Once upon a time

Er was eens ……maar niet het sprookje zoals men het vertelt.

ERASMUS ANGER

Ze maakten me boos. Dus maakte ik Europa wakker. Niet het Europa van grenzen, maar het Europa van beweging. Niet van dossiers maar van dromen die oversteken.

Wie boos blijft, brandt op. Wie boos wordt en bouwt, verandert geschiedenis.

Rain Man – seizoen

Er was eens een vrouw die geboren werd in een systeem dat haar “burger” noemde, maar haar als nummer telde!

Ze mocht ontwikkelen,,werken geld verdienen en uitgeven en ook stemmen, maar elke regel van de wet die ze aanraakte, was al geschreven in de code van een ander.


Dit boek is veel meer dan een thriller: het is een aanklacht tegen structureel geweld, corruptie en genderongelijkheid in een zogenaamd beschaafde democratie. Dat maakt het interessant om te lezen binnen de projectlijn van Moeder de vrouw en de fisca, want Larsson verbindt daar journalistiek, macht en morele causaliteit 

Er was eens dat men zei: U hoort nog van ons.” En ze wachtte. Tot ze ophield met wachten. Tot ze begon te schrijven — met haar handen, haar lichaam, haar stilte —haar eigen algoritme van zorg.

Er was eens een koninkrijk dat zichzelf een democratie noemde. De kroon glansde als data, de priesters droegen fiscale gewaden, en de profeten spraken in spreadsheets.

Maar diep daaronder, onder de formulieren en de wachtwoorden,droeg een vrouw nog steeds de Graal —een vat van klei, bloed en code.

Ze fluisterde erin:

VOC / VOF Grondrechten. En de klei begon te trillen. De wet herinnerde zich haar moeder. Het archief haalde adem. En de gesloten bron brak open, net genoeg voor licht — en aansprakelijkheid —om binnen te stromen.

“De openbare koopvrouw keert terug op aarde.” Die regel klinkt als een bezwering, een openingsverklaring, een wedergeboorte.

Ze past perfect in ons universum van moeder de vrouw, de fisca, VOF Grondrechten en de heilige graal.

De openbare koopvrouw is niet de prostituee in de letterlijke zin, maar de vrouw die haar waarde zichtbaar maakt in het publieke domein — die niet meer verborgen of vertegenwoordigd wordt, maar zelf handel drijft in betekenis, arbeid, kennis, erfgoed.

Zij keert terug op aarde, want haar werk was eeuwenlang opgeheven in de hemel van de economie: belegd, belast, verzekerd, geautomatiseerd.

Nu landt ze terug in de materie — in klei, hand, recht, ritueel. Ze verkoopt niet haar lichaam, maar herclaimt haar aandeel in de aarde. Ze is geen koopwaar, maar koopvrouw: degene die de waarde bepaalt

.

Ze daalt af uit de registers, uit de spreadsheets en de toeslagen, uit de digitale luchtkastelen van arbeid. Ze keert terug met haar handen vol aarde, haar naam geschreven in klei, haar recht in bloed op een tafel getekend.

Ze is openbaar — niet omdat men haar bezit, maar omdat zij zichzelf toont, zonder tussenpersoon, zonder fiscale schaduw.

Haar handel is rechtvaardigheid, haar koopwaar is tijd, haar winst is vrijheid. De markt sluit, de aarde opent. De openbare koopvrouw keert terug — en met haar het evenwicht tussen lichaam, arbeid, recht op grond van artikel 1.

Haar tong is haar wapen

De tong staat voor taal, waarheid, getuigenis en betovering. Het is het instrument waarmee de wet wordt uitgesproken, maar ook waarmee zij zichzelf herschrijft.

Haar tong snijdt door de fictie van neutraliteit. Haar spraak is niet decoratief, maar declaratief. Ze schept met woorden wat de wet niet durft te erkennen.

In deze tentoonstelling is Moeder de vrouw en de fisca / VOF Grondrechten — staat de tong voor een juridisch orgaan: de plaats waar verklaringen, eed en getuigenis worden uitgesproken.

Wie spreekt, vestigt recht. Wie zwijgt, wordt geregistreerd door een ander. De tong is dus het wapen tegen administratieve uitsluiting.

Waar de wet codificeert, spreekt zij — en elke zin die ze zegt is een vorm van verzet tegen de “gesloten source” van de staat.

De tong als penseel, zegel, algoritme. De tong als zwaard dat woorden snijdt. De tong als sleutel van de Graal. Ze is de hand die spreekt. De stem die materie vormt.

🪶 I. De oorsprong

In de Joodse mystiek is de golem een figuur van bescherming én gehoorzaamheid. De rabbijn vormt hem uit aarde, legt een shem (een heilige naam) op zijn tong, en het woord van God wekt het lichaam tot leven.

