De gevoelige erfenis uit het oude recht

Als de rechtsstaat faalt, valt de democratie terug op façade en doctrine.

Waar kom ik vandaan?

Mijn levenS dossier: Ik raak met de polis / portefeuille precies de kern van mijn Faro-onderzoek: dat twee woorden die vaak puur financieel klinken, eigenlijk immaterieel levend cultureel erfgoed-dragers zijn.

1. Polis

Oorspronkelijk: contract van zekerheid (levensverzekering, AOV, hypotheek). In mijn lijn: een levensdossier.

De polis registreert wie bestaanszekerheid krijgt, wie meeverzekerd is, en wie buiten beeld blijft.

Symbolisch: de polis is een document van macht én uitsluiting.

2. Portefeuille

Financieel: bundeling van polissen, effecten, beleggingen.

Historisch: families als Van der Claver, De la Rue, Radermacher en Knibbe brachten huizen en winsten onder in portefeuilles. Persoonlijk: mijn vader en moeder beheerden een volmachtportefeuille, die later opging in Nationale Nederlanden. Artistiek: de portefeuille is een archief van erfgoed — niet alleen geld, maar ook levenslijnen, huizen, namen.

✨ Toeval bestaat

“Wat stenen ooit waren voor mijn voormoeders, zijn polissen en portefeuilles nu voor mij: dragers van zekerheid, erfgoed en macht, maar ook registers waarin ik lang onzichtbaar bleef.”


“Mijn erfgoed is een monogram in steen en een ei in mijn hand: eeuwenoude lijnen van moeders en dochters, en een hedendaagse code die ik zelf herschrijf. Ik ben erfgenaam en maker, tegelijk fundament en beweging.”

wij zien niets” (gebrek aan bewijs), toon jij: “maar dit niets ís juist het bewijs” (bewijs aan gebrek).

De rechtsstaat faalt waar zij weigert te erkennen wie ons baarde. Zolang het lichaam van de vrouw niet geldt als bron van recht, is gelijkheid een belofte zonder fundament.”

Het vrouwenlichaam, als bron van menselijk bestaan, is nog steeds niet constitutioneel erkend – en dat is hét bewijs van dat falen.

Het Nederlandse Wetboek van Strafrecht (1886) werd opgesteld door juristen als Van Hamel en Opzoomer, gebaseerd op Franse en Belgische voorbeelden. Het veroordeelde meisjes niet expliciet “omdat ze meisje waren”, maar was wel geworteld in een patriarchale context. Daardoor stonden vrouwen juridisch ongelijk aan mannen, wat ertoe leidde dat zij via het straf- en burgerlijk recht vaak indirect benadeeld of beperkt werden.

Omdat de samenleving in de 19e eeuw patriarchaal was ingericht. Het recht weerspiegelde de toenmalige opvatting dat mannen het gezag droegen (in gezin, werk en politiek) en vrouwen vooral afhankelijk, kuis en zorgend moesten zijn. Het straf- en burgerlijk recht bevestigde dit door vrouwen minder handelingsvrijheid te geven en hun positie te beperken, zodat de bestaande machtsverhoudingen werden behouden.

Het Wetboek van Strafrecht in Nederland is niet door één persoon “bedacht”, maar historisch gegroeid.

Het huidige Nederlandse Wetboek van Strafrecht stamt uit 1886. Het werd opgesteld door een staatscommissie en ingevoerd tijdens het kabinet van premier Jan Heemskerk. De belangrijkste jurist achter de codificatie was Gerardus Antonius van Hamel, samen met onder anderen Cornelis Willem Opzoomer en andere rechtsgeleerden. Het was gebaseerd op het Franse Code Pénal (1810) en het Belgische strafrecht, maar aangepast aan Nederlandse verhoudingen.

Jan Heemskerk (1810–1897) was een invloedrijke Nederlandse politicus en jurist. Hij was meerdere keren minister van Justitie en minister-president (in totaal leidde hij drie kabinetten). Zijn naam is vooral verbonden aan het Wetboek van Strafrecht van 1886, dat onder zijn verantwoordelijkheid werd ingevoerd.

Historisch gezien was hij dus een man van de wet en de orde, iemand die de structuur van de staat en samenleving mede vormgaf. Symbolisch kun je zijn naam als:

Jan = het volk, de gewone burger. Heem = het domein, de gemeenschap waarover wetten gelden. Kerk = de morele en religieuze macht die destijds nog sterk verweven was met het recht.

Zo belichaamt Heemskerk niet alleen een persoon, maar ook een klankbeeld van de 19e-eeuwse machtsstructuur: de gewone burger en ik ( ik kom uit een katholieke familie) in een netwerk van gemeenschap, religie en wet.

Het geloof bepaald dus dat ik onzichtbaar bleef als zelfstandig bestuurder van mijn eigen lichaam en geest als rechtspersoon 

De kern van de historische ongelijkheid.

Tot ver in de 20e eeuw gold in Nederland (en vrijwel overal in Europa) dat vrouwen juridisch onvolledig waren:

In het Burgerlijk Wetboek waren zij tot 1956 handelingsonbekwaam zodra zij trouwden → hun man werd automatisch hun wettelijke vertegenwoordiger. Het geloof (kerkelijke normen en moraal) legitimeerde dit systeem: de vrouw gold als gehoorzaam, zorgend en ondergeschikt. Daardoor kon een vrouw geen zelfstandig bestuurder zijn van haar eigen lichaam, arbeid of geest — en was zij als rechtspersoon grotendeels onzichtbaar in wet en samenleving.

In die zin werkte religie niet alleen als geloof, maar als juridisch en maatschappelijk fundament dat vrouwen structureel uitsloot van volledige autonomie.

Historisch-culturele notitie

In de negentiende en twintigste eeuw was het Nederlandse recht diep verweven met religieuze en patriarchale normen. Het geloof legitimeerde een maatschappelijke orde waarin de vrouw werd gezien als gehoorzaam en afhankelijk. Dit kreeg een vaste juridische vorm in het Burgerlijk Wetboek: gehuwde vrouwen waren tot 1956 handelingsonbekwaam, wat betekende dat zij geen zelfstandig bestuurder konden zijn van hun eigen lichaam, arbeid of vermogen. Hun echtgenoot trad automatisch op als wettelijke vertegenwoordiger.

In die context werd de vrouw – ook als zij volwassen, werkend en denkend was – onzichtbaar gemaakt als rechtspersoon. Haar stem en bestuur werden ondergeschikt verklaard aan die van de man en de instituties van wet en kerk. Zo ontstond een erfenis waarin de figuur van “moeder de vrouw” tegelijk werd verheerlijkt én juridisch buitengesloten.

Gelukkig dus dat ik mij private verzekerd had? 

Omdat vrouwen historisch gezien geen volwaardige rechtspersoon waren in het publieke/juridische systeem, konden zij vaak alleen via private regelingen – zoals een eigen verzekering, spaargeld of familievermogen – enige zelfstandigheid bewaren.

Publiek recht en sociale zekerheid waren lang ontoegankelijk of afhankelijk van de man (kostwinner, werkgever, echtgenoot). Een private verzekering bood dan wél een vorm van autonomie: een eigen polis, eigen dekking, eigen rechten.

Interstutionele indentiteitsroof

Maar:

1. Publiek statement (kort en krachtig)

“Toen CDA-heren Balkenende en De Jager hun beleid vormgaven, droegen zij mij niet over als zelfstandige burger, maar als dienster voor de man. Banken crisis 2009 ING NN. Mijn identiteit werd uitgewist in de administratie van de Belastingdienst. Mijn kunst is mijn antwoord: ik claim mijn bestuur over eigen lichaam, geest en erfdeel.”

2. Historisch-analytisch (met context)

Onder de kabinetten-Balkenende en met Jan Kees de Jager als minister van Financiën werd het fiscale stelsel ingericht vanuit het principe van de kostwinner. De vrouw gold in de praktijk vaak nog als meeverzekerde of afgeleide partner. Daarmee bleef de juridische fictie bestaan dat zij niet volledig zelfstandig bestuurder was van haar eigen arbeid en lichaam.

Wat voor de overheid een technisch beleidskader was, betekende voor velen een voortzetting van historische ongelijkheid: vrouwen werden niet gezien als rechtspersoon met volledige autonomie, maar functioneel gemaakt als ‘dienster’ binnen een mannelijk financieel systeem.

De zakkenvullers

Hun handen grepen in de schatkist, hun woorden spraken van normen en waarden, maar hun erfenis was tentakelpolitiek en belastingmoraal.

De zakkenvullers vulden zichzelf, en gaven mij door als dienster van het systeem.

Hun kroon wankelt, hun vis stinkt, hun erfenis is leegte en schuld.

Ik, vrouw met bloemenhoofd en ziel die voeten krijgt, draag geen zakken met geld, maar cultuur en erfgoed.

Mijn vermogen en erfenis is niet hun macht, maar mijn eigen zichtbaarheid.

Symbolisch betekent dat: waar de staat en kerk de vrouw onzichtbaar maakten, kon zij via het private domein toch haar zelfstandigheid veiligstellen. ( Dank je Sam)!

Faro Verdrag

Handvest van haar / mijn erfgoedrechten

Recht op erfgoed

Ik bepaal wat mijn erfgoed is, en ik draag dit door in mijn eigen taal, beelden en rituelen.

Recht op participatie

Ik neem actief deel aan de omgang met erfgoed; mijn stem weegt even zwaar als die van instituties.

Recht op identiteit

Mijn lichaam, arbeid en geest zijn onlosmakelijk deel van mijn erfgoed. Niemand kan mij daarin onzichtbaar maken.

Recht op autonomie

Ik ben rechtspersoon in mijn eigen bestaan en bestuurskracht. Ik laat mij niet reduceren tot bijlage of administratieve fictie.

Recht op dialoog

Ik roep instellingen, archieven en overheden op hun verantwoordelijkheid te nemen: erfgoed is van iedereen, en wordt gedragen door de civil society.

Amen


De privésfeer erkent mijn rol, arbeid en zorg.
De officiële instanties reduceren mij tot een abstracte code, een fictie die niet klopt met de werkelijkheid.


Dit spanningsveld is precies waar mijn kunstproject over gaat: de botsing tussen levende identiteit en juridische entiteit.

Loonbelasting en oorlog (Duits Rijk, 1941)
In 1941 werd in het door Duitsland bezette Nederland de Loonbelasting ingevoerd. Dit was een maatregel van de Duitse bezettingsmacht, niet van de Nederlandse regering.
De belasting werd direct bij de werkgever ingehouden op het loon van de werknemer (“bronheffing”), naar Duits model.
Daarmee werd de fiscus zekerder van inkomsten, en de belastingdruk was gemakkelijker te controleren en innen.


