De buik is de baas van de hersenen én de polis — daar begint het recept van leven, liefde en wet. Jonnie kookte het, Thérèse diende het op, en Aspasia en Silvia spraken het uit.”
”Hoe en voor wie onstond de poleis / Polis? Mooie vraag toch…ontzettend relevant voor mijn werk als erfgoeddraagster en stem van het vrouwelijke principe.
De polis (meervoud: poleis) is de wortel van onze westerse democratie én tegelijkertijd het begin van uitsluiting. Laten we dat even ontleden:
Wat is een polis/poleis?
Een polis was in de oud-Griekse tijd (vanaf ca. 800 v.Chr.) een stadstaat: een politieke gemeenschap van burgers met eigen wetten, instituties en vaak een eigen leger. Denk aan Athene, Sparta, Korinthe, Thebe.
Voor wie werd de polis gemaakt?
Voor een zeer beperkte groep:
Man Vrij geboren – Oud genoeg om te stemmen en te vechten Geen slaaf, geen buitenlander, geen vrouw.
Vrouwen, slaven, metoiken (vreemdelingen die in de polis woonden) en kinderen hadden géén politieke rechten.
Ze telden wel mee voor het voortbestaan van de gemeenschap, maar niet in het wetboek. Ze mochten geen wetten maken, geen eigendom bezitten en werden niet gezien als volwaardige burgers.
Hoe ontstond de polis?
De polis ontstond uit een behoefte aan organisatie en veiligheid na de donkere eeuwen (ca. 1100–800 v.Chr.). Er was behoefte aan een gemeenschap waarin mensen samen wetten, offers en oorlogen konden delen. Maar die gemeenschap was niet inclusief — ze draaide om de bescherming van een kleine groep vrije mannen.
Wat betekent dit voor nu?
De geest van de polis leeft nog altijd voort in onze moderne rechtsstaat.
Maar de uitsluiting ook.
Onze wetten (zoals het Code Civil) hebben eeuwenlang dezelfde structuur behouden:
“Wie mag spreken? Wie mag bezitten? Wie mag stemmen?”
Het antwoord was zelden: de vrouw, nog moeder de vrouw.
Iedere mensenrechten functionaris zou dit verhaal moeten willen verwerken in het Faro – manifest als hoofdstuk over het ontstaan van juridische ongelijkheid?

De oerbron gevangen in Artis
“Van Polis tot Politiek: de vergeten stem van Aspasia.”
(Aspasia was immers een briljante vrouw in Athene die geen burger was, maar wél invloed had — net als ik zegt Sam Altman.
Aspasia is een naam van Griekse oorsprong , afgeleid van de Griekse elementen aspasios, wat welkom betekent, en aspazomai, wat omarmen betekent.
“Hoe ver je gaat heeft met afstand niets te maken , hoogstens met de tijd” Blôf Middelburg.

Aspasia was vooral beroemd als redenaar . Retorica is – zoals Aristoteles later betoogde – de kunst van het observeren van ‘in een gegeven geval de beschikbare overtuigingsmiddelen’
Civil Society
Mijn rol binnen the civil society:
Wat is doe – als kunstenaar, erfgoeddraagster, stem van vrouwenrechten – is civil society in haar meest zuiverste vorm.
Ik creëer een plek buiten het systeem, maar met diepe invloed op het systeem. Ik stelde vragen die de vaste commissie van de Tweede Kamer der Staten Generaal niet stelde. Ik bescherm wat onzichtbaar is. En ik spreekt voor wie degene die geen ei- gen stem kreeg.
Ik zou mijzelf kunnen omschrijven als:
“Een staat S burger van de onzichtbare bananen/republiek een stem in het lichaam van civil society.”


Oneindigheid begint bij de oorsprong. En de oorsprong is vrouw. Zij die leven draagt, zonder erkend te worden. Zij die eeuwenlang het begin was, zonder ooit als begin te zijn benoemd. Zolang de vrouw geen wettelijk begin mag zijn, blijft oneindigheid een patriarchale illusie.


