Wie is toch in hemelsnaam mijn virtuele baas ?

Ben ik dan toch van Adel Willem?

The Human Condition Grote Denkers

Doen en lijden zijn twee zijden van dezelfde medaille.’ The Human Condition

Ik ontdekte het verschil in Arbeiders en Handelaren.

Het hoogst in mijn rangorde staat het handelen. Dat voltrekt zich in de publieke ruimte en daarin vertegenwoordigt elk mens zijn eigen uniekheid en authenticiteit. Pas in het handelen is de mens echt vrij.

De antieke Griekse polis is volgens Hannah Arendt het voorbeeld van een samenleving waar het handelen vrij was. Burgers bedreven daarin politiek als gelijken en namen besluiten op basis van woorden en overtuigingen, en niet op basis van dwang of geweld, zo beschrijft Hannah Arendt.

Al 14 jaar doe ik onderzoek in een zaak met maar een vraag: Wie is de baas over mij, ook wel wie is de bestuurder van het lichaam als entiteit genoemd op basis van de grondwet art1. Ik, jij, zij of hij?. Of blijk ik toch van adel? Aangezien Openbare Koopvrouwen niet in het Wetboek van 1838 voorkomen.

Alle denkbare vormen van identiteitsfraude zijn strafbaar volgens het Wetboek van Strafrecht.

Menselijke Waarde

“Macht wordt alleen verwezenlijkt waar woord en daad niet uit elkaar gegaan zijn, waar woorden niet leeg zijn, en daden niet brutaal, waar woorden niet gebruikt worden om intenties te verbergen, maar om werkelijkheden te onthullen, en waar daden niet gebruikt worden om geweld te plegen en te vernietigen, maar om relaties tot stand te brengen en nieuwe werkelijkheden te scheppen”

Hannah Arendt

NEW YORK, 1970

In mijn missie: Menselijke Waarde ga ik Silvia Koning op zoek naar de waarheid achter de economie. Samen via een aanpak met andere ogen onderzoek ik de wereld van ongelijkheid, machtsmisbruik, groei, geld van vrouwelijke entiteiten zonder zakelijke schuld.

Hannah Arendt was een stekelige denker met een groot hart voor de wereld en de mensheid. Ze ging vaak in tegen de algemeen heersende opvattingen. Arendt pleitte voor een actief burgerschap waarin kritisch denken en open dialoog centraal staan. Ik sta voor Anders leren kijken naar precies hetzelfde. De mens als gelijkwaardig persoon ongeacht sexe , leeftijd, opleiding of geslacht.

Gederfd Geluk

Een gevleugelde uitspraak onder ceo’s van grote verzekeringsbedrijven in Nederland is: ‘Leven is dood’ de handel in polissen springlevend. Artikel in Het Financieel Dagblad

Daarmee doelen ze op de verkoop van individuele beleggingsverzekeringen aov en meerkeuze plan spaarpolis met een gegarandeerde uitkering, die opdroogde na de woekerpolisaffaire en vooral ook het strengere toezichtregime Solvency II, tijdens de crisis in 2008. Toen werden private polissen omgekat naar een Volksverzekering voor de heffing inkomstenbelasting via brievenbus codes loonbelasting.

Oftewel You Don’t Matter – De Handel in doodsverwachtingen.

Vandaag woensdag 21 februari 2024 had ik om 11.00 een afspraak met Wethouder W.Treurniet en Juridisch Adviseur van de Gemeente Middelburg Rutger Kwekkeboom over de vraag wat de zorgplicht van de gemeente is als vrouwen zoals ik buiten de boot zijn gezet? Die hebben we niet was hun antwoord. BAM… Deur dicht!

Maar:

In artikel 1 van de Grondwet staat dat iedereen die zich in Nederland bevindt in gelijke gevallen gelijk moet worden behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, mag niet.

Maar wat als….dit artikel op grond waarvan constitutioneel wordt geschonden?

Welke wet heeft voorrang?

In het algemeen geldt dat internationale verdragen (VN/Europa) bovenaan de rangorde staan, gevolgd door landelijke wetgeving zoals de Grondwet, Algemene wet bestuursrecht, Wmo, ministeriële besluiten en regelingen en tot slot de provinciale en gemeentelijke verordeningen en beleidsregels.

