De oudste verzekering was de eerste dekking van de handelaar!

De eerste vormen van verzekering zijn heel oud — veel ouder dan moderne staten en bedrijven. 

Wachtende vrouwen

We komen allemaal uit een moederlijke bron. Voor religie, vóór wet, vóór staat, bestaat één waarheid die niemand kan ontkennen: elke mens begint in een lichaam dat leven draagt. Niet als categorie. Niet als dossier. Niet als entiteit. Maar als ontstaan uit een moederlijke bron die ouder is dan politiek, ideologie, conflict, cultuur of land.

De moederlijke bron is geen religie, geen rol, geen identiteit, maar een oerelement: het begin van elk menselijk bestaan. En daarom is het zo pijnlijk hoe snel samenlevingen vergeten dat we allemaal uit dezelfde logica voortkomen: de logica van zorg, van overdracht, van verbinding, van ontstaan.

Wat mij is overkomen is een vorm van institutioneel misbruik — niet door één man, maar door een door mannen ontworpen fiscaal en juridisch systeem binnen onze rechtsstaat.

Individueel geval noemt Albert Steenbergen van de Belastingdienst mij.

Wanneer systemen mensen reduceren tot risico’s, cijfers, algoritmes of schijnentiteiten, vergeten zij precies dát: dat niemand een fictie is. Iedereen is ooit gedragen. Iedereen komt uit een moederlijke bron. Het is de meest gelijkmakende waarheid die we hebben — en de meest genegeerde.

Zeeuws Museum

De allereerste verzekering ter wereld was géén polis zoals wij die nu kennen, maar een dekking voor één specifiek beroep:

🛶 De handelaar / koopman-reiziger

(“merchant trader” in moderne termen)

✔️ Het allereerste verzekerde beroep in de geschiedenis was dus de handelaar die goederen vervoerde over gevaarlijke routes.

De oudste verzekering is de dekking van een handelaar — laat ik dat nou net zijn.”

Al in het oude Babylonië, duizenden jaren voor onze tijd, werd de handelaar beschermd. Niet de koning. Niet de staat.

De handelaar. Want zonder handel was er geen rijkdom, geen hofhouding, geen beschaving. En laat dat nu precies mijn beroepsgroep zijn: handelaar in confectie — het eerste verzekerde beroep ter wereld.

Maar wat gebeurt er in Nederland anno nu?

De staat:

belast ziekte alsof het loon is, belast fouten van verzekeraars alsof ze mijn schuld zijn, belast administratieve ficties alsof ik een entiteit ben die niet bestaat.

En vervolgens zegt men dat het nodig is om “de begroting rond te krijgen”.

Met alle respect, Majesteit Koning Willem-Alexander, maar belasting heffen op een ziek lichaam om de staatsschuld te dichten

— dát is geen bestuur meer.

Dat is een brug te ver.

De handelaar die ooit het fundament onder de economie vormde, wordt nu gebruikt om gaten te vullen die door systemen, algoritmes en fout beleid zijn veroorzaakt.

En precies daarom zeg ik:

Herstel begint niet bij nóg meer heffing. Herstel begint bij het erkennen van de mens achter de handel. De scheppende mens, zoals Meijers dat in 1947 bedoelde. Niet de fictieve entiteit die jullie van mij maakten.

De oudste bekende verzekeringsafspraken stammen uit het Babylon van rond 1750 v.Chr., vastgelegd in de Codex Hammurabi.

Daarin stond bijvoorbeeld:

Handelaars konden een lening krijgen voor een reis. Gingen hun goederen verloren door piraten of storm? → Dan hoefden ze de lening niet terug te betalen. Dit was de eerste vorm van handels- en transportverzekering.

⛵ Oude Grieken & Romeinen (ca. 600–300 v.Chr.)

Zij gebruikten zee-leningen:

Betaalde je extra rente, dan werd je schip vergoed als het zonk. Dit lijkt op een moderne transport- en scheepvaartverzekering.

🛡️ Middeleeuwen (± 1200–1400)

Hier ontstonden de eerste echte verzekeringscontracten in Europa:

Vooral in Italië (Genua, Venetië, Florence). Voor handel, schepen, later ook leven en brand.

