The Firm – Brain Regain Eej

Doe-het-zelf maar zeggen de algemeen bestuurders in de rechtstaat ( ik ben namelijk niet wettelijk verplicht) om u verder te helpen, te beschermen of voor een gezonde leefomgeving te zorgen…. oftewel overleven door te procederen moet je blijkbaar zelf doen …in eigen beheer om uit dit civiele slangen kuilen rechtssysteem te komen.

“Als je niets waard bent op papier kun je alles maken in de praktijk” Nieuwe en verwachte juridische en politieke thrillers

Wat als ook de gemeenteraad faalt.

Moederinstinct versus Moedermaatschappij – Op papier moest het kloppen

Silvia Koning tegenover Rechter Boersma 14 juli 2022 Rechtbank Middelburg

Hoe ik wetenschappelijke literatuur toe moet blijven passen in mijn zaak tegen de Staat en De belastingdienst.

Loonbelasting is een directe belasting die geheven wordt over het loon van werknemersof met hen gelijkgestelde personen. Daarnaast worden over het loon van werknemers in veel landen zogenoemde sociale premies geheven. Juridisch gezien zijn dit twee verschillende soorten heffingen.

De loonbelasting is een belasting en is daarmee een algemeen middel tot overheidsfinanciering. Sociale premies zijn daarentegen bedoeld om sociale verzekeringente financieren. Voor de loonbelasting is de heffingsplichtige niet gerechtigd tot een specifieke prestatie van overheidszijde, daar waar dit bij sociale premies wel het geval is (de heffingsplichtige is in de eerste plaats wettelijk verzekerd voor een bepaald risico waarvoor hij en / of zijn werkgever al dan niet wettelijk verplicht premies verschuldigd is). Het verschil is vooral van belang in grensoverschrijdende situaties.

Het ministerie van Financiën is verantwoordelijk voor de uitvoering van rijksbelastingwetgeving. De feitelijke uitvoering vindt plaats door de Belastingdienst. Binnen de belastingdienst is de inspecteur verantwoordelijk voor heffingsaangelegenheden zoals de aanslagregeling en de behandeling van bezwaar- en verzoekschriften. De ontvanger is verantwoordelijk voor invorderingsaangelegenheden. De inspecteur werkt voornamelijk op basis van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR) terwijl de ontvanger voornamelijk de Invorderingswethanteert. Maar wat als : Een klein Koninklijk besluit : De bestuurder van het lichaam belasting onmachtig wordr gemaakt op basis van wat?

Zeg het maar …..

Betrokkenen bij de verzekeringsovereenkomst in Nederland-

In Nederland zijn bij een verzekeringsovereenkomst vier verschillende partijen betrokken.

Naast de verzekeraar zijn dit de verzekerde, verzekeringnemer en uitkeringsgerechtigde (ook wel begunstigde genoemd).

De verzekerde, verzekeringnemer en uitkeringsgerechtigde kunnen dezelfde persoon (of rechtspersoon) zijn.

Het Burgerlijk Wetboek omschrijft de rechten en plichten van de betrokkenen. #wikipedia

De verzekeringnemer is de wederpartij van de verzekeraar bij het afsluiten van een verzekering. De belangrijkste verplichting in Nederland is de mededelingsplicht: de verzekeringnemer is bij het afsluiten van een verzekering verplicht alle gestelde vragen naar waarheid te beantwoorden. Daarnaast is de verzekeringnemer in Nederland bij schadeverzekeringen verplicht premie te betalen.

De verzekerde is diegene wiens belang of lijf is verzekerd. In Nederland komt de verzekerde in twee hoedanigheden voor: bij een schadeverzekering en bij een sommenverzekering. Een verzekerde bij een schadeverzekering is degene waarvoor geldt dat door hem geleden gedekte schade recht geeft op schadevergoeding. Bij een sommenverzekering is de verzekerde degene op wiens leven of gezondheid de verzekering betrekking heeft.