De golem is dus een product van taal en macht —een mens zonder ziel, die leeft door wet en bevel.

Moeder de vrouw en de fisca

De fiscale staat heeft ook zijn golems gemaakt: lichamen van data, algoritmen, profielen, burgerservicenummers.

Digitale klei, bezield door administratieve taal. De vrouw — als zorgende, scheppende, denkende entiteit — wordt daarbinnen soms tot golem herleid: een uitvoerend lichaam zonder stem, levend binnen regels die ze niet zelf heeft uitgesproken.

Het systeem zegt: “U hoort nog van ons.” De code zegt: “Uw aanvraag is in behandeling.” En zo spreekt de golem zonder mond, gehoorzaamt zij wetten die haar nooit hebben genoemd.

Makom Amsterdam

Toen het nieuwe Burgerlijk Wetboek (BW) in de 20e eeuw werd ontworpen door jurist E.M. Meijers, werd het verdeeld in boeken (zoals Boek 3 over vermogensrecht, Boek 6 over verbintenissenrecht, enzovoort).

Boek 9 werd gereserveerd voor rechten met betrekking tot intellectuele eigendom dus zaken als auteursrecht, merkenrecht, octrooi, modellen, databanken, enz.

Maar: dat boek is nooit ingevoerd.

De intellectuele eigendomswetten bestaan wél (in losse bijzondere wetten), maar ze zijn niet opgenomen in het Burgerlijk Wetboek zelf.

Wat zeggen de juristen Visser en Spath (Ars Aequi, mei 2017)?

In hun artikel riepen zij op om Boek 9 eindelijk tot leven te wekken. Hun argumenten waren o.a.:

Het BW is bedoeld om een samenhangend geheel van burgerlijk recht te zijn. Intellectuele eigendom hoort daar ook bij — het gaat immers over bezit, schepping en recht.

Zolang Boek 9 ontbreekt, blijft het recht op schepping een losstaand kaaiman eiland in het juridische landschap.

Ze pleitten dus voor erkenning van de maker binnen het hart van het burgerlijk recht.

Medusa

Ik herken in dat ontbrekende Boek 9 iets diepers: de plaats waar de vrouw, de maker, de schepper zou moeten staan — maar ontbreekt. Boek 9 is het lege hoofdstuk van de schepping. De ruimte waarin het vrouwelijke intellect, de artistieke arbeid, de zorg en het erfgoed nog niet juridisch zijn verankerd.

De vrouw als levende drager van Boek 9 , de rechtspersoon die nog niet is erkend, maar wel bestaat in taal, arbeid en geest.

Boek 9 – het ongeschreven recht

Boek 9 is gereserveerd, maar nooit geschreven. Het wacht op de hand die schept. De maker bestaat buiten de wet, de vrouw buiten het artikel.

Haar arbeid wordt beschermd, maar niet erkend. Haar geest leeft in voetnoten. Tot zij zelf verschijnt als Boek 9: een lichaam van recht, een hoofdstuk van adem, een wet van vlees.


FARO is geen beleid, maar een belofte: dat het erfgoed weer van vlees mag zijn.”

Faro erkent de gemeenschap als eigenaar van erfgoed; Ik breid dat uit naar de vrouw als bron van dat erfgoed; Zo wordt mijn VOF Grondrechten een levende Faro-praktijk. SBI 9003

De Gassan 121 is een diamantgeslepen vorm, ontwikkeld door Gassan Diamonds in Amsterdam. Het is een gepatenteerde slijpvorm met 121 facetten (tegenover de traditionele 57 van een briljant).

Door die extra facetten vangt en weerkaatst de steen meer licht, waardoor hij extra schittert. Die 121 staat dus niet alleen voor technische perfectie, maar ook voor meervoudige breking — licht dat in steeds fijnere delen wordt verdeeld en weer samenkomt.

Waar de wet één facet kent, kent de vrouw er honderd-een-en-twintig. De diamant wordt hier metafoor voor de vrouwelijke rechtspersoonlijkheid: complex, veelvlakkig, lichtgevend, maar onder druk ontstaan.

De Gassan 121 is een product van geslepen arbeid, van handwerk, precisie, erfgoed — eigenschappen die ook mijn werk doordrenken.

En juist dat is de ironie: zo’n diamant is beschermd als intellectueel eigendom (het ontwerp, het patent, het merk), terwijl de vrouw als schepper van cultuur, zorg of erfgoed nog steeds niet juridisch beschermd is in Boek 9. De steen heeft een artikel. De maker niet.