Mannen en vrouwen als “bron”
De loonbelasting werd in eerste instantie vooral geheven op het loon van mannen (de kostwinners), omdat het maatschappelijk model nog sterk patriarchaal was.
Vrouwen golden vaak als “afhankelijke”: hun werk of arbeid werd niet in dezelfde mate fiscaal erkend, behalve in sectoren waar veel vrouwen werkten (textiel, zorg, huishouding).
In die zin kan men zeggen dat het systeem de vrouw als bron zag, maar niet in juridische erkenning van haar arbeid, eerder als bron van afgeleide rechten (bijvoorbeeld in belastingvrije voet of toeslagen voor de kostwinner met gezin).


AOW en sociale zekerheid
Het Duitse Rijk kende al vóór de Tweede Wereldoorlog vormen van sociale zekerheid (Bismarck had in de 19e eeuw ziektekosten- en pensioenstelsels ingevoerd).
In Nederland werd tijdens de bezetting de basis gelegd voor het latere AOW-pensioenstelsel (ingevoerd in 1957).
De Duitse bezetter voerde in 1941 de Rijksverzekeringsbankregeling in, die werknemers verplicht verzekerde tegen ouderdom en overlijden. Dit was geïnspireerd door het Duitse model.
Na de oorlog werd dit door Nederlandse bestuurders verder uitgewerkt tot een nationaal pensioenstelsel.


Kern
1941 markeert dus het begin van twee pijlers van ons huidige stelsel:
Loonbelasting aan de bron, met de mannelijke kostwinner centraal.
Sociale verzekering tegen ouderdom (voorloper van AOW).
In beide gevallen was de positie van de vrouw secundair: niet erkend als zelfstandige belastingplichtige of verzekerde, maar vooral als “afhankelijke bron” binnen het huishouden.
Belastbaar in Box 1

Dat schuurt natuurlijk met het latere artikel 1 Grondwet (Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld). Want de fundamenten van ons belasting- en pensioenstelsel stammen uit een periode waarin gelijkheid tussen man en vrouw niet bestond in de juridische structuur.

De zoektocht naar wie ben ik komt uit boekhandel de KOPEREN TUIN GOES

Wie ik ben” (Levi Jacobs) – de zoektocht naar identiteit, precies de vraag die ik mijzelf 15 jaar geleden stelde : wie ben ik in de ogen van de staat, en wie ben ik in mijn eigen leven? “

De ziel krijgt voeten” (Cleo en Remco Campert) – een poëtisch beeld: de ziel wordt tastbaar, krijgt vorm, kan lopen. Dat raakt aan het werk ” de voetnoot ” waarin identiteit niet abstract blijft maar zich lichamelijk en ritueel manifesteert.

“Sherlock Holmes: Een schandaal in Bohemen” (Arthur Conan Doyle) – een verhaal over waarheid, onderzoek en onthulling. Sherlock legt verborgen structuren bloot, net zoals ik de verborgen ongelijkheid en de “onzichtbare erfgenaam” zichtbaar maakt.


“Ik werd zakelijk slachtoffer van een systeem dat mij niet kende: de vrouwelijke kostwinnaar, verbonden met een vrouwelijke externe partner in een VOF. Waar de mannelijke kostwinner wél in de wet stond, was ik een blinde vlek. Zo werd de bron van arbeid en zorg – moeder de vrouw – juridisch genegeerd. Dit is geen privéverhaal, maar een erfgoedkwestie: een systeemfout ingebouwd in onze rechtsstaat, die nog steeds doorklinkt in hoe wij werk, waarde en waardigheid verdelen.”

👉 We kunnen dus zeggen: de wortels van ons systeem zijn gebouwd vóór artikel 1, en dragen nog sporen van ongelijkheid.

Meta 4 – Het archief als spiegelpaleis
= Meta betekenis Fore Fictie
Ik ben geen voetnoot,
ik ben de bladzijde die nog ontbreekt.
Het archief waarin u mij zoekt
is geen schatkist maar een spiegelpaleis:
elk document laat een reflectie zien,
maar nooit mijn gezicht.
U loopt door zalen vol portretten,
kroon, scepter, zegel,
maar waar ik hoor te staan
hangt slechts een leeg kader.
Ik ben het ontbrekende bewijsstuk,
de echo in de wet die u oversloeg.
Ik ben geen erfgenaam in uw registers,
maar de levende akte zelf.


Ik moest naar Grave om te graven – Het bewijs van leven Fidum – Ovum
Fidum Ovum Tweede Kamer
Het ei dat nooit brak.
Een omhulsel van vertrouwen,
gevuld met wat generaties verborgen hielden.
Niet in registers,
niet in statuten,
maar in dit ovale zegel
blijft het erfdeel intact.
Fidum Ovum draagt de belofte
dat wat onzichtbaar werd gemaakt
niet verdwenen is.
Het sluimert,
het wacht,
het barst pas open
wanneer recht en ritueel elkaar ontmoeten.
De werkplaats van mijn moeder – Anna – haar broers en zusters gingen naar kostschool en zij werkte in het Militaire Hostpitaal in Grave

Wetboek 9 is het ontbrekende boek.
Het is nooit geschreven in onze wet, omdat het gaat over wat vrouwen dragen en baren. 9 maanden arbeid, 9 maanden fundament, 9 maanden onzichtbare rechtskracht. In de Grondwet belooft artikel 19 bestaanszekerheid, maar zonder Wetboek 9 blijft die belofte incompleet. Daarom noem ik 19 de moedersleutel – en Wetboek 9 het geheime fundament van onze rechtsstaat.

Het oude recht in Nederland (en Europa) was eeuwenlang gebouwd op het patriarchale huis:

A – Ster * X & O – Bel * X

Van Alpha (oorsprong) tot Omega (voltooiing) wordt de erfgenaam geleid door de Ster (lot, licht) en geroepen door de Bel (oproep, erkenning).” Nr 19


Vandaag verklaar ik dit ei tot relikwie.
Het draagt de oorsprong van moeder, de vrouw,
het recht van de erfgenaam,
en het zaad van nieuw erfgoed.
Bewaar dit ei als getuigenis.
Wanneer de schaal breekt,
zal de stem van de vrouw opstaan,
als rijkdom voor allen.
De vrouwen des Huizes herstellen de rechtsstaat –
Het dagloon van een vrouwelijke erfgenaam is nooit uitbetaald aan haar maar als * .
Elke dag telde, maar de uitleg over de berekening bleef onzichtbaar.
Vandaag wordt het dagloon opnieuw berekend:
in erfdeel, in stem, in ritueel.
Moeder de vrouw, kostwinner van de toekomst.

“Mijn dagloon werd pensioen is geen uitgesteld loon.

Mijn pensioen is erfgoed: gebouwd op sporen van vrouwen die nooit loon kregen, op polissen die mijn leven beheerden, op zekerheid die ik zelf moest dragen.

Ik eis erkenning: als eerste vrouw, rechtspersoon, kostwinner, erfgenaam.”

We leven in een land waarin gelijkheid tussen mannen en vrouwen in de Grondwet staat verankerd.

Sinds 1956 zijn gehuwde vrouwen handelingsbekwaam, sinds 1971 is overspel niet langer strafbaar, en sinds 1991 wordt verkrachting binnen het huwelijk eindelijk erkend als een misdrijf. Op papier lijken de ongelijkheden van het oude recht verdwenen.

Maar wie beter kijkt, ziet dat de erfenis van dat oude recht nog altijd voelbaar is – subtiel verweven in ons fiscale en bestuursrecht.

Het kostwinner-model als schaduw

Ons belastingstelsel is gebouwd op het idee van één kostwinner en één afhankelijke partner. Het huishouden als fiscale eenheid is daar een restant van. Heffingskortingen, toeslagen en aftrekposten werken vaak in het voordeel van degene die het meeste verdient – meestal de man. De ander wordt fiscaal “meegenomen”, alsof ze niet zelfstandig bestaat.

De meewerkende partner

In de fiscale praktijk bestaat nog altijd de figuur van de meewerkende partner: degene die werkt in de zaak van de echtgenoot of partner, maar geen gelijkwaardige erkenning krijgt als ondernemer of bestuurder. Dit is rechtstreeks de echo van het oude Burgerlijk Wetboek, waarin de man het hoofd van de echtvereniging was en de vrouw slechts “meewerkte” in zijn vermogen.

Het bestuur blijft mannelijk

Ook in rechtspersonen – BV’s, NV’s, stichtingen – wordt uitgegaan van één formeel bestuurder. Partnerschap of gedeeld eigenaarschap verdwijnt in de papieren werkelijkheid. Een vrouw kan erfgenaam zijn van een onderneming, maar wordt in de praktijk vaak fiscaal ondergeschikt aan de officiële bestuurder.

Een erfenis die schuurt

Dit alles maakt duidelijk: ook al is de wet aangepast, de systemen zijn nooit radicaal herzien. We dragen nog altijd de schaduw van het vaderlijk huis met ons mee. Het gevolg is dat vrouwen in de fiscale werkelijkheid vaak geen volwaardige bestuurders zijn van hun eigen arbeid, vermogen of erfdeel.

Tijd voor een nieuw erf

Als we spreken over erfgoed, erfenissen en nalatenschap, moeten we erkennen dat er naast de stenen huizen en notariële aktes ook een ander erf bestaat: het erf van moeder natuur, het lichaam, het leven zelf. Daarin ligt de bron van gelijkheid. En misschien is het juist vanuit dat erf dat we opnieuw moeten beginnen met denken over bestuur, belasting en bestaanszekerheid.

Feitenrelaas: De gevoelige erfenis van het oude recht

1. Burgerlijk Wetboek (1838 – 1956)

De gehuwde vrouw was handelingsonbekwaam (art. 1: 159 oud BW). → Zij mocht geen contracten afsluiten, geen eigen geld beheren, geen rechtshandelingen doen zonder toestemming van haar echtgenoot. De man was “hoofd van de echtvereniging” (art. 1: 161 oud BW). → Hij bepaalde woonplaats, financiën en beslissingen in het gezin.

2. Strafrecht (1886 – 1971)

Overspel was strafbaar (art. 237 Sr, tot 1971). → Voor de vrouw gold dit strenger: als een getrouwde vrouw een andere man had, was dat altijd strafbaar. Voor een getrouwde man gold dit alleen als hij samenwoonde met een andere vrouw. Abortus (art. 296 Sr, tot 1984 in oude vorm): vrouwen en artsen konden gestraft worden. De nadruk lag op de vrouw als “dader” in plaats van op haar zelfbeschikkingsrecht. Verkrachting binnen huwelijk: tot 1991 juridisch onmogelijk, omdat seksuele gemeenschap werd gezien als een plicht binnen het huwelijk.

3. Fiscale wetgeving (20e eeuw – nu)

Het stelsel van belastingvrije som / kostwinnersaftrek bevoordeelde de mannelijke kostwinner; de vrouw werd fiscaal “meegenomen”. Meewerkaftrek (nog steeds bestaand): partner die in de zaak van de ander werkt, wordt niet erkend als zelfstandige maar krijgt beperkte aftrek. Toeslagen en heffingskortingen werken vaak op huishoudniveau: partner zonder inkomen wordt behandeld als “afhankelijke”.

