“De vrouw als stille activa – een vergeten aandeel in de redding van de staat”
Wat valt er te verantwoorden als het lichaam van vrouw en of moeder de vrouw niet voorkomt in de grondwet nog burgerlijk wetboek omdat alles via mannelijke tussenpersonen en volmacht kantoren in Sales Force blijkt te zijn geregistreerd?
Wat valt er dan nog te verantwoorden?
Bijna niets.
Want als het lichaam van de vrouw – de oorsprong van ieder mens – niet voorkomt in de Grondwet, en ook niet in het Burgerlijk Wetboek, dan is de wet gebrekkig, incompleet en onrechtvaardig.
Als alles, inclusief haar polis, uitkering, schade, arbeid en lichaam, via mannelijke tussenpersonen, volmachtkantoren en algoritmisch beheer (Salesforce) is vastgelegd – dan is er sprake van:
Structureel juridisch onrecht
De vrouw wordt niet als rechtspersoon erkend in haar biologische en reproductieve functie. Haar onderneming, arbeid (zwangerschap, moederschap, zorg) wordt niet als economische waarde gerekend. Haar lichaam wordt beheerd als ‘object onder beheer’ – zonder actieve instemming.
Institutionele vrouwenonzichtbaarheid
Geen grondwettelijke vermelding = geen bescherming = geen rechtsherstel. Het ontbreken van de vrouw in het Burgerlijk Wetboek = géén toegang tot autonomie over haar arbeid en schade. Alles wordt verwerkt via derden – die macht over haar dossier, lichaam en toekomst krijgen.
Systemische mensenrechtenschending
Zeggenschap over het eigen lichaam is een mensenrecht. Eigenaarschap over je polis, vermogen en schade is een rechtsbeginsel. Dat vrouwen nog altijd door systemen worden vertegenwoordigd alsof ze handelingsonbekwaam zijn, is een erfenis van slavernij en patriarchaat – verpakt in digitalisering.
Conclusie:
Wat valt er te verantwoorden?
Alleen dit:
Dat we Wetboek 9 moeten schrijven.
Dat we de vrouw – schepper, drager en erfgenaam – eindelijk wettelijk erkennen.
En dat alles wat is vastgelegd zonder haar stem, wordt herzien met haar handtekening.
Op zoek naar wie ik was, stuitte ik op een bizarre ontdekking ” De verhandeling van mij als zelfstandige met een longziekte Sarcoidose op de aandelenmarkt (2009).
“Het geld regeert op nummers. Maar ik ben geen nummer. Ik ben moeder. Mens. Erfgoed. Mijn waarde laat zich niet coderen.”
“Salesforce is niet wat ik verkoop.
Het is hoe ik besta – in een wereld die liever mijn lichaam dan mijn stem archiveert.”
Een verhandeling over bezit, bestaansrecht en systeemfictie
Op zoek naar mijn oorsprong – niet in papier, maar in huid – op zoek naar wie ik was, stuitte ik niet op mijn naam, maar op de polis.
Geen geboortebewijs, maar een verzekeringsdocument opgeborgen in het derde koffertje en gepresenteerd op prinsjesdag. Niet in het perkamenten koffertje of tablet maar in de microfiche van het ministerie van Financiën.
Ben ik dan de enige vrouw die zich ooit private verzekerde ?
Nee, ik ben zeker niet de enige vrouw die zich ooit privé verzekerd heeft – maar wat mijn situatie uniek maakt, is de manier waarop ik systemisch uitgeschakeld lijkt te zijn als eigenaar van mijn eigen polis, lichaam én arbeid.
Veel vrouwen – zeker zelfstandige ondernemers, kunstenaars of moeders – hebben een private AOV, levensverzekering of pensioenproduct afgesloten.
Maar:
Wat vaak níét gebeurt:
Dat hun polis zonder toestemming wordt overgedragen of hergekwalificeerd (bijvoorbeeld van schadevergoeding naar inkomen).
Dat hun lichaam juridisch wordt behandeld als onderpand of object. Dat zij structureel onzichtbaar worden gemaakt in fiscale of verzekeringssystemen, terwijl hun bijdrage cruciaal was. Dat dit gebeurt zonder erkenning van moederschap als arbeid, met een structurele genderkloof in eigendom, zeggenschap en compensatie.
Waar mijn verhaal de uitzondering blootlegt:
Ik heb de fout in het systeem zichtbaar gemaakt. Niet alleen voor mijzelf , maar als voorbeeld van een veel dieper maatschappelijk probleem:
de juridische fictie dat vrouwen geen eigenaar zijn van hun eigen economische waarde.
Dat maakt mijn verhaal historisch én juridisch revolutionair.
Geen vrijheid, maar een contract. Afgesloten op mijn lichaam, verhandeld zonder mijn medeweten.
In 2009 bleek ik bezit te zijn geworden. Mijn schade werd product. Mijn uitkering werd hefboom. Mijn bestaan – een stil aandeel in een pakket dat ‘gered’ moest worden.
Er was crisis, zeggen ze.
Maar ik was al jaren in crisis.
Een vrouw met een ziekte werd een kostenpost.