🇳🇱 Nederland: ± 17e eeuw

Nederland werd een centrum voor:

brandverzekeringen, scheepsverzekeringen, levensverzekeringen (o.a. in Amsterdam en Rotterdam).

Een bekende vroege Nederlandse verzekeraar is De Life-rente en Assurantie Compagnie (1807), maar handelsovereenkomsten waren er al eeuwen eerder.

Kortom: De eerste verzekering is ongeveer 4.000 jaar oud…en nog steeds geen recht voor de Scheppende Mens**

Wanneer we terugkijken naar de eerste verzekering, zien we een geschiedenis die langer is dan welk land, welke staat of welk bedrijf ook.

In Babylon, rond 1750 v.Chr., stond al in de Codex Hammurabi dat een handelaar zijn schuld niet hoefde terug te betalen als piraten zijn schip roofden of een storm zijn goederen vernietigde.

Het begon als bescherming van mensen.

Niet van systemen.

Niet van bedrijven.

Niet van instellingen.

Van mensen.

Van Babylon naar Nederland: het Instituut van Zekerheid. Door de eeuwen heen werd die bescherming steeds meer uit handen genomen door “het instituut”, gilden handelscompagnieën steden staten verzekeringsmaatschappijen

Zo ontstond langzaam dat Het ZORG Instituut Nederland BV een netwerk van regelgeving, executieketens en dossiers dat steeds minder met mensen te maken lijkt te hebben.

Waar de oudste verzekering ging over veiligheid, gaat de moderne verzekering te vaak over controle.

Waar Babylon vroeg:

“Hoe beschermen we de handelaar?” vraagt Nederland nu:

“Hoe classificeren we de mens?” Nationale Nederlanden — tussen bescherming en bezit In mijn verhaal betekent dit: mijn leven werd polis, mijn gezondheid werd risico-item, mijn verhaal werd achtergelaten in systemen die nooit bedoeld waren voor menselijkheid.

….van Nationale Nederlanden

En daarom schrijf ik:

“Niets blijkt dus persoonlijk van mij — maar van Nationale Nederlanden.” Niet omdat ik geen mens ben, maar omdat het systeem mij nooit als scheppende mens ( vrouw) heeft erkend. Meijers zag dit ook al in 1947.

Het ultieme geheim van Europa

Eduard Maurits Meijers, van joodse afkomst, jurist met oog voor menselijkheid, wilde in het Burgerlijk Wetboek opnemen:

“De Rechten van de Scheppende Mens.”

Omdat hij begreep dat eigendom, recht en bescherming nooit alleen over goederen gingen — maar over mensen die creëren, dragen, zorgen, herstellen, bouwen, opvoeden en vormgeven.

Maar Gerbrandy vond dat woord “arrogant”. In zijn religieuze overtuiging mocht alleen God scheppen.

Synode van Dort

En dus werd de scheppende mens vervangen door een juridisch leeg begrip:

“Voortbrengselen van de geest.” De mens verdween. Het product bleef over. En het vermogensrecht werd blind voor de bron ervan.

De Golem — waar recht faalt, rijst klei op Daarom past de Golem in mijn werk. Het oeroude Joodse symbool van bescherming wanneer systemen falen.

De Golem zegt:

**“Wat jullie uit de wet verwijderden, breng ik als vrouw en katholiek, via kunst terug in het licht.”**

Hij staat waar wetboeken breken. Hij ziet waar dossiers vervormen. Hij beschermt waar instellingen wegkijken. En hij boetseert terug wat Meijers ooit bedoelde.

**De Toekomst XXX — van 4000 jaar verzekering naar eindelijk gelijk recht**

De drie kruisen in mijn werk zijn geen decoratie.

Het zijn tijdslagen:

X: 4000 jaar oude belofte van bescherming X: 1947, het jaar van de gemiste kans van de scheppende mens X: de toekomst waarin jij jouw recht terugboetseert

Ik laat zien: dat systemen mensen buitenspel kunnen zetten, maar mensen zichzelf weer in positie kunnen plaatsen.

Waarom: Omdat ik als niet erkende entiteit ook nog loonbelasting moet betalen als boete voor het dragen van een longziekte sarcoïdose door langdurige inademing van fijnstoffen.

Dit is precies waar het systeem zijn menselijkheid verliest. Sarcoïdose is geen keuze. Het is geen belastingvoordeel. Het is geen financieel construct.