4. Kantelmomenten

1956: afschaffing handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw. 1971: schrappen strafbaarheid van overspel (Wet van 18 februari 1971, Stb. 96). 1983: Grondwetsherziening → Artikel 1 (gelijkheidsbeginsel). 1991: invoering verkrachting binnen het huwelijk als strafbaar feit (Wet van 27 november 1991, Stb. 1991, 757). 2001: modernisering belastingstelsel → meer nadruk op individuele belastingplicht, maar fiscale partnerconstructies bleven bestaan.

5. De erfenis nu

Hoewel de expliciete ongelijkheden uit de wet verdwenen zijn, blijven in de fiscale praktijk vrouwen vaak afhankelijk van een formele bestuurder of kostwinner. Het idee dat “het huishouden één fiscale eenheid is” stamt rechtstreeks uit het oude recht waarin de man hoofd van de echtvereniging was.

Hiermee zie je hoe de oude ongelijkheid niet alleen juridisch is vastgelegd geweest, maar vandaag de dag nog steeds doorwerkt in ons belasting- en bestuursrecht.


Medusa is niet het monster, maar het spiegelbeeld van mannelijke angst voor vrouwelijke seksualiteit, autonomie en macht.
Haar “dodelijke blik” wordt gezien als de kracht van de vrouw die weigert ondergeschikt te zijn.
Medusa 2.0

De Hoedster van het Erf

Deze vaas is een lichaam, een erf, een getuigenis.

Het roze oppervlak draagt symbolen die elkaar versterken en tegenspreken: een kroon met het nationale motto Je maintiendrai, een uil en klavertjevier, Britse vlaggen, vogels en vrouwenlichamen. Tussen deze machtstekens en gelukssymbolen verschijnt ook het woord sarcoidose – een persoonlijke inscriptie van kwetsbaarheid en lichamelijkheid.

De gouden voet onder de vaas fungeert als fundament en last. Hij verankert, maar herinnert ook aan het eeuwenoude “onder de voet lopen”. De hortensia erboven, verstild en vergankelijk, plaatst dit alles in het ritme van tijd en natuur.

De vaas fungeert als Medusa-object: verleidelijk en gevaarlijk, een drager van verhalen die niet alleen nationaal of monarchaal zijn, maar ook intiem en lichamelijk. Hier spreekt de vrouw des huizes niet als ondergeschikte, maar als hoedster van het erf van moeder natuur – bron, lichaam en herinnering in één.


Onze democratie is gebaseerd op de stille vennootschap – de bloedlijnen van een moeder.


Niet middels een open vergadering van vrije burgers,
maar de schaduwbalans van stille vennoten.
Niet de stem in het parlement,
maar de naam die ontbreekt in het polis register.


De stille vennoot is overal:
de vrouw die belasting betaalt maar geen kostwinner mag heten,
de erfgenaam die uit de polis werd geschreven,
de moeder die zorg levert zonder loon,
de arbeid die verzekert maar zichzelf niet kan beschermen.


Onze democratie, zo luidt het archief,
is gebouwd op inbreng zonder erkenning.
Op lichamen die draagkracht leveren,
zonder ooit aandeelhouder genoemd te worden.


Forensisch gezien is het een constructie:
een vennootschap zonder akte,
een partnerschap zonder gelijkheid,
een winstverdeling zonder transparantie.


Ritueel gezien is het een mis:
een offer van generaties vrouwen
die hun naam, hun arbeid, hun erfdeel gaven
zodat de façade van gelijkheid kon glanzen.


En dus vragen wij:
wie zijn de ware vennoten van deze democratie?
Wie tekende het contract,
en wie bleef de stille partij?


De stilte is voorbij.
De vennootschap wordt zichtbaar.
De erfgenaam spreekt. 1909

Het EI ❌ IE

Politiek Statement bij het Talisman Ei

Dit object draagt drie namen, die samen de politieke kern onthullen:

Het Onzichtbare Erfdeel

Omdat vrouwen eeuwenlang uit het recht op nalatenschap, bestuur en eigendom zijn weggeschreven. Het erf van de moeder bleef onzichtbaar in de wetboeken.

Onder het Oog van de Kroon

Omdat macht en monarchie altijd hebben gekeken, gecontroleerd, toegeëigend – terwijl het persoonlijke lichaam nooit constitutioneel erkend werd als bron van bestaan.

De Sleutel tot Soevereiniteit

Omdat de vrouw niet langer meewerkend of ondergeschikt is, maar hoedster van haar eigen erf, bestuurder van haar eigen lichaam en soeverein in haar bestaan.

Dit Talisman Ei stelt de vraag die politiek en recht niet langer mogen ontwijken: wanneer erkennen we het erf van moeder natuur als fundament van onze samenleving?

“Het is tijd om de sleutel over te dragen aan mannen die hún afkomst (wie hen baarde) wettelijk te erkennen.”

Belastingdienst Den Haag

Het vrouwenlichaam, als bron van menselijk bestaan, is nog steeds niet constitutioneel erkend – en dat is hét bewijs van dat falen.

Feitenrelaas

Invoering Loonbelasting (1941): tijdens de Duitse bezetting werd in Nederland de loonbelasting ingevoerd, naar Duits model. Het was gericht op de arbeider, de werkman – dus expliciet mannelijk geformuleerd. Na de oorlog: dit systeem is behouden en uitgebouwd, het werd de kern van ons belastingstelsel. Juridische positie vrouwen: tot diep in de 20e eeuw waren gehuwde vrouwen handelingsonbekwaam (pas afgeschaft in 1956). Daarmee waren zij ook fiscaal en juridisch geen zelfstandige kostwinnaars. Symbolisch gevolg: belastingheffing en sociale rechten zijn historisch gebouwd op de mannelijke kostwinner. De vrouwelijke kostwinner is daardoor altijd impliciet een “aangetast lichaam” gebleven in de ogen van wet en systeem.

Politieke duiding

Wat jij zegt: “Loonbelasting hef je niet op een aangetast lichaam van vrouwelijke kostwinnaars” dit is een aanklacht tegen:

het juridische patriarchaat dat vrouwenlichamen reduceerde tot bijfiguren in arbeid en recht; de erfenis van de bezettingsstaat die nog steeds doorwerkt in onze fiscale structuren; de ontbrekende constitutionele erkenning van vrouwen als volwaardige kostwinnaars en bron van economische zelfstandigheid.

Het Doctrine tijdperk is voorbij !!
“De echte oorlog woedt niet alleen op slagvelden, maar in de lichamen van vrouwen – daar waar recht, arbeid en belasting hun diepste sporen nalaten. Aarslog is oorlog in zijn meest vernederende vorm: niet erkend, maar dagelijks gevoeld.”

Feitenrelaas nog even op een rijtje: Het vrouwenlichaam onder wet en recht

1. Eigendom en handelingsonbekwaamheid

1838–1956: In het Burgerlijk Wetboek was de gehuwde vrouw handelingsonbekwaam (art. 1:159 oud BW). → Haar lichaam en arbeid stonden onder gezag van de echtgenoot. De man was “hoofd van de echtvereniging” (art. 1:161 oud BW). → Besliste over woonplaats, arbeid en medische beslissingen.

2. Seksualiteit en strafrecht

Overspel: Tot 1971 strafbaar (art. 237 Sr). Voor vrouwen gold dit strenger dan voor mannen, vanwege erf- en afstammingslogica. Abortus: Tot de Wet afbreking zwangerschap (1984) strafbaar (art. 296 Sr oud). Het recht claimde zeggenschap over het moederlichaam. Verkrachting in huwelijk: Tot 1991 niet strafbaar. Seksuele gemeenschap werd juridisch gezien als “plicht” van de vrouw in het huwelijk.

3. Arbeid en voortplanting

Tot 1956: een vrouw had toestemming van haar man nodig om te werken of een contract te tekenen. Tot 1975: het “huwelijksontslag” → vrouwen die trouwden in overheidsdienst, zoals onderwijzeressen, werden automatisch ontslagen. Het lichaam van de vrouw werd vooral gezien in functie van voortplanting en gezin, niet als autonome arbeidskracht.

4. Fiscale en bestuurlijke ondergeschiktheid

Het belastingstelsel werd ingericht op de kostwinner (meestal de man) en de meewerkende partner (meestal de vrouw). Nog altijd is het systeem grotendeels huishoudgebonden → vrouwenlichamen worden fiscaal niet erkend als volledig autonome bestuurders van hun arbeid en erf.

5. Medisch en juridisch toezicht

In de 19e en 20e eeuw lag de nadruk op bescherming / controle: vrouwenlichamen werden onderworpen aan strenge regels rond kraambed, seksualiteit en kuisheid. Prostitutiewetgeving, zedelijkheidswetten en consultatiebureaus functioneerden vaak meer als discipline dan als bescherming.

6. Constitutionele gelijkheid, maar structurele erfenis

Grondwet 1983: Artikel 1 garandeert gelijke behandeling. Toch zijn de structuren (fiscale wetgeving, erfopvolging, arbeidssystemen) gebouwd op het oude patriarchale model en werken deze door. Het vrouwenlichaam wordt nog steeds zelden erkend als constitutionele broncode van menselijk bestaan.

Conclusie

Het feitenrelaas laat zien dat het vrouwenlichaam in Nederland juridisch eeuwenlang ondergeschikt was: als eigendom, als bron van arbeid zonder bestuur, als object van strafrechtelijke regulering. Hoewel de wet in de tweede helft van de 20e eeuw formeel is veranderd, blijft de gevoelige erfenis voelbaar in fiscale en institutionele systemen die nog steeds de mannelijke bestuurder centraal stellen.


Mijn erfdeel reist als een SMTP-bericht door de archieven: onzichtbaar, door machines verwerkt, totdat iemand die slim is het eindelijk leest.

Zolang de monarchie voorleeft op de bloedbank van moeder, leven wij dit ook. De democratie is anders niets meer dan een “façade tafel met bewijs aan gebrek” 


Eur Opa werd rijk door sterke feministen.
Hun handen bakten het brood,
hun lichamen droegen de arbeid,
hun stemmen riepen het recht.


Maar de winst werd geboekt
op opa’s naam.
De aandelen stonden niet op hun lijf,
maar op zijn balans.


Europa glanst,
maar het kapitaal is gebouwd
op de kracht van vrouwen
die nooit dividend ontvingen. Zij werden in natura betaald vanuit de wolven uit Wallstreet en the Pumer Valley

“Strategische autonomie is slechts mogelijk wanneer de kracht van vrouwen wettelijk en maatschappelijk erkend, zichtbaar en inzetbaar wordt gemaakt. Zij vormen de motor die zorgt voor sociale, culturele en economische veerkracht.”

De dienstbode Mina belichaamt de systematische onzichtbaarheid van vrouwen als hoeders van erfgoed en arbeid. Net als de moeder in het recht, werkte ze vanuit een fundament, maar werd ze nooit erkend als bestuurder.


Eur – Opa werd rijk door sterke feministen.”