De uitkeringsgerechtigde of begunstigde is degene die, in geval van verwezenlijking van het verzekerde risico, recht heeft op uitkering.

uitkeringsgerechtigdeZelfstandignaamwoord
1. iemand die recht heeft op een vergoeding vanwege een verzekering
Voor een schadeverzekeraar is het echter onzeker welk bedrag hij bij een uitkering in de toekomst verschuldigd zal zijn aan een uitkeringsgerechtigde.
2. iemand die geld krijgt volgens wettelijke regels voor sociale zekerheid
Het gezicht van de uitkeringsgerechtigdeverdwijnt uit het beeld en daarmee verdwijnt vaak het inzicht in de maatschappelijke werkelijkheid van die uitkeringsgerechtigden.#ensie

Schade kan zowel bestaan uit materiële als immateriële schade. In verzekeringsterminologie bestaat schade uit vermogensschade (materiële schade) en immateriële schade. In Nederland dient, om voor vergoeding van de schade volgens de verzekering in aanmerking te komen, de schade het gevolg te zijn van een onzeker voorval waartegen de verzekering dekking biedt. Onder personenschade wordt toch verstaan schade die het gevolg is van letsel en/of overlijden van personen. Het betreft vermogensschade (zoals inkomstenderving en onkosten) en gederfde levensvreugde?

Maar wat als ……een schade verzekering omgekat wordt naar een code 32 uitkering? Omdat de Jan Kees de Jager en Jan Peter Balkenende mij: De bestuurder van het lichaam verkocht aan de inspecteur van de belastingdienst.

Geen rechtsbescherming meer hebben, zorgde ervoor toen ik ziek werd dat ik, een vrouwelijke entiteit en kostwinner zonder arbeidsovereenkomst….door zelfstudie en zelfkennis bij een fiscaal partnerschap VOF zonder een notarieel contract voor rechten en plichten ( door doe het zelf advocatuur) binnenkort mijzelf moet gaan verdedigen bij het hof).

Reden: Het al jarenlang illegaal en onrechtmatig loonbelasting en zv heffen vanuit twee onafhankelijke maar omgekatte aov schadepolissen uit 1995 en 2002.

De rijksoverheid mag burgers verplichten belasting te betalen. Welke belastingen burgers moeten betalen, staat in de wet. Werknemers betalen bijvoorbeeld loonbelasting over het loon dat zij verdienen.

https://www.denederlandsegrondwet.nl ›

Artikel 104: Belastingen – Nederlandse Grondwet

Wat is grondslag loonbelasting?

De grondslag voor loonheffingen bereken je door een optelsom van het brutoloon en het loon in natura (bijv. auto van de zaak). Je hebt ook enkele aftrekposten voor de loonheffingen (bijv. het werknemersdeel van de pensioenpremie en de inleg voor een levensloopregeling).

Code Enigma The Enigma 2.0

Ik, een Nederlandse zelfstandige werkte in de mode branche (branche code 76), die als doel had autonoom en dus onafhankelijk te blijven tot mijn pensioen leeftijd. Ik putte dan ook kracht uit de Postbus 51 reclame. En: Er is maar een nederlander zoals jij zorg goed voor jezelf. Ik verzekerde mijzelf particulier ( middels een consumenten product) tegen de risico’s die ikzelf niet kon en wilde dragen. Maar toen ik ziek werd door het langdurig inademen van fijnstoffen ( man made fibers) kreeg ik de diagnose longfibrose. Na divers onderzoek bleek het de zeldzame longziekte Sarcoidose te zijn. Een zeldzame aandoening die zorgde voor het stopzetten van haar lust en haar leven: de onderneming De Kleedkamer VOF… starte er een bloedstollend verhaal.

Gaande weg kom ik erachter dat er zaken niet blijken te kloppen. Ik ga op onderzoek uit maar wordt afhankelijk van willekeur, belastingonmachtig en fiscaal handelingsonbekwaam verklaard.

Waarom?

De burgemeesters in Edam Volendam en Middelburg houden deze onbekwaamheid tot op de dag van vandaag gewoon in stand omdat ze blijkbaar geen zorgplicht, waarschuwingsplicht en mededelingsplicht nog wettelijke verplichting inzetten nog te handelen volgens de grondwet art 1. en VN verdrag Handicap.

Hoe zij de jager en haarzelf wakker moest houden.

Ik huil nog steeds …slaap slecht dag en nacht…maar ga onverstoorbaar verder met mijn moeder de vrouw en het fiscainstinct. My Own Research- My Own Independence en ga verder op onderzoek uit maar onderschept de gecodeerde berichten van de belastingdienst en probeer deze te ontcijferen. Ik stuitte op Algoritmes als inhoudingsplichtige en schending Grondrechten omdat ik in een civielrechtelijke dienstbetrekking kreeg. In het civiele recht is sprake van een privaatrechtelijke dienstbetrekking indien de volgende drie kernelementen aanwezig zijn:

1. de arbeid moet persoonlijk worden verricht;

2. er wordt loon betaald;

3. er bestaat een gezagsverhouding tussen de partijen

Iets wat totaal niet klop, omdat ik geen arbeid ( Verricht) er geen loon wordt betaald en er geen gezagsverhouding is!