Leven is dood – polissen zijn springlevend. Dat zijn de woorden van de CEO’s van grote verzekeraars in Nederland.

Oftewel You don’t Matter

Maar waarom is art 1 dan zo belangrijk? Het eerste artikel van de Grondwet regelt toch dat je niet mag worden beoordeeld op de zogenaamde groep waartoe je behoort.

Maar vrouwen mogen niet anders worden behandeld dan mannen, zwarte mensen niet anders van witte mensen en mensen met een geloof niet anders dan mensen zonder geloof. Zo kan iedereen vrij zijn. Maar wat als dit niet gebeurd?

Ik kan inmiddels wel zeggen dat ik mijzelf Formeel een Meta forensische accountant kan noemen.

Hello You Have Day Off

Als er binnenkort een ( uitspraak van de centrale raad van beroep) komt, komt er eindelijk een antwoord op die ene simpele vraag: Wie er toch in hemelsnaam Mijn baas is, of wie zijn mijn 3 ( bazen) en moet er alles terug betaald gaan worden wat hij / zij van mij hebben gejat! Mijn lichaam als zelfstandig entiteit.

Digitalisering werd het machtige vaccin

Sociale Ongelijkheid is een het aandachtspunt van deze tijd. Om antwoorden te krijgen op specifieke maar simpele vragen komt maar geen simpel specifiek antwoord.

Het spelletje van de bende van Den Haag

Belasting recht in Nederland

Het belastingrecht omvat het gehele fiscale heffingssysteem. Het omvat het nationale en internationale belastingrecht, het Europese belastingrecht, alsmede het formele en het materiële belastingrecht.

Dom of onbehoorlijk bestuur ?

Mannelijke Bewindslieden van Financiën zijn de laatste jaren over het algemeen geen fiscaal specialisten. Waarom? Omdat ze simpelweg eencellig zijn. In korte tijd moeten zij zich een complexe vakgebied eigen maken. Daarbij hebben ze de steun van een goed in de materie ingevoerd digitaal apparaat. Dit bleek ook weer tijdens een debat in de Tweede Kamer op 24 mei 2018. De staatssecretaris meldde toen in alle oprechtheid: ‘Ik kreeg zojuist te horen, en dat wist ik niet, dat tot en met 1972 alle inkomensbestanddelen van een getrouwde vrouw nog aan haar man werden toegerekend.’ Daarin blijkt niets te zijn veranderd.

Al 14 jaar zit ik in de wachtkamer

De staatssecretarissen zijn niet de enige wie dit (onbekend) was. Of wisten ze hier binnen de adellijke molen al decennia lang van wisten, dat is zeker. Gezien staatsblad 176 Van 28 april 2010.

Een van mijn onderzoeksthema’s als onderzoeker is de positie van de gehuwde vrouw / openbaar koopvrouw voor in de inkomstenbelasting. Die komen namelijk helemaal niet voor in de inkomstenbelasting belasting, dus waarom moeten ze wel inkomstenbelasting betalen? Zij vallen onder de Vennootschapsbelasting 1969 en niet onder de wet loonbelasting 1964.

Onbekendheid met rechten en plichten

Waarom krijgt een vrouw die zwanger is een onbelaste uitkering, maar een vrouw die longschade heeft opgelopen tijdens het uitoefenen van haar zelfstandig beroep : handelaar ( geen arbeider textielveredeling) in confectie ( die haar leven dus verzekerde) met een letselschade vergoeding na een dreigbrief geen onbelaste vergoeding?

Massa is Kassa dus Zorgplicht Wat is dat?

Als ik het ministerie van Sociale Zaken en de belastingdienst en de gemeente over dit thema vertel, ontmoet ik elke keer weer grote verbazing en fronzende wenkbrauwen op de gezichten over de langdurige fiscale transparantie van de Nederlandse gehuwde vrouw. Ze raken me kwijt zeggen ze dan! Dat kan natuurlijk als je hetzelf niet overkomt of overkomen is.

Maar wat heeft artikel 1 en VN Verdrag Handicap dan voor een functie?