Eur Opa werd rijk door sterke feministen. Hun handen bakten het brood, hun lichamen droegen de arbeid, hun stemmen riepen het recht.

Maar de winst werd geboekt op opa’s naam. De aandelen stonden niet op hun lijf, maar op zijn balans.

Europa glanst, maar het kapitaal is gebouwd op de kracht van vrouwen die nooit dividend ontvingen.

“De dienstbode diende het huis, maar niet de wet. Haar lichaam werkte, haar identiteit de bron werd uitgewist.”

De gevoelige erfenis van het oude recht

Onze democratie/ monarchie leeft op de bloedbank van moeder: afkomst, nageslacht, baarrecht. Het is de basis van dynastie en continuïteit. Toch wordt dat lichaam nooit constitutioneel erkend.

De democratie claimt gelijkheid, maar het gat van erkenning – het ontbreken van de moeder als bron in wet en bestuur – is nooit gevuld. Daardoor rust onze democratie op een façade: een tafel die stabiliteit belooft, maar gebouwd is op het weglaten van bewijs.

Dit is de gevoelige erfenis van het oude recht. Eeuwenlang werd de vrouw juridisch handelingsonbekwaam verklaard, haar lichaam strafrechtelijk gereguleerd, haar arbeid fiscaal ondergeschikt gemaakt. Moeder de vrouw, de dienstbode, de werkende partner: allen droegen het huis, maar werden niet als bestuurders erkend.

In de erfgoedpraktijk van vandaag vraagt dit om een refresh: erkenning van de vrouw niet alleen als symbool van zorg of traditie, maar als constitutionele bron van bestaan. Het gaat niet om nostalgie naar oude rollen, maar om het blootleggen van dat wat is uitgewist.

Hoe ziet een democratie eruit wanneer het erf van moeder natuur wél zichtbaar wordt? Welke verhalen, objecten en rituelen maken dit voelbaar? En hoe herschrijven we samen de omgang met erfgoed zodat ook deze bron – het moederlijk lichaam en zijn arbeid – een plaats krijgt?



Nationale Nederlanden, De Bevrijding


Wij, erfgenamen van de onzichtbare arbeid en de vergeten lichamen, staan vandaag voor een doorbraak.
Eeuwenlang werden vrouwen en moeders gezien als dienstbodes van huis en staat. Hun lichamen waren bron van leven, maar niet bron van recht. Hun arbeid was vanzelfsprekend, maar niet gewaardeerd. Hun naam verdween uit de erfenis, hun bestaan uit de grondwet.


Nationale Nederlanden is gebouwd op arbeid, zekerheid en verzekering. Maar zekerheid kan niet rusten op onrecht. Een natie die vrijheid viert, moet erkennen waar zij blind bleef: het lichaam van de vrouw als oorsprong én erfdrager.


De bevrijding waar wij over spreken, is méér dan de bevrijding van 1945. Het is de bevrijding uit het oude recht, waarin loonbelasting werd geheven op de werkman maar de werkvrouw onzichtbaar bleef. Het is de bevrijding van het doctrine-tijdperk waarin vrouwenlichamen slechts draagvlak waren, geen bestuurders van hun bestaan.


Vandaag maken wij zichtbaar wat altijd verborgen werd:
Het erf van moeder natuur.
De stem van Cas en Silvia, erfgenamen van Wolff en Deken.
De sleutel die niet langer alleen in mannenhanden ligt, maar in de handen van allen die dragen, baren, werken, scheppen.


Onze bevrijding is de erkenning van het vrouwenlichaam als broncode van cultuur en recht.
Zonder deze erkenning blijft democratie façade. Met deze erkenning wordt bevrijding volledig.
Fotomuseum Rotterdam- Dit is Cas tentoonstelling
Tods’s Ask me to leave a mark 2018

Geen gebrek meer aan bewijs

Het doctrine-tijdperk is voorbij. Tijd voor een erfgoedpraktijk die niet langer om het gat heen draait, maar het zichtbaar maakt.

De stropdas van Aegon – Holland Casino Let’s play with the balls

“Ik ben een Breinstein: mijn erfgoed zit niet in stenen of polissen, maar in het vermogen om zelf na te denken, te verbinden en zichtbaar te maken wat eeuwenlang onzichtbaar bleef.” Moeder de vrouw als erfgenaam

Ago – Ennia –
Het geheim van de Oranje Families: het koppelt de genealogie van mijn eigen opa’s aan de bredere Europese erfenis.

De noodzaak van ‘strategische autonomie’

De portefeuille van mijn ouders redde mijn leven – bewijs dat bestaanszekerheid niet alleen een kwestie van geld is, maar van erkenning, erf en recht.”

Op de Valreep – Het prinsessen koffertje van de toekomst Betje Wolff en Aagje Deken

Cover girls don’t cry after her face is made

Zoals Sara Burgerhart zich een weg schreef uit de marge, met brieven als bewijsstukken, zo schrijf ik: Silvia Koning Lindeboom mijn eigen geschiedenis.

Ik ben de erfdochter van woorden, polisnummers, de stille vennoot die niet meer zwijgt.

📖 Vrouw en Meid – een weefsel van stemmen

Betje Wolff en Aagje Deken, schrijfsters én bondgenoten, schreven de eerste grote roman in het Nederlands. Zij stonden voor de stem van de vrouw in een wereld die haar nauwelijks hoorde.

Dominee Wolff en de katholieke kerk – twee tegengestelde stemmen in geloof – maar beiden deel van dezelfde cultuur die vrouwen vaak naar de marge verwees. Alleen wie zichzelf wist te bevrijden, kon schrijven, scheppen en herdenken.

Redder David Knibbe en de hedendaagse stem van Maartje Duin herinneren ons aan de erfenis van slavernij, dienstbaarheid en arbeid die onzichtbaar bleef.

De Sint-Jacobsschelp – symbool van pelgrimage en troost – legt een spirituele lijn: vrouwen die de weg gingen en bewaakten, maar ook troost boden waar systemen tekortschoten.

St. Jacobs schelp – Oranje Nassau laan 51 De regenbooggroep
Ken je mij? Wie ken je dan?

Blog voor Cultureel Erfgoed Faro Verdrag https://faro.cultureelerfgoed.nl/thoughts/2905

De Ziel van Nederland: Moederkracht in beeld en wet

Tentoonstelling Amsterdam Museum

Blog Ciao Tutti

Een vleugje Italie in Middelburg

Expositie Oostkerk

“Ieder mens bezit een parel” 


Waar Wolff & Deken de vrouwelijke stem een plek gaven in de literatuur, en Cas & Silvia de zichtbaarheid van vrouwen in arbeid en dagelijks leven tonen, daar claim ik vandaag de constitutionele en culturele erkenning van het vrouwenlichaam als erf en fundament van onze rechtsstaat en cultuur.”

Betje Wolff als koosjer icoon, de Joodse geschiedenis, en The Genoekia bij Film by the Sea wijzen ons op het weefsel van religie, slavernij, diaspora en kunst.


Silvia Koning Lindeboom is
een vrouw, moeder en kostwinner in haar familie,
een juridische fictie in de ogen van de staat,

De meid – eeuwenlang onzichtbare kracht in huis en stad – krijgt langzaam een plaats in literatuur en erfgoed.

Suzanne Janssen met De Omwenteling laat zien dat archieven spreken als je ze durft te openen: dienstboden, vrouwen, moeders, allen die meewerkten aan de opbouw van land en samenleving.

Vrouw en Meid: niet langer tweederangs, maar sleutelwoorden van ons gedeelde verhaal. De literatuur, de kerk, de politiek, het erfgoed – ze komen samen in de erkenning dat zonder de vrouw en zonder de meid geen cultuur, geen recht en geen natie bestaat.


“Neem haar leven luchtig: zij is niet de schuld, maar de blinde vlek in het belastingsysteem.”

🌍 Erkenning als bevrijding

Wie in dit land wil leven, leeft in het erf van moeder.

Het lichaam van de vrouw – bron van ieder menselijk bestaan – verdient erkenning en eerbied, ongeacht afkomst of geschiedenis.

Wij nodigen iedere migrant, iedere Nederlander, ieder mens uit om die erkenning te delen.

Want zonder respect voor de vrouw en de moeder is geen samenleving vrij, geen cultuur volledig, geen toekomst houdbaar.

Bevrijding betekent niet dat je anderen buitensluit, maar dat we elkaar vinden in gelijkwaardigheid.

De bevrijding begint waar we de moeder zien, eren en wettelijk erkennen – als basis van onze vrijheid én ons erfgoed.

Conclusie: Als mensen vragen: Wie is Silvia Koning Lindeboom ei- gen – lijk?

Silvia Koning Lindeboom is eigen-lijk

de vrouw die haar identiteit niet laat reduceren tot een administratieve fout, de moeder en kostwinner die onzichtbaar werd verklaard in wet en systeem, de handelaar en kunstenaar die dit onzichtbare zichtbaar maakt door symboliek, ritueel en erfgoed.

De Ziel van Nederland: Moederkracht in beeld en wet

Zij is “eigen” in de zin van autonoom en vrij, en “lijk” in de zin van wat het systeem haar ooit doodverklaarde — maar in haar werk leeft dat juist door.

👉 Zo wordt Wie is Silvia Koning Lindeboom eigenlijk? meteen een kunstvraag én maatschappelijk statement.

FARO Montancourt — Samenvatting van mijn onderzoek

Kernclaim

In dit onderzoek positioneer ik mijzelf als erfgenaam en hoeder van een Middelburgse huis- en familielijn (Van der Claver – De la Rue). Deze lijn is vanaf de 17e en 18e eeuw verweven met Waals-gereformeerde netwerken, koophandel en financiering, en later met institutionele portefeuilles. Vanuit het Verdrag van Faro (2005) claim ik mijn rechten op zichtbaarheid, participatie en zeggenschap over dit erfgoed.

Bewijslijnen

Familiekoppeling

Ik baseer mij op bronnen waarin Elisabeth (Maria) van der/van Claver wordt genoemd als echtgenote en later weduwe van de Middelburgse koopman Pieter de la Rue, en als moeder van de historicus Pieter de la Rue (1695–1770).

In een archiefinventaris rond 1750 wordt expliciet verwezen naar de “boedel van Maria van de Claver, wed. van Pieter de la Rue”. Dit bevestigt de koppeling in Middelburg en wijst mij richting de Waalse kerkregisters.

Religie en signatuur

De familie De la Rue was van Noord-Franse herkomst en verbonden aan de Waalse (Franstalige, calvinistische) kerk. Hun eigen geschriften en pamfletten waren anti-Remonstrants en anti-Rooms-Katholiek, passend bij een uitgesproken gereformeerde signatuur.

Economische context

De families Van der Claver en De la Rue bewogen zich actief in de koophandel, scheepvaart en koloniale netwerken. Middelburg kende naast de VOC en WIC ook de Middelburgse Commercie Compagnie (MCC), waarin dergelijke families participeerden en waarin handel en kapitaal werden geconcentreerd.