Op de vraag: wat zijn overige fictieve dienstbetrekkingen komen we uit bij: Hierbij kunnen genoemd worden: aannemers van werk, juist de tussenpersonen, commissarissen, gelijkgestelden, oproepkrachten, thuiswerkers, uitzendkrachten.

Op de vraag:

Wat valt onder inkomsten uit vroegere dienstbetrekking? Loon uit vroegere dienstbetrekking
Het is geen vergoeding voor het werk zelf, maar iets wat de werknemer krijgt omdat hij vroeger heeft gewerkt. Ontslagvergoedingen of beëindigingsvergoedingen, pensioen-, prepensioen- en vroegpensioenuitkeringen zijn dus loon uit vroegere dienstbetrekking. Valt hier dan een schadevergoeding ook onder Hoge Raad? Nee toch?

Wat is een vroegere dienstbetrekking?

Loon uit vroegere dienstbetrekking ziet op inkomsten die worden genoten doordat er in het verleden sprake is geweest van een arbeidsovereenkomst. In bepaalde gevallen bestaat de arbeidsovereenkomst nog steeds. Maar wat als er geen inkomsten zijn vanuit geen vroegere dienstbetrekking?

Blad: ontvangen van de Raad van bestuur lokatie AMC

Het is hoogstwaarschijnlijk dat er in deze zaak ook gebruik gemaakt wordt van een Duits coderingssysteem, waarbij het Enigma-apparaat zowel voor coderen als decoderen wordt gebruikt en ingezet. Juridische fictie noemen we dit. Steeds wijzigen ze namelijk de instellingen. Deze achterhalen heeft daarom alleen zin op de originele opmaak, papier, tijd, plaats sleutel momenten en aanmaak datum.

Een koninklijk besluit (KB) (Fransarrêté royal) is een besluit van de regering. Hoewel de koning als eerste het besluit ondertekent, wat de indruk kan wekken dat hij persoonlijk achter het besluit staat, is hij niet zelf verantwoordelijk. Om die reden worden koninklijke besluiten medeondertekend door de betrokken minister(s) en/of staatssecretaris(sen), dit wordt een contraseign genoemd.

De verschillen tussen een wet in formele zin en een koninklijk besluit zijn:

  • Een wet in formele zin moet ook zijn aangenomen door het parlement. De vaststelling van formele wetten geschiedt in Nederland namelijk door regering en Staten-Generaal gezamenlijk (artikel 81 van de Grondwet).
  • Een koninklijk besluit kan door de regering worden uitgevaardigd zonder directe medewerking van het parlement.
  • Een koninklijk besluit kan door een rechter getoetst worden aan de Grondwet, een formele wet niet.

Een koninklijk besluit is, wanneer het een algemeen verbindend voorschrift inhoudt, een wet in materiële zin.

Hoe de huidige salon socialisten werken! Links lullen rechts vullen.

Ik maakte afspraken met bestuurders omdat het mij niet lukt met het alleen puzzelen met pen en op papier. De paarse krokodil bestuurscultuur blijft dus gewoon nog instand.

It’s time to turn the table Pieter Omtzigt

Ik raadpleeg Google, Wikipedia, de Zeeuwse bibliotheek, de Zeeuwse Ombudsman, Samen Recht vinden in Zeeland, de Nationale Ombudsman, het Ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid, de AVG en het CIE. Er blijken nu ook geheime documenten te zijn tussen de Staten Generaal en de Ombudsman, zonder dat ik, De hoofdpersoon, hier maar ook iets van af weet.

Geachte mevrouw Koning,
aan
Commissie voorde Verzoekschriftenende Burgerinitiatieven
Postbus 20018 2500EA DenHaag

E verzoekschriften@tweedekamer.nl
datum 19 oktober2023
betreft Uwverzoekschrift inzake deBelastingdienst


Op 23 september 2023 heeft u een verzoekschrift ingediend bij de commissie voor de Verzoekschriften en burgerinitiatieven van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Na bestudering van alle documenten kan ik u helaas niet anders melden dan dat de commissie niet bevoegd is uw verzoekschrift in behandeling te nemen.