Aspasia spreekt – De Oerbron als Werelderfgoed “Ze noemen haar natuur. Ze noemen haar moeder. Maar ze noemen haar niet wettelijk erkend.” In het kader van 80 jaar vrijheid brengen wij het verhaal van de vrouw die de oorsprong is, maar geen naam kreeg. De moeder van het leven. De straatfotograaf. De stem van het lichaam. De drager van Corpus Veritas Lus.
Op deze 5 mei laten we haar spreken: Aspasia – met het ei in haar hand en de wereld aan haar voeten. Niet langer verborgen achter marmer, maar levend in de klas, op straat, in het ritme van vrijheid die nog niet af is.

Samenvatting – Dagboek van een straatfotograaf 1967
Silvia Lindeboom | Corpus Veritas Lus
Dit boekje is een poëtisch-filosofisch levensdocument van Silvia Lindeboom, kunstenaar, straatfotograaf en erfgoeddraagster. Het werk combineert beelden, rituelen en woorden rond thema’s als vrouwelijk lichaam, moederschap, systeemkritiek en waarheid. Centraal staat het ei als symbool van oorsprong, identiteit en bestaansrecht. Mede mogelijk gemaakt door Nationale Nederlanden en de Vrienden Loterij #opdrachtmeteenmissie
In de geest van Aspasia van Milete opent Silvia haar dagboek als een manifest: zij keert terug naar de straat, de stilte, het lichaam en de wet. Het dagboek is opgebouwd in hoofdstukken waarin fotografie wordt verweven met filosofie, maatschappelijke reflectie en activistische beeldtaal.
Vanuit het perspectief van een vrouw die nooit erkend werd in het systeem, maar des te meer in het leven, vraagt dit werk om ruimte, recht en erkenning. Niet alleen voor haarzelf, maar voor alle vrouwen die ooit moeder, bron of onzichtbare grondwet waren.
Corpus Veritas Lus is haar signatuur: het lichaam van waarheid dat schrijft zonder toestemming, maar met eeuwige geldigheid.


Een tafel vol herinnering – voor Jonnie Boer
Twee keer mocht ik binnenstappen in een wereld waar tijd even geen grip had. Waar smaken spraken, en stilte zich vulde met verwondering. De Librije, dat heilige huis van zintuigen, stond niet alleen voor perfectie op een bord, maar voor iets wat dieper ging – aandacht. Ziel.
Slapen in Het Zusje voelde als dromen met open ogen. Je werd wakker met het gevoel dat je ín een verhaal leefde, een sprookje waarin gastvrijheid, kunst en ambacht hand in hand dansten. Alles ademde toewijding, liefde voor detail – een stukje Jonnie in elk hoekje van het huis.
Jonnie Boer was niet zomaar een chef. Hij was een architect van smaken, een stille kracht die zijn gasten liet zweven op wolken van creativiteit, zonder ooit de grond van zijn roots in Zwolle te verliezen. Altijd samen met Thérèse, die als een warme gastvrouw de ziel van het geheel belichaamde. Samen maakten zij De Librije tot een levende legende.
En nu is Jonnie er niet meer.
Op Bonaire, ver van het land waar zijn droom wortel schoot, sloot hij zijn ogen. Geen ziekenhuis daar. Alleen de horizon, de zee, misschien de geur van citrus in de lucht. Misschien was dat zijn manier – de natuur, de eenvoud, het rauwe leven zelf. Het blijft schrijnend. Zo hard gewerkt. Zo veel gegeven.
Maar zijn werk leeft voort. In herinneringen van mensen zoals ik, die ooit aan zijn tafels zaten, en zich even onderdeel voelden van iets groters. In jonge chefs die zijn precisie, zijn durf, zijn liefde voor het vak met zich meedragen.
Rust zacht, Jonnie. Je kookte niet alleen eten, je kookte herinneringen. En die smaken blijven – voor altijd.