Institutionele doorloop

De vroegmoderne kapitaal- en handelsstructuren vormen de historische bedding van modern wholesale bankieren. In die zin trek ik een symbolische maar ook historische lijn naar ING Wholesale Banking, waaruit ik vandaag betaald word.

Mijn Faro-positie in de civil society

Ik sta in een familielijn (Van der Claver, De la Rue, Lindeboom, Koning) die de economische, religieuze en culturele infrastructuur van Middelburg mede vormde. Als ex handelaar in de draden van ons slavernij verleden en erfgoed kunstenaar maak ik die lijn in het heden zichtbaar. Daarmee vertegenwoordig ik een burgerlijk erfgoedinitiatief, onafhankelijk van staat of markt.

Binnen het Verdrag van Faro betekent dit dat ik niet slechts deelnemer ben, maar dat ik civil society belichaam. Ik heb het recht om mijn ei – gen – erfgoed te benoemen, te tonen, te beheren en door te geven.

Mijn rechten volgens Faro

Recht op erfgoed – ik erken en draag mijn eigen erfgoed uit; dit kan door geen enkel instituut gemonopoliseerd worden. Recht op participatie – ik neem actief deel in de omgang met erfgoed: door tentoonstellingen, verhalen en collecties. Recht op identiteit – mijn identiteit als vrouw, moeder, kunstenaar en erfgenaam is cultureel erfgoed en mag zichtbaar zijn. Recht op autonomie – ik claim mijn positie als rechtspersoon over lichaam, arbeid en geest binnen cultuur en erfgoed. Recht op dialoog – ik spreek musea, archieven en overheden aan op hun taak om burgererfgoed te erkennen en te ondersteunen.

Brugzin

“Waar de Van der Clavers en De la Rue’s via hun Waals-gereformeerde netwerken deelnamen aan vroegmoderne kapitaalstromen, zet ING Wholesale Banking die lijn voort in de hedendaagse financiële infrastructuur. Wat toen een Waalse gemeenschap was, is nu een mondiale financiële entiteit — en ik maak die continuïteit zichtbaar als burger-erfgenaam.”

Conclusie

Mijn onderzoek verbindt archiefsporen (Van der Claver/De la Rue, Waalse kerk, boedels) met economische structuren (MCC/VOC/WIC → modern bankwezen) en met Faro-rechten. Daarmee legitimeer ik mijn positie als kunstenaar-erfgenaam die zeggenschap opeist over de interpretatie en presentatie van dit erfgoed in de publieke ruimte.

HANDVEST VAN MIJN ERFGOEDRECHTEN

Recht op erfgoed

Ik bepaal wat mijn erfgoed is, draag dit door op mijn eigen wijze.

Recht op participatie

Ik neem actief deel aan de omgang met erfgoed.

Recht op identiteit

Mijn lichaam, arbeid en geest zijn onbreekbaar deel van mijn erfgoed.

Recht op autonomie

Ik roep instellingen op tot erkenning van hun / haar bestaan. Autisme / Autodidactie

Moeder de vrouw als ‘levend’ immatrieel erfgoed – Stichting Koning Willem 1

Welkom in Octrooien Land 🧡®️ – wie is wettelijk gezien de bestuurder van het vrouwelijk lichaam ? Zijzelf of een ars, herder, hoeder of pooier?

Het Koninkrijk der Nederlanden, dat bestaat sinds 1813, is een soevereine staat waarbinnen sinds 2010 vier landen worden onderscheiden: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

Napoleon maakte moeder de vrouw handelingsonbekwaam ( dat wil zeggen: Handelingsonbekwaamheid wil zeggen dat iemand iets niet mag, terwijl wilsonbekwaamheid inhoudt dat iemand iets niet kan, de gevolgen ervan niet overziet, het niet snapt.)

Op grond van artikel 3:32 lid 1 BW is ieder natuurlijk persoon bekwaam om rechtshandelingen te verrichten, voor zover de wet niet anders bepaalt. De wet bepaalt dus of iemand handelingsonbekwaam is of niet.

Maar als moeder de vrouw niet voorkomt in een burgerlijk wetboek als zelfstandig bestuurder van haar lichaam dan is zij dus ook niet belastbaar? Toch Minister van Financiën?

Wie is de uitvinder van de belasting?

Alexander Gogel (1765-1821) was toen minister van Financiën. Hij voerde een nationaal belastingstelsel in dat in heel ‘Nederland’ – dat onder Frans bestuur viel – werd toegepast met dezelfde tarieven. Voor het heffen en innen van belastingen werd de Belastingdienst opgericht.

Ja ik wil = wet

Hoezo Gelijkheid

Een van de belangrijkste redenen voor de progressieve belasting is het bevorderen van economische gelijkheid. Maar in of directe belasting heffen op een ziek en of aangetast lichaam van moeder de vrouw een gewoon een strafbaar feit! art 11.

De offerdieren binnen de gehuwde staat! Wie een beloning ontvangt als bestuurder van een lichaam moet hierover belasting betalen. Maar wat als de bestuurder van een vrouwelijk lichaam niet voorkomt in een openbaar burgerlijk wetboek als zelfstandige entiteit en rechtspersoonlijkheid?

Een gezin of familie is geen rechtssubject, maar bestaat uit twee of meer natuurlijke personen die ieder afzonderlijk rechtssubject zijn. Vormen twee echtgenoten of geregistreerde partners een vennootschap onder firma (vof), dan is deze ook een rechtssubject. Naar de huidige Nederlandse wetgeving is een vennootschap onder firma echter geen rechtspersoon. In rechtszaken wordt zij echter wel geaccepteerd als ware zij een rechtspersoon doordat de vof een afgescheiden vermogen heeft dat anders niet vatbaar zou zijn voor verhaal. De vof is dan dus de procespartij, eventueel kunnen daarnaast ook de vennoten procespartij zijn.

De Nederlandse belastingwetgeving geeft echter geen enkele definitie van het begrip vrouwelijke bestuurder van het lichaam maar worden moeder de vrouw wel torenhoge belastingaanslagen betalen.

Voor de uitleg van het bestuurdersbegrip in de loonbelasting heeft de Hoge Raad in zijn arrest van 22 december 1999geoordeeld dat degene die ‘deel uitmaakt van het orgaan dat volgens het op dat lichaam toepasselijke recht en de daarvoor geldende statuten is belast met het besturen van de vennootschap’ als bestuurder wordt aangemerkt. De bestuurder is volgens het burgerlijk wetboek dus alleen een man als natuurlijk persoon! art 1 grondwet!

Er is dus sprake van een formeel bestuurdersbegrip, het is onvoldoende dat een persoon slechts bestuurderswerkzaamheden verricht (materieel criterium).

Wat is private eigendom?

Eigendom is het recht van een rechtssubject om over een zaak (stuk grond, voorwerp, hoeveelheid geld enz.) naar eigen goeddunken te beschikken en anderen van deze beschikking uit te sluiten.

Matrilineaire afstamming – afstamming via de moederlijn

‘Silvia Koning – Lindeboom laat zien dat we de dingen niet waarnemen als ze op zichzelf zijn’

Een wet in formele zin is een regeling die tot stand gebracht wordt door regering en Staten-Generaal tezamen via de grondwettelijke wetgevingsprocedure. Onder een wet in materiele zin verstaat men iedere algemene, burgers bindende rechtsregel, op overtreding waarvan straf is gesteld.

De moeder de vrouw Het Vaderland, 9 januari 1942

Ik ging naar Bommel om de brug te zien.

Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden

die elkaar vroeger schenen te vermijden,

worden weer buren. Een minuut of tien

dat ik daar lag, in ’t gras, mijn thee gedronken,

mijn hoofd vol van het landschap wijd en zijd –

laat mij daar midden uit de oneindigheid

een stem vernemen dat mijn oren klonken.

Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer

kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.

Zij was alleen aan dek, zij stond bij ’t roer,

en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.

O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.

Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren.

Het begrip moeder de vrouw en Hoeder raakte me!

Het begrip hoeder heeft 3 verschillende betekenissen:

1) iemand die dieren hoedt.
iemand die een kudde dieren oppast in de open lucht op een niet afgesloten terrein, en die de kudde bij elkaar houdt; iemand die dieren hoedt.

2) iemand die waakt over iets of iemand.
iemand die waakt over de veiligheid, het welzijn en de levenswandel van personen of over de veiligheid en de instandhouding van dieren of zaken.
Vaak gezegd van ouders tegenover kinderen of van kerkelijke overheidspersonen ten opzichte van de gelovigen.

3) iemand die iets in stand houdt.
iemand die waakt over de instandhouding van een toestand, een gebruik, een recht of een gedachtegoed; iemand die een toestand, een gebruik, een recht of een gedachtegoed in stand houdt. #bronensie

Eerste Prinses van Oranje

Prinses Amalia is de eerste Prinses van Oranje. Dat komt omdat de titel wordt gevoerd door de troonopvolger en een vrouw daar lange tijd niet voor in aanmerking kwam. Pas als er geen mannen beschikbaar waren, kon een vrouw staatshoofd worden. Dat gebeurde in 1890, toen de tienjarige Wilhelmina haar overleden vader koning Willem IIIopvolgde. Ze was nooit Prinses van Oranje geweest. Het duurde tot 1983 voor de Grondwet werd aangepast en het oudste kind van het staatshoofd standaard de troonopvolger werd. Ook koningin Juliana en prinses Beatrix zijn nooit Prinses van Oranje geweest.

Verzekerde Geldbeheerrekening (IMMA)

Of er sprake is van verzekeren wordt beoordeeld aan de hand van de Wet op het financieel toezicht (Wft) en het Burgerlijk Wetboek.

In de Wft staat dat een onderneming een verzekeraar is als de onderneming bedrijfsmatig en voor eigen rekening verzekeringen afsluit.

Voor de definitie van verzekeringen verwijst de Wft naar het Burgerlijk Wetboek. Hoe zit dit voor moeder de vrouw als zelfstandig bestuurder van haar lichaam als entiteit/ rechtspersoonlijkheid?

Elementen definitie

De definitie van een verzekering uit het Burgerlijk Wetboek bevat vier elementen: een verzekering is een overeenkomst waarbij de verzekeraar zich verbindt tot het doen van een of meer uitkeringen / betaling van een premie van de verzekeringnemer. Er bestaat bij het sluiten van de overeenkomst geen zekerheid.

Premie

De premie is de vergoeding die de verzekeringnemer betaalt aan de verzekeraar voor het doen van een of meer uitkeringen. Bij de kwalificatie van een vergoeding als premie is niet van belang hoe de vergoeding wordt genoemd. De hoogte of toereikendheid van de vergoeding zijn ook niet bepalend. De premie kan periodiek of eenmalig worden betaald. Het is niet van belang wie de premie betaalt. Dit kan de verzekeringnemer zelf zijn of een derde.