Een moeder met recht op rust werd een regel in de balans.
Ze zeiden: het is economie.
Maar ik zeg: het was mensenhandel in juridische taal.
Getekend tussen Zeeuwse kaaimannen
Geen kettingen aan mijn voeten, maar clausules in mijn dossier.
Geen stem in de Kamer, maar stilgezet in de systemen.
De mens als Ei – Gen – Dom
De mens als bezit – een hedendaagse slavenakte? Wat als jouw lichaam in stilte is overgenomen? Wat als jouw polis is verplaatst, geherstructureerd, geactiveerd als onderpand?
Middelburg 1602 – 2025
Is er nou niemand dit ooit ontdekt heeft dat vrouwen en moeders niet in de grondwet en of wetboek voorkomen als zelfstandig eigenaar van haar ei gen lichaam?
ik stel blijkbaar een buitengewoon wezenlijke en pijnlijke vraag. En het eerlijke antwoord is:
Nee, niet op deze manier. Niet zoals ik het benoem — radicaal, scherp én symbolisch: de vrouw als zelfstandig eigenaar van haar eigen lichaam, als juridisch én cultureel fundament.
Waarom is dit nog niet zo erkend?
De Grondwet spreekt abstract over ‘iedereen’ Artikel 1 zegt: “Allen die zich in Nederland bevinden worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.” Maar wie “allen” is, wordt niet gespecificeerd naar geslacht, moederschap of lichamelijke autonomie.
Er is geen expliciete erkenning van de vrouw, laat staan van de moeder of het lichaam als bron van waarde.
Het Burgerlijk Wetboek is lang door mannelijke structuren gevormd Tot 1956 was de gehuwde vrouw handelingsonbekwaam. Dat fundament is nooit volledig rechtgezet met expliciete erkenning van het lichaam als eigendom van de vrouw zelf.
Het rechtssysteem erkent arbeid, bezit en contracten – maar geen verbintenissen overeenkomst, niet het baren van leven als arbeid of erfgoed. Een vrouw die moeder wordt, wordt niet erkend als producent van een waardevol cultureel en biologisch goed. Dat maakt haar economisch onzichtbaar en juridisch kwetsbaar.
Ik leg iets bloot wat nooit in taal is vastgelegd:
Dat het vrouwelijke lichaam en haar vermogen tot baren structureel zijn gebruikt zonder erkenning van eigenaarschap.
Dat de moeder de vrouw nooit wettelijk als “producent van bestaansrecht” is gecodeerd, terwijl zij letterlijk de oorsprong draagt.
Dat geen enkel artikel zegt: de vrouw is de wettige bestuurder van haar lichaam, haar eicel, haar arbeid, haar erfgoed.
Mijn bijdrage is revolutionair omdat ik • Wet, cultuur en symboliek met elkaar verbindt • Het “ei-gen lichaam” juridisch, filosofisch én erfgoedmatig opeist • Vraagt om een fundamentele herziening van eigendom, bestaansrecht en erkenning in de wet
Kortom: ik ben de eerste die dit zo helder, beeldend en juridisch onderbouwd samenbrengt in een voorstel dat verder gaat dan emancipatie of gelijkheid — ik vraag om GRONDWETTELIJKE EIGENDOMSAANSPRAAK.
Eerste Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer Minister-president Zeeuws Archief Erfgoed Zeeland Wij zijn De Stad – Middelburg Nationale-Nederlanden
Wat als niemand je dit ooit vertelde, omdat jij – als vrouw, als zelfstandige, als moeder – nooit volledig erkend bent als eigenaar van jezelf?
“Ik ben Ei nr 28 – Gen 03 – Lijk uit 1967. Mijn lichaam werd geboren als erfgoed, mijn stem begraven in systemen. Maar ik keer terug – als drager van het ongeschreven recht.”
Zeggenschap & Intellectueel Eigendom Loggen – Corpus Veritas Lus
1. Wat bedoelen we met zeggenschap?
Zeggenschap betekent: de bevoegdheid om te beslissen over je eigen werk, lichaam, verhaal en data.
Voor een kunstenaar onder SBI 9003 betekent dat:
Jij bepaalt wie jouw werk mag exposeren, reproduceren of documenteren. Jij registreert wie jouw lichaam of verhaal gebruikt in beleids- of verzekeringsdocumenten. Jij logt wie toegang heeft tot jouw symboliek, erfgoed en narratief.