De reden daarvoor is dat u de kwestie al heeft voorgelegd aan de Nationale ombudsman. Artikel 2, lid 2e, van de regeling van de commissie voor de Verzoekschriften en burgerinitiatieven schrijft voor dat een verzoekschrift niet betrekking kan hebben op een aangelegenheid waar de ombudsman een onderzoek als bedoeld in artikel 9:18, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht naar verricht.


Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet,
R. Konings
Griffier van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

*1. Een ieder heeft het recht de ombudsman schriftelijk te verzoeken een onderzoek in te stellen naar de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen.

Hoezo? Dat betekent dat de burger nog steeds geen toegang krijgt tot de “slangenkuil ” !!

Foei Foei Mark Rutte

Algoritmes vermorzelen an mas mensen en deze manier van chemische castratie en mutatie blijkt de goudmijn voor het Ministerie van financiën voor de inkomstenbelasting wet IB2001 ten behoeve van de invorderingswet 1990 – innen van rijksbelastingen.

The Bombe – Het rechtssysteem dat middels een simpel wilsbesluit art 176 het rechtssubject – De mens – belastingonmachtig en handelingsonbekwaam maakt! Oftewel: Leuker kunnen we het niet maken wel makkelijker – Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz……

Duitsers maken blijkbaar nog steeds geen grappen.

BRON: BRAIN REGAIN EEJ

Mijn Moeder instinct ( er klopt hier iets niet)

Hoe marktwerking, differentiatie, disruptie, discrepantie mijn leven veranderde in een horrorfilm. De toverwoorden van de belastingdienst Schuldvernieuwing en Subrogatie.

Hoe een briefje:

Wijziging fiscale behandeling voor AOV’s per 1 januari 2011

Inhouden loonheffingen

Momenteel ontvangt u een bruto-uitkering waarbij u zelf het totaalbedrag van de ontvangen uitkering opgeeft bij de aangifte Inkomstenbelasting. Vanaf 1 januari 2011 moet de verzekeraar direct de wettelijke loonheffingen inhouden op de uitkering, u ontvangt vanaf die datum een netto-uitkering. De loonheffing is een voorheffing op de inkomstenbelasting zoals bij salaris of andere inkomsten ook wordt toegepast. In de aangifte inkomstenbelasting kunt u rekening houden met de door de verzekeraar ingehouden en afgedragen loonheffing.

Inlichten Belastingdienst (BD)

In 2011 zijn inkomensverzekeraars wettelijk verplicht eenmalig inlichtingen over arbeidsongeschiktheidsverzekeringuitkeringen in 2010 te verstrekken aan de BD. Dit hoeft alleen als u in 2010 een uitkering ontvangt die in 2011 doorloopt. Inlichtingen zijn: persoonsgegevens, polisnummer, soort verzekering en uitkeringsbedrag. De BD heeft deze gegevens nodig om uw aangifte inkomstenbelasting te kunnen controleren om zo een ( on) juiste belastingaanslag te doen.

Toepassing loonheffingskorting

Als u een arbeidsongeschiktheidsverzekeringuitkering ontvangt, heeft u recht op loonheffingskorting. De loonheffingskorting mag bij één werkgever of uitkeringsinstantie tegelijkertijd worden toegepast. U kunt bij de verzekeraar aangeven of u van de loonheffingskorting gebruik willen maken.

De belastingdienst, het ministerie van financiën, het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid moeten behoorlijk wat bewijzen kunnen overleggen op papier om mij aansprakelijk te kunnen stellen waarom ik, of waarom ( zo blijkt – mijn fictieve werkgever NN, loonbelasting zou moeten afdragen zonder enige wettelijke non-fictie grondslag.

…..mijn leven veranderde in een loonslaaf met een slavenarmband code Akbul01

Gevangen in Code 32 Wao/aaw

Juridische Fictie binnen de BV Nederland

Een juridische fictie is een onwerkelijke situatie die in juridische contexten wordt verzonnen om de rechtsgang te versimpelen: een wettelijke (of soms contractuele) bepaling waarin intrinsiek of praktisch onmogelijke constructies zijn verwoord.