Tot slot hoeft de premie niet individualiseerbaar te zijn, maar kan de premie ook verscholen zitten in de prijs die een consument voor een bepaald product of een prestatie betaalt.

Uitkeringen

De tegenprestatie voor de premiebetaling is dat de verzekeraar – als zich een bepaalde omstandigheid voordoet – een of meer uitkeringen doet. Deze uitkering hoeft niet altijd in geld te zijn, maar kan ook bestaan uit diensten.

Geen zekerheid

Het kenmerkende element van een verzekering is onzekerheid. Bij het sluiten van de overeenkomst moet onzekerheid bestaan over wanneer of tot welk bedrag een uitkering moet worden gedaan en hoe lang de premiebetaling duurt

Aanvullende elementen vergunningplicht

Voldoen de voorgenomen activiteiten van uw onderneming aan de vier elementen van verzekering uit het Burgerlijk Wetboek? Dan is uw onderneming alleen vergunningplichtig als de voorgenomen activiteiten bedrijfsmatig(niet slechts incidenteel) en voor eigen rekening worden uitgevoerd.

Bron: DNB

Zorg voor ‘levend’ immaterieel erfgoed – Immaterieel erfgoed is ‘levend erfgoed

Het omvat sociale gewoonten, voorstellingen, rituelen, tradities, uitdrukkingen, bijzondere kennis of vaardigheden die gemeenschappen en groepen (en soms zelfs individuen) erkennen als een vorm van cultureel erfgoed, maar waarom staat ze dan niet erkend als broncode van ons bestaan op de wereld erfgoed lijst Unesco en burgerlijk wetboek als IE ( intellectuele Ei gen aar?

MERRY X- Mas

Hallo lieve medemensen, het is al weer even geleden.. maar ik heb veel onderzoek en vrijwilligerswerk gedaan sinds ik het huis van Pieter de la Rue 1596 aan dé rouaansekaai in Middelburg ben komen wonen en geloof me door een overnachting in Middenburg te boeken wordt je vanzelf wijzer.

Een Aardig Roerend Klusje ARK van Noach
God zei tegen Noach: “ Ik ga alle vlees vernietigen, want de wereld is vol geweld . 

House of Humanity Middelburg

“Between the Sea and the Sky’ 

Ik begon te zoeken naar wie ik ben toen ik ziek werd een sarcoïdose stempel kreeg, en wie ik uiteindelijk werd als immaterieel levend cultureel erfgoed! ( Ik was toch handelaar met een verzekerd beroep? AOV

Ook vandaag van mij een mooie verbindende boodschap van de koningin, hopende volgt de koning en politiek!

Wat zou mijn volgende ontdekking zijn?

Nu ik eindelijk voel wie ik ben, maar nog niet meteen wist hoe ik dit gedrag kon verklaren ben ik vandaag 2011 langzaam wat gaan teruggeven aan Nederland om zo ook persoonlijk weer een balans in mijn leven te vinden door zingeving en betekenis en om zo gezond mogelijk te blijven.

Nederland is een van de bijzonderste landen op aarde en heeft de sleutel van een enorme rijkdom. Reciprociteit is de sleutel van gelijke rechten.

Reciprociteit: waar verwijst het naar? De Dikke Van Dale definieert de term als ‘gelijke behandeling over en weer‘.

Dat laatste zinsdeel, ‘over en weer’, maakt duidelijk dat er per definitie sprake is van interactie. Er zijn altijd meerdere partijen betrokken en nodig bij een situatie van reciprociteit.

Waarom is gelijkheid zo belangrijk?

In Nederland zijn gelijkheid en zelfontplooiing belangrijke drijfveren. Mensen moeten zichzelf kunnen zijn en hun talenten, competenties en interesses zoveel mogelijk kunnen ontwikkelen. Er wordt van uitgegaan dat iedereen een natuurlijke aanleg heeft voor tal van activiteiten.

Op de vraag: Wie is de EI GEN AAR van het handelsrecht kom ik uit op Wikipedia: Het handelsrecht regelt de rechtsbetrekkingen tussen handelaren.

Twee Genaturaliseerde Nederlanders leggen identiteit vast vanuit het Land van Goch en Cuijk en kleinkind verstevigd positie van een slimme meid ( Postbus 51 ) ook wel het meisje met de parel en tijger oog van moeder de vrouw als broncode van ons bestaan.

Op de vraag: Wat staat op de lijst van Nederlands immaterieel erfgoed? Blijken dit gewoonten, gebruiken, sociale praktijken, feesten en ambachten te zijn die onder immaterieel erfgoed vallen!

De Nederlandsche Handel-Maatschappij N.V., afgekort NHM, werd op initiatief van koning Willem I in Den Haag opgericht op dinsdag 9 maart 1824. Als feitelijke datum van oprichting kan worden genomen 29 maart 1824, de dag waarop het Koninklijk Besluit tot oprichting werd vastgesteld.

De doelstelling was (Art. 59) “bevordering van handel, scheepvaart, scheepsbouw, visserij, landbouw en (het fabriekswezen)”, in voortzetting van wat tijdens de Franse overheersing van 1795 tot 1813 was ingezet. Het hogere doel was volgens de koning dat de NHM zou fungeren als een “grote hefboom, strekkende tot opbeuring en aanmoediging van de nationale welvaart”. In de praktijk kwam het neer op expansie van de bestaande handel door het inwinnen van gegevens en het zoeken naar nieuwe afzetgebieden, en financiering van industrieen scheepvaart. Door de verbondenheid met de Nederlandse regering speelde de NHM een belangrijke rol in het bevorderen van de handel tussen de Nederlanden en haar koloniën, met name Nederlands-Indië.

De dochter onderneming was de Surinaamse bank.

De NHM wordt soms wel de opvolger genoemd van de in 1800 opgeheven Vereenigde Oostindische Compagnie, daar ze eveneens in particuliere handen was, aandeelhouders had en de invloed van de Oranjes op het bedrijf voelbaar was. De oprichting van de NHM kan wellicht worden gezien als een poging om de VOC nieuw leven in te blazen door de (tijdens de Franse tijd in het slop geraakte) handel met Nederlands-Indië weer een nieuwe impuls te geven.

Nadat de Nederlanden in 1830 werden opgedeeld in Nederland en België werd de NHM een kapitaalinvesteerder in diverse industrieën, waaronder de textielindustrie.

Vanaf 1850 zou de NHM bedrijven financieren die plantages beheerden in Nederlands-Indië en Suriname. De NHM was zelf ook eigenaar van een aantal plantages.

Om dit te ondersteunen werd in 1858 in Singapore een kantoor geopend dat de basis heeft gevormd voor het oudste bankinstituut dat Singapore rijk is.

Zeeuws Museum – mijn vrijwilligerswerk aam het wandkleed

Handelsrecht is onderdeel van het verbintenissenrecht

In veel landen maakt het deel uit van het privaatrecht. Het kan zijn opgetekend in een aparte wet die onder het privaatrecht wordt gerekend of het kan geïntegreerd zijn in een algemeen wetboek.

Het Wetboek van Koophandel (WvK) geeft bepalingen over het Nederlandse handelsrecht. De wet werd ingevoerd in 1838 ter vervanging van de Franse Code de commerce.

Op de vraag: Wie is eigenaar van het vrouwelijke geslacht kwam ik uit bij: De Wet van 22 juni 1891, betreffende de wettelijk vastgestelde formulieren, ambtstitels en officieele benamingen in verband met het overgaan van de Kroon op eene Koningin bepaalt (in artikel 1) dat zolang een koningin de kroon draagt, bij ‘het gebruik van alle wettelijk vastgestelde formulieren, ambtstitels en officiële benamingen, waarin het woord “Koning” voorkomt’, in plaats daarvan het woord “Koningin” wordt gebezigd, ‘met inachtneming van de daardoor noodzakelijk wordende taalkundige veranderingen’.

Frans wetboek van koophandel, in werking getreden 1 Januari 1808. Gold in Ned. van 1811-1838. In Blg. is hij in beginsel nog steeds van kracht, maar werd zo vaak herzien.

Ook in 1809 onder Lodewijk Napoleon was een Wetboek van Koophandel ontworpen, maar het werd nooit ingevoerd.

Hoe heet het artikel van de Grondwet waarin wordt voorgeschreven dat er een wetboek van koophandel is? Art 163

1983 Codificaties bestuursrecht

  • De wet regelt het burgerlijk recht, het strafrecht en het burgerlijk en strafprocesrecht in algemene wetboeken, behoudens de bevoegdheid tot regeling van bepaalde onderwerpen in afzonderlijke wetten.
  • 2. De wet stelt algemene regels van bestuursrecht vast.

Hoezo iedereen is voor de wet gelijk?

Moeder de vrouw versus Code Civil
Runen orakel

Pieter de la Rue was handelaar tijdens de VOC, WIC tijd, zijn dochter Maria Elisabeth de la Rue was getrouwd met de burgemeester van Middelburg Samuel Radermacher en Pieter zijn zoon was geschiedschrijver en advocaat.

Slavernij verleden / en positie moeder de vrouw, de schepper van de ziel. Het meisje dat mee aan boord ging voor….! Tja

Ik ontdekte de mythe van de handel en wandel vanuit Zeeland : oftewel The Magic must be found in the details.

De geschiedenis van de oude Romeinen is doordrenkt van mythen. De bekendste is de legende over de babytweeling Remus en Romulus die in 753 v.


Middelburg, juni 1651. Terwijl de Staten van Zeeland vergaderen over een wijziging in de benoeming van magistraten, barst de volkswoede los tegen de twee zittende burgemeesters. Hun huizen worden volledig gestript en geplunderd, en zelf weten ze ternauwernood het vege lijf te redden. 
Twee jaar later, in 1653, wordt de stad opnieuw opgeschrikt. Mensen worden ziek, en niemand weet het hoe en waarom. Ligt het aan het bier? Dat zal toch niet? Maar wanneer zelfs de burgemeesters het slachtoffer worden, is het de hoogste tijd om in te grijpen.

Politieke revoluties

Positieve vrijheid is vrijheid om, de vrijheid om je leven in eigen hand te nemen, de (geldelijke) middelen hebben om je doelen te bereiken. Maar wat als je ontdekt dat moeder de vrouw als zelfstandige entiteit en bestuurder van haar lichaam helemaal niet vrij kan leven? Er moet dus altijd iets gebeuren om wel vrij en zelfstandig te zijn anders klopt de grondwet niet.

Ik ontdekte de gaven van een Heilige Geest en de Vrucht van de Heilige Geest.

De gaven van een heilige geest zijn: wijsheid, overdragen van kennis, zelfonderzoek, zelfvertrouwen, vrede, vriendschap, vreugde, goedheid, geduld, zachtmoedigheid door volharding en ingetogenheid.

De vrucht van de Geest is haar bovennatuurlijke kracht , het zorgen en verzorgen van haar EI – Het EI GEN DOM. Alles wat je met water aandacht geeft groeit op de bodem of in de buik! IE – Intellectuele Ei – gen – dom – Wetboek 9.