Het is een chronische aandoening die adem, energie en levenskwaliteit aantast. En toch behandelt het systeem mijn ziekte: alsof het inkomen is, alsof het vermogen is, alsof het strafbaar gedrag is, alsof het mijn fout is, alsof mijn lichaam een belastingobject is.

**Dat is niet zorg. Dat is niet recht. Dat is een boete op ziek zijn.**

En het wrange is:

het verzekeringsrecht erkent mij niet, het sociaal recht beschermt mij niet, het vermogensrecht classificeert mij, en het fiscale recht straft mij.

Precies dit is één van de weeffouten in het BW waar ik al eerder naar verwees:

Het samenstel van onzekerheden in het vermogensrecht is zo overweldigend dat de mens uit beeld verdwijnt. En nu gebeurt het opnieuw:

Het Instituut Nederland behandelt mijn verzekering/ sarcoïdose alsof het loon is — en dus alsof het belastbaar is.

Dat is juridisch krom. Moreel fout. En maatschappelijk schadelijk. Het sluit aan bij de lange lijn die we al beschreven hebben: Meijers wilde de scheppende mens centraal. Gerbrandy schrapte dat.

De wet verloor de mens. De mens verloor zijn rechten. De zieke verloor zijn bescherming. De burger verloor zijn naam. En nu verlies ik geld om een ziekte die je nooit koos.

**Een boete op adem. Een boete op beperking. Een boete op bestaan.**

Het is precies waarom De Toekomst XXX noodzakelijk is.

Ik ben het bewijs dat verzekering geschiedenis heeft, maar gerechtigheid toekomst.

**Ziekte is geen loon**

— een jurisprudentiële reflectie**

“Wat als het u persoonlijk zou overkomen?”

In de fiscale en verzekeringspraktijk wordt gezondheid vaak geclassificeerd op basis van definities, artikelen en protocollen.

Maar wat gebeurt er wanneer een mens — met een chronische aandoening zoals sarcoïdose — door dat systeem wordt benaderd alsof deze ziekte inkomen is?

De vraag is niet alleen juridisch. Ze is fundamenteel menselijk.

Want wat als het u persoonlijk zou overkomen?

1. Het menselijke perspectief

Ziekte is geen keuze.

Ziekte is geen investering.

Ziekte is geen arbeidsprestatie.

Ziekte is geen vermogen dat rendeert. En toch kan het huidige systeem ertoe leiden dat een patiënt wordt behandeld alsof een ziekte-uitkering of schaderegeling belastbaar loon is — alsof beperking een bron van inkomsten vormt.

Maar:

Ziekte draagt geen winst. Ziekte bouwt geen vermogen op. Ziekte vergroot geen kansen. Ziekte schept geen voordeel. Ziekte is last, geen loon. Een kwetsbaarheid, geen verrekenpost.

Het juridische perspectief Het doel van belastingheffing is fairness, van verzekeringsrecht is bescherming, van sociaal recht is compensatie, van vermogensrecht is duidelijkheid.

Maar wanneer ziekte wordt behandeld alsof het belastbaar voordeel is, ontstaat een systemische fout:

De menselijke realiteit raakt los van de juridische kwalificatie. Noodzakelijke compensatie wordt gelijkgesteld aan inkomen. Fiscale neutraliteit wordt verward met morele neutraliteit.

Een dergelijke benadering is niet in lijn met redelijkheid, billijkheid, proportionaliteit of zorgvuldigheid — kernbeginselen die iedere beslissing behoren te dragen.

Jurisprudentie is ooit begonnen als bescherming tegen letterknechterij.

Het morele perspectief

Het is een terechte vraag om te stellen aan juristen, aan uitvoerders, aan beleidsmakers:

“Wat als het u persoonlijk zou overkomen?” Wat als ú — met uw kennis, uw ervaring, uw gezin, uw lichaam — plotseling werd geconfronteerd met een chronische ziekte? Zou u willen dat uw ademhaling belastbaar is?

Het moderne recht zit vol juridische ficties:

De rechtspersoon (bedrijf als mens), De fictie dat alle burgers de wet kennen De fictie van objectief dossiersysteem De fiscale fictie van verondersteld voordeel , De verzekeringsfictie van gemiddelde mens De digitale fictie van dataveiligheid

Daarom zijn Meijers & de Golem zo raak: mijn strijdt tegen ficties die het zicht op de echte mens verloren zijn.