De juridische fictie die is ontstaan na het sturen van de dreigbrief Nationale Nederlanden op 10 september 2010 door het omkatten van polissen en relatienummers, daardoor werd dus een onwerkelijke situatie die in juridische contexten wordt verzonnen om de rechtsgang te versimpelen: ( leuker kunnen we het niet maken wel makkelijker) een wettelijke (of soms contractuele) bepaling waarin intrinsiek of praktisch onmogelijke constructies zijn verwoord, verdoezeld en vervormd en omgekat.

Ofwel de wetgever ( Jan Kees de Jager en Jan Peter Balkenende ) creëerde een fictieve vervreemding ( art 176) zonder controle van de Staten Generaal, waaraan vervolgens belastingheffing wordt gekoppeld. Zonder recht op sociale zekerheid, pensioengrondslag, loon, komen. vakantiegeld of toegang tot de participatie wet door schuldvernieuwing en subrogatie.

De fictieve dienstbetrekking

Uitgangspunt van de Wet op de loonbelasting 1964 is de civielrechtelijke dienstbetrekking. Daaraan wordt het gebouw van de loonheffingen gehangen (belasting, premies volks- en werknemersverzekeringen).

In deze situatie fungeert mijn inhoudingsplichtige dus als werkgever (in mijn geval dus NN) als een soort vooruitgeschoven post van de Belastingdienst doordat deze “wettelijke verplichtingsbief ” ( op grond waarvan dan ? )gerechtigd is om belastingen en premies in te houden en aan de fiscus af te dragen. Iets wat zij nooit mogen en kunnen doen! Financiële dienstverleners mogen namelijk alleen rijksbelastingen inhouden: de assurantiebelasting. Daarom werden de software programma’s van de boekhoudprogramma aangepast en de inhoud en wetgeving verdoezeld door coderingen.

Dit maakt het voor de fiscale wetgever erg verleidelijk om allerlei vormen van arbeidsrelaties, verbintenissen niet zijnde een civielrechtelijke dienstbetrekking, onder het loongebouw te plaatsen. Er is maar een Nederlander zoals jij, zorg goed voor jezelf!

Daarmee betreden we dus het domein van de fictieve dienstbetrekking. Daaronder vallen bijvoorbeeld thuiswerkers en ook de directeur-grootaandeelhouder (DGA) van een BV, die niet onder de werknemersverzekeringen valt maar wel onder de loonheffing voor wat betreft de loonbelasting en de premies volksverzekeringen. De fictieve dienstbetrekking is een typisch voorbeeld van een fictiebepaling die de invordering van belastingen en premies volks- en verzekeringspremies vergemakkelijkt door een inhoudingsplicht op te leggen aan de uitbetaler.

ik Beroep mij naast het vertrouwen recht ook op het Verdedigingsbeginsel

Het Europeesrechtelijke verdedigingsbeginsel houdt in dat een belanghebbende, ikzelf dus, voordat de overheid een “voor mij een nadelige individuele maatregel” neemt, in de gelegenheid wordt gesteld om mijn standpunt ten aanzien van die maatregel kenbaar te maken. En dat is iets wat ik al jaren neerleg bij blijkbaar de groep van onbehoorlijk bestuurders.

Ook wilde ik, de belanghebbende toegang krijgen tot mijn dossiers. Dit is vastgelegd in artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de EU. Maar helaas beroept iedereen zich op de eenduidig ingestelde uitsteltermijnen en zit ik nog steeds zonder dossiers.

We kunnen in mijn zaak dan ook spreken van een onaanvaardbare uitholling van een persoonlijkheid, een vrouwelijke entiteit en kostwinner door de Staat der Nederlanden.

Ondernemerschap wordt dus in bijna alle gevallen niet goed uitgevoerd, uitgelegd en geregeld door bij de keuze voor de ondernemingsvorm rekening te houden met de mate waarin de ondernemer persoonlijk aansprakelijk kan worden gehouden voor rechten en plichten.

Op grond van art. 33, lid 1, onder a Invorderingswet 1990 (IW) zijn bestuurders van lichamen zonder rechtspersoonlijkheid hoofdelijk aansprakelijk voor de rijksbelastingen die verschuldigd zijn door het lichaam.

Maar dat was natuurlijk niet de bedoeling omdat de belastingdienst dan van alle zelfstandigen met een externe VOF partner inkomsten mis liep voor de inkomstenbelasting wet IB 2001. Dat tevens een stelsel is vol hiaten en fictie. Dus maakte ze deze entiteiten oftewel de bestuurder ban het lichaam belastingonmachtig door een eenvoudig wilsbesluit. Zo blijkt.!