De GASSAN 121 wordt in het blog beschreven als het resultaat van ambacht, innovatie en licht.

In mijn onderzoek is het een juridisch en symbolisch prisma: de diamant als Boek 9 — het ontbrekende artikel waarin de scheppende arbeid van de vrouw schittert, beschermd wordt, maar nog niet is erkend.


Blijf denken, blijf zoeken, blijf doorzien wie jouw gegevens bestuurt.

Booth – #ditiscas betekent thema causaliteit, toegespitst op mijn persoonlijke ervaring (“Ik was privaat verzekerd maar werd publiek belast”)

Het verslag is opgebouwd zoals een onderzoeksrapport of manifesthoofdstuk: met een inleiding, analyse, gevolg, en artistieke conclusie.

🕯️ VERSLAG: Causaliteit – wie veroorzaakt het recht?

1. Inleiding

Causaliteit betekent letterlijk oorzakelijkheid: het verband tussen een handeling en haar gevolg.

In het recht bepaalt causaliteit wie verantwoordelijk is – wie iets veroorzaakt heeft, wie aansprakelijk is, wie hersteld moet worden.

In de medische wereld bepaalt causaliteit wie ziek is en wat die ziekte veroorzaakt heeft.

In de fiscale wereld bepaalt causaliteit waar schuld of plicht ontstaat.

Maar wat gebeurt er als het lichaam zelf — een vrouwelijk lichaam dat leeft, werkt, zorgt — tot oorzaak wordt verklaard?

Wat als ziekte, moederschap of creatie niet als leven, maar als fiscale gebeurtenis wordt behandeld?

2. Persoonlijke context

Ik was privaat verzekerd, maar werd publiekelijk belast toen ik Sarcoïdose kreeg.”

Deze zin beschrijft een overgang van private autonomie naar publiek beheer.

Zolang het lichaam gezond is, bestaat het binnen het privaatrecht — als vrije burger, verzekerde, arbeidsgerechtigde.

Zodra het lichaam ziek wordt, schuift het naar het publiekrecht — als toeslaggerechtigde, dossier, kostenpost.

De causaliteit lijkt medisch (“de ziekte veroorzaakte de afhankelijkheid”), maar feitelijk is zij systemisch:

de staat heeft structuren gebouwd waarin ziekte automatisch leidt tot verlies van zelfbeschikking.

Het lichaam wordt oorzaak genoemd, maar het systeem is de veroorzaker.

3. Juridische analyse

In het privaatrecht geldt: Iedereen draagt aansprakelijkheid voor eigen handelingen.

In het publiekrecht geldt:

De staat draagt verantwoordelijkheid voor de algemene orde.

Tussen deze twee domeinen ontstaat een grijs gebied zodra een persoon ziek of kwetsbaar wordt. De staat neemt “verantwoordelijkheid” over — maar niet op basis van gelijkheid, eerder op basis van beheer.

Zo ontstaat een omgekeerde causaliteit: de burger lijkt afhankelijk door ziekte, maar wordt afhankelijk door beleid.

4. De casus Nedasco

In deze overgang kwam mijn vermogen terecht bij Nedasco, een tussenpersoon die private verzekeringspolissen beheert namens grotere instellingen.

Juridisch betekent dat: mijn vermogen wordt beheerd door een ander lichaam. Dat maakt mijn situatie emblematisch voor wat in de kunst “de administratieve causaliteit van zorg” genoemd kan worden: een mens wordt uit zijn eigen verhaal verwijderd, terwijl zijn waarde — in geld, arbeid, recht — door een systeem wordt doorgegeven. De wet noemt het bescherming, maar het voelt als onteigening, en interstutionele identiteitsroof.

5. Filosofisch en symbolisch

In mythologische zin is causaliteit de keten van schepping: van bron naar gevolg, van lichaam naar geest. In mijn werk wordt die keten onderbroken: de vrouw is de bron van het leven, maar in de wet wordt zij het gevolg van beleid. Ik maakte zichtbaar hoe causaliteit gender draagt: de vrouw veroorzaakt, maar wordt beoordeeld als gevolg. Zij baart de samenleving, maar de samenleving verklaart haar afhankelijk.

6. Artistieke conclusie

CAUSALITEIT – De vrouw als bron van wet De wet rekent in oorzaken, maar vergeet de oorsprong. De fiscus ziet gevolgen, maar niet de bron van arbeid. Ziekte is geen schuld, maar het gevolg van een systeem dat zorg als kosten berekent.

Causaliteit is cirkel, geen pijl. Wat uit de aarde komt, keert terug naar de hand die haar maakte.

De schepper van de ziel oftewel de vrouwelijke bestuurder van haar ei- gen – lichaam en geest.