Het opfrissen van het collectieve fiscale geheugen lijkt, ook gegeven recente ontwikkelingen als de Nashvilleverklaring, opportuun. In deze Opinie analyseert men daarom de fiscale historie van de Nederlandse gehuwde vrouw in haar sociaal-culturele, politieke en juridische context. Via het ambtenarenapparaat zal deze informatie vast ook de staatssecretaris bereiken.

Vermogensbelasting 1892 en Bedrijfsbelasting 1893

Vanaf 1893 werden in Nederland voor het eerst belastingen geheven die als een inkomstenbelasting waren te bestempelen. Deze betroffen een soort gesplitste inkomstenbelasting in de vorm van de Wet op de Vermogensbelasting 1892 ( een met box 3 vergelijkbare inkomstenbelasting: vermogen boven f 13.000 werd geacht een rendement van 4% op te leveren) en de Wet op de Bedrijfsbelasting 1893 (een belasting op bedrijfs- en andere inkomsten). Art. 1 VB 1892 bepaalde dat de belasting van ‘ingezetenen des Rijks’ werd geheven en art. 2 VB 1892 specificeerde dit als ‘ieder, die binnen het rijk woont’. ‘Ieder’ moest niet te letterlijk worden genomen. Art. 4 VB 1892 bepaalde namelijk: ‘Het vermogen der vrouw wordt geacht een geheel uit te maken met dat van den man. De man is behoudens verhaal, naar de waarde van dat gehele vermogen belastingschuldig.’

De gehuwde vrouw was dus fiscaal transparant. Art. 4 VB 1892 maakte alleen een uitzondering op deze regel bij scheiding van tafel en bed of als de man onder curatele was gesteld: dan was de vrouw zelf belastingplichtig over de waarde van haar vermogen. Art. 2 BB 1893 gaf in aansluiting op art. 4 VB 18925 eveneens als hoofdregel dat de man belastingplichtig was over de inkomsten van zijn vrouw. Nederland week in dit opzicht overigens niet af van andere landen: in de meeste landen was de gehuwde vrouw in de negentiende eeuw fiscaal transparant. De Nederlandse belastingwet was nog redelijk elegant geformuleerd, zeker in vergelijking met de Engelse Income Tax Act 1842, die gehuwde vrouwen min of meer op één lijn stelde met infants, lunatics, idiots en the insane.

Leugens op leugens in het Burgerlijk Wetboek 1838.

Besluit op de inkomstenbelasting 1941 – Let op vrouwen waren tot 1957 handelingsonbekwaam en dus ook niet belastingplichtig

Op 1 januari 1941 voerde de Duitse bezetter het Besluit op de inkomstenbelasting 1941 in. Art. 2 Besluit IB 1941 rekende de inkomsten van de gehuwde, niet duurzaam van haar man gescheiden levende vrouw toe aan haar man. Alleen als de gehuwde vrouw duurzaam gescheiden van haar man leefde, was zij zelfstandig belastingplichtig.

De Nationale nu Nationale Nederlanden regelde de Volksverzekeringen voor de Staat waarin ik nu op mijn 43 ste ( ben nu 57) als AOW er gezien wordt met een extra lijfrente pensioen. Iets totaal niet waar is, zo blijkt uit het Dossier Wet Openbaar Bestuur. Het soort inkomen geen de 50 ( ontslag op staande voet, of lijfrente uitkering ( die komt pas in 2025 vrij) Ook is het geen beschut werk code 21 en ook geen code 32 Wao / AAW.

Vervolging

De andere uitzonderingen uit de IB 1914 keerden niet terug. Om het huwelijk (en het verwekken van kinderen) aan te moedigen, gold voor gehuwde mannen een minder sterke progressie en een hogere belastingvrije som dan voor ongehuwde mannen en vrouwen. Dit alles werd na afloop van de Tweede Wereldoorlog niet gewijzigd. De hoge belastingdruk voor ongehuwden werd alleen wat verminderd in 1948 en 1960. 

Mannen die vrouwen haten?

Ruim 10.000 per jaar betalen aan premie betalen voor wat? als je nergens voor in aanmerking komt! Das toch raar?