Als belastingplichtigen niet aan te merken zijn als elkaars fiscaal partner, zijn zij ook niet aan te merken als elkaars gewezen partner in de zin van de Wet IB 2001.

De Wet inkomstenbelasting 2001 (kortweg IB of Wet IB 2001) is een belasting in Nederland die de inkomstenbelasting regelt.

Deze belasting heft de Nederlandse rijksoverheidmet betrekking tot “inkomen “dat in Nederlandwoonachtige en bepaalde niet in Nederland woonachtige natuurlijke personen genieten. Rechtspersonen vallen niet onder de Wet IB 2001, maar onder de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. De inkomstenbelasting is een zogenoemde inkomensbelasting.

Zo werden en worden schade verzekeringen en zelfstandig entiteiten de nek om gedraaid en in de sloot gedumpt. Zonder toezicht of controle leden van de Staten Generaal en de koning.

Ik roep beide burgemeesters en alle andere bestuurders en Raadsleden deze zaak te melden bij het CIE zodat er eindelijk landelijke kamervragen kunnen worden gesteld.

ik ben namelijk niet de enige Nederlandse zelfstandige entiteit en kostwinner die gevangen zit in ficties.

Sinds 23 maart 2023 weet ik dat er nog hoop is.

Op 25 maart jl. heeft de Hoge Raad misschien wel het belangrijkste arrest van dit jaar in de loonbelasting gewezen. In dat arrest oordeelde de Hoge Raad dat ook letselschadevergoedingen die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst of uit een andere rechtspositionele regeling, zoals bijvoorbeeld een CAO, niet kwalificeren als loon.

Voor letselschadevergoedingen die niet uit de arbeidsovereenkomst of een andere rechtspositionele regeling voortvloeien, was dit al zo. Dit onderscheid vloeide voort uit het bekende Smeerkuil-arrest (HR 29 juni 1983, 21435, BNB 1984/2). Dit arrest werd in de praktijk zo uitgelegd dat een letselschadevergoeding alleen niet kwalificeert als loon, wanneer die vergoeding niet voortvloeide uit de arbeidsovereenkomst of een andere rechtspositionele regeling. Vloeide de letselschadevergoeding wel voort uit de arbeidsovereenkomst of een andere rechtspositionele regeling, dan was wel sprake van loon. Met betrekking tot deze laatste vergoedingen heeft de Hoge Raad nu dus beslist dat dit (ook) geen loon is.

Hiermee heeft de Hoge Raad, en mijns inziens terecht, het in de praktijk onbevredigende onderscheid tussen letselschadevergoedingen die wel en die niet voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst of een andere rechtspositionele regeling, feitelijk geschrapt. Al deze letselschadevergoedingen zijn vanaf nu onbelast. Of daarbij sprake is van een publieke of private taak maakt overigens niet uit, zo heeft de Hoge Raad eveneens op 25 maart jl. beslist. Wel heeft de Hoge Raad een ander (nieuw) onderscheid gecreëerd, omtrent de hoogte van de vergoeding. Geeft de werkgever een hogere vergoeding dan uit zijn aansprakelijkheid voortvloeit, dan is voor het meerdere (nog steeds) sprake van (belast) loon. Alleen letselschadevergoedingen die niet hoger zijn dan uit de aansprakelijkheid van de werkgever voortvloeien, zijn dat niet. Hoe moet worden bepaald welk deel van de vergoeding voortvloeit uit de aansprakelijkheid en welk deel niet, zegt de Hoge Raad er overigens niet bij. Het zal nog een hele klus worden in de praktijk om dit vast te stellen, want zo duidelijk is dat natuurlijk niet.

Behalve dit belangrijke aspect is er nog een ander wezenlijk element in dit arrest en dat is de reden voor deze column. De Hoge Raad presenteert zijn arrest namelijk als een nadere invulling van zijn Smeerkuil-arrest uit 1983 en nadrukkelijk niet als een nieuwe jurisprudentiële lijn. Anders gezegd, de Hoge Raad “gaat” dus niet “om”. En dit betekent naar mijn mening dat ook gevallen uit het verleden die een letselschadevergoeding hebben gehad en waarop, naar nu blijkt ten onrechte, loonbelasting is ingehouden en afgedragen, nu ook een beroep kunnen doen op dit arrest via de weg van de ambtshalve vermindering. Wel geldt daarvoor een beperking in de tijd van vijf jaar; langer dan vijf jaar terug kan men niet. Maar de andere bekende uitzondering op de ambtshalve vermindering van nieuwe jurisprudentie is naar mijn mening nu niet van toepassing. Van nieuwe jurisprudentie is immers geen sprake maar ‘slechts’ van een nadere invulling, verduidelijking zo men wil, van, in dit geval al bijna 40 jaar, bestaande jurisprudentie.