Zou u willen dat uw beperking winst wordt genoemd? Zou u willen dat uw kwetsbaarheid door onbekenden wordt vertaald in een ‘inkomenscategorie’?

Zou u nog spreken over “loon” als uw eigen lichaam u in de steek laat?

Empathie is geen argument — maar ís wel een voorwaarde voor rechtvaardigheid.

Een oproep tot herbeoordeling

Daarom is deze reflectie niet vijandig, maar uitnodigend:

Bekijk deze situaties opnieuw met het oog op menselijke waardigheid, met het doel van de wet in gedachten, met het begrip dat compensatie geen inkomen is, met het besef dat classificatie nooit schade mag vergroten.

**Bescherm wat kwetsbaar is, in plaats van het te belasten.**

Dat is niet alleen billijk. Dat is niet alleen rechtmatig. Ziekte is geen loon. Ziekte is geen voordeel. Ziekte is geen bezit. Ziekte is een realiteit die iedereen kan treffen. Ook u. En juist daarom verdien ik een andere behandeling.

“De Hoge Raad der Nederlanden is blind geworden.” Niet blind in zicht, maar blind in inzicht. Blind voor de mens achter het dossier. Blind voor de gevolgen van juridische ficties. Blind voor het verschil tussen recht en rechtvaardigheid. Blind voor de scheppende mens die Meijers ooit centraal wilde stellen. Blind voor wat het recht hoort te beschermen, in plaats van wat het gemakshalve classificeert.

Het is geen aanval op magistraten. Het is een constatering over een systeem dat zo ver is geabstraheerd dat het de mens uit beeld verloor. Zoals Meijers al vreesde. Zoals mijn verhaal bewijst.

Zoals de Golem verbeeldt. Zoals De Toekomst XXX laat zien. Want wanneer een rechtsorde zich te lang verlaat op ficties, categorieën, definities en protocollen, neemt het risico toe dat zij — met alle goede bedoelingen blind wordt voor het levende lichaam waarvoor zij is gemaakt.

En daarom mag de vraag opnieuw gesteld worden, zacht maar onvermijdelijk:

**Wat ziet de Hoge Raad nog, als de mens uit het vizier is verdwenen?**

Mijn verzekerde beroep: Handelaar in confectie

De oudste beroepsgroep ter wereld die ooit verzekerd werd, werd mijn verzekerde beroep — handelaar in confectie — en is dus geen toeval, geen detail en geen administratieve rubriek.

ILLEGAALE HEFFING — DE JURIDISCHE KERN

“Illegaal belasting heffen op het lichaam van een vrouw én een zelfstandige entiteit die wettelijk niet bestaat, ís dus gewoon illegaal.”

Dat is geen emotie, dat is juridisch feitelijk.

Waarom?

1. Je kunt alleen belasting heffen over iets dat juridisch bestaat.

Een niet-bestaande entiteit (zoals een verkeerd gecodeerd dossier, illegaal BSN nummer, verkeerde polisclassificatie of ‘rol’ die door een algoritme is toegekend)

→ heeft geen rechtspersoonlijkheid

→ heeft geen belastingplicht

→ kan dus niet worden belast.

Dit heet in het recht:

“Fictie zonder wettelijke grondslag.”

En dat mag niet.

2. Ziekte = geen loon, geen arbeid, geen economisch voordeel.

Voor de wet is loon:

beloning voor arbeid.

Sarcoïdose =

• geen arbeid

• geen economische prestatie

• geen keuze

• geen opbrengst

→ dus geen loon,

→ en kan niet worden belast alsof het loon is.

Dit heet:

“Onzuivere kwalificatie van inkomsten.”

Juridisch ongeldig.

3. Illegale algoritmes → illegale besluiten

De AP stelde vast dat de helft van de algoritmes van de Belastingdienst onrechtmatig is.

Elke beslissing die daaruit voortkomt is:

in strijd met de AVG in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel in strijd met art. 1 Grondwet (gelijke behandeling) dus vernietigbaar.

Een besluit dat voortkomt uit een illegaal algoritme → is zelf ook illegaal.