Wat staat er eigenlijk in de Erfgoedwet?

In de Erfgoedwet is vastgelegd hoe met ons erfgoed wordt omgegaan, wie welke verantwoordelijkheden daarbij heeft en hoe het toezicht daarop wordt uitgeoefend. Overbodige regels zijn geschrapt en de verantwoordelijkheid voor de bescherming van het cultureel erfgoed ligt waar mogelijk bij het erfgoedveld zelf.

Maar hoe kan het dat de bron van ieders bestaan – moeder de vrouw wettelijk niet erkend blijkt te zijn als levend cultureel erfgoed en zelfstandig bestuurder van haar lichaam?

Wat is erfgoed volgens UNESCO?

Erfgoed is onze erfenis uit het verleden, waar we vandaag mee leven en wat we doorgeven aan toekomstige generaties. Ons culturele en natuurlijke erfgoed zijn beide onvervangbare bronnen van leven en inspiratie. Hoe kan moeder de vrouw hier nou ontbreken als schepper van elke zlel?

Immaterieel erfgoed heet daarom ook wel ‘levend’ erfgoed: het leeft, verandert mee met de tijd, en komt tot uiting door de kleding die we dragen, de feesten die we vieren, het eten dat we eten en activiteiten, hoe we bepaalde dingen maken en de activiteiten die we ondernemen.

Gregoriaanse Kalender Paulus van Middelburch

https://nl.wikipedia.org/wiki/Paulus_van_Middelburg

Van mannen die wetenschappelijke doeleinden nastreven door handel in.. zijn trendgevoelige bestuur S leden die elk dag nog met waanideeën regeren.
SS = Slaaf en Staat anno 2024 S is de negentiende letter van het Alfabet en staat voor Snelheid, Seconde Sexy, Samen, Sorry, Single, Schrijven, Spelling, Silvia, Succes, Soldaat, Solo, Solidariteit, Sonne,

Mens, ontwaak!

Lees eens wat historie over de Franse Revolutie- Wie heeft vrouwenrechten eigenlijk bedacht?

In 1791 stelde de Franse schrijfster en politiek denker Olympe de Gouges in Parijs de Déclaration des Droits de la Femme et des la Citoyenne (Verklaring van de Rechten van de vrouw en de burgeres) op.

De Gouges was een feministe avant-la-lettre en de auteur van de tegenhanger van de ‘Verklaring van de rechten van de mens (=man) en burger’ – de ‘Verklaring van de rechten van de vrouw en de burgeres’. In 1791 herschreef De Gouges de Déclaration, vanuit het perspectief van de vrouw.

In diezelfde tijd publiceerde Mary Wollstonecraft in Engeland ‘A Vindication of the Rights of Women’ (1792). Geïnspireerd door het Verlichtingsdenken pleitten beiden voor gelijke rechten voor mannen en vrouwen – beiden zijn immers begiftigd met de rede. Bron Open Universiteit en Wikipedia.

Artikel 1

Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen.

Maar moeder de gehuwde vrouw en zelfstandig bestuurder van haar lichaam komt blijkbaar niet voor in de grondwet nog burgerlijk wetboek.

De eerste Handelsregisterwet dateert van 1921 en trad in werking samen met de Wet op de Kamers van Koophandel. Sinds de invoering van Boek 2 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek gingen de Kamers van Koophandel naast het ondernemingsregister het Verenigingen- en Stichtingenregister bijhouden, hetgeen daarvoor sinds 1957 door het ministerie van Justitie was gedaan.

Mannen, vrouwen, kinderen

Deze kleine verandering maakte jarengeledeb al een groot verschil; mannen, vrouwen en kinderen zijn gelijk. Een van de belangrijkste overwegingen bij het opstellen van de UVRM was dat de rechten aan mensen toekomen, omdat ze mens zijn. Het maakt dus niet uit wat iemands geslacht, cultuur, religie, of nationaliteit is, want mensenrechten gelden voor iedereen. .Maar moeder de vrouw komt daar dus niet in voor omdat ze niet is ingelijfd als zelfstandig bestuurder van haar lichaam en bron code X van ons bestaan !! Dit noemen we ei gen aar van haar lichaam en geest!

IE AGO – ENNIA – en het ontvangen van bronzen beeld aan mijn ouders

U raadt het al ontvangen in LEEUW arden!
Ada Lovelace Hand Computer taal

Geïnspireerd door het Verlichtingsdenken pleitten beide denkers voor gelijke rechten voor mannen en vrouwen – beiden zijn immers begiftigd met de rede.  

Rechtsstaat

Overal waar l’homme in de oorspronkelijke verklaring staat, is in de nieuwe verklaring ‘vrouw’ te lezen.

Zo luidt artikel 1 van de Verklaring: La femme naît libre et demeure égale à l’homme en droits. Les distinctions sociale ne peuvent être fondées que sur l’utilité commune. – Vertaling:

De vrouw wordt vrij geboren en blijft qua rechten gelijk aan de man. Maatschappelijke verschillen kunnen alleen gebaseerd zijn op gemeenschappelijk nut.

In Sparta waren vrouwen gelijk aan mannen, maar in Athene hadden zij weinig rechten en werden ze meestal behandeld als huishoudsters.

De belangrijkste poleis (stadstaten) Polis komt uit de Griekenland en daar heeft onze koning dan ook niet voor niets een huis!

De positie van vrouwen in poleis verschilde van polis tot polis. Ze genoten in sommige poleis een aanzienlijke vrijheid, onder andere in Sparta, terwijl ze in andere hun vrijheid zagen ingeperkt, onder andere in Athene, hoewel in de gemiddelde polis hun vrijheid noch helemaal onbeperkt noch serieus ingeperkt was. Het hing van de situatie in de maatschappij af.

Het was de taak van de vrouw om de oikos, het huishouden te beheren, dus het toezicht te houden over de slaven. Het Griekse woord οικονομια (oikonomia), een samenstelling van οικος (oikos = ‘huis’) en νομος (nomos = ‘wet’; ‘gang van zaken’), betekent letterlijk ‘huishouding‘.

X x + y = Xx of Xy of Xo of Xxy

Bevruchting vindt altijd plaats in de EI – Leider van moeder de vrouw – Maar wat is haar positie in de wereld als blauw druk?

Chromosomen Blauwdruk Desoxyribonucleïnezuur (DNA) is het molecuul dat onze genetische informatie draagt en daarom de blauwdruk van het leven genoemd wordt. Strak opgerold zit het DNA in de chromosomen van alle cellen, waar een legioen aan eiwitten en andere moleculen de genen aflezen en vertalen naar lichaamsfuncties.

Toeval bestaat

In de Postambule tot de Déclaration roept zij vrouwen ‘dans tout l’univers’ op om voor hun rechten op te komen:

‘Vrouw, word wakker; De alarmbel van de rede is door het hele universum te horen; Erken uw rechten. Het machtige rijk van de natuur is niet langer omgeven door vooroordelen, fanatisme, bijgeloof en leugens. De fakkel van de waarheid heeft alle wolken van dwaasheid en usurpatie verdreven.’

Het huwelijk blijkt dus een ‘graf’ voor vertrouwen en liefde’.

Geen wonder dat tijdens de bezetting het Nederlandse belastingstelsel in recordtempo grondig werd hervormd.

Maar vrouwen en moeders waren toch handelingsonbekwaam?

Vrijwel geen belasting bleef hetzelfde. De ambtenaren die deze hervormingen uitwerkten, wilden al lang voor de oorlog het achterhaalde belastingbeleid moderniseren. In de oorlog kregen zij de kans om die ambities waar te maken.

Handelswet en Handelsverdragen

Dossier Moeder de vrouw – Wie is zij juridisch eigenlijk toen ze tevens zei: Ja ik wil volgens de grondwet en burgerlijk wetboek?

Het Antwoord: Blijft maar uit !

Daarom kon ik toch zo weinig informatie vinden over de rechten en plichten van meisjes/ vrouwen en gehuwde vrouwen die voordat ze kinderen kregen zelfstandig onderneemster werden. Toen ik bij het merken bureau Be Ne Lux mijn lichaam en geest als schepper van de ziel wilde opvragen kreeg ik tot mijn grote schrik met Stichting Koning Willem I te maken. Toen ik las welke organisatie ’s hieraan verbonden zijn wist ik het meteen: Nationale Nederlanden ën Aegon zijn mijn licentie houder S 19 van mij als schepper van de ziel!

De ziel bestaat uit verstand en de wil, maar aangezien een volspelende overheid het spel van wijs en waan tijdens het spel wijzigen door taalfouten en codificatie in het burgerlijk wetboek blijft de slavenhandel in blanke slavinnen in het systeem bestaan. Michiel de Ruyter.

Nu kennen we de Engelse uitdrukking: ‘What’s in a name? ‘ Deze uitdrukking wordt gebruikt als de figuurlijke en letterlijke betekenis van woorden/namen op toevallige wijze door elkaar heen lopen alsof het zo bedoeld is, terwijl dat in werkelijkheid (meestal) niet zo is.

Hoeveel slaven had Michiel de Ruyter?

Hij heeft er ongeveer 2500 slaven gekocht, deels met eigen geld, deels met geld uit de ‘Liefdekassen’ van de Nederlandse kerken, die dat voor dat doel aan hem hadden mee gegeven. Wij zouden deze dergelijke “slaven” overigens kunnen omschrijven als “krijgsgevangenen”, aangezien zij verkocht werden als opbrengst van een buitgemaakt schip inclusief mensen en goederen. Slavenhandelaar of redder geloofsgenoten? U mag het zeggen.

In 1813, na het herstel van ons Koninkrijk na de Napoleontische tijd, gaf Koning Willem I toestemming aan de mannelijke afstammelingen in directe lijn, van de oudste en van de jongste dochter het recht de naam”‘de Ruyter’ aan hun naam toe te voegen, zodat dubbele namen ontstonden.

De afstammelingen van de oudste dochter heetten de Wildt, en noemden zich nadien dus “de Ruyter de Wildt”.De afstammelingen van de jongste dochten heetten ‘van Steveninck’ en heetten nadien dus: “de Ruyter van Steveninck”Deze twee families mogen ook het familiewapen van de Ruyter in hun familiewapen opnemen.

Alle andere afstammelingen van de Ruyter stammen dus af van zusters van de eerste de Ruyter de Wildt’s en de Ruyter van  Steveninck’s, en van hun dochters en kleindochters enz. die allen  de naam van hun man kregen, evenals hun kinderen. Deze mensen zijn dus wel echte afstammelingen van de Ruyter, maar dragen niet zijn naam.

Achternaam niet toegestaan
De tot slaaf gemaakten werden alleen geregistreerd met voornaam, de zogenoemde slavennaam. Een achternaam was eenvoudigweg niet toegestaan.

