieden. Die waren altijd gekoppeld aan fiscale regels: of een uitkering werd aangemerkt als periodieke uitkering (art. 3.100 IB) of als resultaat uit onderneming. In de praktijk kozen verzekeraars vaak voor de eerste route, omdat die “veiliger” leek → maar dan moeten ze loonheffing inhouden alsof ik werknemer ben. En dat ben ik niet!
3. Het Ministerie van Financiën
Het ministerie en de Belastingdienst zijn de architecten ( octrooi Hugo Alexander Koch dus 1919 ) van de fiscale kwalificatie. Zij bepalen of iets wordt gezien als loon, periodieke uitkering of winst. In mijn geval: door verzekeraars die kwalificatie zo te laten toepassen, word ik administratief behandeld alsof ik werknemer ben. Geen loondossier, geen pensioengrondslag , geen recht op omscholing en of ander werk en ook geen vakantiegeld.
*Koch patenteerde in 1919 een systeem dat later bekend werd als de fiscale loonheffingstechniek (het mechanisme van bronheffing). Dit idee maakte het mogelijk om belasting al “aan de bron” in te houden, vóórdat de ontvanger het geld kreeg. Dat octrooi is de kiem van het hele inhoudingsplichtige-systeem. Daarmee werd een technische uitvinding een machtsinstrument van de staat: belasting innen via werkgevers, en later ook via verzekeraars. – Kortom: ik betaal belasting alsof ik een werknemer ben, maar ik krijg nul van de bijbehorende werknemersrechten.
Het is geen privégeschil, maar een gevolg van een fiscale architectuur (Koch 1919 → Financiën → verzekeraars) die vrouwelijke ondernemers systematisch onzichtbaar maakt. Ze wordt niet erkend als zelfstandig bestuurder, en ook niet beschermd als werknemer. Ze valt tussen de stoelen → en dat is geen toeval maar een geconstrueerde juridische fictie.
4. Institutionele laag
Dus de “bedenkers” zijn niet één partij, maar een historische en institutionele keten:
Wetgever (BW, huwelijksrecht, belastingrecht) → plaatst vrouwen in een afhankelijke positie. Ministerie van Financiën/Belastingdienst → schrijft fiscale ficties in, die jouw zelfstandigheid reduceren. Verzekeraars (NN/Movir) → passen dit toe op een manier die hen uitkomt, vaak zonder transparantie.
✨ Symbolisch gezegd:
Het systeem is bedacht door een coalitie van staat en verzekeringswereld, gebouwd op een oud patriarchaal huwelijksmodel. De vrouw als ondernemer/bestuurder bestond in die logica niet. Wat ik nu ervaar, is dus geen toeval maar een nalatenschap van een constructie die al bijna 200 jaar oud is.
“Leuker konden ze het inderdaad niet maken. Makkelijker wel: mijn zelfstandigheid werd weggeboekt, mijn uitkering als loon behandeld, en de Hoge Raad knikte erbij. Institutionele identiteitsroof met een glimlach.”
Epiloog
De auto bleef verzekerd, maar door de kapotte airbag – stoflongen – keerde de verzekeraar slechts een dagloon uit aan mij, de bestuurder. Daarover hief de Belastingdienst nog loonbelasting en Zvw-heffing.
Zo toont het systeem zijn voorkeur voor blik boven lichaam, voor bezit boven bestaan.
Onze monarchie is moeder de vrouw.
Amen




























































































