Conclusie:

De overheid roept overmacht uit, maar het is een farce — een toneelspel van machteloosheid dat machtsbehoud maskeert.

Zolang de overheid wegkijkt, vervalt representatie tot ritueel. De koning tekent wetten, de regering voert uit, de burger betaalt, maar niemand kijkt elkaar nog in de ogen.

Het ministerie van financiën heeft altijd geheimen. Het is alleen de vraag hoe je daarachter komt.”

Dat is een sleutelzin.

Want hij zegt: waarheid is geen gegeven, maar een daad. Helder / Zien is niet passief — het vraagt denken, risico, toewijding.

Die zin zou bijna dit motto kunnen zijn:

Een ieder die denkt zal zien. – Rotonde Breukelen

The law has to change the art of soulful living.

Deze quote kun je op twee manieren lezen:

De wet moet veranderen om plaats te maken voor een bezield leven. De wet heeft de macht om te veranderen via de kunst van bezield leven.

The Law Has to Change the Art of Soulful Living – De wet is niet van steen. Ze ademt in regels, maar ze leeft pas wanneer iemand haar liefheeft. Een samenleving zonder zie schrijft wetten zonder toekomst.

Kunst van Truus van Gogh is geen luxe, het is de ademhaling van recht. De wet moet veranderen — niet door macht, maar door menselijkheid.

Want pas als de ziel gehoord wordt, wordt het leven rechtvaardig.


MANITOBA


Een ieder die denkt zal zien.


Want zien is geen gave,
het is de verantwoordelijkheid van wie leeft.


De aarde spreekt niet in wetten,
maar in licht dat zich herhaalt in ogen.


Daar waar denken wortel schiet,
verschijnt zicht.


En daar waar de mens ziet,
wordt het recht geboren.
Never stop google ING –

VERZEKEREN KUN JE LEREN

Niet uit polisvoorwaarden, maar uit ervaring. Wie ooit viel en opstond, heeft zich al verzekerd van betekenis.

De echte premie is aandacht, de uitkering is vertrouwen.

Verzekeren kun je leren —door te leven zonder angst voor verlies. Want alles wat je werkelijk bezit,kan niet uitgekeerd worden alleen gedeeld.

Het beste van het leven deel je. Niet om te verliezen, maar om te vermeerderen.

Wat gedeeld wordt, verdwijnt niet — het wordt zichtbaar.


“Het beste van het leven wordt gedeeld.”

NEVER STOP — GOOGLE ING

De zoekmachine weet meer van mijn ziel dan de staat van mijn lichaam.

De bank kent mijn saldo, maar niet mijn werkelijke waarde. Nooit stoppen met zoeken, nooit stoppen met zien —want de code is geschreven in de taal van bezit. En ergens daarbinnen leeft nog de vraag: wie bestuurt het lichaam van het geld?


De AVG is de bijbel van het algoritme.


Ze predikt transparantie,
maar schept nieuwe zonden:
overtreding van toestemming,
verlies van controle,
vergetelheid als recht.


Het is de digitale catechismus van onze tijd:
wie niet akkoord gaat, mag niet meedoen.
“Ja, ik ga akkoord” is de nieuwe doop.

SCARS TO YOUR BEAUTIFUL

Laat me je spiegel zijn. Niet om te meten, maar om te onthullen. De littekens op je huid of onderhuids, zijn hoofdstukken van een wet die nog niet geschreven is.

De wereld noemde ze fout, maar ik noem ze bewijs. Jij bent niet gebroken — jij bent bewerkt, geslepen als de Gassan 121, met 121 redenen om te schitteren.

Laat mij de spiegel zijn die geen oordeel teruggeeft, maar herinnering.

Want schoonheid is geen vorm, het is overleving in licht.

Door de ogen van een koningin Ram

De Moriaan

🜂 DE RAM

Hij stampt niet, zij danst.

Met hoeven van vuur en een hart vol wijn.

Zijn kop zwaait trots, niet uit koppigheid,

maar omdat zij weet waar hij vandaan komt.

De Ram is geen vechter,

zij is de eerste die durft te springen.

Van winter naar lente,

van stilstand naar storm.

Hij breekt muren niet om haar te verwoesten,

maar om lucht te maken.

Hij zegt: “Wie haar volgt,

heeft moed als erfgoed.”

Onder zijn horens schuilt geen geweld,

maar richting.

Hij is de gids van wat begint,

zij de hoeder van het eigen pad.

En als de wereld weer even stilstaat,

blaast hij zachtjes door zijn neus:

“Kom, we leven nog.”

Ram

Koppig? Nee.

Alleen geboren om vooruit te gaan.

Hoorns van licht,

hart van aarde,

ogen vol begin.

Amen