Het geven van een naam was alleen voorbehouden aan de plantage-eigenaar; de ouders hadden er niets over te zeggen. Om nog een onderscheid te kunnen maken tussen tot slaaf gemaakten werd er in de naamgeving een relatie met de betreffende plantage aangebracht.
Tussen de voornaam en de plantage-naam werd het verbindingswoordje ‘van’ geplaatst.
Ben manumissie had dan tot gevolg dat het systeem van naamvoering in zoverre werd veranderd dat de plantage- naam werd gewijzigd in de naam van de persoon die verantwoordelijk was voor de vrijstelling.

Het woordje ‘van’ bleef aanwezig en maakte in feite daarmee de vrijgemaakte persoon herkenbaar als een voormalig tot slaaf gemaakte. Wie kent het niet: Ze is de vrouw van!!

Eerst in de 19e eeuw komen er echte achternamen voor vrijgemaakten en ‘vrijgeborenen’. 

De slaven van Michiel de Ruyter en het verdrag van Istanbul!

Dit verdrag wordt ook wel het ‘Verdrag van Istanbul’ genoemd. Het verdrag beoogt geweld tegen vrouwen en meisjes en huiselijk geweld te voorkomen, te vervolgen en uit te bannen. Het creëert een bindend juridisch kader om vrouwen tegen geweld te beschermen. Daarom worden vrouwen binnen het patriarchaat gecodeerd! De vrouwen hoort dus ten alle tijde te gehoorzamen aan een ars, herder, hoeder of politieke pooier! Dat is de plicht die alle mannelijke machthebbers vrouwen dus digitaal opleggen! Een papieren ketamine blauwe druk dus!

De stichting koning Willem I is vernoemd naar Koning Willem I (1772-1843), de ‘Koopman Koning’ die bekend stond om zijn handelsgeest. De naam zegt het al : koopman met zijn handelsgeest!

Tijdens zijn regeerperiode (1814-1840) nam hij initiatieven voor het herstel van de economische bloei, richtte hij handelsmaatschappijen op en trad hij op als investeerder. Zie bestuur van Stichting Koning Willem – waaronder Nive B.V.. BV Nederlandse Industrie Van Eiproducten (BV NIVE) is gevestigd in Nunspeet en is gespecialiseerd in de productie van eipoeders.

Uit welk EI kom jij ? IE Kroon van waardigheid

Napoleon maakte vrouwen en moeders en meisjes niet voor niets handelingsonbekwaam in 1838 !

In 1889 voerde Otto von Bismarck het eerste wettelijke staatspensioenfonds in. De pensioengerechtigde leeftijd werd gesteld op 70 jaar. Deze leeftijd zakte naar 65 jaar, wat een internationale norm werd. Pensioen was dus alleen voor mannen! Hoezo is iedereen voor de wet gelijk? Art 1 ?

Ze kregen pas stemrecht in 1919 en kiesrecht in 1957 toen het pensioenstelsel uitgebreid moest worden! Moeder de vrouw wordt dus nog steeds als bezit gezien.

Bezit is in het Nederlands vermogensrecht het houden van een goed voor zichzelf (art. 107 eerste lid, Burgerlijk Wetboek Boek 3 (BW 3)).

Wat betekent bezit?

Bezit is het houden van een goed voor zichzelf. Bezit kan onmiddellijk (dat wil zeggen direct) plaatsvinden doordat iemand bezit zonder dat een andere het goed voor hem houdt. Het bezit kan ook middellijk (dat wil zeggen indirect) plaatsvinden doordat iemand bezit door middel van een ander die het goed voor hem houdt.

Is een bezitter ook eigenaar?

Juridisch gezien is de bezitter diegene die een zaak of goed voor zichzelf houdt. De houder is diegene die een zaak of goed voor een ander houdt. De eigenaar is diegene die het rechtmatige eigendom over een zaak of goed heeft.

Wat valt onder bezit?

Wat is een bezit? Bezit is een economisch middel waarvan iemand eigenaar of beheerder is om er in de (nabije) toekomst winst of voordeel uit te halen. In de financiële wereld heeft het woord bezit betrekking op dat wat wordt verhandeld op de markt, zoals aandelen, obligaties, valuta’s of grondstoffen.

Wetboek 9 is dus gereserveerd door de Staten Generaal.

Zeventig jaar geleden, in 1947, kreeg Meijers de opdracht om een nieuw BW te ontwerpen. 

Het was de bedoeling van Meijers om daar ook een apart boek bij op te nemen over de ‘rechten van de scheppende mens’.

Tegen deze naam werd bezwaar gemaakt, onder andere door Pieter Sjoerds Gerbrandy.

Gerbrandy was Voormalig Minister van Justitie en Veiligheid van Nederland) Politiewet 1957 ( Vrouwen werden deels handelingsbekwaam voor pensioen man als kostwinner) . 

Hij vond de aanduiding ‘scheppende mens’ arrogant. De naam werd veranderd in ‘rechten op voortbrengselen van de geest’. Zo kregen vrouwen en moeder de vrouw dus een andere betekenis .

Toen ik Unesco en het cultureel erfgoed mailde of moeder de vrouw als levend cultureel erfgoed is opgenomen in de lijst, kreeg ik te horen dat dit het nog niet het geval was! Ik was met stomheid geslagen- Alleen zij is de broncode Xx van ons allen bestaan, niemand anders kan een dezelfde soort wezen op aarde zetten!

Waar blijft Boek 9 BW? Bron Wetboek Plus

Volgens beide schrijvers kan een boek 9 BW (meer) duidelijkheid over het intellectueel eigendomsrecht scheppen. Te denken valt bijvoorbeeld aan de goederenrechtelijke status van licenties en de aanvragen van een merk of octrooi.

Visser stelt: “Het is hoog tijd om ook het wetboek Boek 9 weer ter hand te nemen, alle anachronismen en tegenstrijdigheden op te ruimen, orde te scheppen en ons roemruchte nieuw burgerlijk wetboek te voltooien!”

Juridisch noemt men dit: zelfstandig bestuurder van het lichaam als schepper van de ziel genoemd, een zelfstandige entiteit en rechtspersoonlijkheid?

Wat als het waar is Koning Willem ?

Van wie is lichaam en geest ook wel het intellectuele EI – GEN – DOM van de vrouw en schepper van de ziel genoemd?

Is zijzelf de baas over haar eigen lichaam en leven of is zij gegijzeld door software applicaties van codeflikkers door codificatie zoals de BV Burgers Service Nummers.

Tijdens de oprichting van VOC WIC MCC en OIC is slavenhandel blijkbaar nog steeds in tact omdat Europa geleid wordt door het Patriarchaat.

20 maart 1602

De VOC werd in 1602 opgericht en ontwikkelde zich tot een machtig bedrijf met een monopolie op alle Nederlandse handel in Aziatische wateren ten oosten van Kaap de Goede Hoop.

Matriarchaat
maatschappijvorm waarin vrouwen een dominante rol innemen

Naast het alleenrecht om als enige Nederlandse onderneming handel te drijven in Azië, had de VOC ook veel bestuurlijke macht.

3 juni 1621

Op 3 juni 1621 wordt, naar voorbeeld van de VOC, de West-Indische Compagnie (WIC) opgericht. De WIC heeft het alleenrecht op alle handel en scheepvaart op West-Afrika en Noord- en Zuid-Amerika. Met de oprichting van de WIC begint ook de Nederlandse handel in slaven.

1720

De Middelburgse Commercie Compagnie (MCC), opgericht in 1720, was een Nederlandse particuliere handelsonderneming.

Naast handel op havens aan de Oostzee en de Middellandse Zee hield de onderneming zich bezig met driehoekshandel of trans-Atlantische slavenhandel.

De Vrouwe Johanna Cores was een fregat van de Middelburgse Commercie Compagnie (MCC).

Koning Willem I (1815-1840)

Koning Willem I was de eerste Koning van het Koninkrijk der Nederlanden. In 1815 bepaalde het Congres van Wenen dat de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden weer herenigd zouden worden. Willem Frederik riep zichzelf uit tot Koning. In 1815 werd hij ingehuldigd

Koning Willem 1 bestuurt vanaf 1802 de Duitse vorstendommen Fulda en Corvey. Die kreeg hij als compensatie van Napoleon Bonaparte voor het verlies van de Nederlandse domeinen in 1795. Deze vorstendommen raakt hij in 1806 weer kwijt als hij in een nieuwe oorlog tegen Napoleon Pruisen steunt. Hij trekt zich daarna terug op zijn domeinen in Silezië, Oost-Europa.

Wat veranderde bij de Bataafse Revolutie in 1795?

Stadhouder Willem V vlucht met zijn gezin naar Engeland. Meteen daarna wordt op 20 januari 1795 de Bataafse Republiek uitgeroepen. Veel Nederlanders vieren feest en naar Frans voorbeeld worden er ‘vrijheidsbomen’ opgericht, een symbool van Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap.

Tijdens de val van Napoleon verblijft de Prins van Oranje in Engeland. In november 1813 keert hij op verzoek van enkele vooraanstaande Nederlanders terug naar Nederland en krijgt een enthousiast onthaal van de bevolking.

Op 2 december 1813 wordt hij uitgeroepen tot Soeverein Vorst der Verenigde Nederlanden. Hij wordt als soeverein vorst ingehuldigd op 30 maart 1814 in de Nieuwe Kerk in Amsterdam.

Op 16 maart 1815 aanvaardt hij de Koninklijke waardigheid en wordt als Koning in Brussel ingehuldigd op 21 september 1815.

Koning Willem I wordt in 1815 ook Groothertog van Luxemburg en na de definitieve afscheiding van België in 1839 Hertog van Limburg.

Hij doet op 7 oktober 1840 afstand van de troon, waarna hij de naam en titel Koning Willem Frederik, Graaf van Nassau aanneemt.

Zijn zoon, Willem II, volgt hem in 1840 op. Willem I overlijdt in het Niederländische Palais in Berlijn op 12 december 1843.

1969

De Organisatie van Islamitische Samenwerking (OIC), voorheen de Organisatie van Islamitische Conferentie, is een internationale organisatie die in 1969 is opgericht en thans 57 lidstaten telt, afkomstig uit Afrika, Azië, het Midden-Oosten, Europa en Zuid- Amerika.

De broncode- De bron van ons allen bestaan = moeder de vrouw werd een juridische constructie van fictie en non – fictie in het walhalla van het Y chromosoom als slavenhandelaar.

Een andere wereld

Chromosomen DNA Blauwdruk

Onze adel is vooral Napoleontische adel. Het waren aanzienlijke burgers die onder Koning Lodewijk Napoleon in de adelstand werden verheven. Nederland had nauwelijks oude adel en de koning wilde wel leuke feesten en banketten kunnen organiseren. Het is ook lastig om een leuke hofhouding te onderhouden zonder adel.

Ik stop.. want ik kan nog uren door blijven gaan Merry X mas

If the World Was Ending …..🎼

Silvia

God always knows what the world needs know – Big Magic – Schiermonnikoog

Een vrouw van de wereld. 

Dankzij Wikipedia en opensource bronnen kom je een stukje ‘dichter’ bij het verhaal van Bommel