In dit verband roep ik de uitspraak van Rechtbank Gelderland van 2 december 2020 (19/6815, V-N 2021/6.19.1) in herinnering. In die uitspraak over een ambtshalve vermindering besliste de rechtbank dat geen sprake was van nieuwe jurisprudentie. In die zaak had de belastingplichtige in 2018 een verzoek ingediend om zijn aanslag IB/PVV 2013 die in 2015 onherroepelijk was komen vast te staan, ambtshalve te verminderen. Aanleiding voor dit verzoek was een in 2018 gewezen arrest. Hoewel het arrest was gewezen in 2018, dus geruime tijd na het definitief worden van de aanslag IB/PVV 2013 (in 2015), wees de rechtbank het verzoek om ambtshalve vermindering (toch) toe. En dit kwam, omdat het arrest uit 2018 verwees naar een eerder arrest uit 2009 en dat arrest was geruime tijd vóór het definitief worden van de aanslag IB/PVV 2013 (in 2015) gewezen. Volgens de rechtbank betekende dit dat de onjuistheid van de aanslag IB/PVV 2013 niet voortvloeide uit het arrest uit 2018, maar uit de wet in combinatie met het arrest uit 2009. Met andere woorden, het arrest uit 2018 was volgens de rechtbank geen nieuwe jurisprudentie, maar een verduidelijking van bestaande jurisprudentie (uit 2009). Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep of sprongcassatie ingesteld, dus kennelijk vonden de belastinginspecteur en de Staatssecretaris van Financiën dit ook.

Precies zo’n zelfde situatie doet zich nu voor. Het arrest waaruit volgt dat letselschadevergoedingen geen loon zijn, is het Smeerkuil-arrest uit 1983. Het recente arrest van 25 maart jl. is slechts een nadere verduidelijking hiervan. Dit betekent naar mijn mening dat alle letselschadevergoedingen die in de afgelopen vijf jaren zijn betaald en die, gelegd langs de meetlat van het arrest van 25 maart jl. bij nader inzien (toch) belastingvrij blijken te zijn, nu alsnog belastingvrij zijn. Belastingplichtigen kunnen dus de, naar nu blijkt ten onrechte, ingehouden en afgedragen loonbelasting ‘terughalen’ door middel van een verzoek tot ambtshalve vermindering. Dit kan door de destijds ingehouden en afgedragen loonbelasting terug te vragen, maar dit kan mijns inziens ook door die loonbelasting terug te vragen via de inkomstenbelasting, waarop de loonbelasting immers een voorheffing is. En daarvoor heeft men tot het einde van dit kalenderjaar 2022 de tijd. Art. 45aa lid 1 onderdeel a Uitv.reg. IB 2001 zegt namelijk dat de vijfjaarstermijn eindigt na vijf jaren na het einde van het kalenderjaar, waarop de belastingaanslag betrekking heeft. Voor in 2017 uitbetaalde letselschadevergoedingen is die vijfjaarstermijn dus gaan lopen na afloop van 2017 en eindigt op 31 december 2022. Dus tot eind 2022 heeft men de tijd om een verzoek tot ambtshalve vermindering te doen met betrekking tot in 2017 uitbetaalde letselschadevergoedingen waarop, ten onrechte, loonbelasting is ingehouden.

Voor in 2016 of eerder uitbetaalde letselschadevergoedingen gaat dit niet, daarvoor is men nu te laat. Helaas krijgt men geen rente vergoed over de belastingteruggaaf, maar de loonbelasting terugontvangen is natuurlijk al heel mooi. En als men dan toch bezig is met een verzoek tot ambtshalve vermindering, kan men in voorkomende gevallen de vermindering voor box 3 erin meenemen (zie daarover uitgebreider de Redactie Vakstudie Nieuws in V-N 2022/10.6). Dat gaat in één moeite mee door.

De Belastingdienst en de overheid heeft er weer een probleem bij, naast de Toeslagenaffaire en box 3. Het houdt maar niet op!