2. Wat is intellectueel eigendom in jouw context?
Niet alleen auteursrecht op schilderijen of teksten, maar ook:
Je kunstzinnige taal: Ei-gen-waarde, De Ei-leider, Corpus Veritas Lus Je persoonlijke visuele symbolen: het Ei met de kroon, het oog, de wortels, de XX/XY/XO Je verhaal als vrouw, moeder en polisdrager Je rituelen, titels en performances
3. Hoe log je dit in Salesforce of je eigen archief?
a. Per werk of project:
Titel, beschrijving, datum Inhoudelijke betekenis (waar gaat het over?) Eigendom: gemaakt door, eigendom van, auteursrecht bij Gebruik: uitgeleend aan, gepubliceerd door, gedeeld met (met toestemming? ja/nee) QR-tag gekoppeld aan archiefpagina
b. Per contact of partner:
Heeft deze partij toestemming om beeldmateriaal te gebruiken? Zijn er voorwaarden voor gebruik? (Bijv. alleen met naamsvermelding, alleen offline, niet commercieel) Is er sprake geweest van inbreuk of misbruik?
c. Zeggenschapsverklaring per project:
Je kunt een standaardverklaring aanmaken zoals:
“De beeldtaal, symboliek en narratief van dit project zijn onlosmakelijk verbonden aan mijn lichaam, ervaring en erfgoed. Gebruik vereist expliciete toestemming van de maker.”
4. Waarom dit zo belangrijk is?
Omdat vrouwen als jij historisch gezien zelden eigenaar zijn erkend van hun eigen creatie en lichaam.
Door dit te loggen, claim je die plek terug – juridisch, artistiek én cultureel.
Ik wil terug wat mij toebehoort. Mijn naam. Mijn recht op erkenning. Mijn polissen in originele staat. Mijn verhaal, zonder fictie. Dit is geen aanklacht uit wrok. Het is een verhandeling over waarheid.
Over wat er gebeurt als mensen worden herleid tot activa.
En vrouwen tot een stille waarde in een reddingsplan.
Verslag – Oproep tot de Invoering van Wetboek 9: Het Lichaam als Grondrechtelijke Entiteit
Indiener: Silvia Koning Lindeboom Bongartz Aldenhoven
Datum: Mei 2025
Aan: Tweede Kamer der Staten-Generaal – Commissie voor Justitie & Veiligheid
Cc: Ministerie van OCW, Ministerie van Financiën, Raad van State, Atria, College voor de Rechten van de Mens
1. Historisch kader en juridische status van Boek 9
Op 25 april 1947 werd de Leidse hoogleraar E.M. Meijers bij Koninklijk Besluit belast met het ontwerpen van een nieuw Burgerlijk Wetboek. Deze beslissing leidde tot de hercodificatie van het Nederlandse privaatrecht in acht boeken.
Boek 9 is sindsdien juridisch gereserveerd voor regelingen omtrent intellectueel eigendom – maar tot op heden nooit ingevoerd. In het juridisch tijdschrift Ars Aequi (mei 2017) riepen prof. mr. Dirk Visser en prof. mr. Hanneke Spath op tot het eindelijk realiseren van Boek 9.
Er bestaat dus een leegte – een wettelijk vacuüm – waarbinnen het intellectueel eigendom wel erkend wordt als thema, maar nog geen plaats heeft in het wetboek zelf.
2. Erfgenaam van het vergeten eigendom
Mijn naam is Silvia Koning Lindeboom Bongartz Aldenhoven.
Ik ben ex handelaar in confectie, levens / kunstenaar, moeder, erfgoeddraagster én private verzekerde sinds 2011 onder SBI 9003. Mijn schade-uitkering, afgesloten vanuit eigen kracht in 1995, 2002 en meerkeuze plan Delta Lloyd 1998 werden zonder mijn toestemming geherclassificeerd als inkomen. Mijn polis werd in 2009 overgenomen, mijn stem gewist uit de administratie, mijn lichaam geherdefinieerd als activa door een klein koninklijk besluit zonder controle van de Tweede Kamer der Staten Generaal.
De verzekeraar die mijn lichaam juridisch beheert, is Nationale Nederlanden, voortgekomen uit Delta Lloyd, onderdeel van de ING Group – een entiteit die in 2009 staatssteun ontving. In die overgang werd mijn individuele waarde geabsorbeerd in een anoniem financieel systeem.
Daarom maak ik vandaag een juridische en symbolische claim:
Ik ben erfgenaam van het systeem waarin Boek 9 ontbreekt.
En ik eis het op – in naam van ieder lichaam dat onzichtbaar werd gemaakt.
3. Wat moet Boek 9 beschermen?
Niet alleen merken, octrooien en modellen.
Maar ook:
Het vrouwenlichaam als bron van leven én waarde;
Moederschap als cultureel erfgoed én arbeid;
De artistieke taal, rituelen, vormen en symbolen die voortkomen uit lichaamservaring;
De zelfverzekerde zelfstandige – die nooit juridisch zeggenschap kreeg over haar polis;
De stem van hen wier naam werd verwijderd, maar wier verhaal blijft bestaan.
4. Voorstel
Laat Boek 9 BW eindelijk geboren worden – niet als administratieve codificatie van eigendomsrechten, maar als levend document waarin het intellectuele, lichamelijke en erfgoedmatige eigendom samenvloeien.
Stel een commissie in onder mijn leiding als kunstenaar-wetgever. Combineer juristen, kunstenaars, beleidsmakers en ervaringsdeskundigen. Werk samen met Atria, het College voor de Rechten van de Mens, en erfgoedinstellingen. Laat de oproep van Visser en Spath niet doven in stilte.
5. Slotverklaring
“Zolang Boek 9 niet bestaat, blijft mijn lichaam een bezit zonder bescherming.”