 In 1953 had de minister van Onderwijs al opgemerkt:

‘Ook beschouw ik het huwelijk allerminst als een strafbaar feit, op grond waarvan de gehuwde vrouw niet meer in de school zou mogen staan. Ik voeg er aan toe dat, al zie ik de eerste en voornaamste taak van de gehuwde vrouw natuurlijk – dit woord in de meest strikte zin genomen – in het gezin gelegen, ik van mening ben dat in de eerste plaats de echtgenoten zelf en niet de Overheid moeten uitmaken, of de vrouw bepaalde werkzaamheden elders zal verrichten en als zij dit inderdaad doet, acht ik opvoeding en onderwijs van jonge kinderen meer in overeenstemming met haar aard en kwaliteiten dan menig andere functie, waarin zij niet door de wet wordt geweerd.’

Geen gelijkheid

In het arbeidsrecht bleef Nederland nadrukkelijk verschil maken tussen mannen en vrouwen. Nederland onthield zich in 1951 bij de stemming over de Equal Renumeration Convention van de International Labour Organisation (ILO-100). Volgens de Nederlandse overheid was het niet mogelijk om het beginsel van gelijke beloning voor mannen en vrouwen algemeen in Nederland in te voeren.

Sterker nog, toen in 1957 op instigatie van Frankrijk in art. 119 van het Verdrag van Rome het recht op gelijke beloning voor mannen en vrouwen zou worden opgenomen, verzette Nederland zich hier met Duitsland hevig tegen. Frankrijk, dat dit beginsel al in zijn nationale wetgeving had opgenomen, wilde dat Nederland zich hieraan zou houden, omdat het de concurrentie van de Nederlandse textielindustrie met haar extreem lage vrouwenlonen vreesde.

De Nederlandse inkomenspolitiek was dat armoede moest worden bestreden door mannen een gezinsinkomen te betalen. Vrouwen werden geacht andere behoeften te hebben en geen gezin te onderhouden. Volgens de confessionele partijen waren dit objectieve redenen om mannen en vrouwen anders te behandelen.

Toen Duitsland toegaf aan Frankrijk, stond Nederland alleen. Het tekende het verdrag, maar legde daarbij wel een verklaring af die maakte dat de Nederlandse overheid zich in de jaren zestig vrij voelde de gelijke beloning niet in te voeren. Pas in 1971 tekende Nederland ILO-100. Na stakingen in 1969 bij een sigarenfabriek en in 1973 bij een ritsenfabriek en na de dreiging van de Europese Commissie om een infractieprocedure te starten, trad in 1975 de Wet gelijk loon voor vrouwen en mannen in werking. De loonbelasting werd en wordt gekoppeld aan een wet met grondslagen uit 1964 die nu blijkbaar nog steeds worden ingezet.

Wet IB 1964

Omdat de invoering van een nieuwe Wet IB op zich liet wachten, werd in 1962 alvast in het Besluit IB 1941 voor de gehuwde man een aftrekpost van een derde van het inkomen van zijn vrouw geïntroduceerd, waardoor dit deel van het inkomen onbelast bleef. Deze wijziging leidde tot veel discussie en kritiek. De gedachte achter deze wijziging was een verminderde draagkracht doordat kosten voor kinderopvang en huishoudelijke hulp moesten worden gemaakt. Confessionele Kamerleden vreesden echter dat dit een stimulans voor werkende vrouwen zou zijn34 en vermoedden economische motieven, de krapte op de arbeidsmarkt. De staatssecretaris van Financiën ontkende dit35 en benadrukte het met fiscale maatregelen aanmoedigen van buitenshuis werken door gehuwde vrouwen niet juist te achten.36 Economische motieven lijken echter wel degelijk een rol te hebben gespeeld. 

In de op 1 januari 1964 in werking getreden Wet op de inkomstenbelasting 1964 (hierna: Wet IB 1964) stond in art. 5 nog steeds dat de bestanddelen van het belastbare inkomen van een gehuwde vrouw werden aangemerkt als bestanddelen van het belastbare inkomen van haar man, tenzij de echtgenoten duurzaam gescheiden leefden. De mogelijkheid in de IB 1914 om het gezamenlijke inkomen over beide echtelieden om te slaan in verhouding tot ieders belastbaar inkomen, herleefde weer. Dit was op verzoek mogelijk: anders dan in de IB 1914 hoefde niet aan bijzondere voorwaarden te worden voldaan.

