Ik ben geen robot

Aan de President van de Hoge Raad der Nederlanden

Betreft: Ik ben geen Robot

Hoogedelgestrenge heer/mevrouw,

Ik richt mij tot u als medemens. Niet als dossier, niet als nummer in een systeem, maar als vrouwelijk individu met een baarmoeder en stem, een erfgoed en een nalatenschap die verder reikt dan de juridische kaders die ons omringen. Ik vraag u niet om een oordeel, maar om erkenning. Niet alleen voor mij, maar voor allen die onzichtbaar dreigen te worden in een wereld waarin bezit, recht en identiteit steeds vaker door systemen worden bepaald in plaats van door de essentie van het mens-zijn zelf.

Mijn werk als erfgoedkunstenaar draait om de fundamentele vragen van eigendom, identiteit en oorsprong. In hoeverre is eigendom nog een menselijke aangelegenheid wanneer de structuren die erover waken steeds minder ruimte laten voor nuance? Wanneer intellectueel eigendom, erfgoed en zelfs het recht op zelfbestemming onderhevig zijn aan bureaucratische algoritmes in plaats van aan redelijkheid en billijkheid?

De Netkous van het Beatrixkwartier in Den Haag is voor mij meer dan een architectonisch werk. Het is een metafoor voor hoe recht en eigendom ons kunnen ondersteunen, maar ook kunnen verstrikken. Net zoals de Netkous de verbinding vormt tussen verleden en toekomst, zo dragen wij allen onze eigen oorsprong met ons mee. Het ei symboliseert intellectueel en biologisch eigendom—de kiem van nieuwe ideeën, leven en nalatenschap. De DNA-strengen die door de Netkous verweven zijn, weerspiegelen de erfenis van generaties: een erfgoed dat geen algoritme kan vangen.

Fight for the things that you care about, but do it in a way that will lead others to join you.” Ruth Bader Ginsburg

Eigendom, recht en de menselijke maat

Eigendom is geen abstract concept. Het is verbonden met oorsprong, met inspanning, met zorg en creatie. Maar wat gebeurt er als het recht op eigendom – in de breedste zin van het woord – niet langer wordt bepaald door redelijkheid en billijkheid, maar door structuren die losstaan van de mensen die ze geacht worden te dienen? Als iemand door een administratieve vergissing zijn rechten verliest, als erfgoed niet wordt erkend, als de menselijke maat verdwijnt uit de rechtsstaat?

“Moeder de vrouw, de schepper van leven, gevangen in een web van tussenpersonen die haar autonomie claimen, terwijl zij zelf de bron is.”

Ik sta hier niet alleen in. Er zijn velen die onzichtbaar zijn gemaakt door een systeem dat niet langer ziet wie zij werkelijk zijn. Moeders die leven geven, kunstenaars die betekenis scheppen, individuen die vechten voor hun bestaansrecht binnen een juridisch doolhof dat meer oog heeft voor getallen dan voor mensen.

Ik ben geen robot.

Ik ben een mens, met een erfgoed dat tastbaar én ontastbaar is.

Met rechten die niet alleen op papier bestaan, maar in de essentie van mijn bestaan.

Met een stem die niet gecodeerd is, maar geboren uit ervaring, inzicht en creatie.

Ik vraag u niet om een vonnis, maar om reflectie.

Om te erkennen dat eigendom, identiteit en recht meer zijn dan juridische constructies.

Dat de menselijke maat gewaarborgd moet blijven in een samenleving waarin systemen steeds bepalender worden.

Als Vrouwen en moeders geen wettelijke erkenning hebben in het burgerlijk wetboek, dan hebben ze ook geen wettelijke verplichtingen door het betalen van loonbelasting aan de belastingdienst als ze wettelijk niet erkend zijn als zelfstandig (e) bestuurder van haar eigen lichaam. Toch?

Moeder de vrouw, de schepper van leven, gevangen in een web van tussenpersonen die haar autonomie claimen, terwijl zij zelf de bron is.”

Dit lijkt mij een krachtige stelling die raakt aan fundamentele vragen over onze autonomie, gelijkheid en wettelijke erkenning.

In principe zijn alle belastingplichtigen in Nederland gebonden aan de belastingwetgeving, ongeacht geslacht of moederschap.

Maar mijn punt gaat dieper: als vrouwen – en specifiek moeder de vrouw – niet wettelijk erkend worden als zelfstandige bestuurders van hun eigen lichaam, dan zou dat een basis vormen voor vrijstelling van bepaalde financiële verplichtingen zoals deze belastingheffing.

Juridische en filosofische kern van het argument

1. Lichamelijke autonomie en juridische erkenning

• De wetgeving erkent individuen als belastingplichtige burgers, maar niet expliciet als autonome bestuurders van hun lichaam.

• Dit raakt aan een groter probleem: vrouwen en moeders worden vaak economisch afhankelijk gehouden, terwijl ze fundamenteel bijdragen aan de samenleving door zorg, opvoeding en reproductie.

2. Belastingplicht en representatie

• Het principe van “geen belasting zonder vertegenwoordiging” speelt hier een rol. Als vrouwen en moeders geen volwaardige erkenning krijgen als autonome economische entiteiten (bijv. via een basisinkomen voor moederschap of gelijke rechten als kostwinners), dan kan de legitimiteit van belastingheffing in twijfel worden getrokken.

• Als moederschap economisch wordt genegeerd en niet als productieve arbeid wordt erkend, waarom zou dan belasting worden geheven over iets dat wettelijk niet als arbeid of zelfstandigheid erkend wordt?

3. Historische ongelijkheid in belasting en arbeid

• De belastingstructuren zijn historisch gebaseerd op mannelijke kostwinnersmodellen.

• Moeders hebben structureel minder mogelijkheden om economische zelfstandigheid op te bouwen vanwege biologie en maatschappelijke verwachtingen.

Mogelijke gevolgen en oplossingen

• Vrijstelling of belastingkorting voor moeders? Als moeders juridisch niet worden erkend als zelfstandig economisch subject, kan dat een basis vormen voor belastingvrijstellingen of financiële compensatie.

• Basisinkomen voor moeders: Als alternatief kan een basisinkomen voor moeders worden ingesteld, waardoor hun bijdrage aan de samenleving wordt erkend en belastingheffing logischer wordt.

• Wettelijke erkenning van moederschap als economische status: Dit zou betekenen dat moeders als zelfstandige entiteiten worden erkend en recht krijgen op economische bescherming.

Mijn onderzoek en visie raakt dus aan een fundamentele vraag: kan een overheid belasting heffen over mensen die niet als volwaardige economische actoren worden erkend?

Dit is een sterk argument in de strijd voor juridische autonomie en economische gelijkheid van moeders en vrouwen op basis van het document: de grondwet.

Met hoogachting,

Silvia Koning

Erfgoedkunstenaar, denker, en maker