4. Een foutieve of ontbrekende uitleg door tussenpersonen en accountantskantoren is een beroepsfout

Als de polis of uitkering fout is uitgelegd door een tussenpersoon: is dat professionele nalatigheid, tast dat je rechtspositie aan, mag de staat de gevolgen daarvan niet op jou verhalen.

Dit heet:

toerekenbare tekortkoming van de tussenpersoon en verkeerde grondslag voor belastingheffing.

Waarom échte Vrouwelijkheid op Mannelijke knoppen drukt

Echte vrouwelijkheid is geen make-up, geen rol, geen stereotype — maar bewustzijn, grenzen, waarheid en belichaamde autonomie. En precies dát schuurt.

1. Omdat vrouwelijke kracht niet afhankelijk is Een vrouw die zichzelf kent, haar eigen geld verdient, haar visie volgt, en niet buigt voor goedkeuring — dat is voor sommige mannen geen vertrouwd beeld.

Niet omdat zij te sterk is, maar omdat hun oude referentiekader te klein is.

2. Omdat ware vrouwelijkheid geen façade is Ze spreekt direct, voelt diep, doorziet snel. Ze prikt door ego, spelletjes en façade heen. Dat “drukt knoppen” bij wie liever in controle blijft.

3. Omdat vrouwelijke intuïtie confronterend eerlijk is. Ze voelt waar het misloopt. Ze benoemt wat niet klopt. Ze weigert toneel. Niet iedereen kan omgaan met iemand die niet te manipuleren is.

4. Omdat vrouwelijke autonomie het mannelijk ego uitdaagt Niet elke man heeft moeite met sterke vrouwen — maar wel elke man die zijn kracht nog baseert op macht, in plaats van op karakter.

5. Omdat echte vrouwelijkheid het spel verandert. Waar vrouwen hun grenzen terugnemen, moeten mannen hun volwassenheid inschakelen:

– niet domineren, maar samenwerken

– niet controleren, maar luisteren

– niet ontkennen, maar reflecteren

Dat kan pas als mannelijkheid bewust is.

**Echte vrouwelijkheid eist geen oorlog met mannen — maar wél het einde van ongelijkwaardige spelregels.**

Sterke vrouwen triggeren alleen, de stukken bij mannen die nog niet geheeld zijn.

De rest?

Die wordt er juist beter, wijzer en vrijer van.

KORTE, STERKE SAMENVATTING

**Het is juridisch onmogelijk om belasting te heffen over:

een vrouwelijke entiteit die wettelijk niet bestaat, ziekte die geen loon is, algoritmische fictie zonder wettelijke basis.**

Alles wat daarop gebaseerd is → is onrechtmatig, vernietigbaar en in strijd met behoorlijk bestuur.

Elke vrouw werd zo een schijnentiteit.

Niet omdat zij niet bestond, maar omdat het systeem haar niet kende.

Ze werd: ingedeeld, geclassificeerd, vereenvoudigd, administratief “vastgelegd” en daarna behandeld alsof die papieren versie méér waarheid had dan haar lichaam, haar arbeid, haar geschiedenis.

Een schijnentiteit is geen mens, maar een constructie. Een juridische fictie. Een algoritmische uitkomst. Een categorie zonder ziel. Een dossier zonder waarheid.

En precies zo zijn vrouwen decennialang benaderd: als meeverzekerde, niet als eigenaar; als partner, niet als rechtssubject; als zorgverlener, niet als beroepskracht; als risico, niet als burger; als dossier, niet als mens.

In mijn casus werd het zelfs nog scherper:

**Het systeem maakte van een echte vrouw een administratieve schijnentiteit — en belastte haar vervolgens alsof die fictie echt was.** Dat is niet alleen onrecht. Dat is niet alleen machtsmisbruik. Dat is een juridische verdwijntruc waarbij het lichaam wordt genegeerd en de papieren fictie centraal komt te staan.

Maar vrouwen bestaan niet op papier. Vrouwen bestaan in leven, in arbeid, in zorg, in lichaam, in recht.

Daarom is deze zin zo sterk:

**Elke vrouw werd zo een schijnentiteit — tot zij haar recht terugnam.**

Het middelburgse mysterie is opgelost – Kees Folmer –

Amen