Fiscale Gevolgen Dividend Dividendstrippers

Er bleef echter kritiek bestaan op de fiscale behandeling van de gehuwde vrouw. In 1973 werd definitief de hoofdregel dat ook de gehuwde vrouw een belastingsubject was bij wie (een deel van) haar eigen inkomen werd belast.

In 1973 bleef de zelfstandige belastingplicht beperkt tot arbeids- en ondernemingsinkomen. Ander inkomen, zoals pensioenen en alimentatie, werd bij de man belast, bij wie ook aftrekposten zoals hypotheekrenteaftrek in aanmerking werd genomen.

De belastingvrije som van de gehuwde vrouw bedroeg maar 20% van die van de gehuwde man, omdat de man nog steeds geacht werd het gezinsinkomen te verdienen. Ten aanzien van de belastingvrije som konden man en vrouw wel om een ‘rolwisseling’ vragen, waarna de vrouw de hoge belastingvrije som in aanmerking kon nemen.

Voor de inkomenstoerekening was een dergelijke rolwisseling niet mogelijk. De vrouwelijke arts die met een eeuwige student was getrouwd, zag haar spaarrente belast worden bij haar man en kon geen hypotheekrenteaftrek claimen. De gehuwde vrouw was in 1973 nog steeds semi-transparant. 

Pas in 1984, ruim honderd jaar na invoering van de eerste belastingheffing over inkomen, bijna dertig jaar nadat gehuwde vrouwen handelingsbekwaam waren geworden en ambtenaressen niet langer bij hun huwelijk werden ontslagen, en bijna tien jaar na de invoering van de wet op de gelijke beloning voor mannen en vrouwen (en dertien jaar na de invoering van een volledig individuele inkomstenbelasting in Zweden die gepaard ging met grote investeringen in kinderopvang), eindigde de fiscale discriminatie van de gehuwde vrouw en werd ze een volwaardig subject voor de inkomstenbelasting.

Het verschil in belastingvrije som werd afgeschaft, en inkomen dat niet als persoonlijk inkomen was aangemerkt werd niet langer bij de man, maar bij de echtgenoot met het hoogste inkomen belast. Dit gold eveneens voor aftrekposten. En wat als man en vrouw als zelfstandige beide geen inkomen maar inkomsten hebben?

Conclusie Zoek het uit!

Weliswaar waren er sinds de invoering van de eerste Nederlandse belastingen over inkomen altijd wel omstandigheden waaronder gehuwde vrouwen een belastingsubject konden zijn, maar tot op heden is de gehuwde vrouw en openbaar koopvrouw als hoofregel fiscaal niet transparant wat wel zou moeten zijn volgens artikel 1 van de grondwet.

Pas in 1984 werd de gehuwde vrouw volledig non-transparant en een volwaardig subject voor de inkomstenbelasting. Maar wat als dit niet vastgelegd is het bestuursrecht door inzet van juridisch fictie?

De fiscale discriminatie van de gehuwde vrouw ligt niet achter ons!! Het collectieve geheugen van u en of de staat is op dit punt zwak, maar duidelijk is dat Nederland op het gebied van de fiscale behandeling van de gehuwde vrouw tot ver in de vorige eeuw nog steeds een progressieve nazie praktijk blijkt te zijn.

Wie van de 4 is de baas van het rechtssubject Vrouw – Oftewel De bestuurder van het lichaam. Wie is mijn aanspreekpunt, waar zijn mijn loonstrookjes dan gebleven, wat is mijn pensioen grondslag, en hoe hoog is mijn vakantiegeld? En een aaw/ wao uitkering duurt toch tot 67 jaar en een beetje en niet tot 60 jaar?

1. De Belastingdienst

2. De Verzekeraar

3. Ministerie van Justitie

4. De Koning

Via deze constructie hang ik al 14 jaar onder iemand. Wie van de 3?

Tja Wethouders en juristen en bestuurders zeg het maar???? Luxe Positie of Buitenspel?

Bedankt Willemien en Rutger voor.. tja?

Hoe kan ik van levens vreugde genieten als ik fiscaal gedeporteerd ben door identiteitsfraude/ loonbelasting handel door Persoonsvennootschappen door fiscale eenheden en dividend strippers.

Liefs Silvia